Vrouwelijke studenten domineren de universiteit
Toen Aletta Jacobs in 1870 als eerste vrouw wist door te dringen tot de medicijnenstudie was de universiteit een mannendomein. De minister-president moest er zelfs aan te pas komen om ervoor te zorgen dat ze haar ambities kon verwezenlijken. Nu, anno 2008, maken sommige mensen zich zorgen over de vervrouwelijking van het artsenberoep.
Zoals bijvoorbeeld prof.dr. Gerda Croiset, hoogleraar medisch onderwijs. In haar oratie vorig jaar vroeg ze aandacht voor de veranderingen die zich in rap tempo voltrekken.
Ook via het Ublad liet ze bij die gelegenheid weten het een groot probleem te vinden dat het artsenberoep feminiseert: "De opleiding Geneeskunde kent op dit moment zeventig procent vrouwelijke studenten. Als die trend zich doorzet, hebben we straks een gezondheidszorg met voornamelijk vrouwelijke dokters. Dat lijkt me ook voor de patiënten een onwenselijke situatie, zeker in onze multiculturele samenleving. De een heeft liever een vrouw aan het bed, de ander een man. Het moet straks niet zo zijn dat de verdeling zo scheef is dat mannen niet eens meer kiezen voor Geneeskunde."
Croiset opperde dat er bij de toelating tot de studie Geneeskunde wellicht sprake was van biologische discriminatie. De gewogen loting, waarbij een hoog examengemiddelde automatisch toegang geeft tot de studie speelt meisjes in de kaart. Meisjes komen met hogere cijfers van het vwo dan de jongens. Dat is niet, volgens Croiset omdat die jongens dommer zijn, maar omdat ze een tragere hersenontwikkeling doormaken.
Ze voegde daaraan toe dat de faculteit besloten had om bij de selectie voor de SUMMA, een master waarin studenten opgeleid worden tot arts en klinisch onderzoeker, mannelijke kandidaten bij gelijke geschiktheid de voorkeur te geven om tot een evenwichtige verdeling te komen.
Dat laatste had ze beter niet kunnen zeggen. De Nederlandse Vereniging voor Vrouwelijke Artsen diende een klacht in bij de commissie Gelijke Behandeling. Die verklaarde de klacht ongegrond omdat de SUMMA in de praktijk geen voorkeursbeleid voor mannen bleek te hebben. Maar de boodschap was duidelijk: discrimineren mag niet.
Scheef
Heel eerlijk gezegd is prof.dr. Theo Wubbels er ook niet blij mee. Zoveel meiden bij Sociale Wetenschappen en zo weinig jongens. Bij Pedagogiek zitten in het eerste jaar drie of vier jongens tussen zo'n 280 meisjes. "Er zou iets moeten gebeuren", vindt hij persoonlijk. "Maar niet iedereen is het daarmee eens."
Wubbels is vice-decaan en heeft onderwijs als portefeuille. "Sociale Wetenschappen heeft altijd veel vrouwen getrokken maar nu is de verdeling wel erg scheef. Met name Pedagogiek, Psychologie en Culturele Antropologie zijn echte vrouwenvakken geworden met tachtig tot negentig procent meiden."
Alleen al het feit dat de faculteit geen afspiegeling is van de samenleving vindt Wubbels onwenselijk. "Vroeger werd vrouwelijk talent onderbenut en nu geldt dat voor mannelijk talent."
Heeft ook de beroepspraktijk eronder te leiden? "Voor de beroepspraktijk zou het niet moeten uitmaken. Als mensen maar goed zijn opgeleid. Al kan ik me wel voorstellen dat bij Psychologie iets vergelijkbaars geldt als bij Geneeskunde: sommige mensen hebben een sterke voorkeur voor een mannelijke of vrouwelijke behandelaar en dan is het wel fijn als je kunt kiezen."
Wubbels zou graag zien dat het tij keerde. "Maar", zegt hij, "studentenstromen beïnvloeden is erg lastig. Dat zie je ook bij de bètavakken. Daar is men al jaren bezig om meer studenten te trekken zonder veel resultaat. We sturen wel veel mannen naar voorlichtingsbijeenkomsten maar dat helpt niet."
Het is een punt van zorg op de faculteit zegt Wubbels. "We praten er veel over, maar er is nog geen concrete oplossing. Aan de andere kant: erger dan nu kan het niet worden. Dat is in zekere zin weer een hele geruststelling."
Status
Ook het beeld van de dierenarts is aan het veranderen. De dierenarts wordt langzaam maar zeker een vrouw. Bijna tachtig procent van de eerstejaars is meisje. Prof.dr. Peter van Beukelen is hoogleraar Kwaliteitsbevordering Diergeneeskundig Onderwijs. "Toen ik zelf studeerde was dat precies omgekeerd. Eind jaren tachtig was het kantelpunt. Toen was de verhouding ongeveer fifty-fifty. Daarna is dat steeds verder verschoven."
Dat meidenoverschot is niet helemaal toe te schrijven aan de numerus fixus denkt van Beukelen. Door het systeem van gewogen loting worden net als bij Geneeskunde de meisjes bevoordeeld omdat die gemiddeld wat hoger scoren op het vwo, maar ook in de aanmelding zit al een fors verschil tussen het aantal jongens en het aantal meisjes.
"Gelukkig hebben we nog de decentrale selectie", zegt Van Beukelen. Studenten die bereid zijn zich te richten op landbouwhuisdieren worden automatisch geplaatst en dat is de richting die veel aanstaande studenten, en dus veel meisjes minder aantrekkelijk vinden. De sekseverdeling is daar ongeveer 65 procent meiden tegen 35 procent jongens.
Hoe komt dat nou, dat jongens blijkbaar de interesse in het vak hebben verloren? "In alle westerse geïndustrialiseerde landen zie je dezelfde trend", zegt Van Beukelen. "Sommige faculteiten in Europa hebben al een eerstejaarsinstroom gekend van alleen maar meisjes. Ik denk dat het alles te maken heeft met status en inkomen. Jongens vinden status en geld belangrijk en die vinden ze niet langer bij Diergeneeskunde maar in andere richtingen zoals bijvoorbeeld Management, Bestuurskunde, ICT. Dat zijn de statusberoepen van vandaag."
Kippenhok
Hoewel dierenarts soms een zwaar beroep is, met name als het gaat om de landbouwhuisdieren, zijn er fysiek over het algemeen geen belemmeringen voor meisjes, denkt Van Beukelen. "Sommige mannen hebben ook korte armen. Voor alle dierenartsen is het belangrijk om goed om te gaan met lichamelijke inspanning en zo nodig hulp te vragen."
Wat beroepsuitoefening betreft ziet hij ook geen echte verschillen tussen mannen en vrouwen. "Over het algemeen is er een tendens om dieren te humaniseren en erg emotioneel met dieren om te gaan. Dan willen ze bijvoorbeeld te lang doorgaan met behandelen. Maar ook dat geldt niet alleen voor meisjes."
En het kippenhok-effect? "Eigenlijk valt dat erg mee", zegt Van Beukelen. "Hooguit is het soms lastig om de besturen evenwichtig te bezetten hoor ik van de studenten. En de studentes klagen wel eens: 'die jongens hebben het maar goed. Als die gaan solliciteren hebben ze meteen een baan.' En dat is ook wel zo. In bepaalde streken accepteren de veehouders nog steeds minder makkelijk een vrouw als dierenarts."
"Maar vrouwen zijn uitstekende dierenartsen", zegt Van Beukelen. "En de grotere toestroom van de vrouwen heeft er voor gezorgd dat de discussie om te komen tot normalisering van de arbeidsuren nu ook daadwerkelijk gevoerd wordt. Vroeger was het toch een beroep van extreem veel uren en nacht- en weekenddiensten."
Voetbalteam
Over de hele linie neemt ook het aantal vrouwelijke studenten bij Rechten toe. "De instroom is nu zestig procent meiden. Dat gaat ongeveer gelijk op met de uitstroom van meisjes uit het vwo", aldus Nikki Meijers, hoofd student- en onderwijszaken. "Blijkbaar is het studiehuis een onderwijsvorm die de capaciteiten van vrouwen meer aanspreekt."
Overigens moet het haar van het hart dat het opvallend is dat de vervrouwelijking nu zo'n issue is. "Toen we een mannelijke dominantie hadden van veel meer dan zestig procent hoorde je daar niemand over. Maar zo gauw het gaat om vrouwelijke dominantie is er ineens een probleem."
"We hebben de stijging van het percentage vrouwen opgemerkt maar we hebben er geen beleid voor. Bij de selectie voor het Law-college, onze honours
bachelor waar extra inspanning van de studenten wordt gevraagd, proberen we wel iets te sturen door niet alleen te kijken naar de resultaten van de vooropleiding maar ook naar de studiemotivatie. Maar dan nog komen er veel meer meisjes binnen. Niet meer dan dertig procent van de studenten in het Law College is man. Ook bij het Engelstalige University College Utrecht, het Liberal Arts college van de UU voor de zeer ambitieuze student, is er een sterke oververtegenwoordiging van meisjes.
"Wat ons opvalt is dat meisjes sneller en beter studeren", zegt Meijers. "Ze besteden meer tijd aan de studie. Jongens denken minder aan de studie zelf en meer aan hun carrière en dat kan ook betekenen dat ze in een bestuur gaan of een voetbalteam gaan trainen. Hoge cijfers, snelle studiesuccessen dat is bij hen minder vaak een prioriteit. Terwijl dat toch belangrijke startfactoren zijn op de arbeidsmarkt."
"Het is een maatschappelijke werkelijkheid dat bepaalde beroepen vervrouwelijken", denkt Meijers. "En de opnemende arbeidsmarkt zal zich daarop aan moeten passen. Nederlandse vrouwen zijn de koninginnen van het deeltijdwerk en dat zal gevolgen hebben voor traditionele beroepengroepen als artsen en juristen."
Dat lukt beter binnen de rechterlijke macht dan in de advocatuur.
"Deeltijdwerk voor advocaten is nog beslist geen gemeengoed. Het is een belemmerende factor bij de doorstroom van vrouwelijke advocaten. De instroom van vrouwen is ook daar hoog, maar doorstromen naar de top blijft kennelijk lastig.
De werkelijkheid is dat daar waar vrouwen in traditionele mannenberoepen intreden zij toch een soort assepoester zijn, terwijl mannen die in vrouwen beroepen starten als kroonprins worden binnengehaald. Jaren terug las ik daar eens een promotieonderzoek over. En sindsdien is er geloof ik nog niet zo veel veranderd.Het is over het algemeen een taai proces."
Drama in het onderwijs
De vervrouwelijking van het onderwijs op alle niveaus wordt gezien als een zorgelijke ontwikkeling. Vooral vanwege de gevolgen die dat heeft voor de jongens. Feit is dat jongens het over de hele linie slechter doen. Ze halen lagere cijfers en vallen vaker uit. Diverse deskundigen pleiten voor meer mannen voor de klas. Dit om de jongens aan te spreken en te motiveren. Maar ja, de pabo is nu juist weer een typische meisjesopleiding.
Ook de onderwijsvernieuwingen krijgen de schuld. Het is de analyse die Gerda Croiset gebruikt: jongens ontwikkelen zich langzamer en zijn niet toe aan zelfstandig werken en samenwerken op het moment dat dat van ze gevraagd wordt in de Tweede Fase. Geen wonder dat ze minder presteren.
Drama in het onderwijs kopte NRC-Handelsblad vorige week nog. In het vwo zou zich een drama voltrekken omdat steeds meer jongens er niet in slagen om de eindstreep te halen. Econometrist en docent wiskunde Suzanne Dannenburg-Bijl betoogde met cijfers van het CBS in de hand opnieuw dat de onderwijsvernieuwingen desastreus zijn voor jongens. De kans dat een jongen in 2008 zijn vwo-diploma haalt is aanmerkelijk kleiner dan 15 jaar geleden. Ook het afsluiten van de havo-route, traditioneel een route die jongens vaak bewandelden is er debet aan dat steeds minder jongens met een vwo-diploma van school komen. Uiteraard heeft dat consequenties voor de instroom van de universiteiten.
Janneke Plantenga hoogleraar Economie:
'Ingrijpen doe je alleen als er sprake is van discriminatie'
"Veel beroepen hebben een mannelijke of een vrouwelijke connotatie. En die kan ook veranderen door de tijd. Van oudsher mannelijke beroepen zijn op dit moment aan het vervrouwelijken. Je ziet dat bij de artsen en dierenartsen maar ook in de rechterlijke macht. De vraag is of dat erg is.
Vroeger werd die segregatie van beroepen veelal in verband gebracht met restricties. Dus beperkende omstandigheden die bepaalde beroepen voor bijvoorbeeld vrouwen ontoegankelijk maakten. Zo werd van meisjes verwacht dat ze zich aan hun gezin zouden gaan wijden dus was het zonde om een opleiding tot arts te volgen en gingen meisjes de verpleging in. Bovendien: als een meisje wel een artsendiploma op zak had, redeneerde haar potentiële werkgever dat zij vast niet lang zou blijven en koos dus voor een man.
Als er sprake is van segregatie als gevolg van restricties vinden wij dat als maatschappij ongewenst. En dan ga je proberen om die beroepen ook voor meiden aantrekkelijk en toegankelijk te maken met behulp van rolmodellen, scholing of stimuleringsmaatregelen.
De vraag is of er op dit moment voor jongens restricties zijn om een bepaald vak te kiezen. Het lijkt erop dat de vervrouwelijking van beroepen nu eerder te maken heeft met veranderende preferenties. Als dat zo is, is er geen grond om in te grijpen met maatregelen als quotering en dergelijke. Dat doe je alleen als je denkt dat er sprake is van discriminatie.
Het argument dat de vervrouwelijking maatschappelijk ongewenst is omdat mensen niet kunnen kiezen voor een mannelijke arts lijkt me niet erg steekhoudend. Dat is tenminste nooit een argument geweest toen alle artsen man waren. En de redenering dat een studierichting of beroep een afspiegeling van de maatschappij zou moeten zijn, is ook niet echt sterk. Want waarom zouden evenveel mannen als vrouwen een voorkeur moeten hebben voor een bepaald beroep?
In principe is er dus niet veel mis met segregatie ware het niet dat die verschillen niet waardevrij zijn. Vrouwelijke beroepen hebben altijd een lagere beloning en minder aanzien. En beroepen die vervrouwelijken boeten in aan status. De sociologe Sullerot heeft dat al in de jaren zestig als wet geformuleerd.
Beroepen kunnen overigens ook vermannelijken. In Oost-Europese landen zie je die ontwikkeling in de financiële functies. Toen ze daar nog een planeconomie hadden werden die beroepen gezien als administratief en vrouwelijk. Nu de markteconomie zijn intrede doet verandert de inhoud van het beroep, heeft het met geld en macht te maken en wordt het beroep mannelijker gelabeld.
Het statuseffect is erg hardnekkig. Evenals de verticale segregatie. Nog steeds neemt het percentage vrouwen af naarmate de functies hoger zijn."
Kippenhok
Mariëtte Petten is student Psychologie en bestuurslid van Alcmaeon, de studievereniging van Sociale Wetenschappen. "De meeste studenten vinden het wel jammer dat er weinig jongens zijn", zegt ze. "Vooral voor de mannen is het lastig. Je merkt ook dat ze vaker niet meegaan met activiteiten. We hebben nu een bestuur met alleen maar vrouwen. Dit studiejaar had een jongen zich aangemeld maar hij wilde alleen als er nog een andere jongen in het bestuur kwam. Die konden we niet vinden dus dat is toen niet doorgegaan. Een beetje kippenhok is het daardoor af en toe wel."
Een liever anoniem mannelijk bestuurslid van de studievereniging van Diergeneeskunde (DSK), heeft er geen last van, al die meiden. "Maar dat komt ook omdat ik landbouwhuisdieren doe en daar zijn meer mannen." Bij gezelschapsdieren en het paard is dat wel anders en dat is toch zorgelijk en jammer voor de beroepsgroep naar zijn idee. "Ik heb niks tegen vrouwen ofzo. Je kan er leuke dingen mee doen, maar je wilt ook wel eens met mannen onder elkaar zijn." Wat kracht betreft zijn vrouwen toch iets minder geschikt denkt hij. "Als je een kalf moet draaien zullen vrouwen daar meer mee worstelen en tijd is nu eenmaal geld." Een voordeel van al die meiden is weer dat hij zich straks geen zorgen hoeft te maken over werk: "Jongens krijgen veel makkelijker een baan."