In de aanloop naar een nieuw Strategisch Plan besteedt het Ublad in deze serie aandacht aan de discussies rondom dat universitaire beleidsplan voor de komende vijf jaar. In elke aflevering reageert een Universiteitshoogleraar op een stelling. Die mening en de stelling worden becommentarieerd door een panel, deze week samengesteld uit medewerkers. In deze tweede aflevering: het universitaire onderwijs.
Willem Koops
Universiteitshoogleraar
"Mijn wens voor het Strategisch Plan is dat alle Utrechtse opleidingen in 2013 een brede driejarige bachelor hebben in de vorm van een afgeronde studie met een diploma waarmee je op de arbeidsmarkt uit de voeten kunt. Zo'n bacheloropleiding, waarin studenten zowel worden voorbereid op een eventuele vervolgstudie als op een maatschappelijke loopbaan, impliceert wat mij betreft een 'harde knip' tussen bachelor en master. Dat betekent voor alle masters, dus zowel voor de researchmasters als voor de academic masters: selectie voor de poort. Om weer met de rest van Europa in de pas te gaan lopen, zouden we in Utrecht bovendien alleen nog maar tweejarige masters aan moeten bieden. Als de overheid dat niet wil betalen, dan moeten we het maar uit eigen middelen of met privaat geld zien te financieren.
"Uiteraard organiseren we het onderwijs zoveel mogelijk in kleine groepen en hanteren we in het eerste jaar een norm voor het bindend studieadvies van 45 ects. Om te voorkomen dat we studenten daardoor het bos insturen, ben ik voor een sterke intensivering van het verkeer tussen de universiteit en de hogeschool. Op dit moment helpen wij de HU met het inrichten van een hoogwaardige bachelor psychologie, voor studenten die - al dan niet bij nader inzien - minder geschikt zijn voor een academische opleiding. Van onze kant gaan wij pabo-studenten die een meer academische omgeving prefereren, een universitaire onderwijzersopleiding aanbieden.
"Om het wederzijdse verkeer gladjes te laten verlopen, moeten we wat mij betreft iets doen aan de naam 'hogeschool'. Dat is weliswaar niet iets voor ons Strategisch Plan, maar voor een soepele overstap van het ene naar het andere soort onderwijs zou het een zegen zijn als de hogeschool ook universiteit zou gaan heten. Zolang de academische opleiding door een universiteit wordt verzorgd en de beroepsopleiding door de lager aangeslagen hogeschool, zullen veel studenten niet om inhoudelijke redenen maar puur uit overwegingen van status voor de universiteit kiezen. Daar moeten we vanaf.
"Natuurlijk is het belangrijk dat de didactiek in onze universitaire opleidingen op peil is, maar een universitaire bachelor onderscheidt zich toch vooral van een hbo-bachelor doordat er sprake is van academische vorming. Dat betekent dat ik geen heil zie in onderwijscarrières voor docenten, als die niet ook van wanten weten in het onderzoek. Om diezelfde reden zou ik niet erg blij zijn met financiële impulsen voor het onderwijs als die ten koste zouden gaan van het onderzoek. In een universiteit is investeren in onderzoek naar mijn mening de enige zinnige manier om in onderwijs te investeren."
Roy Erkens, universitair docent Biologie
Judith Thissen, universitair docent Media & Cultuurwetenschappen
Manon Kluijtmans, coördinator master en postgraduate-opleiding Epidemiologie
Paul Verweel, Onderwijsdirecteur Bestuur- en Organisatiewetenschap
'Praat liever over de inhoud dan over de vorm'
Paul: "Als ik de mening van Koops lees, denk ik: leuk om je af te vragen of er een afgeronde bachelor moet komen, maar dan gaat het over de vorm. Ik praat liever over de inhoud. De essentie van onderwijs is dat we mensen iets leren waarmee ze wat kunnen, maar in Utrecht gaat het debat meestal over het aantrekken van talent en het opleiden van excellente onderzoekers in plaats van over de onderwijsfilosofie."
Judith: "Excellentie wordt in Utrecht standaard geassocieerd met onderzoek. Ik vind dat heel triest; het belang van excellent onderwijs wordt onderschat."
Paul: "Nou ja, je moet de universiteit wel recht doen: er is geïnvesteerd in bama, in onderwijskwalificaties, in een Centre of Excellence for University Teaching. Maar het klopt dat er geen sprake is van een samenhangend onderwijsbeleid. Men denkt: als je goede onderzoekers voor de collegebanken zet, die hun verhaal op een acceptabele manier vertellen, dan ben je bezig met academische vorming. Er moet in het strategisch plan veel meer aandacht komen voor de kwaliteit van ons onderwijs."
Judith: "We hebben het ook nauwelijks over didactiek. In Engeland heb je op facultair niveau 'Teaching & Learning'-centra, waar het onderwijs vanuit de eigen discipline wordt vormgegeven in samenwerking met onderwijskundigen. Zoiets zou ik hier ook graag zien."
Roy: "Maar dat kan alleen als je mensen ook kans geeft op een onderwijscarrière en niet zoals nu zegt: je bent goed in onderzoek, geef jij ook maar onderwijs."
Manon: "Ik vind wel dat onderwijs aan onderzoek gekoppeld moeten blijven. Zet dus onderzoekers voor de klas, maar zorg daarnaast voor onderwijsspecialisten en zet ze allemaal bij elkaar, samen met een paar pedagogen, dan krijg je de beste programma's en dan volgen de hogere rendementen vanzelf. Nu wordt nog veel te veel vanuit de andere kant geredeneerd."
Judith: "Leuk gezegd, maar dan moet er ook geld voor komen. We steken zonder problemen een paar miljoen per jaar in een 'High Potential'-programma voor onderzoekers. Waarom maken we ook niet zo'n programma voor docenten? Dat zou pas een teken zijn dat onderwijs serieus wordt genomen."
Paul: "Als ik dan toch wat moet zeggen over een afgeronde bachelor, dan zeg ik: niet doen. Mijn maatschappelijke adviesraad zei me laatst: 'Paul, wij zien door de bomen het bos niet meer. Wat is nog het verschil met hbo'ers of met jullie masters?' Er is echt geen vraag naar bachelors. Wij hebben die vraag bedacht omdat we vanwege het geld zo graag selectief willen zijn in de masterfase.
Manon: "Dat kan zo zijn maar ik ben sterk voor selectie voor alle masters, omdat het coördinatoren de kans geeft een goede en gemêleerde groep samen te stellen. Ik denk dat het veel winst oplevert als je mensen met een verschillende achtergrond in één master bij elkaar zet, ook mensen van verschillende nationaliteiten en uit andere universiteiten. De angst dat mensen na een bachelor buiten de boot vallen en bij geen van de masters worden aangenomen is, denk ik, ongegrond. Er wordt echt niet alleen naar studieresultaten gekeken maar ook naar zaken als motivatie en extra-curriculaire activiteiten."
Roy: "Bovendien zorgt selectie ervoor dat studenten veel bewuster gaan denken: wil ik die opleiding wel."
Manon: "Precies, laten we alsjeblieft ophouden met dat klakkeloze doorstromen en laat studenten zich serieus afvragen welke master voor hen de goede is."
Paul: "Ik vind de suggestie van Plasterk om met iedereen die daarom vraagt intakegesprekken te houden, heel goed. Het kost veel geld, maar studenten gaan dan wel veel bewuster aan een studie beginnen."
Roy: "Wij krijgen zestig uitgelote Geneeskundestudenten. Dat is een enorme belasting. Als je dat kunt ondervangen door goede intakegesprekken, zou dat voor alle betrokken winst betekenen."
Judith: "Bovendien is het rendementsverhogend, dus het zou heel kortzichtig zijn om te denken dat je de investering er niet uit krijgt."
Manon: "Nog even over de knip tussen bachelor en master. Ik wil de opmerking van Paul dat er geen markt voor bachelors is, enigszins relativeren. Ik verwacht dat een toenemend aantal mensen straks na hun bachelor eerst zal gaan werken om dan later alsnog een master te doen. De UU zou daar veel meer op moeten anticiperen met een gericht aanbod. Lifelong learning zou echt een ambitie in het Strategisch Plan horen te zijn. Voor de financiering zou je heel goed gebruik kunnen maken van de derde geldstroom. In onderzoek is dat heel gewoon, waarom zou het in onderwijs ook niet kunnen?"
Paul: "Zet dat er maar met hoofdletters in. In onderwijs in opdracht zit een ruimte die in Utrecht nog totaal niet wordt benut."
Manon: "Terwijl er voldoende bedrijven zijn die graag willen dat jij een cursus voor hun staf ontwikkelt. Daarvan kunnen trouwens ook je studenten meeprofiteren, want in het reguliere programma is voor de ontwikkeling van zo'n cursus vaak geen plaats."
Roy: "Waarmee we dus weer terug zijn bij het geld. In tegenstelling tot Koops vind ik dat er de komende jaren meer geld naar het onderwijs moet gaan. Als wij goed onderwijs geven, leiden we mensen op die in potentie goede onderzoekers kunnen worden, dus ik vind het een beetje kortzichtig om te zeggen: alle geld naar onderzoek."
Paul: "Als je bekend wilt staan als goede researchuniversiteit, dan zul je goed onderwijs moeten geven, dat weet iedereen. Het belang van onderwijs voor talentscouting wordt nog vaak schromelijk onderschat."
Roy: "Maar goed onderwijs krijg je alleen als je ook je docenten carrièrekansen biedt en daar schort het nogal aan. Ik merk het aan mezelf. Als ik ergens op solliciteer, word ik eruit geconcurreerd door mensen die alleen een onderzoeksaanstelling hebben, want ik heb minder tijd kunnen spenderen aan het schrijven van artikelen. Ik heb dat risico bewust genomen, omdat ik onderwijs leuk vind, maar daardoor is het trackrecord van mijn onderzoek wel minder dan dat van mijn concurrenten."
Manon: "In Engeland krijgen teaching fellows een rugzakje, waarmee ze ook iets in onderzoek kunnen doen, bijvoorbeeld. een congres bijwonen. Zo kun je docenten helpen om op onderzoekgebied state-of-the-art te blijven. Zulke mensen hebben daar veel prestige."
Roy: "Dat geldt voor docenten jn Nederland helaas niet. Ik ken veel mensen die hetzelfde ambiëren als ik, maar die er uit carrièreoverwegingen vanaf zien."
Judith: "Je mag best blijven tamboereren op het feit dat we een topresearchuniversiteit zijn, maar het zou goed zijn als het college ook wat vaker zou roepen dat we een top onderwijsinstelling willen zijn en daarin ook daadwerkelijk blijft investeren."
Paul: "Die cultuur waarin alleen onderzoek telt, moet inderdaad echt gekeerd worden. Wat mij betreft zetten we in dit strategisch plan niet alleen in op Utrecht als top research university, maar ook op Utrecht als 'the best academic teaching institute in the world'. Daar zou het CvB voor moeten gaan."