"Maria, Maria, Maria" zingen de vijftien spelers terwijl ze zich naar elkaar toe bewegen in de grote theaterzaal van universitair cultureel centrum Parnassos. Pianist Wolfram Reisiger gaat enthousiast swingend tekeer op een grote vleugel. Regisseur Ragnhild van de Reek roept aanwijzingen: "Deze kant op kijken!"
Muziektheatergroep Amuze is hard aan het werk tijdens de wekelijkse repetitie. Hun voorstelling 'Elvis leeft' moet begin juni op de planken staan. Eind maart geven ze een voorproefje van hun stuk in een collagevoorstelling van een half uur tijdens de Culturele Zondag in De Uithof.
'Elvis leeft' gaat over idolen en helden, over geloven en fanatisme en jezelf verliezen in wat je doet. "De titel slaat op het feit dat er in de Verenigde Staten mensen zijn die werkelijk geloven dat Elvis niet dood is", zegt Ragnhild van de Reek. "Dat is toch vrij wonderlijk, als je uit volle overtuiging beweert dat Elvis nog leeft. Er zijn zelfs boeken over geschreven".
Met haar groep zoekt ze naar die uiterste vorm van geloven in een idool of bezigheid, naar de rand van wat nog als normaal gedrag kan worden gezien en wat niet. "We hebben de spelers gevraagd of ze daar iets in herkennen. Wat we tegenkwamen, was een vrij grote nuchterheid in de groep. Maar in mensen die willen spelen, zingen en dansen is toch altijd een zekere mate van fanatisme aanwezig. Ik heb ze gevraagd naar hun eigen idolen of helden." Ze kreeg verrassende antwoorden: schilder Salvador Dali, romantisch heldin Angelique, koning Lodewijk XIV, Danny de Munck, Superman, tennisser Pete Sampras, popzangers Michael Jackson en Prince, Sinterklaas. Sinterklaas? Ragnhild: "Ja, dat vond ik heel interessant. Een meisje van 23 dat vroeger zo sterk in Sinterklaas geloofde dat ze hem nu nog steeds heel leuk vindt."
Van de Reek maakt de voorstelling 'Elvis leeft' samen met muzikaal leider Wolfram Reisiger, een vormgeefster en een choreografe. Veel van de teksten schrijft ze zelf. Ook gebruikt ze bestaand materiaal als poëzie, theaterteksten van Goethe en Judith de Reike en liedfragmenten uit de Sound of Music, van Schubert of uit gospelmuziek.
Ragnhild: "Via allerlei personages laten we verschillende vormen van idolatrie zien. Ergens helemaal voor gaan, heel beroemd willen worden, fanatiek een hobby beoefenen: dat zijn dingen die ik leuk vind. Bijna iedereen heeft wel zoiets. Eén van onze spelers reist bijvoorbeeld vrijwel zonder bagage en gaat daar heel ver in. Hij heeft zelfs het steeltje van zijn tandenborstel afgezaagd."
"Ik ben God - de passie. Ik ben God - de kracht. Met miljoenen ben ik ... u" zingt het koor terwijl het met houten en stalen buizen op de grond slaat. Vijf dansers scheren over het podium. Het lied knalt de zaal in.
De tekst komt uit het gedicht Woedende God, het door Tom Lanoye vertaalde Zorniger Gott van Kurt Heynicke. Wolfram heeft er een stevig ritme onder gezet. "We kiezen ervoor de idolen dicht bij onszelf te houden. Religie of islam houdt mensen bezig. Bij sommige religies zie je een enorm fanatisme", zegt Ragnhild. "Wij proberen dat op onze eigen manier uit te drukken. Het meisje dat Pete Sampras zo geweldig vindt, speelt zelf ook heel fanatiek tennis. Die gaat echt tot het gaatje." Als mensen ergens idolaat van zijn, voelen ze zich vaak verheven boven anderen", vult Wolfram aan. "Dat gaat ver, soms voelen ze zich bijna goddelijk". Ragnhild: "Fanatisme heeft iets griezeligs, maar er zit ook een andere kant aan. Als mensen ergens echt in geloven kan dat een sterke en positieve kracht zijn. Die willen we ook laten zien." Wolfram: "In Nederland is iemand die postzegels verzamelt al behoorlijk gek. We werken vooral met materiaal dat de spelers aanleveren. We vragen ze om hun nuchterheid te overwinnen en te overdrijven. Dan wordt het opeens bijzonder, dan krijg je iets te zien."
Reisiger schrijft en arrangeert alle muziek zelf, voor zichzelf, op piano, en voor de andere musici, een bassist, een trompettist, een saxofonist en een gitarist. "Of ik een eigen held of idool heb? Nou, in deze voorstelling maak ik gebruik van de werkwijze van de Engelse ritmegroep Stomp, die ik erg goed vind. Ze werken met gebruiksvoorwerpen voor hun ritmes. Wij doen hier iets vergelijkbaars met die houten en stalen buizen om de ritmes mee te slaan."
Theatergroep Amuze is acht jaar geleden ontstaan uit een musicalproductie van Parnassos en bestaat uit zo'n vijfentwintig spelers, waarvan 65 procent (nog) student is. Er zijn twee groepen: de kerngroep en de kweekvijvergroep. Kerngroepleden doen sowieso mee aan alle producties. De kweekvijvergroep bestaat uit jonge spelers die speciaal voor één productie worden aangenomen. Iedereen doet auditie. Kweekvijvergroepleden kunnen voor een volgende voorstelling opnieuw auditie doen of uiteindelijk doorstromen naar de kerngroep.
"Stop even", roept Ragnhild tijdens het oefenen van de Maria-medley. "We moeten het nog hebben over jullie kostuums. Hebben jullie begrepen dat die uit wit ondergoed bestaan?" De spelers halen witte hemdjes, lange en korte onderbroeken en onderrokken tevoorschijn. Vormgeefster Steffie Hol legt uit wat ze wil zien: "Universele menselijkheid, puurheid. Een vorm van naaktheid. Niet naakt naakt maar een kwetsbaar naakt. Een beetje zoals je 's morgens bent als je net wakker wordt." "Naakt", roept een van de spelers onder gelach. Als iedereen in het wit is gehuld, monsteren Ragnhild en Steffie hun troupe. "Mouwloze hemdjes", beslist Steffie, "en geen strikjes en frutsels."
"Ik kan hier mijn fantasie in kwijt", vertelt Steffie als de spelers verder gaan. "Ik werk veertig uur per week in het poppenatelier van de Lion King van Joop van den Ende. Dit is een ideale tegenhanger. Meer improvisatie, meer zoeken naar een juist beeld. Ik word echt blij van dit werk." Dat is te snappen. De repetitie is een vrolijke boel. Er wordt gelachen en geschreeuwd, gestampt, gedanst en gezongen dat het een lieve lust is. De energie spat door de ruimte.
Opeens rijst onverwacht een ijle melodie op. 'Ave Maria' zingt één van de sopranen zoetvloeiend en kwetsbaar Schuberts evergreen. Lang duurt dat niet. Snelle pianobeats nemen het van haar over en de spelers stampen zelfbewust over de planken vloer: 'uno, dos, tres'.
De Mariamedley bestaat uit allerlei fragmenten met Mariamuziek: Schubert en de Sound of Music, maar ook Proud Mary van Tina Turner, Mink deVille, de Gypsy Kings, Ricky Martin. Komt Maria als idool van Ragnhild zelf? Verrast kijkt ze op. "Ja. Ik geloof niet, maar met haar kan ik leven. Ik heb een fascinatie voor haar. Ze fungeert als een soort moederfiguur voor bijna iedereen. Ik ga ook wel eens naar een Maria-kapelletje om een kaarsje voor iemand op te steken. Dat geeft een troostgevoel."
Muzikaal heeft 'Elvis leeft' de vorm van een oratorium, een klassieke muziekvorm waarin een verteller, het volk en een individu, vaak Jezus, de verschillende verhaallijnen zingen. Wolfram: "In 'Elvis leeft' zingen de spelers als koor de rol van het volk, zij leveren het commentaar. Als solisten spelen ze hun held of idool. De muzikanten zorgen voor het kader, die smeden de puzzel aan elkaar. Zij spelen in dit stuk eigenlijk de rol van de verteller. Je zou 'Elvis leeft' een modern oratorium kunnen noemen. Daarin herken je J.S. Bach, mijn andere grote idool."
Amuze speelt 'Elvis leeft' zes keer, 7-11 juni in Huis aan de Werf. Op 26 maart spelen ze twee keer een half uur (om 12.45 en 13.45 uur) in de hal van het Minnaertgebouw in De Uithof in het kader van de Culturele Zondag. Zie voor het totale programma van de Culturele Zondag in De Uithof www.culturelezondagen.nl
Jolanda van de Water(zesdejaars geneeskunde) heeft twee 'idolen': Salvador Dali en Sinterklaas. "Ik ben nooit echt een fan van iemand geweest zoals sommige mensen dat bijvoorbeeld met een popzanger hebben. Maar Dali's werk vind ik heel mooi. Ik bekijk graag zijn werk in musea en heb een poster van een schilderij van hem op mijn kamer hangen. Sinterklaas? Ja, dat is iets anders. Vroeger was ik helemaal gek van Sinterklaas. Ik was ook heel bang voor hem. Ik geloofde echt heilig in die man. Ik durfde niet bij hem op schoot. In groep vijf, toen ik acht was, gingen we surprises doen op school. Tja, toen moesten mijn ouders me wel vertellen dat hij niet bestaat. Vreselijk vond ik het. Nu vind ik Sinterklaas nog steeds een heel erg leuk feest, ook al weet ik dat hij niet echt bestaat. Het is een soort sprookje, moet je zien hoe kinderen er van kunnen genieten. En ook volwassenen trouwens. De intocht van Sinterklaas op tv is een leuk groot spel, net een soort improvisatietoneel. Volwassenen genieten van het sarcasme van Sint maar kinderen merken daar helemaal niks van.
Of ik gelovig ben? Of mijn eigen manier wel, al weet ik niet precies waarin. Ik ben katholiek opgevoed met weinig regels. Ik vind de symboliek prachtig. Ik doe Amuze naast mijn studie omdat het mijn hobby is. Ik MOET dit doen. Zingen is het allerleukste wat ik kan bedenken. Musicals vind ik geweldig. Ik vind mijn studie en mijn werk ook geweldig maar er is meer in het leven dan werken. In Amuze kan ik echt mijn ei kwijt. Verstand op nul, even helemaal weg uit het ziekenhuis."
Joost Bloemendal (vierdejaars communicatiewetenschappen) zit in de kweekvijvergroep van Amuze. "Net als in de kerngroep moesten ook wij een brief schrijven aan iemand waar we fan van zijn (geweest). Ik heb aan Superman geschreven. Vroeger wilde ik heel erg graag kunnen vliegen. Ik droomde 's nachts dat ik dat ook echt kon. Toen ik net ondertitels kon lezen - ik was zes denk ik -, zag ik Superman op tv vliegen. Toen dacht ik: 'zie je wel, het kan dus toch'. Spiderman en Batman waren ook wel leuk maar die konden niet vliegen. Ik was nogal een stil kind en ik vond Superman ook erg leuk omdat hij overdag die stille journalist in dat pak met die bril was die dan 's nachts over de wereld vloog en goede daden deed. Dat sprak me aan. Op een gegeven moment hield die vliegdroom op. Ik probeer nu bij Amuze die kracht en die energie, die gekte, terug te vinden die ik als kind op een gegeven moment ben kwijtgeraakt.
Nee, ik ben niet gelovig. Mijn ouders hebben ons zelf laten kiezen. Ik ben eerlijk gezegd zelfs tégen geloof. Naar mijn idee ontstaat haat door geloof. Mensen ontwikkelen zich niet vrij als ze zich een systeem met allerlei regels en ideeën laten opleggen. Op die manier leer je niet zelfstandig denken. In deze voorstelling leef ik me in een vorm van fanatisme in die me van huis uit eigenlijk vreemd is. Spelen bij Amuze houdt me in balans. Ik hoef hier niet na te denken. Ragnhild zegt waar we moeten staan en wat we moeten doen. Ik loop momenteel stage op de communicatieafdeling van Philips. Leuk werk. Maar als ik zing en speel ben ik veel minder met mijn hoofd bezig. Dit is heel expressief. Ik heb het nodig als tegenhanger."