UU'ers vragen zich af: wat zou een universiteit moeten zijn?
“Een verslag van de zoektocht naar de hedendaagse universiteit,” zo luidt de ondertitel van het tijdschrift. Vijf studenten en twee docenten van de faculteit Geesteswetenschappen (GW) maakten deze zoektocht, schreven hun bevindingen op en brachten het uit in de vorm van een blad met verschillende interviews. Met De verbeelding van de academische gemeenschap willen de makers anderen aan het denken zetten over de invulling van de universiteit. Om deze discussie vorm te geven zijn er zes mensen geïnterviewd, onder wie rector Henk Kummeling, die de volgende vraag beantwoorden: wat is de academische gemeenschap op dit moment en wat zou zij moeten zijn?
De zoektocht ontstond volgens historicus Pieter Huistra in de zomer van 2018. De faculteit Geesteswetenschappen had een begrotingstekort van 2 miljoen euro, waardoor er onder andere bezuinigd werd op onderwijs. Medewerkers en studenten voerden actie tegen de maatregelen. “Uit de onvrede van de studenten kwam een crisisgevoel voort die aanleiding gaf tot nadenken over de staat van de universiteit,” legt de docent uit. “Alle betrokkenen bij een universiteit hebben een beeld van de universiteit. Maar heeft iedereen hetzelfde beeld voor ogen?” Deze en andere vragen leidden volgens Huistra tot lezingen en praatsessies over het verleden, heden en toekomst van het hoger onderwijs en resulteerden in een blad dat vorige week tijdens een bijeenkomst werd gepresenteerd.
Wat de Utrechtse academische gemeenschap is en hoe zij zou moeten zijn, is een onderwerp dat op verschillende manieren is in te vullen. De universiteit is groot en elke faculteit , departement of opleiding heeft verschillende problemen waar studenten en medewerkers tegenaan lopen, zoals de bezuinigingen binnen de faculteit Geesteswetenschappen. De verscheidenheid in problemen was ook duidelijk te merken tijdens de presentatie waar een aantal sprekers hun visie op een universitaire gemeenschap gaf. Zo deelde rector Henk Kummeling zijn visie op excellentie binnen de Universiteit Utrecht, een woord dat hij het afgelopen jaar angstvallig heeft vermeden, zei hij zelf. De universitaire gemeenschap is volgens hem competitief, maar de prestatiedruk om hoge cijfers te halen is volgens hem een slechte zaak. Excellentie zou moeten worden beloond op andere manieren dan deze uit te drukken in cijfers.
Socioloog Giselinde Kuipers haakte hierop in door te vertellen wat zij ziet binnen het hoger onderwijs. Ze verliet het Nederlandse academische landschap en vertrok naar de Katholieke Universiteit Leuven. Daar merkte ze dat er enorme verschillen zijn tussen Nederland en België. Tegen de studenten daar vertelt ze dat onderzoekers bezig zijn met de ‘business of truth’: wetenschappers moeten op zoek naar de waarheid.
Studenten geschiedenis Claudia en Nina hebben allebei interviews afgenomen en geschreven voor het blad. Nina was samen met Pieter Huistra de bedenker van het uiteindelijke tijdschrift. “We vonden het niet kunnen toen in 2018 de universiteit een bezuinigingsopdracht bij studenten neerlegde zonder om hun inspraak te vragen. We hadden een duidelijk beeld dat het zo echt niet moest. Uit een discussie tussen Pieter en mij rolde daar de vraag ‘hoe moet de universiteit er wel uit zien?’ uit. Historicus Leen Dorsman die veel weet over de geschiedenis van de universiteit, raakte erbij betrokken en later sloten Claudia en nog drie andere studenten zich bij ons aan.”
Claudia volgde destijds een vak gegeven door Huistra. Ze werd geprikkeld door het idee voor een blad dat door Huistra in de les werd aangekondigd. “Ik voelde veel sympathie voor de toenmalige protesten,” vertelt Claudia, “maar ik vond het moeilijk om actief te protesteren. Ik vond het interessanter om met mensen erover te praten en erop te reflecteren.”
Voor leken kan de stof in het tijdschrift Verbeelding van de academische gemeenschap moeilijk te behappen zijn. Nina en Claudia begrijpen dat en proberen dit onderwerp zo helder mogelijk uit te leggen. “Wanneer er bijvoorbeeld in de media gesproken wordt over de universiteit of de academische gemeenschap lijken die concepten duidelijk,” legt Claudia uit. “Maar wanneer je dit gaat bevragen, zoals wij hebben gedaan, lijken meningen en normen en waarden van elkaar te verschillen. Niet iedereen heeft dezelfde ideeën bij wat een universiteit is. Zo wordt er bijvoorbeeld verschillend gedacht over stress en competitie en of die horen bij de academische gemeenschap.”
Nina borduurt hierop voort. “Een universiteit is niet zomaar een groep mensen in een verzameling aan gebouwen. Het is wel een gemeenschap met een doel. De mensen binnen het instituut behoren tot dezelfde groep, hoewel niet iedereen elkaar kent. Daarom is het een verbeelde gemeenschap, omdat het wel voelt alsof je bij elkaar hoort. Dat concept hebben wij gekozen.”
De universiteit is door de jaren heen erg veranderd. “Vroeger was de universiteit eerder een ivoren toren van kennis die vanalles kon onderzoeken,” constateert Claudia. “Tegenwoordig kunnen wij niet meer onderzoek doen uit persoonlijke interesse zoals dat 300 jaar met een klein clubje academici wel kon.” Nina vult aan: “De universiteit is groter geworden en krijgt geld van de overheid. Als je daar gebruik van wilt maken, moet je rechtvaardigen waarom je dat geld nodig hebt. In die zin is de universiteit een maatschappelijker instituut geworden.”
Nina en Claudia zien het tijdschrift als een voorzetje voor meer discussie. “Ga de stukken lezen en zelf nadenken hierover,” vindt Nina. Claudia is het daarmee eens en denkt dat het tijdschrift zeker geen eindproduct van de discussie is. “Er zijn nog zoveel vragen die je kunt stellen. Dit is slechts een klein begin, het kan nog veel breder getrokken worden.” Beide studenten hopen dat het magazine anderen aanzet tot het reflecteren op zichzelf en de academische gemeenschap.
‘De verbeelding van de academische gemeenschap’ is online in te zien. Daarnaast kun je de projectgroep achter dit magazine voor vragen bereiken via projectacademischegemeenschap@gmail.com. Via hen kun je een papieren exemplaar ontvangen en binnenkort zullen ze het blad gaan uitdelen.