Collegevoorzitter wil vuist maken richting Den Haag

Bezuinigingen brengen onderwijs en onderzoek in gevaar

protest afstudeerboete UU Anton Pijpers foto DUB
Anton Pijpers met studenten tijdens het protest tegen de langstudeerboete eerder dit jaar. Foto DUB

Het Domplein had afgelopen donderdag te klein moeten zijn voor het grootste onderwijsprotest ooit. Schattingen zeiden dat er tienduizend studenten en collega’s uit het hele land naar Utrecht zouden komen om eensgezind een vuist te maken tegen de geplande bezuinigingen van 1 miljard op het hoger onderwijs. Ook mijn collega’s Henk Kummeling, Margot van der Starre, Niels Vreeswijk en ik hadden de agenda vrijgemaakt om aanwezig te zijn. De verwachte opkomst overtrof al mijn verwachtingen. 

De teleurstelling was groot toen woensdag duidelijk werd dat de organisatoren vanwege een veiligheidsdreiging, hadden moeten besluiten het protest af te gelasten. Dat maakte me verdrietig. Verdrietig dat we ons zorgen moesten maken over de veiligheid van studenten en medewerkers die vreedzaam wilden protesteren. En verdrietig dat het daardoor even leek dat we ons geluid richting Den Haag niet konden laten horen. 

Tegelijkertijd deed het me deugd dat er meteen zoveel  creativiteit en veerkracht vanuit onze gemeenschap kwam bovendrijven. Er werd gezocht naar alternatieve manieren om toch te protesteren: er werden videoboodschappen opgenomen, een groep bestuurders reisde naar Den Haag om daar in de Tweede Kamer te protesteren, en er waren alternatieve lokale protestmarsen in vrijwel alle universiteitssteden. Daarnaast besloten de studentenvakbonden om toch voor een protest naar Utrecht te komen.

We waren niet fysiek samen, maar toch verenigd in ons geluid: deze bezuinigingen brengen onderwijs en onderzoek in gevaar, en daarmee ook de toekomst van Nederland. Of zoals iemand het zo treffend op een van de protestborden verwoordde: dit is een Eppo-calypse. 

Bezuinigen op bron van innovatie: een belachelijke tegenstrijdigheid 
Ik snap dat medewerkers en studenten grote zorgen hebben over deze kabinetsplannen. Die zorgen heb ik en hebben mijn medebestuurders Margot, Henk en Niels ook. Want hoe toegankelijk blijft studeren als de langstudeerboete wordt ingevoerd of het collegegeld voor alle studenten wordt verhoogd? En wat doet het met het mentale welzijn van jonge onderzoekers dat hun starters- en stimuleringsbeurzen op de tocht staan? En wat doet het überhaupt met de werkdruk als we het met zijn allen met minder moeten doen? Het is een belachelijke tegenstrijdigheid dat het kabinet-Schoof het woord innovatie 85 keer in het regeerprogramma heeft staan, maar tegelijkertijd een miljard wil bezuinigen op de bron van innovatie. 

Als de kabinetsplannen eind deze maand zonder wijzigingen door het begrotingsoverleg met het ministerie van OCW komen en ook door de Eerste Kamer worden goedgekeurd, dan moet onze universiteit het volgend jaar al met ruim 30 miljoen minder doen. Een bedrag dat in de jaren daarna kan oplopen tot 70 of zelfs 80 miljoen. Dat betekent dat we scenario’s moeten verzinnen om later stevige maatregelen te voorkomen.

Druk opvoeren
Ik zie daar ook verbazing over: spelen we Den Haag in de kaart door al aan de slag te gaan met maatregelen voordat we weten of ons protest zin heeft gehad? Een terechte vraag. Maar we kunnen het ons domweg niet permitteren om niets te doen. Dat we al nadenken over de wijze waarop we de aangekondigde bezuinigingen kunnen omzetten in beleid, doet niets af aan mijn wens dat de bezuinigingen van tafel geveegd zullen worden. Daarom protesteren we, voeren we samen met de universiteiten en andere bondgenoten de druk op in de hoop het begrotingsdebat over de onderwijsbegroting te beïnvloeden. Daarnaast overwegen we waar mogelijk samen met de andere universiteiten juridische stappen te zetten. Het vorige kabinet heeft  toezeggingen gedaan die nu worden teruggedraaid. 

Tegelijkertijd zou het slecht zijn om af te wachten of de kabinetsplannen verzacht zullen worden. We zien op vrijwel alle dossiers dat het kabinet geharnast vasthoudt aan het hoofdlijnenakkoord. En als er ergens iets veranderd wordt zoals in september gebeurde met de sectorplannen, dan zien we dat we de bezuiniging keihard op een andere plek terugkrijgen; de welbekende sigaar uit eigen doos. 

Handrem
Dus stel we wachten nog een aantal maanden met het formuleren van beleid, maar de financiële realiteit blijft hetzelfde. Dan worden we mogelijk geconfronteerd met een nog grimmiger scenario, omdat we dan niet meer wendbaar genoeg zijn. En dat betekent dus dat we nu al plannen maken om later harder ingrijpen te voorkomen. De handrem aantrekken in plaats van straks de noodrem moeten gebruiken. Wat de keuzes die we moeten maken, ook nu al, natuurlijk niet minder pijnlijk maakt. 

En omdat de plannen zo pijnlijk zijn, zal ik blijven roepen dat wij in Utrecht tegen deze bezuinigingen zijn. Mocht het zwartste bezuinigingsscenario toch uitkomen, dan hoop ik dat we dezelfde eensgezindheid als afgelopen donderdag kunnen vasthouden. 

 

Advertentie