Wat is er aan de hand met het Buys Ballotgebouw?

Simone Lingbeek (commissaris onderwijs) en Sam Hesselmans (boekencommissaris) van A-Eskwadraat

Wie via het appeltjesgroene decor in het Koningsbergergebouw op de eerste verdieping het toch wat grauwer aandoende Buys Ballotgebouw binnenstapt, ziet aan de rechterzijde allereerst veel studenten in nisjes en aan tafels. Ze zijn hard aan de studie als DUB poolshoogte komt nemen.

Eén van hen is farmaciestudent Laurens die vlak voor een tentamen zit. Hij doet zijn oortjes uit en kijkt verbaasd als hem wordt gevraagd of het een beetje prettig studeren is in het Buys Ballotgebouw. “Ja prima hoor, lekker rustig hier.” Geen problemen verder? “Nee, hoezo?”

Kort voor de kerst schreef DUB dat ‘bewoners’ van het Buys Ballotgebouw zich vaak allesbehalve prettig voelen in het pand. Al tien jaar worden er klachten gerapporteerd over fysieke ongemakken.

In de meeste gevallen blijven die beperkt tot sufheid en droge ogen, maar soms gaat het verder. Bij het Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek (IMAU) dat op de zesde verdieping zit, vertrokken vorig jaar drie medewerkers omdat ze voortdurend last hadden van hoofdpijn en ontstekingen aan ogen en luchtwegen. Daar spreken medewerkers van een ‘sick building’ als ze het over het Buys Ballotgebouw hebben.

De faculteit benadrukt dat zo’n beetje al het mogelijk is gedaan, zo werd de temperatuur in het gebouw en de luchtbehandelingssituatie onder de loep genomen. Tevergeefs. Bovendien blijven belangrijke vragen onbeantwoord. Komen de klachten door het binnenklimaat? Of zijn er andere oorzaken? En past de manier waarop ruimten in het gebouw gebruikt worden wel bij waarvoor deze ooit bedoeld waren?

Dit jaar wordt een nieuwe poging gedaan. Onlangs ontvingen medewerkers een enquête met vragen over hun ervaringen met het binnenklimaat. Op basis van de bevindingen en eerdere onderzoeken zal een gespecialiseerd bedrijf met adviezen komen. Alle reden voor DUB om een rondgang te maken.

Het is hier belachelijk warm

De studenten op de eerste verdieping lijken weinig te klagen te hebben, maar als we verder het gebouw inlopen, horen we inderdaad veel negatieve geluiden van studenten en medewerkers. De verhalen over de aard en vermeende oorzaken van de klachten blijken steeds weer net even anders.

Op de tweede verdieping aan de zuidzijde zijn bijvoorbeeld de studieverenigingen gehuisvest. Vooral de verenigingen wat verderop in de gang met een kamer die niet in de schaduw van het Minnaertgebouw valt, hangen al jaren aan de bel bij hun faculteit.

Waarom wordt snel duidelijk als DUB bij A-Eskwadraat, de studievereniging van Gametechnologie, Informatica, Informatiekunde, Natuurkunde en Wiskunde, langsgaat. Met zo’n twintig tot dertig studenten in de kamer is het er vol en benauwd.

Volgens voorzitter Johan Geel is dat een normale situatie. Zo’n drie keer per dag zoeken leden de gezelligheid van de verenigingskamer, zegt hij “Het is hier dan belachelijk warm. En het vervelende is dat er gaan raam open kan.”

De zon op de ramen is volgens Geel het grootste probleem. Er is wel zonwering, maar die gaat automatisch na enige tijd weer omhoog. Maar ook de luchtkwaliteit is niet best naar zijn mening. “Je moet af en toe echt even naar buiten voor wat frisse lucht.”

De vereniging maakt volgens de voorzitter meerdere malen per jaar melding van het probleem bij de universiteit. Dat doet ze al bijna tien jaar lang. Geel: “Maar er schijnt niet veel aan te doen te zijn.”

Als we de trap zijn opgelopen naar de derde verdieping vertellen ook medewerkers van het Freudenthal Instituut daar dat de temperatuur in het gebouw onaangenaam hoog kan oplopen. En ook daar met name aan de zuidzijde van het gebouw.

Volgens secretaresse Mieke Vink namen de klachten het afgelopen half jaar sterk toe nadat medewerkers van de vierde verdieping werden ingehuisd bij collega’s op de derde. “Minder intensief gebruikte ruimten werden toen opgesplitst in verschillende kleinere kamers. Veel collega’s vonden het daar niet prettig werken.”

Volgens Vink hebben de universitaire gebouwbeheerders snel gereageerd op de meldingen. Inmiddels is besloten de ‘bakken’ aan het plafond die de airconditioning regelen, te vervangen. “Dat zou de problemen met de warmte moeten oplossen. Het is even afwachten hoe dat uitpakt.”

Het ruikt hier zo vies dat we er misselijk van worden

Bovenin het gebouw, op de zevende verdieping treffen we bij een kopieerapparaat promovendus Dion Hartmann. “Er is hier gewoon niet zoveel zuurstof. Daardoor word je duf. Ik probeer mijn dagen hier niet al te lang te maken. Vaak ga ik dan naar huis om door te werken.”

De medewerkers van het secretariaat van Theoretische Fysica even verderop in de gang willen niet met hun naam in DUB. Eén van hen zegt dat er door haar veel natuurkundigen in het gebouw al jaren geklaagd wordt: vooral over droge ogen. Zelf heeft ze er ook geregeld last van. Haar collega werkt pas sinds kort op de afdeling, maar al langer binnen de universiteit. Zij nuanceert: “Volgens mij is dit niet uniek, hoor. Ik weet dat het in andere gebouwen ook speelt.”

Het tweetal blijkt sinds enige maanden een veel nijpender probleem te ondervinden: een penetrante chemische geur. “Minimaal één keer per week ruikt het hier zo vies dat we er misselijk van worden. Doorwerken is dan echt niet mogelijk. We hebben het gemeld bij de facilitaire dienst, maar die kan de oorzaak niet vinden. Het gekke is dat het echt alleen bij ons op de kamer is. We gaan dit natuurlijk ook melden in de enquête. Hopelijk wordt het ook meegenomen in het onderzoek.”

Je kunt ook gebouwen maken met ramen die open kunnen

We sluiten onze rondgang af op de zesde verdieping bij het IMAU. Dit is de afdeling waar drie medewerkers vertrokken, omdat het werken in het pand hen gezondheidsproblemen bezorgde. Hier ontmoeten we universitair docent Elena Popa. Zij zegt: “Als je vanuit het Koningsbergergebouw komt en je de deuren naar dit gebouw opent, dan voel je dat de lucht hier anders is. Het is alsof een muur op je afkomt.”

Ook Popa heeft vaak last van hoofdpijn en irritatie aan de ogen. “Tot nu toe blijf ik koppig doorwerken, maar het geeft veel stress als je de hoofdpijn voelt opkomen.”

De universitair docent heeft herhaaldelijk geklaagd over de situatie. Volgens haar doen de meeste medewerkers waarmee ze dan contact heeft hun best om te helpen. Maar ze geeft ook voorbeelden van een bedrijfsarts die niet terugbelt, van niet nagekomen afspraken over het langer laten draaien van ventilatiesystemen en van facilitaire medewerkers die elkaar tegenspreken als om de stand van zaken wordt gevraagd. “Daardoor houd je toch het gevoel dat de problemen niet serieus genoeg worden genomen.”

Tot kort geleden hadden de IMAU-medewerkers nog de hoop dat de bèta’s nieuwbouw zouden krijgen waar ook een plek voor hen zou zijn. Uit het nieuwe huisvestingsplan van de universiteit blijkt echter dat dat niet doorgaat.

Elena Popa ziet het met lede ogen aan. “Soms lijkt het erop dat er vooral wordt gekeken naar wat het beste is voor de bestuurders en niet voor de onderzoekers. Kijk ook naar de beslissing om de receptie van het Buys Ballotgebouw te sluiten en de postkamer te verhuizen. Dat was ook niet wat de onderzoekers graag wilden.”

De aanhoudende problemen met het Buys Ballotgebouw passen volgens haar in dat beeld. Ze hoopt dat de nieuwe enquête en onderzoeken soelaas gaan bieden. En misschien dat een beetje media-aandacht ook helpt.

Tot nog toe had ze niet het idee dat de universiteit werkelijk alles op alles zet om het probleem op te lossen. “Het probleem is er toch nog steeds? Het is geen rocket science waar we om vragen. Je kunt ook ramen maken die open kunnen. En in het uiterste geval kun je een gebouw ook gewoon slopen.”

In een gezamenlijke schriftelijke reactie zeggen de universitaire directies die over vastgoed en facilitaire zaken gaan en de faculteit Bètawetenschappen te betreuren dat de gebruikers van het gebouw klachten ervaren en daardoor hun werk minder goed kunnen doen. “Wij nemen de klachten dan ook erg serieus. Omdat tot nu toe (na diverse onderzoeken) niet eenduidig kon worden vastgesteld wat de oorzaak van de klachten is, is een extern bureau gevraagd om de kwaliteit van het binnenklimaat nogmaals te onderzoeken. We wachten de aanbevelingen van dit bureau af. Daarna kunnen pas conclusie worden getrokken. Klachten die tussentijds binnenkomen worden uiteraard verholpen als dat mogelijk is.”

Advertentie