De invoering van het bachelor-mastersysteem in 2002 had meer gevolgen dan het opplakken van andere naambordjes. De nieuwe onderwijsstructuur moest de kwaliteit van het onderwijs verbeteren, vond de Universiteit Utrecht. Daartoe kwam er 'kleinschalig en activerend onderwijs', profileringsruimte, een tutoraat en een portfolio.
Toen de eerste lichting bachelors met het derde jaar bezig was, werd in mei 2005 de zogenaamde derdejaarsenquête uitgevoerd. Nog niet alle resultaten zijn openbaar, maar nu al blijkt dat deze studenten van het vernieuwde onderwijs meer tevreden zijn dan jaargenoten in 2002 die nog het 'oude' onderwijs volgden. De opleiding kreeg toen gemiddeld een 7 nu een 7,2.
De ruime voldoende is waarschijnlijk te danken aan het tijdig verbeteren van knelpunten in het bama-systeem. Deze kwamen naar voren uit een tussenevaluatie in 2004. Hieruit bleek dat faculteiten wel achter de uitgangspunten en doelstellingen van het nieuwe onderwijssysteem stonden - de didactische omslag heeft veel goeds gebracht - maar dat het ook veel kinderziektes had.
Naar aanleiding van een werkplan werd een aantal van die kwalen verholpen. Zoals Osiris, het systeem waarmee studenten zich online kunnen inschrijven voor vakken, maar dat regelmatig plat lag. Dat is verbeterd, net als het synchroniseren van de curricula. Toch zijn nog niet alle praktische problemen verdwenen. "Wij hebben nog steeds wel te kampen met ruimtegebrek", zegt Liesbeth Woertman, universitair hoofddocent klinische psychologie en onderwijscoördinator: "Sowieso door de grote studentenaantallen voor werkgroepruimtes. En omdat de tentamenweken nu overal tegelijk plaatsvinden, waardoor we logistiek nog meer in de problemen komen. Maar we lossen het langzaam op, onder meer door de numerus fixus die dit jaar is ingevoerd."
Profileringsruimte
Eén van de knelpunten in de bachelor was en is de zogenaamde profileringsruimte, waarmee een kwart van de studie vrij ingevuld kan worden. Daarnaast zijn er de minors ontwikkeld, een samenhangend pakket dat buiten de eigen opleiding kan worden gekozen. De problemen betreffen vooral het inschrijven en de toelatingseisen.
Woertman: "De mogelijkheid voor studenten van buitenaf om bij psychologie vakken te volgen is nog erg beperkt. We hebben al moeite met de grote hoeveelheid eigen studenten. Bovendien zit er toch een bepaalde opbouw in het studiepad. Het is een mooi ideaal, maar praktisch ligt dit toch nog erg lastig. Overigens zijn er wel studenten die elders goed een minor hebben kunnen volgen, bijvoorbeeld bij rechten. Maar dat is echt voor mensen die al precies weten wat ze willen. Het zomaar 'rondneuzen' is toch moeilijker."
Frans Meeuwsen, studieadviseur bij biologie, is bekend met de beperkte mogelijkheden bij psychologie: "Veel studenten zijn teleurgesteld in het feit dat ze die vakken dan niet kunnen volgen, maar het is ook begrijpelijk van een opleiding dat ze eigen studenten voor laten gaan. Bij biologie doen we dat ook." Meeuwsen vindt het jammer dat veel studenten op praktische problemen stuiten als ze buiten hun eigen studie vakken willen volgen: "Bij de invoering werd gezegd dat het gemakkelijk zou zijn een minor te volgen. Maar eigenlijk is het zonder studievertraging niet te doen." Toch is ook hij positief over het principe: "Het aantal studenten dat buiten de opleiding kijkt, is wel groter dan vroeger."
Phil Heiligers is docent-onderzoeker bij sociale- en organisatiepsychologie en zat drie jaar in de Universiteitsraad tijdens de ontwikkelingsfase van het bama-systeem. Ze evalueerde eerder dit jaar met een werkgroep van de U-raad de profileringsruimte: "Het is nog steeds een moeilijk onderdeel. Een actieve student die het heel goed regelt, kan het voor elkaar krijgen. Maar het is toch heel moeilijk om elders vakken te volgen en binnen de tijd klaar te zijn. Vooral logistiek is het nog niet rond. Dat is een probleem voor de studenten en aan de opleidingskant is er veelal te weinig mankracht om een minor voor mensen van buitenaf mogelijk te maken."
Commitment
Een andere doelstelling van het bama-systeem is de toewijding van studenten te vergroten. Hiervoor is het onderwijs kleinschaliger en meer actief gemaakt. Marian Van Gestel, docent privaatrecht, is hierover positief, ze merkt dat studenten meer betrokken zijn. Volgens haar heeft de aandacht voor commitment ervoor gezorgd dat studenten over het algemeen vaker komen. "Dit heeft geleid tot een beter contact tussen docent en student. Vroeger moest je maar zien wie er op kwamen dagen, nu komen ze gewoon. Voor docenten betekent dit dat je weet waarvoor je het doet. Omdat er meer op vaardigheden gerichte toetsingen zijn, zoals presenteren n het schrijven van papers, levert het ook een gevarieerdere opleiding op."
Maar dit laatste heeft ook een keerzijde. Van Gestel: "Het geeft veel werk. Je moet veel toetsen bedenken, vervangtoetsen en reparatietoetsen voor studenten met een vijf. Dus een ongelofelijke hoeveelheid. Dat is niet leuk." Ze is blij dat de eis voor het aantal contacturen, wat acht uur per vak per week was, is teruggeschroefd. "De eis van het commitment brengt een hele administratie met zich mee voor docenten. Door het systeem zijn er ook meer vergaderingen nodig om goede afspraken onderling te maken. En ook het tutorschap kost tijd." Liesbeth Woertman ervaart het iets anders: "Het is wel meer werk, maar daar zijn ook uren voor. Het was natuurlijk ook even wennen aan het nieuwe."
Begeleiding
In het nieuwe systeem moest iedere student ook een begeleider ofwel tutor krijgen. Maar veel contact hebben student en tutor vanwege tijdgebrek vaak niet. Toch is Woertman overtuigd van het nut ervan: "Het systeem werkt inmiddels goed. Juist in zo'n grote organisatie moet je denk ik proberen het wat kleiner te maken. Meer contacturen en het tutorsysteem stimuleren dat. Het zit hem heel vaak in de simpele communicatiedingen."
Uit de tussenevaluatie bleek ook dat het nieuwe systeem in het begin door docenten en studenten als schools werd ervaren. Inmiddels lijken de medewerkers daar wat milder over. Woertman: "Ik zeg altijd tegen studenten: ik kan jullie niks leren. Maar ik kan studenten wel begeleiden en kiezen voor bepaalde vormen. Studenten op een of andere manier dwingen met de stof bezig te zijn, is gewoon de beste manier." Van Gestel van privaatrecht ziet ook vooral voordelen: "We eisen bijvoorbeeld voorbereiding. Dat heeft ook een prettig effect voor de student: het is normaler dat je je voorbereid en daar hoef je je ook niet meer voor te schamen, wat vroeger wel eens zo was. We zijn ook wel streng, met bijvoorbeeld sancties als geen recht op reparatie, een soort herkansingstoets, bij te veel afwezigheid. Toch zijn veel studenten uiteindelijk enthousiast en zeggen dat het een stok achter de deur is."
Van Gestel ervaart als voordeel van de toename van toetsmomenten bij rechten dat er eerder een beeld van de studenten is: "Soms vraag je je bij een stille student af of hij het wel begrijpt. Via de eerst toetsresultaten heb je sneller een idee of je verwachtingen overeenkomen met de prestatie. Zo kun je eventueel eerder ingrijpen."
In het nieuwe systeem heeft de docent een andere rol gekregen door de verandering van het onderwijs. Uit de derdejaarsenquête blijkt dat studenten het meest tevreden zijn over de inzet, bereikbaarheid en de kwaliteiten van hun docenten. Minder tevreden zijn ze over de feedback op toetsen en tentamens, hoewel ze dit een minder belangrijk punt lijken te vinden. Woertman: "Studenten mopperen wel, maar bij de evaluatie van een intensief vak wat ik geef, 'Psychosociale aspecten van seks en relaties', krijg ik toch een 4.2 op een schaal van 5."
Bachelors
Met de invoering van de bachelor is het in theorie nu mogelijk om met dit diploma de arbeidsmarkt op te gaan, of makkelijk over te stappen naar een master bij een andere universiteit. Uit de eerste cijfers blijkt echter dat de meeste studenten 'gewoon' bij dezelfde universiteit blijven. Grofweg acht van de tien bachelors die nu klaar zijn, blijven in Utrecht. De medewerkers verbaast dit niet erg. Woertman: "Psychologiestudenten zijn geneigd om hier in huis te blijven. Dat is ook niet zo raar, veel mensen komen hier binnen om in deze richting verder te gaan en ik zorg ook dat het pad goed past bij de master."
Vooral het stoppen met studeren en gaan werken lijkt nog een erg onbekend alternatief. Woertman: "Ik heb geen idee waar de bachelors psychologie nu op de arbeidsmarkt terecht zouden kunnen. Dat moet zich nog gaan uitkristalliseren. Misschien is dat over tien jaar wel mogelijk. Het zou me niet verbazen als een aantal sectoren daar op inspringt." Van Gestel ziet voor de rechtenstudenten eventueel mogelijkheden bij verzekeringsbedrijven of overheden: "Je bent in elk geval juridisch geschoold. Maar voor verdere juridische beroepen denk ik dat je toch je master moet halen."
KADER
Bachelor
75 procent major (hoofdrichting) met verplichte vakken en keuzevakken
25 procent profileringsruimte met vrij in te vullen vakken die je bij andere faculteiten, maar ook bij andere universiteiten in binnen- en buitenland kan volgen. De ruimte kan ook gebruikt worden voor een minor, een samenhangend pakket cursussen in een bepaald vakgebied. Met de invulling van de profileringsruimte kan je je voorbereiden op de master die je na je bachelor wil volgen.
De bachelors
Een blijvertje
Karolina van Hulst (21) bachelor biologie, master Sustainable development in Utrecht
Hoe beviel de bachelor?
"Het is mij heel erg goed bevallen. Ik ben weinig praktische problemen tegengekomen. Ik heb de minor kunnen volgen die ik wilde. Dat moest ik wel heel veel voor uitzoeken en alleen daarvoor zou je eigenlijk al een studiepunt moeten krijgen. Een nadeel was dat de periodes bij de faculteiten nog niet gelijk liepen. Daardoor liep ik aanvankelijk een vertraging op. Ik heb mijn bachelor toch in drie jaar kunnen halen, omdat ik in de zomer in Polen vakken heb gevolgd. Dankzij deze minor kon ik wel overstappen naar een master van een andere faculteit."
Wat vond je van het onderwijs?
"In het eerste jaar werd je wel een beetje aan het handje genomen. Maar als ik nu terugkijk vind ik dat biologie een hele degelijke, goede exacte opleiding is. Er was veel aandacht voor wetenschappelijk schrijven. Met presenteren heb ik nog steeds wat moeite. Waar ik nu vooral tegenaan loop, is dat mijn master in het Engels is."
Heb je overwogen op een master aan een andere universiteit te gaan volgen?
"Ik had best naar Wageningen gewild. Dat ik hier ben gebleven is deels uit gemak en omdat ik net een heel sociaal leven heb opgebouwd in Utrecht."
Wat is de waarde van het bachelordiploma?
"Het is een punt om te bedenken: wat nu? Ik denk dat het beter is je dat nu af te vragen dan na je propedeuse, zoals vroeger. Je weet nu wat er is en je kunt nog heel veel doen. Vooral met een exacte opleiding, daarmee kun je veel kanten op. Ik heb deze master gekozen dankzij mijn minor, waarin ik al vakken bij Geowetenschappen volgde. Dat moeten ze echt stimuleren vind ik, het is echt de moeite waard om verder te kijken!"
Voorlopige stopper
Mark Verbeet (22), bachelor sociale geografie & planologie, is nuu een jaar bestuursvoorzitter van studievereniging VUGS.
Wat vond je van je opleiding?
"In het begin vond ik het onderwijs erg klassikaal, veel verplichte aanwezigheid en wekelijkse opdrachten. Dat was even wennen, het was vooral anders dan ik van te voren had gedacht: je had minder vrijheid. Maar er zijn ook veel voordelen; je raakt niet snel achter met dit systeem. In een werkgroep weten ze ook nog eens je naam."
Hoe stond het met de praktische kant?
"Om me in te schrijven voor een vak zat ik soms wel om twaalf uur 's nachts achter m'n pc om me via Osiris in te schrijven, maar ik heb er nooit echt problemen mee gehad. Als je echt graag een vak wil doen moet je er wel wat voor over hebben. Het portfolio is bij ons ook ingevoerd.Niet alles wat daarin moest was even belangrijk. Maar uiteindelijk is er toch een scriptie in te vinden waar men wel naar kijkt en je ziet je persoonlijke vooruitgang en je tutor kijkt ernaar; dat zijn pluspunten. Bovendien is het portfolio sinds een jaar elektronisch, dat heeft de drempel lager gemaakt. "
Wat zijn meer voordelen van het nieuwe systeem?
"In mijn eerste jaar was de keuzevrijheid nog groot, dat vind ik een voordeel. Die vrijheid is nu jammer genoeg ingeperkt."
Wat is voor jou de waarde van het bachelordiploma?
"Het zegt me vrij weinig. Je weet natuurlijk wel veel, maar je bent nog niet gespecialiseerd. Bachelor klinkt ook zo lullig, ik weet niet eens of ik het voor of achter mijn naam moet zetten! Ik heb niet overwogen de arbeidsmarkt op te gaan, mijn studie, planologie, duurt vier jaar en ik ga dat ene jaar zeker nog doen. Ik doe nu eerst een jaar bestuur bij VUGS, dat is een leuke persoonlijke ervaring."
Een doorstromer
Nienke van Stekelenburgh (22), bachelor rechten, master Internationaal en Europees recht in Utrecht
Blij met je diploma?
"Ja, ik ben ook echt naar de uitreiking gegaan, met mijn ouders en zusje. Het is toch niet niks, zo'n afsluiting van drie jaar. Wat ik goed vond aan de opleiding was bijvoorbeeld dat je niet meer eindeloos kunt herkansen. Je wordt gedwongen actief te studeren."
Gedwongen?
"Nou, ik hou wel van mensen die actief met hun studie bezig zijn. Het draagt bij aan de kwaliteit van de cursus als iedereen goed voorbereid is. Maar bij één vak was het zo dat je een punt kreeg -tien procent van je cijfer - als je je opdrachten gemaakt had. Daar heb ik moeite mee, dan lijkt het wel ouderwets huiswerk. Maar anderzijds, je doet het wel."
Last gehad van praktische problemen?
"Ja, veel. Met Osiris, dat was vaak echt een drama: je kwam er niet op en als het wel lukte zat je werkgroep al vol. Maar dit is nu wel opgelost door de invoering van timeslots. Zelf heb ik in het eerste jaar ook niet zulke goede ervaringen gehad met de studieadviseur, die had weinig tijd. Maar volgens mij wordt ook dat inmiddels beter geregeld."
Heb je elders vakken gevolgd?
"Ja, ik heb een vak bij de Utrecht School of Economics en een vak bij Bestuurs- & Organisatiewetenschap gevolgd. Ik vond dat heel goed gaan."
Waarom ben je verder gaan studeren?
"Je kunt denk ik wel de arbeidsmarkt op, maar dat heb ik nooit gewild. Het heeft ook met leeftijd te maken, ik ben pas 22! Alleen een bachelor doen, vind ik eigenlijk zonde."
Een overstapper
Leon Laureij (23), bachelor algemene socialewetenschappen, master Rhetoric, argumentation and philosophy aan de Universiteit van Amsterdam
Beviel de bachelor in Utrecht?
"Ik vond het fijn om zelf de bachelor samen te kunnen stellen. Ik heb een minor methodenleer en statistiek gedaan en twee keuzevakken bij andere faculteiten; filosofie en letteren. Ik heb ervan geprofiteerd dat je zoveel verschillende dingen kan doen. Dat zit ook wel in ASW; je moet een brede blik hebben."
Heb je nadelen ondervonden?
"Aan het eind van ons eerste jaar hadden we een vak over beleid en aan het eind van het tweede jaar weer. Er zat ontzettend veel overlap in. Dat bleek te komen doordat ze na het eerste bachelorjaar zaken veranderd hadden die meteen ook werden doorgevoerd in het tweede jaar. Dat was wel het meest in het oog springende. Het portfolio had ook last van kinderziekte. Online werkte het eerst ook niet. Uiteindelijk stelde het bij ons nog weinig voor. Maar als het goed ingevuld wordt en docenten begrijpen waarvoor het is, dan kan het wel een voordeel hebben."
Waarom heb je nu voor Amsterdam gekozen?
"Ik wilde graag een onderzoeksmaster doen. Toen heb ik gekeken wat er in Utrecht was. Bij ASW richt de onderzoeksmaster zich op etnische minderheden, wat me niet zo aansprak en bij sociologie vond ik de benadering te empirisch. Tijdens de bachelor ben ik enthousiast geraakt over taalfilosofie. Deze master brengt dat in de praktijk via argumentatieanalyse."
Al verhuisd?
"Ik heb net een kamer in Amsterdam gevonden. Dat had ik eigenlijk niet verwacht. Het is me een beetje in de schoot geworpen. Ik vond Utrecht prima. Het was ook best een stap om te verhuizen."
Een doorstromer
Jos Akkermans (21), (cum laude) bachelor organisatiepsychologie, master Organisatiepsychologie in Utrecht
Wat heb jij gemerkt van de invoering van de bachelor?
"Vanaf het begin was het duidelijk dat we proefkonijnen waren. Bijvoorbeeld door administratieve dingen die niet klopten of doordat er meer studenten waren dan er in een collegezaal pasten. Maar ik doe daar nooit zo moeilijk over. Misschien komt het ook niet alleen door de bachelor, maar ook omdat psychologie zo'n grote opleiding is."
Wat vond je van je opleiding?
"Inhoudelijk had ik meer uitdaging verwacht. Ik ben er behoorlijk moeiteloos doorheen gekomen. In vergelijking met de middelbare school was het wel anders; je was bijvoorbeeld twee dagen vrij. Aan de andere kant waren er vooral in het eerste jaar veel verplichte werkgroepen, colleges en 'huiswerk'."
Hoe heb je het 'kleinschalige & activerende onderwijs' ervaren?
"Ik vond het wel eens betuttelend, maar veel mensen hebben dat nodig. Het 'moeten' is soms vervelend, maar je leert er wel van. Ik voelde me het eerste jaar nog wel een nummertje. Je kon wel gedag zeggen tegen een docent, maar die kende jou toch meestal niet. In het tweede en derde jaar werd dat wel wat beter, dan bouw je ook contacten op met bepaalde docenten. In het begin hadden we ook wel een studieloopbaanbegeleider, maar die hebben we na twee maanden nooit meer gezien. Ik heb nooit een tutor gehad. Het portfolio is in ons jaar behoorlijk in het water gevallen, omdat daar geen begeleiding voor was. Dat vind ik allemaal wel slecht."
Wat ga je nu doen?
"Voor mij stond van te voren vast dat ik een master ging doen. Ik heb ook het gevoel dat een werkgever meer aan een hbo'er heeft dan aan een bachelor; die heeft vaak alleen maar theoretische kennis. Ik zou niet weten wat ik zou moeten doen. Voor mij is de bachelor geen doel, maar een middel. Het is wel een goeie backup, je hebt in ieder geval een papiertje dat je de eerste drie jaar goed afgesloten hebt."