"Laten we eerlijk zijn, het is niet de minst aantrekkelijke plek op de wereld om te verblijven." Wijnand Mijnhardt mag beschouwd worden als een Californië-veteraan. Sinds de zomer van 1985, die hij doorbracht in de Clark Library van UCLA, onderhoudt de hoogleraar Cultuurgeschiedenis nauwe banden met onderzoekers daar. En de afgelopen jaren verruilde hij zijn huis in de historische binnenstad van Culemborg verschillende malen voor een onderkomen aan de Amerikaanse westkust. Dit jaar is hij gast van het onderzoekscentrum van het Getty Museum.
De Utrechtse geesteswetenschappers plukten de afgelopen jaren de vruchten van Mijnhardts contacten. "Toen in 1999 een naaste collega van mij aan UCLA ging werken, greep ik dat aan om de banden tussen Utrecht en Los Angeles aan te halen. Met Wiljan van den Akker, destijds directeur van het Onderzoeksinstituut voor Geschiedenis en Cultuur, was ik al eerder tot de conclusie gekomen dat we onze energie en aandacht moesten gaan richten op een beperkter aantal internationale partners. Gezien zijn ervaringen met Irvine en Berkeley en die van mij met UCLA en Santa Barbara, lag het voor de hand dat we met Californië in zee wilden."
Mijnhardts grootste trots is dat UCLA sinds drie jaar een florerende afdeling Dutch Studies kent. En ook in andere disciplines verloopt de samenwerking goed. Inmiddels heeft de faculteit Geesteswetenschappen een overeenkomst met het Humanities Research Institute dat binnen de Universiteit van Californië het onderzoek in de alfa- en gammarichtingen coördineert. Uitwisseling van onderzoekers is op gang gekomen. Bovendien is er een gezamenlijk budget van 40.000 euro. Hiervan worden onderzoeksprojecten ondersteund waar wetenschappers van beide universiteiten samen aan werken.
De gesmeerde contacten van de Utrechtse geesteswetenschappers en de gestaag groeiende stroom Californische uitwisselingsstudenten die naar het Utrechtse University College kwamen, vormden de kiem van het convenant dat de Universiteit Utrecht bij de opening van dit academisch jaar sloot met de Universiteit van Californië. Maar het waren vooral de regioambassadeur van de UU voor golden state, UCU-dean, prof.dr. Hans van Himbergen en zijn Amerikaanse gesprekspartners die de mogelijkheden voor verdere samenwerking tussen de UU en de tien campussen van het UC-system onderkenden en op de agenda zetten.
<ParaStyle:streamer>Voor het binnenhalen van onderzoeksgeld is het belangrijk een transatlantische partner te hebben
Uit een inventarisatie die Van Himbergen maakte van Utrechters die 'iets' doen met Californische collega's bleek dat er meer dan 150 wederzijdse contacten waren: ere-doctoraten, gasthoogleraarschappen, gezamenlijke publicaties, enzovoort. "Die bestaande contacten bewijzen dat we elkaar inhoudelijk en beleidsmatig kunnen vinden", aldus Van Himbergen. "They are in our league, zeggen ze in Californië over Utrecht. En dat is ook zo: kijk maar naar de internationale onderzoeksranglijsten."
Volgens Van Himbergen leidden een aantal ontwikkelingen tot een wederzijdse wens de samenwerking tussen de twee publieke instellingen te intensiveren. "Als je kijkt naar de internationale verdeling van onderzoeksgelden dan zie je dat het steeds belangrijker wordt dat je bij projectaanvragen een transatlantische partner hebt. Je bent eenvoudigweg geloofwaardiger wanneer je werkelijk kunt aantonen dat je al lange tijd samen iets doet en dat je zelfs een samenwerkingsovereenkomst hebt."
Maar ook op het gebied van talentwerving is winst te behalen, volgens Van Himbergen. "Na het opzetten van de bachelor-masterstructuur is de vraag: hoe zorgen we ervoor dat niet alleen onze studenten naar het buitenland gaan na de bachelor, maar dat we ook excellente studenten in onze eigen masterprogramma's krijgen? Deze samenwerking kan daar een bijdrage aan leveren."
De volgende stap, na het ondertekenen van de 'wilsverklaring' van september, is nu "de eigen winkel van afzonderlijke wetenschappers een plaats te geven binnen het universitaire beleid". Regiocoödinator Van Himbergen: "De aanzet daartoe moet vanzelfsprekend van die mensen zelf komen. Beide universiteiten hebben daarom een stimuleringsfonds in het leven geroepen om de bestaande contacten te laten groeien. Er is 50.000 euro beschikbaar voor uitwisseling op promovendi-niveau. Daarnaast is er eenzelfde bedrag beschikbaar voor concrete, resultaatgerichte projecten, zoals een publicatie of een boek, waaraan gewerkt wordt door onderzoekers uit Utrecht en Californië.
<ParaStyle:streamer> Initiatieven die van onderaf zijn ontstaan, krijgen nu de mogelijkheid te groeien
De faculteit Geesteswetenschappen was vanzelfsprekend enthousiast over de mogelijkheid het eigen fonds aan te vullen met centraal geld. Inmiddels zijn acht projecten aangewezen die op stimuleringsmiddelen mogen rekenen. In andere hoeken van de universiteit met een minder lange geschiedenis van gestructureerde samenwerking laten concrete projectaanvragen langer op zich wachten. Van de Bètafaculteit komt het geluid dat veel onderzoekers zo gericht zijn op het nationaal en Europees profileren van het eigen onderzoek, dat inspanningen ter versterking van de contacten met Californië - die er wel zijn - nog wat minder in zicht zijn.
Toch ziet Van Himbergen ook in de bètahoek, net als in andere disciplines, hoopgevende initiatieven: zo staan er plannen bij Geowetenschappen en Sociale Wetenschappen in de steigers en zijn er onder meer bij Diergeneeskunde en Biomedische Wetenschappen contacten. Hij is ervan overtuigd dat de overeenkomst met UC een belangrijke steun in de rug zal zijn voor wetenschappers die verder willen met Californië. Het unieke van het convenant zit 'm volgens hem vooral in het allesomvattende karakter. "Het is een comprehensive deal, dat is nieuw voor ons, maar ook voor hen. Het gaat over samenwerking op het gebied van onderzoek, maar ook over de uitwisseling van honderd studenten per jaar en over de uitwisseling van promovendi. Dat is beter dan alles hokjesgewijs te doen. Door de grotere flexibiliteit kun je maatwerk leveren. Komt er een groep extra studenten vanuit Californië naar Utrecht, dan kun je dat wegstrepen tegen een Utrechtse hoogleraar die heel graag voor een tijdje daar heen wil. En dan helpt het ook nog eens dat er logistieke afspraken zijn, bijvoorbeeld over hulp bij het aanvragen van visa."
Op de langere termijn denkt Van Himbergen dat de bilaterale overeenkomst tussen Utrecht en Californië kan bijdragen tot de thematische bundeling van Utrechtse en Californische kennis en expertise in verschillende onderzoeksgebieden. Wijnand Mijnhardt heeft soortgelijke verwachtingen: "Deze samenwerking tussen de twee universiteiten is voor het alfa- en gammaonderzoek een hele belangrijke ontwikkeling. Initiatieven die van onderaf zijn ontstaan, krijgen nu de mogelijkheid te groeien. En als er drie Amerikaanse onderzoekers het hier in Utrecht naar hun zin hebben, dan volgen ook de studenten. En hopelijk dan niet alleen de studenten die op zoek zijn naar een leuke Europa-ervaring - waar overigens niets mis mee is -, maar ook de serieuze masterstudenten. Zo werkt het natuurlijk wel. Zwaan kleef aan. En dan een gezamenlijke onderzoekslijn? Waarom niet. Ik zie mogelijkheden genoeg."
Utrecht - Santa Cruz
"Een speeltuin waar we leuke dingen in doen." Zo ervaart de hoogleraar Franse Taalkunde Henriëtte de Swart haar samenwerking met Donka Farkas, hoogleraar Taalkunde aan UC Santa Cruz. De twee semantische taalkundigen schreven de afgelopen jaren samen verschillende artikelen, vooral over indefinieten, uitdrukkingen met een onbepaald lidwoord of zonder lidwoord. "We hebben allebei een fascinatie met vreemde verschijningen van indefinieten in verschillende talen", stelt De Swart. "In het Roemeens kun je bijvoorbeeld 'een boek' zeggen, maar ook 'een een boek'."
Het is al meer dan tien jaar geleden dat De Swart en Farka elkaar ontmoetten. "Ik werkte in Stanford, zo'n beetje om de hoek bij Donka. We liepen elkaar toen geregeld tegen het lijf." Van echt samenwerken kwam het pas toen De Swart in 1999 - ze was inmiddels hoogleraar in Utrecht - korte tijd in Santa Cruz verbleef. "Toen werd duidelijk dat we echt een klik hebben. We kunnen heel snel samen een redenering opzetten, maar tegelijkertijd zijn we allebei erg kritisch. We deinzen er niet voor terug om elkaar te corrigeren. Wetenschap is soms best eenzaam, en dan is zo'n sparringpartner erg prettig."
Een nieuw project van de twee stond al enige tijd op stapel. "Donka is door Oxford University Press gevraagd een overzichtsboek te schrijven over indefinieten. Zo'n synthese van wetenschappelijke theorieën bestaat nog niet. Zij wilde dat boek alleen schrijven als ze dat samen met mij mocht doen. Dat vonden ze in Oxford een goed idee."
Met behulp van het fonds dat in het kader van de overeenkomst tussen UU-UC is opgezet, kunnen Farka en De Swart nu een start maken met het nieuwe project. "Donka komt nu deze zomer een maand naar Utrecht. Ik vind dat een fantastische manier om dat boek op de rails te zetten. Normaal gesproken overleg je via de mail en probeer je elkaar kort voor of na een conferentie te spreken. Maar nu hebben we echt de tijd voor elkaar en kunnen we ook een keer een wandeling maken om samen na te denken. Na die maand kunnen we weer een poos vooruit, zonder dat we elkaar hoeven te zien. Een half jaar later ga ik naar Santa Cruz." Lachend: "Voor ons, armlastige letterenmensen, is dit geld erg welkom."
De University of California heeft tien campussen in de staat Californië. In totaal studeren aan de 45 faculteiten meer dan 200.000 studenten. Zij krijgen college van bijna 8000 docenten en professoren.
De tien campussen:
UC Davis
UC Berkeley
UC Santa Cruz
UC Santa Barbara
UC Los Angeles
UC Irvine
UC Merced
UC Riverside
UC San Diego
UC San Francisco* (hier worden medische opleidingen verzorgd. Deze zijn niet toegankelijk voor Utrechtse studenten)
Dromen van een studie in Californië
I'd be safe and warm
If I was in L.A.
California dreamin'
On such a winter's day
Studenten hoeven niet langer meer te dromen zoals The Mamas en the Papas. De UU biedt sinds september elk semester zo'n vijftig studenten de mogelijkheid naar deze droombestemming te reizen. Ze kunnen een half jaar studeren aan een mooie universiteit in de Amerikaanse zonstaat voor het Utrechtse collegegeld.
Het nieuwe uitwisselingsprogramma tussen de Universiteit van Californië en Utrecht wordt uniek genoemd. In de eerste plaats vanwege de omvang, honderd studenten per jaar over en weer. Daarbij zijn er nu ook betere mogelijkheden voor uitwisseling op masterniveau. Het is voor het eerst dat de UU een contract voor studentenuitwisseling heeft ondertekend dat zich niet beperkt tot de bachelorstudenten. Femke van der Geest, coördinator van het International Office: "Voordat dit contract getekend werd, was een Utrechtse student die in Californië vakken op masterniveau wilde volgen, geheel afhankelijk van de goede wil van de andere kant. Nu ontwikkelen we daar een procedure voor."
Het wekt dan ook aanvankelijk wat verbazing als blijkt dat dit voorjaar slechts vijftien studenten gebruik maken van het nieuwe uitwisselingsprogramma. Maar Van der Geest kan opheldering geven. "Er is een aantal voorwaarden voor studenten die naar Californië willen. In de eerste plaats moeten ze al minstens 90 ects-punten hebben. Dat betekent feitelijk dat je op zijn vroegst in de tweede helft van het tweede bachelorjaar kan gaan. Daarnaast moet je minstens een 7 gemiddeld staan. Voor sommige studenten is dat een struikelblok."
Toch denkt Van der Geest dat binnen drie jaar de afgesproken uitwisseling van vijftig studenten per semester tot stand zal zijn gebracht. De bijna dertig aanmeldingen voor het semester dat in september begint, zijn hoopgevend. "Het programma is nu nog vrij nieuw en onbekend. Als de mond-tot-mondreclame op gang komt, verwachten wij dat de belangstelling toeneemt."
Want Amerika is natuurlijk wél een populair land bij studenten die een poos naar het buitenland willen, zo is de ervaring bij het International Office. En het imago van relaxte en zonnige bestemming, doet Californië zeker geen kwaad. Toch kijken studenten zeker niet alleen naar zee en strand. Van der Geest: "De meeste Utrechtse studenten willen naar Berkeley. Die naam blijft iets magisch houden. Maar die reputatie is voornamelijk gebaseerd op onderzoek dat daar gedaan wordt, niet op het onderwijs. We raden studenten dan ook aan om bij het bepalen van hun keuze goed te kijken naar het aanbod van vakken bij de verschillende campussen. Vaak is een andere campus minstens zo interessant."
Informatie over uitwisselingsmogelijkheden kun je vinden op www.uu.nl/buitenland
UU-student in Californië
Berber Hagedoorn (23) zit in het tweede jaar van de Engelstalige onderzoeksmaster Media Studies. Afgelopen najaar studeerde ze een half jaar in Santa Barbara.
"Deze zomer zag ik eindelijk kans om een paar maanden in het buitenland te studeren. Binnen mijn master is er gelukkig een gedeelte across the border opgenomen, dat je kunt invullen met een verblijf in het buitenland. Eerder was dat er niet van gekomen, hoewel ik altijd wel graag wilde.
"Mijn voorkeur ging uit naar de Verenigde Staten, want dat is natuurlijk het Mekka voor studenten die in film en media geïnteresseerd zijn. Santa Barbara is één van de universiteiten waarvan ik wist dat het department erg goed is.
"Alles bij elkaar heeft de hele aanmeldingsprocedure me misschien wel een jaar gekost. Ik moest me door een lange en saaie procedure heen werken, veel studenten verkijken zich daarop. Vooral wanneer je vakken wilt volgen op graduateniveau, op het niveau van een master- of PhD-student dus, kan het lastig zijn.
"Lange tijd was het ook nog onzeker of ik vrijstelling van collegegeld kon krijgen, maar gelukkig was het uitwisselingsprogramma tussen Utrecht en Californië net op tijd rond. Het collegegeld voor een graduatestudent in Santa Barbara is immers algauw zo'n 8000 dollar per semester. En het leven is daar al zo duur voor een graduate. Die betaalt bijvoorbeeld drie keer zoveel voor zijn ziekenkostenverzekering en twee keer zoveel voor zijn huisvesting.
"Maar het is het allemaal dubbel en dwars waard geweest. Vooral de tutorials van de professoren waren erg stimulerend, dat zijn echt topwetenschappers. Eén van hen heeft mij op het spoor gezet van mijn afstudeeronderzoek. Dat gaat over biografische en autobiografische documentaires die gebruik maken van bestaand filmmateriaal, een onderwerp waar in Utrecht veel minder college over wordt gegeven. Daarnaast is mijn academische Engels enorm verbeterd. De Amerikanen kunnen het allemaal zo mooi zeggen!
"Hoewel het niveau niet veel verschilt, merkte ik wel dat het Amerikaanse en het Nederlandse onderwijssysteem anders in elkaar zitten. In Utrecht gaan we met docenten in colleges van drie uur de diepte in, in Santa Barbara waren de colleges korter, maar moest je erg veel opdrachten en essays maken. Soms was dat moeilijk bij te benen.
"Hoewel ik zoveel mogelijk tijd probeerde vrij te maken om sociale activiteiten te ondernemen, was dat door de studiedruk niet altijd mogelijk. Best jammer, want Santa Barbara is een prettig oord om te verkeren, zo vlakbij het strand. En ook in het nabijgelegen dorp Isla Vista, waar ik - net als veel andere studenten - woonde, is het vaak erg gezellig. Omdat er zoveel studenten uit alle delen van de Verenigde Staten en van de wereld samenkomen, doet de universiteit veel om studenten zich welkom te laten voelen.
"Toch heb ik mijn best gedaan om zoveel mogelijk uit dat halve jaar te halen, bovendien heb ik voor en na het semester een aantal weken door Californië gereisd. Als filmstudent moest ik bijvoorbeeld wel een bezoek brengen aan Universal Studios en aan het Kodak Theatre waar de Oscar-uitreiking altijd is. Geweldig om dat allemaal nu met eigen ogen te zien. Alleen de Walk of Fame in Hollywood viel een beetje tegen, dat is niet meer dan een stoffige stoep."
Berkely-student in Utrecht
Zachary Fletcher (20) is student Microbiology in Berkeley. Als uitwisselingsstudent in Utrecht volgt hij opvallend genoeg vakken over ontwikkelingsproblematiek in de Derde Wereld en de Nederlandse contemporaine geschiedenis.
"Dat ik nu een half jaar in het buitenland studeer, heb ik misschien nog wel het meest aan mijn moeder te danken. Die heeft in haar jonge jaren veel gereisd en zit vol met verhalen over bezoeken aan kastelen en over het slapen in tuinen bij nietsvermoedende mensen. Ik wilde ook meer zien dan alleen Californië of de Verenigde Staten.
"Binnen mijn studie zijn er allerlei mogelijkheden om een tijd elders te studeren. Europa trok me het meest. Van dat deel van de wereld wist ik immers al iets. Latijns Amerika of Azië komen me te vreemd voor. Maar studeren in Engeland leek me juist weer teveel van hetzelfde. Uiteindelijk koos ik voor Nederland, hoewel ik niet veel meer wist dan dat er dijken waren en dat er een stad was met een red light district.
"Elk jaar gaan er behoorlijk wat studenten uit Californië naar het University College in Utrecht. Maar ik merkte al snel dat er daar heel intensief gestudeerd wordt, met veel opdrachten en verplichtingen. Dat zag ik niet zo zitten. Ik wilde de flexibiliteit hebben om te reizen in Europa en om andere ervaringen op te doen.
"De Universiteit Utrecht bood die mogelijkheid wel. Bovendien had de universiteit een mooi Engelstalig vakkenaanbod voor me. Het afgelopen half jaar heb ik in Berkeley mijn verplichte hardcore sciencevakken afgewerkt, dus ik wilde hier iets heel anders doen, mijn blik verruimen. Ik koos voor cursussen over de ontwikkeling van Latijns Amerika en Afrika en over de hedendaagse geschiedenis van Nederland. Over die keuze ben ik nu heel tevreden. Het zijn interessante vakken met gedreven docenten.
"Het leven hier is erg aangenaam. Het weer verschilt niet heel erg met dat in San Francisco. Ik woon op de campus van het University College met een aantal andere studenten, Nederlanders en internationale studenten. Zij kunnen in de mensa eten, ik moet zelf koken. Maar de laatste tijd gebeurt het steeds vaker dat mensen met me mee wilden eten.
"Verder was ik gewaarschuwd voor de koude aard van de Nederlanders, maar dat valt erg mee. Ik vind dat directe en ongepolijste van jullie bovendien wel amusant. Als ik een domme opmerking maak, krijg ik daar onmiddellijk humoristisch commentaar op. In de VS zouden mensen hun kritiek veel meer aankleden.
"Als student van de Universiteit van Californië, mag ik me bovendien gelukkig prijzen met het centrum van het Education Abroad Programme hier in Utrecht. De medewerkers daar helpen met werkelijk alles. Voor het semester kregen we een cursus om ons kennis te laten maken met het land en het universitaire systeem hier. Het nut daarvan werd mij wel duidelijk toen ik zag dat andere buitenlandse studenten vlak voor het begin van het semester aankwamen en op dat moment nog van alles moesten uitzoeken.
"Ik wil de komende maanden zoveel mogelijk van West- en Midden-Europa zien. Na het semester ga ik waarschijnlijk ook het Middellandse Zeegebied verkennen. Toch vind ik ook de ervaring van het studeren in een andere omgeving belangrijk en leerzaam. Daarom doe ik gewoon mijn best om mijn vakken te halen, hoewel ik er niets aan heb voor mijn major in Berkeley."
Ver weg van huis, maar niet alleen.
Californische uitwisselingsstudenten in Utrecht kunnen 24 uur per dag, zeven dagen per week, een beroep doen op Vivian-Lee Nyitray. Die hoogleraar van hun eigen universiteit huist op het terrein van het Utrechtse University College.
"Misschien vindt u het vreemd dat ik hier ben?", oppert prof.dr. Vivian-Lee Nyitray zelf al aan het begin van het gesprek. "Normaal gesproken gaan er immers geen professoren mee wanneer studenten naar het buitenland gaan."
Het is inderdaad een bijzonder gegeven. In zo'n 31 landen, verspreid over de gehele wereld, zijn wetenschappelijk medewerkers van de University of California aanwezig. Hun belangrijkste taak is om studenten die in het kader van het Education Abroad Programme (EAP) naar het buitenland gaan bij te staan in hun tijdelijke omgeving.
In Nederland is Vivian-Lee Nyitray de directeur van het EAP Study Centre. Vanuit haar kantoor op de campus van University College begeleidt zij samen met twee Nederlandse stafleden Californische studenten die aan universiteiten in Leiden, Wageningen, Maastricht en Utrecht studeren. Gemiddeld zijn dat er zo'n honderd per semester, op dit moment veertig.
Bereidwillig schetst Nyitray, verbonden aan de Riverside Campus als hoogleraar religieuze studies, de twee belangrijkste redenen voor haar aanwezigheid in Nederland en die van zovele van haar collega's in andere landen. "In de eerste plaats studeren de meeste van onze studenten met een staatsbeurs. De belastingbetalers van Californië hebben naar de mening van de universiteit recht op de zekerheid dat hun geld in het buitenland goed besteed wordt. In de tweede plaats vinden ouders het een erg prettig idee wanneer ze weten dat er zich een professor in de buurt van hun kind bevindt."
<ParaStyle:streamer>'Met een groep studenten in een vreemde omgeving kan er van alles gebeuren'
Het Utrechtse EAP-centrum heeft vooral als taak Californische studenten in Nederland te ondersteunen in hun studie. Maar ook voor andere zaken kunnen de studenten elk uur van elke dag een beroep op haar doen. Zo kregen de Californische kamerbewoners in Parnassos laatst een helpende hand nadat er bij hen was ingebroken. "Met een groep studenten in een vreemde omgeving kan er van alles gebeuren", weet Nyitray. "Wij proberen de studenten ook daarbij te helpen, want we zijn verantwoordelijk voor hun gehele welzijn."
Het EAP-centrum doet bovendien veel moeite om de Californische studenten in te wijden in de Nederlandse maatschappij en de academische mores. Ook krijgen studenten nog steeds tips om minder op te vallen als Amerikaan, een vervelende consequentie van 9/11. "Veel studenten hebben in eerste instantie niet het idee dat het hier zo anders is. Dat sommige dingen toch echt afwijken van wat ze gewend zijn, willen wij ze graag vertellen", aldus Nyitray. Als voorbeeld noemt de hoogleraar de formele omgang tussen studenten en docenten in Nederland. "In de VS laten veel professoren zich bij hun voornaam noemen. In Nederland stellen docenten daar vaak geen prijs op. In de VS kan een student ook gemakkelijk tegen zijn docent zeggen dat hij echt een hoog cijfer nodig heeft voor een vak, zonder dat een docent daar iets achter zoekt. Hier denkt een docent dan al snel dat er om een uitzonderingspositie wordt gevraagd."
Dat het EAP-kantoor op de campus van het UCU is gevestigd, is te herleiden tot het al acht jaar lang bestaande en succesvolle uitwisselingsproject tussen University College en Californië. Vanaf dit academisch jaar heeft dus ook de UU zelf een grootschalig uitwisselingsproject met de Californische partner. Vivian Lee Nyitray gaf enkele jaren geleden tijdens een eerder verblijf in Utrecht als EAP-director samen met Hans van Himbergen en Maarten Prak de eerste aanzetten hiertoe. "Er waren zoveel bilaterale contacten tussen de twee universiteiten. Waarom proberen we daar niet meer van te profiteren, vroegen we ons af."
De uitwisseling van zo'n vijftig studenten per semester is ook voor de Californische universiteit een uitzonderlijke onderneming. Nyitray meent dat de UU voldoende in huis heeft om Californische studenten te trekken, hoewel de universiteit van Leiden volgens haar veel meer bekendheid geniet in de VS. "Maar Utrecht heeft goede programma's en uitstekende faciliteiten. Daarnaast is de centrale ligging en de omvang van de stad zeer aantrekkelijk."
Op dit moment ziet Nyitray vooral belangstelling bij studenten voor de Utrechtse economie, genderstudies en film- en digitale media. Dat er dit semester welgeteld zeven Californische studenten aan de UU studeren, daar is ze niet rouwig om. "Liever nog even wat minder. Je hebt altijd te maken met aanloopproblemen. In Utrecht, bijvoorbeeld, loopt het eerste semester door tot na de jaarwisseling, terwijl de meeste van onze studenten dan alweer naar huis zijn. Dat soort obstakels vraagt nog om oplossingen."
Nyitray hoopt dat het vooral voor masterstudenten en PhD-studenten in de toekomst gemakkelijker wordt aan de partneruniversiteit te gaan studeren. "Als docent zit je vaak helemaal niet te springen om nog een masterstudent uit het buitenland onder je hoede te nemen. Je hebt het al druk genoeg. Maar als je weet dat je daardoor wel een aantal masterstudenten de andere kant op kunt sturen, denk je daar wellicht anders over."
Zelf denkt ze overigens dat er nog een extra impuls nodig is om werkelijke structurele samenwerking op het gebied van onderwijs en onderzoek tot stand te brengen. "Ik denk dat we zeer gebaat zouden zijn bij een bureau of een coördinator die zaken op elkaar gaat afstemmen tussen Californië en Utrecht. Als dat lukt dan staan we aan het begin van een groots en spannend experiment."