Erik Hardeman
Het is nu precies tien jaar geleden dat de universiteit de deur op een kier zette voor wetenschappers die hun vindingen niet alleen in wetenschappelijke tijdschriften wilden publiceren, maar die er ook geld aan wilden verdienen. Pioniers op dat gebied waren de immunologen Logtenberg en Clevers met hun biotechbedrijf UBiSys, dat later opging in Crucell, hartchirurg Borst met de Octopus, een apparaat dat hartoperaties vergemakkelijkt en - nogal onverwacht - theoloog Van der Plas, die cd-roms op het gebied van de Egyptologie produceerde. In 1997 vond het college van bestuur dat het afgelopen moest zijn met de wildgroei van privé-bv's van onderzoekers. Vandaar dat alle universitaire bedrijven toen werden ondergebracht in een holding, een speciaal voor dat doel opgerichte bv, die naast een controlerende ook een ondersteunende en stimulerende taak kreeg voor beginnende ondernemers. Rond diezelfde tijd ontstond ook in het ziekenhuis een dergelijke organisatie en enkele jaren geleden bundelden de twee hun krachten in de Utrecht Holdings.
Hoe snel de ontwikkeling is gegaan, blijkt wel uit het feit dat de controlerende taak al lang geen hoofdtaak meer is, zegt Van Strien. "Hoofddoel van de Holdings is het stimuleren van wetenschappers om hun vindingen commercieel te exploiteren en om hen op dat lastige pad met raad en daad terzijde te staan. Daarnaast beheren wij octrooien voor universiteit en ziekenhuis en adviseren wij de beide besturen op het terrein van bedrijvigheid en ondernemerschap."
Hoewel het aantal bedrijven binnen de Holdings gestaag groeide - er zijn er inmiddels twintig - , was voorzichtigheid in Utrecht lange tijd troef. Terwijl andere universiteiten investeerden in nieuwbouw en zich daardoor omringd zagen door snel uitdijende science parks, bleef het aantal Utrechtse startups, vooral vanwege het ontbreken van een zogeheten incubator, een laboratoriumgebouw voor jonge biostarters, aanvankelijk relatief beperkt. Octoplus, het bedrijf van voormalig Farmaciedecaan Daan Crommelin, en later ook UBiSys kozen om die reden zelfs voor Leiden als vestigingsplaats.
Een belangrijke stap in de goede richting was volgens Van Strien de opening in 2004 van het Alexander Numangebouw aan het begin van het Diergeneeskundeterrein als echte Utrechtse incubator. In dat gebouw, waarin ook de Holdings zijn gevestigd, hebben zich inmiddels tien bedrijven op het terrein van de life sciences en de biotech gevestigd. Maar de directeur van de Holdings roemt ook de actieve opstelling van collegevoorzitter Van Rooy in de Taskforce Innovatie van de provincie Utrecht.
"Er is hier de laatste jaren een nieuw elan ontstaan, dat zich heeft geuit in verschillende initiatieven. In het onlangs door de gemeenteraad vastgestelde stedebouwkundig plan voor De Uithof is langs de weg naar de sportvelden ruimte gereserveerd voor een of meer bedrijvengebouwen in de sfeer van de life sciences. Maar ook heel belangrijk zijn de initiatieven die de laatste jaren door de universiteit en de hogeschool zijn genomen om studenten en andere jonge starters te ondersteunen, zoals StartImpuls Utrecht en het daaraan gelieerde Centrum voor Ondernemerschap en Innovatie in het Kruytgebouw.
Dankzij bijdragen van onder meer het Ministerie van Economische Zaken en de Rabobank kan StartImpuls Utrecht inmiddels beschikken over een fonds van twee miljoen euro, waaruit veelbelovende jonge starters een lening van maximaal een ton kunnen krijgen. Een probleem was tot voor kort echter nog het gebrek aan mogelijkheden om wetenschappers uit de biomedische hoek van het nodige startkapitaal te voorzien, erkent Van Strien.
"Daar praat je over grote investeringen en jarenlange ontwikkeltrajecten om tot een product te komen. Ook daarvoor hadden we weliswaar al wat fondsen, maar we vonden het hoog tijd voor een meer ambitieuze aanpak. We hebben Harold van Barlingen van Thuja Capital daarom vorig jaar de opdracht gegeven om een marktverkenning uit te voeren en het succes was boven verwachting.
"Onze opdracht aan hem was om inclusief een bijdrage van de Holdings van universiteit en ziekenhuis van elk twee miljoen een fonds van 12,5 miljoen te creëren. Dankzij bijdragen van Van Lanschot bankiers en van een verzekeraar en een pensioenfonds die allebei anoniem willen blijven, is er uiteindelijk in totaal 19 miljoen uit de bus gekomen, een 'revolving fund', dat we als zogeheten durfkapitaal kunnen gaan investeren in jonge life science bedrijven. Voorlopig kunnen we dus vooruit. Ja inderdaad, de toekomst ziet er tamelijk zonnig uit."
Bedrijven waarin de Holdings een belang heeft:
Thuja Capital BV (2007)
Investeringsfonds voor biotechbedrijven, speciaal opgezet voor investeringen in de voor durfkapitalisten minder interessante range van een half tot anderhalf miljoen euro. Naast de holdings nemen hier private investeringspartijen aan deel.
Cavadis BV (2007)
Joint Venture van de Utrecht Holdings en het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Houdt zich bezig met bioinformatica-analyse van vaatweefsel op basis waarvan medicijnen en diagnostische tools zullen worden ontwikkeld.
Lead Pharma BV (2007)
Ontwikkelt geneesmiddelen tegen hartfalen op basis van celmodellen en celtherapie.
U-Protein Express BV (2007)
Eiwit-expressiefaciliteit oorspronkelijk opgezet vanuit het ABC. Sedert 2007 omgezet in een BV onder de UU Holding.
RABO preseedfonds BV (2006)
BV samen met de RABObank opgezet in het kader van het project StartImpuls om leningen te verstrekken aan jonge starters.
Milabs BV (2006)
Heeft tot doel om de U-SPECT commercieel te exploiteren. Dit is een in het UMC ontwikkelde scanner die het mogelijk heeft gemaakt om de cellen van levende organismen (in dit geval muizen) tot op moleculair niveau in beeld te brengen.
CrossBeta Biosciences BV (2005)
Richt zich op het ontwikkelen van een nieuw concept voor het aanpakken van ziekten die te maken hebben met een verkeerde vouwing van eiwitten. Een voorbeeld is de ziekte van Alzheimer.
RnA BV (2005)
Ontwikkelt een nieuwe methode om ziekteverwekkers in de voedselketen vroegtijdig op te sporen.
Enceladus BV (2005)
Ontwikkelt en exploiteert een ontstekingsremmend geneesmiddel gericht op reuma en multiple sclerose.
Genome Diagnostics BV (2005)
Ontwikkelt tests die moeten uitwijzen of er bij het doneren van bloed, beenmerg of stamcellen in het lichaam van de ontvanger geen afstotingsverschijnselen zullen optreden.
Elana BV (2004)
Exploiteert de Elana, een apparaat dat het mogelijk maakt om in de hersenen een bypass aan te leggen.
Bioceros BV (2003)
Ontwikkelt en vermenigvuldigt in opdracht van onderzoekers voor hen interessante eiwitten. Ontwikkelt daarnaast geneesmiddelen, onder meer tegen allergie, auto-immuunziekten zoals reuma en kanker.
BV Topselect Detacheringen (2003) en Topselect BV (2000)
Helpt UU-medewerkers bij het plannen van hun loopbaan en biedt mogelijkheden voor detachering.
Spoedkliniek voor Dieren Amsterdam (2002)
Aangekocht om stageplaatsen voor studenten en artsen veilig te stellen.
Alant Vrouw BV (2002)
Een vanuit het UMC Utrecht gestarte privékliniek voor vrouwenziekten in Bilthoven.
Promedas BV (2002)
Ontwikkelt en verkoopt programmatuur die artsen kan helpen bij het stellen van een diagnose. Promedas is een joint venture van de Utrecht Holdings en de Nijmeegse Radboud Universiteit.
PhytoGenix BV (2000)
Maakt in opdracht van bedrijven typeringen van bio-actieve moleculen en zoekt in planten naar moleculen die zich mogelijk lenen voor de ontwikkeling tot geneesmiddel.
U-Diagnostics BV (1999)
Voert op routinebasis diagnostische laboratoriumtests uit voor derden.
U-Cytech BV (1999)
Ontwikkelt en verkoopt testsets, waarmee de activiteit van bepaalde cellen in het afweersysteem van mensen en dieren kan worden gemeten. Dit zijn onmisbare hulpmiddelen voor onder meer het ontwikkelen van vaccins, de studie van allergie en auto-immuunziekten, en het onderzoek naar kanker en infectieziekten.
U-Clu BV (1998)
Ontwikkelt en verkoopt trainingen en didactische methoden en hulpmiddelen voor het vwo en het hoger onderwijs.
Octopus BV (1996)
Exploiteert de rechten van de Octopus, een Utrechtse vinding die open hart operaties beter laat verlopen, en die op de markt is gebracht door het Amerikaanse bedrijf Medtronic Inc. De Octopus is jarenlang de belangrijkste bron van inkomsten van de Holdings geweest.
PanGenetics BV (1995)
Ontwikkelt geneesmiddelen tegen ziektes van het afweersysteem en opereert sinds enige tijd vanuit het Engelse Cambridge.
Succesvolle bedrijven die (mede) op basis van Utrechts Intellectueel eigendom en/of de Holdings zijn opgestart
Crucell NV (2000) / U-BiSys BV (1996)
Semaia Pharmaceuticals BV (2000, in 2003 overgenomen door Hybrigenics SA)
GenMab BV/SA (2000)
OctoPlus BV (1995)
U-Gene Research BV (1995, in 1997 overgenomen door Kendle International)
De cyclus van een 'life science startup'
Een startende onderneming in de life sciences heeft in de aanloopfase veel geld nodig. Er moet laboratoriumruimte worden gehuurd, patenten onderhouden en experimenten uitgevoerd. Voor die eerste fase moet het bedrijf een zogeheten durfkapitalist (venture capitalist) bereid zien te vinden om geld in zijn bedrijf te steken. Als na enkele jaren duidelijk wordt dat er sprake is van een kansrijk product, breekt de nog duurdere fase aan van het ontwikkelen en uittesten van het product in een groot aantal testsituaties. Er komt nu ook personeel in dienst en om deze fase te kunnen bekostigen is een forse nieuwe financiële impuls onmisbaar. Van 'zwarte cijfers' is ook dan nog geen sprake. Wordt ook die fase succesvol afgerond, dan staat het bedrijf voor een keuze. Of het verandert van wetenschappelijke startup steeds meer in een commercieel productiebedrijf, dat met de vinding geld gaat verdienen; of het wordt inclusief alle rechten op de vinding gekocht door een groot farmaceutisch bedrijf. In beide gevallen vloeit een niet onaanzienlijk deel van de revenuen terug naar de durfkapitalist, die met dat geld weer nieuwe startups kan ondersteunen. Vanwege de cirkelgang van de investeringen wordt wel gesproken van een 'revolving fund'.