Welke inclusiviteit?
Het open debat staat onder druk op de campus

Het is een droevig symbool: terwijl Charlie Kirk in debat ging op een universiteitscampus, werd hij door een oud-student doodgeschoten. Woorden maken steeds vaker plaats voor wapens in de Amerikaanse cultuurstrijd. Als reactie op de moord besloot president Trump zijn kruistocht tegen kritische media op te voeren, wat het open debat alleen maar verder ondermijnt.
Vergeleken met dit grimmige politieke landschap hebben we op Nederlandse universiteiten een vrije dialoog, zou je zeggen. Onze lieve studenten liquideren ten slotte geen sprekers!
Maar helaas, dat valt tegen. Waar Kirk tot voor kort vrijuit kon spreken op Amerikaanse campussen, zou hij bij ons geen woord uit kunnen spreken - zoals EW-columnist Geerten Waling terecht opmerkt. Op de Nederlandse campus worden gevoelige debatten niet beëindigd met een kogel, ze worden simpelweg nauwelijks gevoerd.
Kijk naar het verleden: sprekers die veel gematigder zijn dan Kirk worden al tegengewerkt. Zo moest minister Ruben Brekelmans dit jaar een lezing bij de Universiteit van Amsterdam staken, nadat demonstranten hem onverstaanbaar maakten en zelfs bewakers belaagden.
Bij dezelfde universiteit kon een gesprek met de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema niet doorgaan op de universiteit om veiligheidsredenen. Verliep het gesprek wel fatsoenlijk in besloten vorm? Nee, een aantal toeschouwers verliet de zaal onder het motto ‘we reject this conversation’. Treffend motto.
Ook in Utrecht staat het intellectuele klimaat onder spanning. Een lezingreeks van vorig jaar over de Holocaust en antisemitisme kon, na veel gedoe, alleen plaatsvinden in afgesloten gebouwen met surveillerende politieagenten.
Even tekenend voor de grimmige debatsfeer zijn de goedkeurende reacties op de moord op Kirk. Je hoeft geen obscure Antifa-chatgroepen door te spitten om ze te vinden: een vluchtige Powned-voxpop en sociale media bieden voldoende inzicht. De afkeer tegen andersdenkenden is onder sommige studenten blijkbaar zo groot dat ze de ruimte voelen om de moord op een politieke opponent publiekelijk te steunen of bagatelliseren.
Universiteiten zetten zich terecht in voor sociale veiligheid en inclusiviteit. Maar wat is sociale veiligheid als je medestudent sympathiseert met politiek geweld? Wat is inclusiviteit als bepaalde geluiden worden verhinderd? Dit zijn geen ingebeelde problemen: één op de zeven studenten voelt zich niet vrij om in colleges een mening te geven die afwijkt van het heersende narratief, zo bleek uit de Staat van het Onderwijs uit 2023. Slechts 66 procent van de studenten geeft volmondig aan die vrijheid wél te ervaren.
Hoe komen we uit deze impasse van verkramping? Hoe komen we bij een echte free marketplace of ideas? In mijn ogen begint het bij de studenten die intellectueel ongemak moeilijk verdragen. Recent betoogde Daniil Scheifes voor het DUB dat studenten zich te veel als consumenten gedragen en op zoek zijn naar een ‘amusante leerervaring’. Een zeer lezenswaardig stuk. Laten we zijn pleidooi niet enkel toepassen op de organisatie van cursussen, maar ook op het intellectuele klimaat. Het betalen van collegegeld geeft je niet het recht om weg te schreeuwen wat je niet zint. Verdraag het. Of ga zelfs in gesprek.
Wat een absurde framing. Een politieke moord in de VS is helemaal niet indicatief voor een vrijheid van meningsuiting die onder druk staat, het is juist een zoveelste uiting van hoe gewelddadig de cultuur daar is. Charlie Kirk werd niet gecensureerd vanaf bovenaf, hij was juist vrienden met de president. Hij werd het slachtoffer van stochastische terreur, mogelijk gemaakt door vrij wapenbezit waar hij zelf ook voorstander van was. Er zijn veel andere mensen met andere opvattingen het slachtoffer geworden van hetzelfde type terreur waar geen haan naar kraaide omdat ze niet gelieerd waren aan macht.
Nu een prominente republikein het slachtoffer is, echter, staat opeens de vvmu onder druk. Niet toen Trump Palestina-activisten probeerde te deporteren, niet toen hij in het budget van universiteiten sneed omdat ze niet hard genoeg optraden tegen pro-Palestina activisme, niet toen hij aankondigde op te gaan treden tegen "linkse terreur" nav de moord op Kirk (terwijl er ondertussen niks is bevestigd over de motieven van de schutter), niet toen onder druk van het Trump-regime Jimmy Kimmel uit de lucht werd gehaald. De druk op de vvmu komt, in Amerika ten minste, niet vanuit woke.
Dan nu over Nederland. Ik vind de voorbeelden om te bewijzen dat de vvmu hier onder druk staan erg merkwaardig. Het zijn namelijk allemaal voorbeelden van studenten die gebruikmaken van hun demonstratierecht om zich te verzetten tegen genocidevergoeilijkers en oorlogshitsers die praatjes mogen organiseren, terwijl bijvoorbeeld een lezing van DSP ad hoc verplaatst moest worden (https://dub.uu.nl/nl/nieuws/pro-palestijnse-lezing-verplaatst-door-nieu…). Vooral het benoemen van de verstoorde "holocaust en antisemitisme-lezingreeks", zonder te benoemen dat deze door het CIDI gegeven wordt, is kwalijk. Het CIDI is een lobby die steun biedt aan de genocide in Gaza, en op hun eigen website beweren ze dat het antisemitisch is, om te zeggen dat Israël een racistisch project is. Niet bepaald zuivere koffie dat zij überhaupt een lezingreeks mochten geven (waar, als ik me niet vergis, je zelfs studiepunten voor kon krijgen). Je zou ook niet willen dat de fossiele lobby onderwijs zou mogen komen geven.
Dag in, dag uit, zijn er mensen op TV te zien die de etnische zuivering van Palestina toejuichen, en dan moeten we ons zorgen maken over dat Amsterdamse studentes de moord op Kirk bagatelliseren in reactie op geragebait worden door pownews? In het VK word je gearresteerd als je zegt dat je Palestine Action steunt, in Nederland wilde de kamer "from the river to the sea" verbieden en antifa op de terreurlijst zetten, om nog maar te zwijgen over wat er in Duitsland en de VS gebeurt. Maar ja, studenten met blauw haar zijn de echte dreiging voor de vrijheid van meningsuiting. Niet de staat, niet de bureaucratie, niet de oligarchen.