Student Hotel: ‘Dankzij ons is er alleen maar meer aanbod voor internationale studenten’

De LSVb verzet zich al enige tijd tegen The Student Hotel. De hotelkamers zouden te duur zijn, terwijl studenten niet makkelijk genoeg hun kamer kunnen opzeggen. De LSVb beweerde een zaak te hebben lopen bij de huurcommissie, maar dat bleek niet het geval. De berichtgeving hierover schoot directeur Frank Uffen van The Student Hotel in het verkeerde keelgat. Zo’n zaak moet er ook helemaal niet komen, vindt hij. “De LSVb moet niet zo bang zijn voor The Student Hotel. Wij zijn een nichespeler. Dankzij ons is er alleen maar meer aanbod voor internationale studenten.”

Het Student Hotel heeft inmiddels elf filialen, waarvan zeven in Nederland en vier elders in Europa. In Nederland staan twee hotels in Amsterdam. In Eindhoven, Rotterdam, Maastricht, Groningen en Den Haag staat er ook één. Ook in Utrecht wil de keten een filiaal openen vlakbij het station. Uffen geeft een rondleiding door de vestiging aan de Amsterdamse Wibautstraat. Het is het vlaggenschip van de studentenhotels die zijn bedrijf sinds 2006 in verschillende steden opricht.

Over de Utrechtse prijzen valt nog niets te zeggen, maar in andere Nederlandse steden liggen de prijzen iets lager dan in de hoofdstad. Niet alle hotels hebben precies dezelfde voorzieningen. Amsterdam biedt het ‘totaalpakket’ voor 700 tot 1200 euro per maand. Daarvoor krijg je meer dan alleen een kamer. In het hotel zijn verschillende studieruimtes en om te ontspannen zijn er pooltafels, is er een fitnessruimte, een restaurant met een koffiebar en een theater annex collegezaaltje. “Joris Luyendijk gaf hier vorige week nog een lezing.”

Internationale studenten
The Student Hotel biedt allerlei campusfaciliteiten voor de studenten die er verblijven. Ondergronds is bovendien een tweede, grote fitnessruimte. Voor sportzwemmers ligt daar ook het 50-meterbad van de SwimGym. Studenten, ook van buiten het hotel, kunnen er met korting gebruik van maken.

Uffen was ooit zelf een internationale student. Hij ging in Duitsland naar de middelbare school, studeerde eerst in het Canadese Montreal en kwam in het tweede jaar naar de Universiteit van Amsterdam. Later studeerde hij nog in Spanje en woonde hij in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië.

“Ik kwam dus als internationale student naar de UvA en moest ergens wonen. De universiteit zei: nee, wij hebben geen kamers, je kunt naar de Amsterdamse studentenvakbond, die kamers verloot, of je kunt een briefje ophangen bij de Albert Heijn. Er was een enorm gebrek aan betrokkenheid. Studentenhuisvesting was toen niet iets waar de universiteit zich zorgen over maakte. Nederlandse studenten hebben allemaal een ov-studentenkaart, dus wat maakt het uit als die nog even bij hun ouders blijven wonen?”

Maar met de komst van internationale studenten is zo’n houding niet meer mogelijk, stelt Uffen. Universiteiten kunnen niet anders dan nadenken over studentenhuisvesting. En hij springt daar graag op in. The Student Hotels mikken vooral op internationals die hier één of twee semesters studeren.

Een Student Hotel is een echt hotel
Vroeger bouwden alleen de sociale huisvesters studentenwoningen. “Daar zijn sinds een jaar of tien veel partijen bijgekomen”, zegt Uffen. “Wij zijn er maar één van.” En ja, zegt hij, dit is echt een hotel. “Dat staat ook in het bestemmingsplan van de gemeente. We bieden net als andere hotels kamers voor één nacht, of een paar nachten, we hebben een ontbijtzaal, meeting rooms en bijvoorbeeld een receptie die 24 uur per dag open is.” En het is een hotel voor studenten, omdat studenten en stagiairs voor een langere periode een kamer met hotelservices kunnen boeken. “Wij zullen nooit claimen dat dit hét model is voor de toekomst. One size fits all bestaat gewoon niet.”

En die kritiek van de LSVb op de hoge kamerprijs en de contracten die ver van tevoren moeten worden opgezegd? Volgens het ‘puntensysteem’ dat in Nederland de maximale huurprijs bepaalt, zijn het misschien dure kamers, beaamt Uffen, maar van hem mag het hele puntensysteem op de helling. “Volgens dat systeem is een kamer in Amsterdam even duur als in Enschede. Iedereen snapt dat dat raar is. Als ik naar New York ga, weet ik ook dat een woning daar duur is.”

Het puntensysteem weegt bovendien de hotelfaciliteiten niet mee. Studenten krijgen bijvoorbeeld een fiets. “Daar scoor je letterlijk geen punten mee.” Dat geldt ook voor de fitnessruimte, de studiecabines en het personeel dat ook ’s nachts aanwezig is. Die faciliteiten vallen allemaal buiten het puntensysteem.

En het tussentijds opzeggen dan? Als de kamers zo goed zijn en studenten er graag verblijven, waarom is er dan zo’n lange opzegtermijn? Studenten kunnen alleen van hun kamer af als ze 350 euro betalen. Uffen vergelijkt het met een telefoonabonnement: je tekent gewoon voor een bepaalde periode. “Als een student eerder weg wil, staat die kamer leeg. Iemand moet dat betalen. Als dat risico volledig bij de verhuurder ligt, lijkt me dat voor geen enkele kameraanbieder reëel.”

Waarom geen kamer met service
Worden studenten door de kamernood niet gedwongen om naar een studentenhotel te gaan? Uffen denkt van niet. “Er is wel schaarste en wij zijn altijd snel volgeboekt. Onze studenten, of hun ouders, willen gewoon een goede kamer en goede faciliteiten. Waarom koop je bijvoorbeeld een iPhone? Niet omdat er geen goedkopere telefoons op de markt zijn. Wij bieden goede service. Onze reputatie is van levensbelang, wij zijn zo goed als de service die we gisteren boden.”

Al met al snapt hij niet waar de kritiek op The Student Hotel vandaan komt. De LSVb kiest het verkeerde gevecht, meent hij. Natuurlijk is het belangrijk dat er genoeg betaalbare woningen zijn voor studenten met een krappe beurs. Maar moeten ze allemaal even duur zijn? Waarom, vraagt Uffen zich af, zou je geen kamers met services mogen aanbieden voor studenten die meer te besteden hebben?

Universiteitsstad als talent hub
Nederland denkt nog te klein als het over internationalisering en buitenlandse studenten gaat, meent Uffen. De markt voor internationale studenten zal alleen maar groeien, stelt hij. Nederland heeft goede kaarten om nog veel meer buitenlandse studenten op te leiden en dat lijkt hem heel belangrijk. “Ons hoger onderwijs is een exportproduct met een enorme waarde. Denk aan Maastricht en Tilburg. De mijnen zijn gesloten en de textielindustrie is verdwenen: de universiteiten zijn heel belangrijk voor die steden. En neem Groningen nu de gaskraan dichtgaat. Ik denk dat de burgemeester heel opgelucht is dat daar een universiteit staat.”

Natuurlijk ziet Uffen ook een markt in de komst van veel buitenlandse studenten. Maar hij is de enige niet. “Ik spreek burgemeesters van andere Europese steden. Die zijn jaloers op de aantrekkingskracht van Nederland als talent hub.” Dat zou minister Van Engelshoven als uitgangspunt moeten nemen als ze binnenkort met haar visie op internationalisering komt, vindt hij.

En als de LSVb daadwerkelijk naar de huurcommissie gaat, dan zal die de zaak moeten afwijzen, meent hij. “De huurcommissie gaat niet over hotels. Maar de LSVb zou het helemaal niet moeten doen. Die kan beter samen met ons en studentenhuisvesters naar Den Haag stappen om voor meer studentenkamers te pleiten. Universiteiten, burgemeesters, studenten en hun ouders zijn hartstikke happy dat we er zijn. Ik zou zeggen: pick your battles. Wij verbreden het aanbod voor studenten alleen maar.” (Bas Belleman)

Advertentie