Achtergrond

Utrecht bevalt me echt supergoed

In totaal mogen we dit academisch jaar zo'n 6500 eerstejaars verwelkomen aan de Universiteit Utrecht. Van hen hebben er 2100 samen met nog 1100 hbo'ers meegelopen in de UIT, de Utrechtse Introductie Tijd van 11 tot en met 14 augustus. In totaal waren er zo'n 3200 uitlopers die voor een gezellige drukte in het centrum zorgden. Enig minpuntje was dit jaar het weer dat voor het eerst sinds jaren minder mooi was. Op deze vier pagina's een korte foto-impressie van de UIT en enkele interviewtjes met kleurrijke eerstejaars. Meer herinneringen ophalen? Surf naar www.ublad.uu.nl/uit-pagina

Rood, blauw, oranje, groen. Als je er op gaat letten, blijken vele eerstejaars met een gekleurd kapsel rond te lopen. Op de UIT-markt in De Uithof sprak verslaggever Frank Brugman een aantal van hen aan. Een nieuwe studie blijkt vaak gepaard te gaan met een nieuwe coupe.

Roos Zwart (17)

Studie: Academische Pabo

Afkomstig uit Enschede

"Een keer in de zes weken verf ik mijn haar zelf met henna. Dat is veel beter voor je haar dan dat chemische spul. Eigenlijk heb ik het altijd zwart geverfd, met in de zomermaanden een kleurtje erdoor. Ik ben aangestoken door mijn zus, die kwam thuis met zwart geverfde haren en ik dacht: 'dat wil ik ook'.

"Ik heb heel veel studies overwogen, tot mijn moeder met de Pabo kwam. Het lijkt me erg leuk om juf te worden, dus ik was meteen enthousiast. Enig nadeel was dat ik liever naar de universiteit wilde. Toen ben ik verder gaan zoeken en kwam ik de Academische Pabo tegen en was ik helemaal blij.

"Naar een kamer hoefde ik niet lang te zoeken. Meteen bij mijn eerste reactie op kamernet was het al raak. Ik heb nu een kamer in Kanaleneiland, zodat ik niet elke dag uren hoef te treinen. Bovendien woon ik nu lekker in de buurt van mijn vriendje.

Lisa Huivenaar (18),

Studie: Theater-, film en televisiewetenschap

Afkomstig uit Leiden

"Het was de bedoeling om zelf mijn haar platinablond te verven, maar dat werd één grote mislukking. Het was zo geel, ik leek wel een kuiken. Ik heb echt staan janken voor de spiegel. Daarom laat ik het nu uitgroeien, ik heb het wel even gehad met dat haren verven.

". Maandag ben ik samen met een vriendin en wat jongens van ons UIT-groepje flink wezen stappen. Ik geloof dat ik half zes thuis was. Van vermoeidheid heb ik geen last, ik kan wel wat hebben.

"Ik heb voor Theater-, film- en televisiewetenschap gekozen, omdat het mijn droom is om op het podium te staan. Nu weet ik wel dat deze opleiding juist mensen opleidt voor achter de schermen, maar toch. TFT is ook niet mijn eerste keus, dat was de Verloskunde Academie in Amsterdam, maar daar ben ik helaas voor uitgeloot."

Marijke Hessels (18)

Studie: Filosofie

Afkomstig uit Almelo

"Ik heb eigenlijk geen idee meer wat mijn echte haarkleur is. Ik verf mijn haar al sinds mijn dertiende. Twee maanden terug had ik het oranje, daarvoor rood en daarvoor zwart. Als ik 's ochtend opsta en ik vind mijn kleur niet meer mooi, dan ga ik naar de kapper of verf ik het zelf.

"Het lijkt me ontzettend leuk om in een bandje te spelen. Ik heb heel mijn leven al piano gespeeld, maar het liefst wil ik zangeres worden. Electro, metal, of zware rock, ik houd van alle genres, als het maar lekker hard en underground is.

"Ik heb al druk gehospiteerd en ik maak samen met een ander meisje kans op een kamer in de Watervogelbuurt. Er wonen al drie jongens. Die hebben me uitgenodigd vanwege mijn muzieksmaak. Dus ik hoop echt dat ik het word. Of ik het vervelend vind om met alleen jongens te wonen? Nee joh, dat vind ik juist tof.'

Hieke van der Voort (18)

Studie: Geschiedenis

Afkomstig uit Bovensmilde

"Ik vind dat bij een nieuwe fase in mijn leven, ook een fris kapsel past. Daarom heb ik drie weken geleden tegen de kapster gezegd: 'leef je uit'. Nou en dit is het resultaat. Het was best schrikken in het begin, maar nu ik er aan gewend ben, vind ik het steeds leuker.

"Het plan was eigenlijk om Europese Studies te gaan doen in Amsterdam. Toch ben ik daar vanaf gestapt omdat de studie Geschiedenis in mijn hoofd bleef rondspoken. Het is stiekem ook altijd al mijn lievelingsvak geweest en bovendien lijkt de Utrechtse binnenstad me erg gezellig.

"Bijna iedereen van mijn middelbare school gaat in Groningen studeren, want dat is lekker dichtbij en vertrouwd. Ik wilde juist zo ver mogelijk weg. Echt op nul beginnen en veel nieuwe mensen leren kennen. Ik ben daarom erg blij met mijn tijdelijke kamer vlakbij het Wilhelminapark. Het zou echt balen zijn als ik weer terug naar Drenthe moet. Dus als iemand nog een leuke vaste kamer weet?"

Talisa Hof (18)

Studie: Pedagogiek

Afkomstig uit Bovenkarspel

"Mijn kapsel moet een beetje 'waterskiproof' zijn, want ik train vier keer in de week op het onderdeel figuurskiën. Het is wel fijn als je dan een makkelijk kapsel hebt, omdat je zo vaak in het water ligt. Het verven van mijn haar doet mijn nichtje in Bovenkarspel, ongeveer om de zes weken iets nieuws. In die zeven jaar heb ik inmiddels alle kleuren wel gehad.

"Het waterskiën heeft mijn keuze om in Utrecht te studeren voor een belangrijk deel bepaald. Zo had ik bijvoorbeeld ook in Amsterdam Pedagogiek kunnen doen, maar omdat ik het best kan trainen in Maurik en dat redelijk dicht bij Utrecht ligt, heb ik er voor gekozen hier te gaan wonen.

"Mijn vader heeft een huisje voor me gekocht in Zuilen, dat we nu aan het opknappen zijn. Ik weet nog niet zeker of ik er een huisgenoot bijneem. Dat zou me op zich wel leuk lijken. Een jongen of meisje maakt me niet uit, als diegene maar gezellig is."

Mark van Eeuwen

Op mijn middelbare school in Brabant kwam ik voor het eerst in aanraking met toneel. Ik deed mee aan de opvoering van de musical West Side Story en werd direct verliefd op het vak. Het is zó interessant om een personage van papier tot leven te brengen. Uit te zoeken wat die persoon beweegt, waarom hij zich op die manier gedraagt. De kick die je krijgt als je een scène goed neerzet, is te vergelijken met het gevoel dat je krijgt als je scoort tijdens een hockeywedstrijd. Verkocht was ik, vanaf het eerste moment dat ik het toneel opstapte. Maar de keuze om daadwerkelijk professioneel acteur te worden, durfde ik na mijn eindexamen nog niet te maken.

Ik herinner me nog goed dat ik het op een nacht met mijn moeder over mijn twijfels had. Zij zei: 'Ga eerst eens studeren en als je daarna nog steeds denkt dat je heel graag wilt acteren, ga dan voor je passie.' En dat heb ik gedaan. Een opleiding kiezen was makkelijk. Mijn vader zat in het bedrijfsleven en dat was wat ik ook graag wilde: een managementfunctie bekleden, veel geld verdienen. De stad waar ik de opleiding commerciële economie wilde volgen, was ook snel duidelijk. Ik had Amsterdam bezocht, in Haarlem rondgekeken, maar alleen in Utrecht voelde ik me gelijk thuis. De grachten, de historie, het gemoedelijke. Utrecht moest het worden.

Daarna ging het precies zoals Ronald Giphart in zijn boek Giph zo mooi beschrijft: ik werd tijdens de introductiedagen in een klasje gestopt, de hele stad doorgeleid, ging van feest naar feest, maakte met vier vrienden een enorme bende van ons studentenhuis aan de Griftstraat en werd lid van een vereniging. Een fractie van een seconde heb ik overwogen om bij Unitas te gaan, maar het Utrechts Studenten Corps leek me toch de club waar ik de meeste lol kon hebben. Menig avondje heb ik daar in de bar staan drinken. Maar ook in Café De Dijk, De Beurs en Eigen Schuld kwam ik regelmatig. Ik was altijd erg bang dat ik iets zou missen, haha.

Dat klinkt rebels, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik soms ook best hard heb gestudeerd. Ik heb mijn hele studie in vier jaar afgerond en was daarnaast heel veel bezig met toneel en acteren. Dat bleef toch lonken, hè. Ik volgde allerlei toneelcursussen bij Crea, sloot me aan bij het Koninklijk Utrechts Studententoneel, regisseerde verschillende voorstellingen, speelde mee in verschillende Eenakters en onder meer de musical Grease. Niemand vond dat gek, mijn jaarclubgenoten vonden het juist leuk dat ik een passie had voor acteren. Als ik een opvoering had of in een toneelstuk speelde, kwamen ze allemaal kijken. En dat doen ze eigenlijk nog steeds.

Het was pas na mijn afstuderen dat ik weer voor een lastige keuze kwam te staan: wordt het acteren of het bedrijfsleven? Ik stelde het keuzemoment uit door een paar maanden naar Afrika te gaan. Reizend door Madagaskar, Zuid-Afrika, Zimbabwe, Zambia en Botswana kwam ik erachter dat acteren het enige was wat ik écht wilde. Maar ik wilde eerst wel zeker weten of ik daar überhaupt voldoende talent voor had. De enige manier om dat te testen, was door mezelf aan te melden bij een toneelschool en af te wachten of zij me wilden. Zo gezegd, zo gedaan. Ik reisde af naar de bakermat van het toneel, Londen, deed verschillende audities en wachtte af.

Eigenlijk tot mijn eigen verbazing werd ik uiteindelijk aangenomen op de prestigieuze London Academy of Music and Dramatic Art (LAMDA). Ik dacht: als zij iets in mij zien, dan heb ik misschien wel talent. Drie jaar lang ben ik in Londen gebleven en tijdens die periode heb ik ontzettend veel geleerd. Talent alleen is niet genoeg, besefte ik al snel, dat moet je ontwikkelen. Ik heb dat gedaan door me vol op de LAMDA te storten, in verschillende theaterproducties te spelen en uiteindelijk met een diploma op zak terug te gaan naar Nederland. Helemaal klaar was ik om aan een grootse theatercarrière te beginnen, dolenthousiast en gemotiveerd.

Ik wachtte een maand, twee maanden, drie maanden, een half jaar, maar de gewenste theaterrollen wilden maar niet op mijn pad komen. Een beetje schoorvoetend deed ik auditie voor een rol in Goede Tijden, Slechte Tijden. Dat was niet precies wat ik tijdens mijn studie in Londen in mijn hoofd had gehad, maar ik wilde gewoon spelen. Het maakte me niet uit waarin, als ik maar aan de slag kon. Ik werd aangenomen en kreeg de rol van Jack. Een man die aan de ene kant zo'n beetje alle denkbare zondes in zich heeft - lust, jaloezie, wraak, gulzigheid - maar tegelijkertijd ook heldhaftig en lief is. Zelfs na drie jaar weet hij me soms nog te verrassen.

Veel mensen hebben een vooroordeel over GTST, dat weet ik. Dat had ik zelf misschien ook wel een beetje voordat ik er ging werken. Maar die clichés gaan allang niet meer op. GTST zie ik meer als een drama dan een soap, met het verschil dat het een heel snelle manier van werken is. Maar dat vind ik juist ook leuk. Je moet je voorstellen dat je als je een film maakt om zes uur 's ochtends wordt opgehaald, in de make-up gaat en dan zo'n zes uur later eindelijk eens een keer een scène hebt. Bij GTST kom ik om tien uur binnen en sta ik een uur later op de set te doen wat ik het allerliefste van de hele wereld doe: een rol spelen.

Niet dat ik er eeuwig wil blijven hangen hoor, bij GTST, maar op dit moment vind ik het nog steeds heel erg leuk. Ik leer er nog steeds veel, heb leuke collega's en ben ondertussen ook bezig om zelf een aantal theaterproducties op te starten. Zo heb ik onlangs de rechten gekocht van een toneelstuk dat ik zelf ga produceren. Ook zou ik graag nog eens in een mooie film of grote theaterproductie willen spelen. Jeroen Krabbé is wat dat betreft een voorbeeld voor me: hoe hij het heeft gedaan, wil ik het ook wel doen. Maar geen zorgen, voorlopig blijf ik ook nog te zien als Jack in GTST. Jack is echt niet dood gegaan na zijn val van het klif. Jack will be back.

CV:

(32) is geboren in het Gelderse Warnsveld, maar bracht zijn tienertijd door in het Brabantse Schijndel. Op zijn 19de verhuisde hij voor zijn studie naar Utrecht en werd lid van het corps. Het lekkere ding van GTST schijnt verkering te hebben met soapie Lieke van Lexmond.

From China with love. Anne Baauw

Paspoort

Naam: Anne Baauw (19)

UU-studie: Tweedejaars Liberal Arts and Sciences aan de Roosevelt Academy Middelburg

Studie aan de Hong Kong University of Science and Technology: Van januari tot en met mei 2008, biologie en wat beginners-Chinees

Studietaal: voornamelijk Engels

Lekkerste gerecht: Dim Sum

Meest over verwonderd vlak na aankomst: overdreven hang naar hygiëne, techniek en automatisering.

"Hongkong is, denk ik, niet te vergelijken met mainland China. Het is een grote bruisende stad met veel moderne technologie en veel business. Het mainland is ruimer, minder ontwikkeld, minder schoon en veel minder verwesterd. Met Engels kom je daar niet erg ver en als westerling voel je je soms een aap in de dierentuin. Maar Hongkong is ook wel een beetje schizofreen. Van buiten is alles meer westers dan in Europa, van binnen zijn de mensen meer Chinees dan in mainland China.

"Ik heb me bij tijden gigantisch lopen ergeren aan de Hongkongnezen: aan hun accent en aan hun oppervlakkige levenshouding met alleen interesse voor business. Maar ook aan hun overlevering aan automatisering en techniek. Ik kon in het begin bijvoorbeeld nergens een trap vinden. En dan die gewoonte om een appel te wassen met een speciale zeep.....

"Maar nu ik de trap heb gevonden, weet waarom ze appels zepen, vrienden en kennissen hebt gemaakt onder Chinezen en hun cultuur beter begrijp, baal ik ontzettend dat mijn tijd hier er alweer op zit. Er is nog zoveel te zien. Ik had nog wel meer reisjes buiten Hongkong willen maken, maar ja, ik moest toch ook studeren.

"Het onderwijs is op enkele vakken van Arts and Humanities na in het Engels. Er is duidelijk een verschil tussen colleges van een westerse of een Chinese professor. Zowel qua stijl als taal. Het Engels van de westerse docenten is voor mij beter te verstaan en hun colleges zijn interactiever. Ik vermoed dat universiteiten in mainland China anders zijn omdat ze Chineestalig zijn en een minder internationale staf en studentenbevolking hebben.

"Wat betreft de Olympische Spelen, mensenrechten en Tibet is Hongkong duidelijk anders dan de rest van China. De politieke onderwerpen liggen allemaal een stuk minder gevoelig, al moet ik zeggen dat ik ook met Chinezen van mainland vrij open over deze onderwerpen heb kunnen praten. Wat mij vanaf deze plek op de wereld vooral is opgevallen, is dat niet alleen de Chinese, maar ook de westerse media een gigantisch gekleurd, eenzijdig, tot onjuist beeld van de situatie geeft en dat het als westerling lastig is om echt goed te begrijpen wat er nu precies speelt.

"Hongkongnezen zijn heel aardig en je leert ze gemakkelijk kennen. Toch was ik de afgelopen maanden heel blij met mijn kamergenoot. Dat is een meisje uit Taiwan dat normaliter in Amerika studeert. Ik huur een gedeelde kamer op de campus en aanvankelijk leek het me moeilijk om nooit echt alleen te kunnen zijn. Zeker omdat je de keuken en badkamer deelt met een 'gang' waar vijftig studenten slapen. Maar ik bleek het heel fijn te vinden altijd iemand te hebben om mee praten. Ik ben daardoor ook nooit eenzaam geweest."

Inmiddels is Anne weer terug in Nederland. Ze overdenkt haar verblijf in Azië. "Wat uiteindelijk de meeste indruk op me heeft gemaakt, was mijn bezoek aan Taiwan. Ik denk dat ik nu een beetje weet hoe een analfabeet de wereld ziet. Omdat maar weinig mensen daar Engels spreken, moet je echt vertrouwen op die paar mensen die het wel doen. Je moet je heel afhankelijk opstellen.

"Maar het allermooiste van mijn China-semester waren toch de ontmoetingen met al die verschillende mensen met een verschillende achtergrond. En al die verschillende mensen bleken het goed met elkaar te kunnen vinden. Samen maakten ze er iets moois van."

Een kwestie van tijd

Jop de Vrieze

De afgelopen jaren is het aantal hoger opgeleiden in China explosief toegenomen. In 2001 had China nog maar één miljoen afstuderende academici per jaar, inmiddels zijn dat er vier miljoen. Universiteiten en onderzoeksinstituten schieten als paddestoelen uit de grond en beschikken over de modernste apparatuur. De Chinese overheid trekt hier bedragen voor uit waar wetenschappers in Europa alleen maar van kunnen dromen. Bovendien gaan steeds meer Chinezen die eerder naar de VS vertrokken terug om tegen royale betaling een eigen onderzoeksgroep te gaan starten.

Cultureel antropoloog en universiteitshoogleraar Peter van der Veer doet veel onderzoek in China. Bovendien was hij betrokken bij meerdere bezoeken van UU-delegaties aan het land. "De lijntjes tussen beleid en wetenschap in China zijn kort. Alles draait om de economie. De sociale wetenschappen komen nog steeds nauwelijks aan bod. Al het geld wordt in science & technology gepompt."

Van der Veer is van mening dat het niet lang meer zal duren voor Europa door de Chinezen wordt voorbijgestreefd in de voor de Chinezen relevante onderzoeksgebieden. "Ze zullen niet snel de positie innemen van de VS, maar Europa doet gewoon te weinig om bij te blijven. Wat samenwerkingen betreft zijn Nederlandse universiteiten wel een inhaalslag begonnen, maar spelen we nog altijd een bescheiden rol. De echte Chinese toppers werken al jaren samen met universiteiten zoals Harvard en Stanford."

<ParaStyle:streamer>'Al het geld wordt in science & technology gepompt'

"Feit is dat we tien jaar geleden de slag gemist hebben", zegt hoogleraar Biomoleculaire Massaspectrometrie Albert Heck, die regelmatig met Chinese groepen samenwerkt. Alle toppers die nu teruggaan naar hun vaderland hebben contacten met Amerikaanse instituten." Europa loopt volgens Heck het risico buitengesloten te worden, te meer omdat wetenschap hier steeds maar niet door lijkt te dringen naar de top van het prioriteitenlijstje.

Ieder keer dat hij het land bezoekt, is Heck weer onder de indruk van de veranderingen die in China plaatsvinden. Maar hij ziet ook de Chinese beperkingen. "Op basis van wat er allemaal gebeurt en mogelijk is, zouden mijn Chinese collega's al lang veel beter moeten presteren dan wij. De Chinezen hebben de mankracht en de hersenen, maar ze missen de creativiteit."

Die vaststelling is direct te herleiden tot het Chinese onderwijs, aldus Van der Veer. "Het onderwijs is een grote fabriek, die puur gericht is op leren en presteren. Chinezen zijn harde werkers met eindeloos veel gezag voor iedereen die boven hen staat."

Paul Boersema, derdejaars aio in de onderzoeksgroep van Heck, kan hierover meepraten. Hij deed deze winter ruim twee maanden onderzoek in Sjanghai en had twee weken voor het einde een overleg met zijn begeleider. "In de tien minuten die het gesprek duurde, kwam ik niet één keer aan het woord."

Dit soort verhoudingen komen het proces van wetenschap niet ten goede, vindt Heck. "Jonge onderzoekers zijn vaak beter op de hoogte van de literatuur en nieuwe technieken. Als hun groepshoofd dan alles uitdenkt, komt dat er niet uit."

De strenge Chinese hierarchie zorgt volgens hoogleraar Virologie Peter Rottier niet alleen voor minder nieuwe ideeën, het veroorzaakt ook een hoop inefficiëntie. In het kader van de verschillende consortia waarin hij deelneemt, bezocht hij een aantal Chinese onderzoeksinstituten. "Het is soms bijna schokkend om te zien op wat voor manier het onderzoek daar nog wordt uitgevoerd. Zo weinig gecoördineerd, zo weinig onderlinge samenhang. Alsof ze gewoon maar aan de slag gaan en God zegene de greep."

<ParaStyle:streamer>'De Chinezen hebben de mankracht en de hersenen, maar ze missen de creativiteit'

Toch denkt Peter van der Veer dat de Chinezen met deze grove molen nog behoorlijk ver komen. "Niet iedereen hoeft Nobelprijswinnaar te worden. Er is heel veel normal science te doen, waar gewoon heel veel mankracht en geld voor nodig is. En op een NWO-achtige manier krijgen de beste groepen het meeste geld."

De meeste Chinese instituten met een goede reputatie zijn aangesloten bij de Chinese Academy of Sciences, al melden zich langzaam ook 'gewone' universiteiten aan de top. Hier staan meestal gelouterde wetenschappers met ervaring in de VS aan het roer. En tegenwoordig biedt de Chinese overheid via allerlei programma's jonge onderzoekers de kans in het westen te promoveren, mits ze beloven terug te komen.

De laatste tijd publiceren Chinese onderzoeksgroepen steeds vaker in internationale tijdschriften, mede dankzij het feit dat hun overheid hier een lucratief beloningssysteem voor in het leven heeft geroepen. "Wetenschappelijke tijdschriften als Nature zijn daar helemaal niet zo blij mee", zegt Albert Heck hierover. "Die klagen over de enorme hoeveelheid Chinese papers die ze tegenwoordig ingestuurd krijgen."

Om het ver te schoppen in de wetenschap is het tegenwoordig onontbeerlijk om internationaal samen te werken bij het publiceren van artikelen, weten ook de Chinezen. Albert Heck plaatst echter ook hier kanttekeningen. "Vaak laten westerse groepen hun Chinese collega's het 'domme', arbeidsintensieve werk doen, zoals het bepalen van eiwitvolgorden. Dit is puur eigenbelang: de loonkosten zijn daar simpelweg vele malen lager. Chinese professoren mogen dan wel steeds beter betaald worden, een aio verdient nog altijd slechts 120 euro per maand."

Rottier heeft het ook nog maar weinig tot actieve samenwerking zien komen. Daarbij spelen volgens hem vaak praktische belemmeringen een rol. "We wilden bijvoorbeeld een keer een cellijn opsturen, maar dat kostte zoveel moeite dat ik de cellen uiteindelijk zelf in mijn tas heb meegenomen. Ik was als de dood om door de douane gepakt te worden, maar door alle regeltjes en procedures was de officiële manier geen alternatief."

<ParaStyle:streamer>'Wetenschappelijke bladen klagen over de enorme hoeveelheid Chinese papers die ze tegenwoordig ingestuurd krijgen'

Een ander belangrijk struikelblok bij de samenwerking met Chinese onderzoekers is nog altijd de taal. "Studenten die hun Engels goed beheersen, vertrekken al snel naar de VS, de rest blijft achter", legt Boersema uit. In zijn onderzoek vormde het gebrekkige Engels een behoorlijke belemmering.

Groepshoofd Heck herkent het beeld dat Boersema schetst uit een ervaring met een Chinese aio die in het kader van de uitwisseling een aantal maanden in Nederland verbleef. "We twijfelden vaak of onze boodschap wel overkwam. Bovendien hadden we regelmatig het idee dat hij iets wilde zeggen, maar het niet onder woorden kon brengen. Daarbij speelde ook nog mee dat hij heel andere beleefdheidsnormen had en dus zijn mond gewoon niet durfde te open te trekken."

Rottier ziet het dan ook niet snel gebeuren dat onderzoekers straks massaal voor langere tijd vertrekken naar China, al wil de overheid dit zo graag. Daarvoor is de cultuur- en taalkloof te groot. "Studenten zie ik het avontuur wel opzoeken, voor een paar maanden. Maar voor een langer verblijf is bijvoorbeeld Singapore veel geschikter, vanwege de internationale atmosfeer."

<ParaStyle:streamer>'In de VS ontstaan zelfs hele China towns: onderzoeksgroepen die louter uit Chinezen bestaan'

Aan het Chinese enthousiasme voor het vak zal het in elk geval niet liggen, als de wetenschappelijke vooruitgang zou stokken, zo menen de geïnterviewden. De wetenschap staat in China veel hoger in aanzien dan in het westen. Miljoenen middelbare scholieren staan te springen om Scheikunde te gaan studeren, terwijl in Nederland voor iedere student moet worden geleurd. En dan vertrekken de Nederlandse scheikundigen uiteindelijk in veel gevallen ook nog richting het bedrijfsleven. Zelfs in de VS krijgt wetenschap een steeds slechtere reputatie. Daar ontstaan zelfs hele China towns: onderzoeksgroepen die louter uit Chinezen bestaan, omdat Amerikanen liever voor meer geld boekhouder of makelaar worden.

Toch ziet Van der Veer eenzelfde kapitalistische houding ook in het Verre Oosten gestalte krijgen. "Je ziet nu al kinderen met een MBA die meer verdienen dan hun vader die hoogleraar is. Om een leegloop te voorkomen zijn ze bezig de salarissen omhoog te trekken, maar alleen in de economisch relevante onderzoeksgebieden."

<ParaStyle:streamer>'Die Chinezen houd je niet tegen'

Ondanks al zijn bedenkingen, lijkt het ook volgens Albert Heck slechts een kwestie van tijd voordat de Chinezen hun werklust en competitiedrang koppelen aan het westerse inzicht. En dan kan het ineens heel hard gaan. Over die ontwikkeling hoeven we ons volgens hem niet direct zorgen te gaan maken. Het is immers goed voor de mensheid dat er meer wetenschap wordt bedreven. "We moeten het andersom beschouwen: die Chinezen houd je niet tegen. Laten we eens kritisch naar onze eigen situatie kijken. We hebben onze mond vol van internationalisering, maar dreigen in de praktijk weer de boot te missen. Op stafniveau is de UU helemaal niet zo'n melting pot. Ik vraag me dus niet zozeer af wanneer we een Chinese Nobelprijswinnaar krijgen, maar wanneer er een Chinese professor naar Utrecht komt."

De beste Chinese universiteiten

Op de Sjanghai-ranglijst van vooraanstaande universiteiten hebben de Chinezen nog een wereld te winnen. Bij de beste honderd universiteiten vinden we geen enkele universiteit uit China terug. Universiteiten die buiten de top honderd vallen, hebben geen exacte plek in de rangorde gekregen. De Tsinghua University is de eerste Chinese universiteit die we tegenkomen. Deze universiteit behoort tot de categorie: de plaatsen 151 tot en met 202. De andere hieronder genoemde universiteiten vallen binnen de categorie: de plaatsen 203 tot en met 304. Opvallend is dat veel hoge posities worden ingenomen door universiteiten in Hong Kong.

1) Tsinghua University

2) Chinese University Hong Kong

3) City University Hong Kong

4) Hong Kong University Science & Technology

5) Nanjing University

6) Peking University

7) Shanghai Jiao Tong University

8) University Hong Kong

9) University Science & Technology China

10) Zhejiang University

From China with love: Tim Goudriaan

Paspoort

Naam: Tim Goudriaan (23). Studie aan de UU: Derdejaars Politieke Geschiedenis & Internationale Betrekkingen. Studie aan de Chinese University: een semester oftewel vijf maanden politiek en mensenrechten. Studietaal: Engels. Stage: Anderhalve maand Asian Human Rights Commission (AHRC). Lekkerste gerecht: Alles wat onder Dim Sum valt Meest over verwonderd vlak na aankomst: Het gemak waarmee je in en rond Hongkong kunt rondreizen, en de combinatie van technologie, architectuur en transport.

"De eerste paar maanden woonde ik op de campus van de Chinese University. Ik deelde mijn kamer met een student uit Beijing. De meeste andere studenten waren ook Chinees, zowel Hongkonglocals als mainland-Chinezen. Chinezen zijn in het algemeen wat gereserveerder, en hebben door het cultuurverschil soms andere interesses. Als ik met mijn vrienden in Nederland een avond op stap ga, eindigen we bijvoorbeeld niet gauw met Cola en Seven Up in een karaokebar.

"Ik ben eigenlijk vrij serieus bezig geweest met mijn studie en nu met mijn stage. Ik bezoek samen met andere studenten congressen over mensenrechten en discussier dan veel over zaken als Tibet, China en de Olympische Spelen. Maar van de meeste mensen hier hoor je: 'Hongkong people are about business, not politics'. En dat is waar. Hoewel er vaak pittige discussies volgen als het onderwerp wél ter sprake komt.

"Bij mainland-Chinezen is er weinig ruimte voor zelfkritiek. De schuld ligt vaak bij de ander: bij CNN, dat wordt beschuldigd van het verkeerd vertalen van het Chinees; bij Frankrijk, vanwege de rellen van 'die werkelozen' in Parijs toen de Olympische vlag daar was ('Why do French people hate China?'); bij de rest van de wereld, vanwege al hun kritiek op China.

"Als het gaat om Tibet zijn Tibetanen volgens Chinezen 'ondankbaar'. Mijn kamergenoot vertelde me dat hij op school leerde zijn 'Tibetaanse broeders' lief te hebben. Dat verklaart waarom het voor veel Chinezen wrang is dat de Tibetanen zo negatief reageren op hun 'hulp'. Niet eerder in mijn leven heb ik zo voorzichtig moeten zijn bij het ter sprake brengen van een onderwerp. Rationaliteit maakt plaats voor emoties en het nationalisme wordt aangewakkerd. Mijn Chinese vrienden zetten massaal 'I (L) China' in hun MSN-naam. Oproepen tot een boycot van de Spelen of protesten tegen de torch relays werken wakkeren 'wij tegenover zij' aan. Zelfs academici raken de weg af en toe kwijt. Mijn professor, die al dertig jaar werkt in de 'mensenrechtensector', is voor het eerst in zijn carrière uitgescholden door een collega toen hij zijn ideeën met betrekking tot Tibet op een congres uiteenzette.

"De aardbeving is, in tegenstelling tot Tibet, erg aanwezig in het straatbeeld en in de gesprekken van de bewoners in Hongkong. Recente studies hebben uitgewezen dat zij zich inmiddels meer Chinees dan Hongkongnees voelen, en die betrokkenheid is te merken. De posters voor Sichuan zijn overal te vinden en er wordt overal geld ingezameld. Natuurlijk is er sprake van een vreselijke nationale ramp, maar vanuit politiek opzicht lijkt de aardbeving een uitstekende afleiding van alle heikele zaken in de aanloop naar de Olympische Spelen."

Tim denkt na de zomer naar Nederland terug te keren met een verslaving aan de diversiteit van de Chinese keuken en met heimwee naar de leukste wijk van Hongkong - Mong Kok - waar hij woont nu. "Als ik me 's ochtends op weg naar mijn werk in de Chinezenmassa begeef; het lawaai om me heen hoor; naar de strompelende omaatjes, schoolgirls en moeders met Hello Kitty-truitjes kijk; in de stampvolle en te warme metro een wirwar van geuren oppik; maar dan buiten ineens in de regen loop, betrap ik mezelf zo nu en dan op een glimlach. It seems I have grown to like, and at times love Hongkong."

Zelf spreken ze van Zhongguo,

Kippenvleugels met cola

Ronnie van Veen

Qijuns voeten zitten in comfortabele pantoffels. Met korte, snelle pasjes loopt ze naar de keuken. "Tsie-djuu-ien." Qijun spreekt het giebelend uit terwijl ze de garnalen bereidt. Nogmaals: "Tsie... djuu... ien." Zo moet haar naam uitgesproken worden. "Het betekent 'kostbaar'", legt ze uit. "Maar iedereen hier noemt me Cynthia, dat is een stuk eenvoudiger." Worden Chinese studenten met lastig uit te spreken voornamen niet veelal aangesproken met hun achternaam? Qijun: "Jawel. Maar toen een Nederlandse medestudent hoorde hoe mijn achternaam 'Han' wordt uitgesproken, moest ie lachen. "Haan? Dat is een mannelijke kip!", zei hij. Laten ze me dan maar Cynthia noemen."

Een ruime, nette keuken en een grote woonkamer in een studentenhuis aan het Grootmeesterplein in Zuilen vormen deze avond het toneel van het diner dat Qijun haar gasten, twee huisgenoten en twee Ubladmedewerkers, zal voorzetten. Het huis lijkt in niets op een doorsnee Utrechts studentenhuis; het is een rijtjeshuis omringd door keurige gezinswoningen in een nieuwbouwwijk. Binnen is alles spik en span en doet de inrichting eerder vermoeden dat ook hier een keurig gezin gehuisvest is.

Het huis blijkt van de Oekraïense ouders van een van Qijuns huisgenoten. Die zijn echter voor enige jaren vertrokken naar Kenia. Tot ze terugkomen mag hun in Utrecht studerende dochter Elena samen met de Roemeense Dana en Chinese Qijun gebruik maken van het huis. Drie etages voor drie studentes. Ongekend luxueus. Qijun is vrij eenvoudig aan dit onderkomen gekomen: "Via internet. De kameradvertentie kreeg ik doorgespeeld van een Chinese student die hier in Utrecht studeert. Ik heb Elena vervolgens een kort stukje tekst over mezelf en een foto gestuurd. Per 1 februari kon ik erin."

Eén huishoudelijk apparaat in de keuken verklapt de Chinese afkomst van een van de bewoners. Qijun had vernomen dat rijstkokers niet tot de standaard huishoudelijke apparatuur van Nederlanders behoort, dus sleepte ze het apparaat mee vanuit China. Huisgenote Elena: "Kijk, hij is roze. Ik vind dat hij een beetje op een varkentje lijkt." Vanavond zal de roze rijstkoker werkloos toezien hoe Qijun de Chinese gerechten vol overgave bereidt.

Kookcursus

De aio's Yanchao Liu en Xiang Yu Rao zijn respectievelijk voorzitter en vice-voorzitter van de Utrechtse tak van de Chinese Association, een vereniging voor Chineze studenten en promovendi in Nederland. Hen spreken we in De Uithof. Volgens de twee promovendi is niet iedere Chinese student een keukenprins of -prinses, integendeel. Yanchao: "De meeste Chinese studenten kunnen niet koken. Dat is ook geen vereiste: in China halen wij veelal ons eten in een restaurant op de hoek van de straat." Xiang Yu: "Ik at 's avonds meestal in de kantine van de universiteit."

Yanchao en Xiang Yu vertellen dat de Chinese student, eenmaal gearriveerd in Nederland, doorgaans een prijsshock ervaart: "Alles is hier veel duurder dan in China. Elke dag een maaltijd halen bij een of andere toko is onbetaalbaar. Dus zal de Chinese student in Nederland achter het fornuis moeten, om zijn eigen eten te bereiden. Sommige Chinese studenten nemen daar in China speciaal kooklessen voor." Xiang Yu heeft de kookcursus destijds niet gevolgd. "Het heeft bij mij zo'n half jaar geduurd voordat ik het een beetje onder de knie kreeg. Dat betekent wel dat ik een half jaar niet echt lekker gegeten heb."

De Chinese Association is niet bedoeld om te helpen bij het bereiden van maaltijden, wel introduceert ze de zojuist gearriveerde Chinezen in het Utrechtse. Boven aan het lijstje van praktische 'bezienswaardigheden' staan goedkope supermarkten. "En we nemen ze meestal mee naar het treinstation. Daar laten we zien hoe de kaartjesautomaat werkt." Ook organiseren ze geregeld uitstapjes. Yanchao: "Een rondvaart door de Utrechtse grachten, of een trip naar Giethoorn."

Stilte

Qijun geeft eerlijk toe dat ook zij thuis in China zelden tot nooit kookte. "Maar ik heb het mezelf heel snel aangeleerd. Nu ben ik een topkok", lacht ze. Zo nu en dan schotelt ze haar huisgenootjes typische Chinese gerechten voor. En wie een maaltijd deelt met haar, mag meteen toetreden tot de vriendenclub. Qijun rekent huisgenoten Dana en Elena inmiddels tot goede vriendinnen.

De Chinese studente heeft het dus naar haar zin in het Utrechtse rijtjeshuis, al vindt ze de buurt wel wat erg rustig. Eigenlijk vindt ze heel Utrecht wat stilletjes, vooral op zondag: "Dan zijn de winkels dicht!", klinkt het verbaasd. "Het kostte me enige tijd om aan de stilte hier te wennen. Ik heb altijd in Nanjing gewoond, de hoofdstad van de provincie Jiangsu. Die stad heeft ongeveer vijf miljoen inwoners; het is er nooit stil."

Terwijl haar Roemeense huisgenote een handje helpt met de kippenvleugeltjes, vertelt Qijun dat ze in de eerste weken van haar Nederlandse avontuur nooit de deur uitging zonder papiertje met daarop het adres van haar huis. "Ik verdwaalde iedere keer weer. Dan liet ik mensen mijn papiertje zien. Dat was echt nodig. Grootmeesterplein, de mensen begrepen nooit waar ik het over had als ik het probeerde uit te spreken. Al de mensen die ik om hulp vroeg hebben mij geholpen. Op een avond, om een uur of elf, was ik weer verdwaald. Toen heeft een hardloper mij naar een bushalte gebracht waar een kaart van de omgeving hing, zodat hij me kon uitleggen hoe ik thuis kwam."

Qijun is sowieso te spreken over de behulpzaamheid van de Nederlander. In de supermarkt zijn ze niet te beroerd om haar de schappen te wijzen waar ze de gewenste ingrediënten kan vinden en de buurman liet haar weten haar te willen helpen als haar fiets kapot gaat.

Afhaalchinees

Haar Chinese mede-studenten in Utrecht blijken Qijun ook goed te helpen. Toen ze op Schiphol arriveerde werd ze opgehaald door een Chinese student. Als een Chinees meisje via een internetforum laat weten wanneer ze in Nederland arriveert, zo stelt Yanchao, kan ze er veelal op rekenen dat ze wordt opgehaald door een galante Chinees: "De meisjes laten dan berichten op het forum achter in de trant van: 'O, hoe moet dat nu in zo'n ander, vreemd land?' De mannelijke Chinese student is daar wel gevoelig voor en wacht zo'n meisje dan op op het vliegveld. Chinese meisjes zijn best verlegen."

Qijun is naar eigen zeggen helemaal niet zo verlegen, maar ze was evengoed erg blij dat er bij aankomst een hoffelijke man voor haar klaar stond: "Dat was wel fijn. Ik had een tas van vijftien kilo, een koffer van dertig kilo, een handtas en een laptoptas bij me. Die kon hij helpen dragen bij aankomst. Ik had zoveel bagage bij me dat mijn moeder me bij het afscheid op het vliegveld niet eens een knuffel kon geven doordat ik me omhangen had met tassen."

Liever VS

Utrecht stond voor Yanchao en Xiang Yu niet boven aan het lijstje van universiteiten, beiden hadden liever in de Verenigde Staten gestudeerd. Yanchao: "Ik verloor na 9/11 echter de hoop op een plek aan een Amerikaanse universiteit. Door het strengere beleid is het nu zoveel moeilijker om een visum te krijgen voor dat land."

Toch is Yanchao zeer gelukkig met de plek aan de UU. "Mede omdat Nobelprijswinnaar 't Hooft verbonden was aan de UU, heb ik gekozen voor deze stad en deze universiteit. Utrecht staat er gewoon goed voor. De kwaliteit van het onderwijs en het onderzoek is hoog; het is niet voor niets de zevende universiteit van Europa. De Chinese student komt naar Utrecht om de naam van de universiteit."

Toch is er ook een andere praktische reden: studeren in Nederland is relatief goedkoop. Desalniettemin zal een Nederlandse student schrikken van het collegegeld dat betaald moet worden door een niet-Europese student. "Dat ligt zo rond de 8500 euro. Een bedrag dat grotendeels wordt betaald door de ouders van de student. Het is een hoop geld, maar ouders betalen dat graag. Studeren in het buitenland wordt gezien als een belangrijke investering in de toekomst van het studerende kind. Overigens is dat bedrag nog niets in vergelijking met wat het kost om in het Verenigd Koninkrijk te studeren."

Frankrijk en Duitsland zijn weliswaar iets goedkoper, maar daar wordt verwacht dat de student de taal van het land machtig is. Om in Nederland te mogen studeren moet de Chinese student onder andere een Engelse test afleggen. Engels kunnen spreken is niet alleen een vereiste om een Nederlandse universiteit binnen te komen, het is tevens een pre om deel te nemen aan het sociale leven in Nederland. Xiang Yu kan daar over mee praten: "De eerste twee jaar dat ik hier zat, was mijn Engels niet al te best. Toen het langzaam maar zeker verbeterde, kreeg ik een levendiger sociaal leven en kon ik ook eens op stap met collega's."

Terug naar eigen land

Ook voor Qijun was de hoge notering van de universiteit op de Sjanghai-ranglijst een reden om voor Utrecht te kiezen. "En een nichtje van mij heeft twee jaar hier gestudeerd, zij was erg positief over deze stad en de universiteit. Amsterdam leek me eerst ook wel leuk, maar het schijnt er minder veilig te zijn."

In tegenstelling tot Yanchao en Xiang Yu vindt Qijun studeren in de Verenigde Staten minder interessant: "Ik doe American Studies. Daarvoor ging ik liever niet naar de VS. Ik was bang dat daar minder kritisch, minder objectief naar de collegestof zou worden gekeken."

De wijze waarop hier gestudeerd wordt, verschilt volgens Qijun van die in China: "Je moet hier veel meer zelf doen. Als ik in China bijvoorbeeld een paper moet schrijven, draagt de docent een aantal topics aan waaruit we kunnen kiezen. Hier geeft de docent je een paar titels van boeken en zoek je het verder maar uit."

Na haar master te hebben afgerond hoopt Qijun op een aio-plek. "Hier, of in een ander Europees land. Daarna ga ik pas terug naar China om op zoek te gaan naar een baan aan een universiteit." Qijun gelooft dat studeren in het buitenland haar kansen vergroot op de gewenste baan aan een Chinese universiteit. "Maar het is ook belangrijk voor mijzelf; zo hoop ik mijn horizon te verbreden en onafhankelijker te worden."

Koken tegen heimwee

Het Engels van Qijun is goed, zoals te verwachten is van een studente American Studies. Mede hierdoor heeft ze een prima sociaal leven in Utrecht. "In China eet ik vaak met familie. Hier in Nederland kookte ik de eerste weken regelmatig een maaltijd voor mij alleen, waarna ik er niets van at. Ik denk uit heimwee. Nu nodig ik dus regelmatig mensen uit om hen van de Chinese keuken te laten proeven en om gezellig met elkaar te kletsen. Op die manier sluit ik eenzaamheid buiten."

Met vrienden aan de eettafel zitten mag dan haar favoriete vrijetijdsbesteding zijn, ze trekt er zo nu en dan ook op uit. Ze bezoekt bijvoorbeeld met enige regelmaat de Tivoli en de Monza. "Nee, niet om te dansen, daar ben ik niet zo'n fan van. Ik ga daar met wat vrienden heen om er een beetje te relaxen en bier te drinken. Dat doe ik in China eigenlijk nooit, daar hang ik meestal rond in rustige cafés. Hier gaan mensen eerder naar zo'n club."

Knuffelen en zoenen

Plots ontstaat er lichte paniek in de keuken aan het Grootmeesterplein; blijkbaar was er even niet gelet op de kippenvleugeltjes. Huisgenote Dana: "Kijk nou, ze zien er verschrikkelijk uit." Qijun had de vleugels in goed vertrouwen aan haar huisgenote overgelaten; ze had haar immers al eerder uitgelegd hoe deze te bereiden. Na enig overleg wordt er besloten om cola over de kip te gieten. Zijn de vleugels nu niet definitief verloren? "Nee", legt Qijun uit, "dit hoort bij het recept, het zijn cola-kippenvleugels. Echt waar."

De vleugeltjes belanden in een kom op tafel en na het dineren en het kletsen blijkt de kom leeg, net als de schalen en kommen met garnalen, gekruide vis, Chinese roereipudding en dumplings met tofu.

Aan het eind van de avond wordt er innig afscheid genomen van de gasten. Even ontstaat er verwarring over het afscheidsritueel. Uiteindelijk wordt het opgelost door een combinatie van Nederlandse en Chinese gebruiken: terwijl Qijun haar gast omhelst en knuffelt krijgt ze drie Hollandse zoenen op haar wangen.

Cv's

Naam: Xiang Yu Rao

Leeftijd: 28

Studie in China: Biotechnologie aan de Zhejiang University

Begonnen aan de UU: februari 2007 als aio.

Lievelingseten: Pekingeend

Held: Vroeger allerlei filmsterren. Ik zou niet weten wie ik nu moet noemen. Ik vind de president van China Hu Jintao goed werk doen, vooral in de lastige tijden met de aardbeving.

Naam: Qijun Han

Leeftijd: 26

Studie in China: International Business aan de Nanjing University

Begonnen aan de UU: februari 2008 als masterstudent American studies

Lievelingseten: garnalen

Held: Ik heb geen echte helden. De belangrijkste mensen in mijn leven zijn mijn ouders.

Naam: Yanchao Liu

Leeftijd: 28

Studie in China: Technische Natuurkunde Beijing University

Begonnen aan de UU: master Chemistry and Physics in 2003, sinds september 2005 aio

Lievelingseten: Vis

Held: Yao Ming, een beroemde Chinese basketballer in de NBA

De Utrechtconnectie

Sinds 2006 richt de Universiteit Utrecht zich in haar samenwerking met landen uit Azië grotendeels op China en India. De UU heeft een partnership met tien Chinese en drie Indiase universiteiten. Wouter Feldberg, verantwoordelijk voor het UU-beleid in Azië, legt uit waarom juist deze twee landen alle aandacht krijgen: "China en India zijn naast groeiende economische en politieke wereldmachten ook erg in ontwikkeling op het gebied van onderwijs en onderzoek. Als we een topuniversiteit willen zijn en blijven is coöperatie met universiteiten uit deze landen daarom van wezenlijk belang."

De samenwerking bestaat uit:

- Studentenuitwisseling; in het collegejaar 2007/2008 vertrokken elf studenten naar universiteiten in China (allen naar universiteiten in Hongkong) en volgden evenzoveel Chinese studenten via dit uitwisselingsprogramma colleges aan de UU

- Summer Seminar; vertegenwoordigers van onder andere de Chinese UU-partners bezoeken een week Utrecht en haar universiteit

- Short Stay Fellowships; een programma voor uitstekende Chinese PhD-studenten die voor drie maanden onderzoek kunnen doen aan de UU. In het collegejaar 2007/2008 namen twaalf Chinese PhD-studenten hieraan deel.

- China Scholarship Council - UU PhD Programma; een beurs waarmee Chinese PhD studenten een volledig promotietraject aan de UU kunnen volgen. In het collegejaar 2007/2008 begonnen zeven Chinese studenten aan dit programma.

Yanchao, die dit jaar al eens met Wouter Feldberg naar Beijing vloog om de UU te vertegenwoordigen op een studiebeurs aldaar, vindt de samenwerking met Chinese universiteiten een goed initiatief. "Maar Utrecht is er wel wat laat mee begonnen; hierdoor is er een achterstand op bijvoorbeeld Groningen, Delft en Wageningen." "Daar moet ik hem gelijk ingeven", reageert Feldberg. "Maar ik wil het toch wat breder trekken. Volgens mij heeft heel Nederland relatief laat ingezien wat de potentie is van China en India. Ik heb het gevoel dat Engeland en de Verenigde Staten er veel eerder bij waren. Maar de UU is nu wel met succes bezig met een inhaalslag."

School's out... for... summer!

Ronnie van Veen

Quirijn Visser, 21, derdejaars Psychologie:

... Martijn Bekking.

"Mijn vriendin en ik gaan met een Volkswagenbusje, naar Frankrijk. Dat wordt best een relatietest. Martijn komen we, als het goed is, onderweg tegen. Kan ie even dienen als bliksemafleider.

We gaan de kust van Frankrijk afstruinen, op zoek naar goede surfgolven. Het busje heb ik in oktober vorig jaar gekocht. Het is dertig jaar oud. Als je me vraagt: wie of wat neem ik absoluut niet mee, dan zeg ik: Koen B. Die heeft recentelijk mijn busje nog in de prak gereden. Hij wilde onder een bruggetje door rijden. Een veel te laag bruggetje. Hij heeft het dak van onze camper vernacheld!"

Eric Baptist, 26, vierdejaars Fysische Geografie:

... touw.

"Geen overbodige luxe voor een vakantie van vijf weken in de Alpen. Ik ga er wandelen en klimmen, samen met mijn vriendin en nog wat vrienden. Waarschijnlijk gaan we wild kamperen, dus ook een tent zal tot de uitrusting behoren. Alleen in de week dat we een cursus gaan volgen, de klimcursus 'c2 rots', slapen we niet in tenten, maar in hutten. Wat ik thuis laat? De caravan, die is overbodig op onze klimvakantie."

Niels Rinzema, 19, eerstejaars Biologie:

... heel veel douchespullen.

"Voor de tweede keer reis ik, samen met tien vrienden die ik ken van de middelbare school, naar het Szigetfestival in Hongarije. Dat festival is zo smerig. Lowlands is in vergelijking met Sziget brandschoon. Ook gaan we met de trein rondtrekken door Hongarije, Slowakije en Polen. Lekker goedkope landen: het bier in de kroeg is daar net zo goedkoop als hier in de supermarkt. Wat ik zeker niet meeneem is lood. Dat is veel te zwaar voor in de rugtas."

Rian Wessels, 22, tweedejaars psychologie:

... een wetsuit.

"Ik ga met dertien jaarclubgenootjes tien dagen naar Mimizan, een echt surfersdorpje in Frankrijk. Ja, dat gaat vast wel goed, vorig jaar zijn we met z'n twaalven op vakantie geweest en dat was ook geen probleem. Wat ik zeker niet meeneem? Psychologieboeken! En ik hoop natuurlijk dat ik mijn warme kleren thuis kan laten."

'In het Chinees zeg je niet gewoon ja of nee. Dat is onbeleefd.'

Hanneke Slotboom

De eerste verrassing tijdens een bezoek aan een van de tien bijeenkomsten van de cursus 'Chinees niveau 1' is de docente: lange blonde Jacquelien Langenberg zou je eerder verwachten bij een cursus Zweeds. Zij geeft de cursus nu voor de tweede keer. De laatste tijd neemt de belangstelling voor China explosief toe, vertelt ze. "Toen ik in 2003 in Leiden begon met de studie Chinese Taal en Cultuur, waren er zo'n dertig eerstejaars. Inmiddels zijn dat er 140". Ook heeft zij gemerkt dat er bijvoorbeeld vanuit scholen en bedrijven inmiddels veel vraag is naar Chinese lessen.

Haar eigen belangstelling voor China ontstond toen zij zeven jaar geleden voor een eerdere opleiding een jaar doorbracht in Hong Kong. "Dat beviel heel goed, ik was zelfs op slag verliefd. Dat gebeurt vaker bij mensen die het land bezoeken; er is zelfs een uitdrukking voor: 'bitten by the China bug'. Ik raakte heel gemotiveerd om de taal te gaan leren omdat ik vooral die karakters zo mooi vond, maar ook uit frustratie. Ik wilde me graag verstaanbaar kunnen maken".

De liefde voor China leidde tot een duizelingwekkende reeks activiteiten in en met betrekking tot dat land. Zo werkte Jacquelien als tolk, zette ze een bedrijf op voor projecten voor kinderen uit achtergestelde gezinnen, werkte ze voor de Kamer van Koophandel en startte ze een project voor gehandicapte weeskinderen. En naast al die bezigheden maakte ze zich de taal zo eigen dat ze, eenmaal in het land, in het Chinees denkt en droomt.

"Het zijn twee gescheiden dingen die je moet leren: de karakters en de gesproken taal. Chinees is een toontaal. Een bepaalde klank kan verschillende betekenissen hebben, afhankelijk van de toonhoogtes waarop het wordt uitgesproken. Maar als je veel zelfdiscipline hebt, is het goed te doen. Ik maakte in het begin kleine kaartjes, met op de ene kant het karakter en op de andere de uitspraak en betekenis. En dan net zo lang oefenen tot ik ze allemaal kende".

"Iedereen is bang en onwennig met die tonen, maar je moet het gewoon lekker hardop oefenen, door te doen en fouten te maken, leer je het", houdt zij de aanwezige cursisten op donderdag dan ook aan het begin van de les voor. Dapper proberen ze de lessen in praktijk te brengen. Een voor een geven de cursisten antwoord op haar vragen, die betrekking hebben op de samenstelling van het gezin waar ze uit komen. "Ik vroeg eigenlijk alleen of je een oudere of een jongere broer had, maar fantastisch dat je ze nu allemaal hebt opgenoemd", reageert Jacquelien enthousiast op het antwoord van een van haar pupillen. "Nee, je kunt in het Chinees niet gewoon ja of nee zeggen, dat is heel onbeleefd. Je moet altijd zo veel mogelijk van de vraag herhalen", legt ze een ander uit. "En het kan wel degelijk zin hebben om te vragen of iemand broers of zussen heeft. De één-kind-politiek geldt niet voor iedereen, en er zijn genoeg mensen die voor de invoering daarvan zijn geboren."

Na een uur te hebben geluisterd naar haar hoorbaar soepele uitspraak en de vastberaden pogingen van haar leerlingen, komen we tot een tweede verrassende constatering. Want eigenlijk is het niet voor te stellen dat iemand niet gefascineerd zou raken door die wonderlijke klanken en prachtige karakters. Chinees, wie zou het in hemelsnaam niet willen leren?

Deze zomer organiseert het James Boswell Instituut intensieve kennismakingscursussen Chinees. Meer info: www.jbi.uu.nl

Koen Bonenkamp (19) eerstejaars Cognitieve Kunstmatige Intelligentie

'Het is niet meer allemaal Chinees voor me'

"Ik ben al een tijdje geïnteresseerd in China, ik heb zelfs overwogen om Chinees te gaan studeren. Dat heb ik uiteindelijk niet gedaan, maar het leek me gewoon leuk om een woordje Chinees te kunnen spreken. Voor mijn studie wil ik zeker een half jaar of een jaar naar China. De cursus vind ik heel leuk, het gaat lekker snel. Ik had het niet verwacht, maar na vijf weken kan ik toch al iets verstaan. Het is niet meer allemaal Chinees voor me, om het zo maar te zeggen. Ik begin dat klanksysteem te herkennen en een Chinees kan me waarschijnlijk niet verstaan, maar Jacquelien soms wel. Maar ik begrijp ook wel dat je veel meer moet doen als je echt iets met die taal wilt. Ik wil het goed genoeg beheersen om een eenvoudig krantje te kunnen lezen, of een beetje een conversatie te kunnen voeren."

Mieke Smetsers (21) tweedejaars Commerciële Economie aan de Fontys Economische Hogeschool Tilburg

'In het vliegtuig terug naar huis had ik al heimwee'

"Ik kom iedere week vanuit Den Bosch naar Utrecht voor deze les. Die drie kwartier reistijd heb ik er graag voor over. Dit jaar ben ik voor mijn studie naar China gegaan. Dat land is zo belangrijk op economisch gebied, je kunt het niet eens meer een opkomend land noemen. Ik zou vijf maanden gaan, maar ik moest om privé-redenen na een maand al terug. In het vliegtuig terug had ik al heimwee. De mensen zijn zo aardig en behulpzaam, heel anders dan hier. Ik kwam tot rust toen ik er was, ik voelde me direct thuis. In Nederland ben ik snel op zoek gegaan naar een goede cursus. Die is nog niet makkelijk te vinden, maar deze is geweldig qua niveau en prijs. Ik had van tevoren ook al wat lessen gehad, maar ik wilde het graag bijhouden en weer nieuwe dingen bijleren. Ik heb nu even geen geld, maar ik wil zo snel mogelijk terug naar China."

Roelof van Dijk (18), eerstejaars Wiskunde en Natuurkunde

'Het zijn de leukste uren van de week'

"Het was al heel lang een droom van mij om Chinees te leren. Waarom? Die belangstelling voor dat land zit in mijn familie. Mijn moeder doet aan Tai Chi en mijn grootvader is een specialist in Chinese Kunst. Zelf heb ik twee Chinese sporten beoefend: de vechtkunst Wing Chun en Dragonboat, wat een speciaal soort roeien is. Ik heb een aantal Chinese vrienden en ik ga proberen om aan een uitwisselingsprogramma met China mee te doen. De lessen vind ik geweldig, het zijn de leukste uren van de week. Ik vind ook dat de docente het heel goed doet. We zijn direct begonnen met het leren van woordjes en zinnen en met cd's kun je het verstaan en het spreken oefenen. Ik probeer er naast de lessen zo'n vijf uur per week aan te besteden. Ik kan het iedereen aanraden voor die 45 euro!"

Rozemarijn van Pagée (22), tweedejaars Pedagogiek

'We gaan mijn zwager aanmoedigen in Beijing'

"Ik ga deze zomer met mijn schoonfamilie een maand naar China. Mijn zwager, Orca-roeier Sjoerd Hamburger, doet mee aan de Olympische Spelen. We gaan hem natuurlijk aanmoedigen en daarna gaan we nog rondtrekken. Ik wilde iets te weten komen over de cultuur en de taal leren kennen. Het is niet mijn ambitie hele gesprekken te voeren in het Chinees, maar ik wilde wel een aantal basisdingen weten. Talen leren vind ik sowieso leuk, maar tot nu toe waren dat alleen Europese talen. Chinees vind ik veel leuker dan ik had verwacht. Het is heel apart, dat systeem met die vijf tonen; het is soms net zangles. Er zit zo veel gevoel in die taal, er zijn zo veel klanken. En het is ook leuk dat je al zo snel leert dingen te zeggen. Ik zit er echt over te denken om met Chinees door te gaan als ik terug ben uit China."

interview met Yuwen Li

Gwenda Knobel

Critici gebruiken een boycot van de Olympische Spelen als troefkaart om de wereld te wijzen op de situatie in Tibet en de mensenrechten. Dat er meer aandacht komt voor de mensenrechten is goed, maar China is al sinds 1979 met de internationale gemeenschap daarover in gesprek. Een boycot - waar ik tegen ben - versnelt dat proces echt niet.

Wat vaak wordt vergeten, is dat China nog steeds herstellende is van het maoïsme. In de jaren zestig begon de Culturele Revolutie waardoor vrijwel al het recht verdween en er een einde werd gemaakt aan het intellectuele leven. Universiteiten sloten. Mijn oudere broers konden niet studeren; zij moesten op het land werken. De revolutie duurde tot 1976; toen ik van de middelbare school afkwam, waren de universiteiten net weer open.

Ik koos voor Rechten. De wederopbouw van de rechtspraak had de hoogste prioriteit gekregen van de regering. De docenten waren overal vandaan gehaald, want tijdens de revolutie waren velen van hen te werk gesteld op het platteland. Er waren geen boeken en alle kennis kwam uit de hoofden van de docenten. Tijdens colleges dicteerden zij; wij schreven. Pas toen ik naar Nederland kwam voor een uitwisseling, leerde ik wat academisch denken is.

Ik wilde altijd al graag naar Nederland. Het land van Hugo de Groot, de grondlegger van het internationaal recht waarin ik me had gespecialiseerd. Toen ik als assistent-docent aan de Universiteit van Peking werkte, kreeg ik een beurs van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik mocht een jaar aan het ISS in Den Haag studeren. Vlak voordat ik terug zou gaan naar China hoorde ik dat ik in Utrecht assistent in opleiding kon worden bij het Instituut voor Sociaal en Economisch Recht.

Na mijn promotie werkte ik eerst bij het Joegoslavië-tribunaal en later bij de Universiteit Leiden. Mijn specialisatie was het Chinees economisch recht, want op dat vlak gebeurde in China toen de meeste, bijzondere dingen. Tijdens één van mijn bezoeken in China was ik op de Nederlandse ambassade. Daar werd mij gevraagd een project te trekken om het recht van vereniging in China van de grond te krijgen. Dat wilde ik heel graag. Cees Flinterman en Fried van Hoof van het Utrechtse SIM (het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten, red.) waren enthousiast en daarom stapte ik in juli 2001 over naar Utrecht. In die tijd werd in China al openlijk gesproken over mensenrechten, wat mij in mijn werk enorm stimuleerde.

Dat eerste project verliep redelijk succesvol. Toen ik begon, mocht je in China niet zomaar een vereniging oprichten. Nu kan dat tot op zekere hoogte wel. Er zijn verenigingen voor het milieu, voor gehandicapten, voor vrouwen. Probleem is dat je toestemming moet krijgen van de regering om een nieuwe organisatie te beginnen. Het zou veel beter zijn als China de mensen vrij laat om zich te verenigen. Er wonen zo veel capabele mensen die allerlei problemen op zouden kunnen lossen. Het is jammer dat die energie niet vrij kan worden aangewend.

Toch ben ik optimistisch gestemd. Ook omdat ik weet dat er veel gebeurt. Via allerlei samenwerkingsverbanden en projecten wordt er alleen al door het SIM gewerkt om het rechtssysteem toegankelijker en humaner te maken. Martelingen van verdachten en gevangenen is een groot probleem, maar door rechters en advocaten te wijzen op de mensenrechten komt daar ook verbetering in. Je ziet dat ook steeds meer burgers gebruik maken van hun rechten. Ik ken een verhaal van een student die betrapt was op spieken tijdens een tentamen. Hij werd van de universiteit gestuurd, maar hij maakte de zaak aanhangig omdat hij de straf buiten proporties vond. Hij won. Twintig jaar geleden was zoiets ondenkbaar. Ook zijn de vrije media in opkomst en zo verandert er steeds meer ten goede. Door de internationale druk die er op het land wordt uitgeoefend, zal de regering beter en meer nadenken over het verder verbeteren van de mensenrechten. Je moet wel de juiste mensen op de juiste manier aanspreken om daadwerkelijke veranderingen doorgevoerd te krijgen.

De ontwikkelingen in China lijken langzaam te gaan. Dat komt door de hoge verwachtingen in het westen. China is pas dertig jaar een open maatschappij. Bovendien is China een groot land met 1,3 miljard inwoners. Veranderingen hebben tijd nodig. En ze komen er ook wel. De centrale regering praat regelmatig over politieke hervormingen. Elk jaar pleiten enkele leden voor een meerpartijenstelsel of het afschaffen van het één-kindbeleid. Wat de centrale regering moet gaan doen, is meer uit handen geven en beter gaan luisteren naar wat het volk wil. Ik denk ook dat je op die manier de problemen in Tibet kan oplossen. Tibet zal altijd van China blijven, maar de centrale regering moet het gebied meer autonomie geven zoals de Dalai Lama vraagt.

De prioriteit van de regering ligt nu bij het voorkomen van chaos in het land. Dat snap ik wel. De maatschappij is niet stabiel. Voorheen waren alle mensen even arm, nu heb je rijken en armen en gebeuren er dingen die mensen onrechtvaardig vinden. Zo moeten boeren verplicht grond verkopen tegen een te lage prijs. Ook worden steeds meer staatsbedrijven geprivatiseerd waardoor veel mensen werkloos worden. Er is ook een trek ontstaan van het platteland naar de stad, maar daar kun je alleen vuil of fysiek zwaar werk krijgen.

Al die dingen geven grote wrijving. Net als de corruptie. De aardbeving in Sichuan in mei maakt dit pijnlijk duidelijk. Enerzijds is het goed te zien dat de Chinese regering zich het lot van de mensen aantrekt en hulp van het buitenland verwelkomt. Japanse reddingswerkers mogen bijvoorbeeld voor het eerst komen. Maar je ziet nu ook dat sommige gebouwen van erg slechte kwaliteit zijn. Ondanks goede bouwvoorschriften. Soms gebeurt het gewoon dat maar de helft van het geld dat een lokale overheid krijgt voor de bouw van een pand, daar voor wordt aangewend. Van de rest heeft een lid van de lokale regering een auto gekocht. Dat veroorzaakt na zo'n ramp natuurlijk extra boosheid.

CV

Dr. Yuwen Li (Peking, 1962) is senior-onderzoeker aan het Nederlands Instituut voor Mensenrechten. Zij leidt diverse samenwerkingsprojecten met Chinese universiteiten en rechterlijke instellingen. Haar onderzoek richt zich op rechtshandhaving in China. Ze werkt aan een boek getiteld Stumbling Towards Justice. The judicial system in post-Mao China.

'China is nog steeds aan het herstellen van het maoïsme'