Gebruikers ervaren het downloaden van muziek niet als diefstal
P2P is de nachtmerrie van de muziekindustrie
Rinze Benedictus
Het downloaden en aanbieden van muziek mag dan wel niet, studenten laten zich daar niet door weerhouden. Het uitwisselen van muziek is niet te stoppen. Wat kan, dat mag.
Badend in het zweet worden muzikanten, cd-verkopers en bazen van platenmaatschappijen 's nachts wakker van deze nachtmerrie. Een nachtmerrie die steeds vaker werkelijkheid wordt. Cd-verkopen dalen en de schuldige is natuurlijk peer-to-peer, ofwel p2p. Dit is software die het mogelijk maakt bestanden uit te wisselen met iedereen die het programma ook op zijn computer heeft geïnstalleerd. Binnen enkele minuten, soms al binnen luttele seconden, is het binnenhalen van een muzieknummer via zo'n p2p-programma voltooid. Dan heb je een mp3-bestand van relatief weinig megabytes, dat in kwaliteit slechts iets onderdoet voor de cd. Bij Kazaa zijn op een willekeurige dinsdagavond ruim vier miljoen gebruikers online, die samen meer dan 700 miljoen bestanden delen, voornamelijk muziek, films, porno en software.
Er is één probleem: het aanbieden van muziek op internet is verboden vanwege de auteursrechtelijke bescherming.In Nederland is het downloaden (in tegenstelling tot het aanbieden) overigens weer wel toegestaan, terwijl buurland Duitsland de Europese regelgeving anders interpreteert en ook het downloaden verbiedt net als in de Verenigde Staten.
Zanger Fred Durst en zijn band Limp Bizkit hebben geld geïnvesteerd en maanden, misschien wel jaren, gewerkt aan de cd 'Results may vary. Logischerwijs willen ze daar graag aan verdienen. Downloaden doorkruist dat. Daarmee legt p2p de bijl aan de wortel van de muziekindustrie. Aldus de argumentatie van onder andere de muziekindustrie en de auteursrechtenorganisatie Buma/Stemra, die in Nederland verenigd zijn in Stichting BREIN.
Of zoals Kris Wauters (de broer van) van de Belgische band Clouseau schrijft op zijn website. "Niemand schijnt zich te realiseren dat vele muzikanten die niet in succesvolle bands spelen écht zware problemen kunnen krijgen door het downloaden en kopiëren. Dat vele kleine platenlabels, met mensen die eigen geld investeren in muzikaal interessante en avontuurlijke producties, de boeken moeten sluiten en dat een hoop originele en vernieuwende muziek geen kans meer krijgt."
Diefstal?
Het échte probleem van p2p is dat gebruikers het downloaden van muziek niet als diefstal ervaren. Een elektronicazaak binnenlopen, een plat beeldscherm uit de schappen pakken en wegrennen - dát is diefstal. Dat mag niet. Maar het 'mijn en dijn'-begrip vervaagt al als het gaat over fietsendiefstal - iets waar elke student over kan meepraten. Voor vijf of tien euro een fiets kopen van een junk is overduidelijk heling, die fiets is net gejat van een andere student. Toch zullen velen het weleens gedaan hebben. Vooral mensen van wie al eens een fiets gestolen is, zijn hier flexibel in. Sommige studenten stelen zelf wel eens een fiets 'terug'. Daar kijkt ook niemand van op. De sociale norm lijkt te zijn: "Een nieuwe fiets gekocht voor 400 euro? Ben je gek geworden of zo?"
Deze morele vervaging is door te trekken naar p2p. "With music file sharing, you have a cultural norm that is being established by what is technologically possible," zegt Daniel Weitzner, medewerker van het World Wide Web Consortium, in The New York Times. "That is very hard to resist."
Met andere woorden: muziek downloaden mág omdat het kán. En 'mag' is hier niet juridisch bedoeld, maar betekent 'sociaal geaccepteerd'. Als iedereen om je heen muziek downloadt, dan ga jij geen zakken met euro's neertellen voor diezelfde muziek. Je lijkt wel gek als je nog cd's koopt.
Rechtszaken
In de Verenigde Staten is de RIAA, de Amerikaanse Buma/Stemra, inmiddels begonnen met het vervolgen van Kazaa-gebruikers. Met succes. De eerste van de 261 aangeklaagden hebben al een schikking getroffen. Voor tweeduizend dollar heeft een twaalfjarige scholiere uit New York bijvoorbeeld begin september de rechtsvervolging afgekocht.
De vlotte schikking heeft twee kanten, analyseert een redacteur van de online nieuwssite ZDNet. Het geeft aan dat de botte juridische bijl die de RIAA hanteert goed werkt. Maar het brengt wel een PR-risico met zich mee. Hoewel de RIAA en de muziekindustrie in hun recht staan, hebben ze een slecht imago. Steenrijke muzikanten die klagen over diefstal, platenmaatschappijen die de prijs van cd's hoog houden en kleine meisjes die tweeduizend dollar moeten betalen.
"Die lui hebben toch geld zat" is een vaak gehoorde pseudo-rechtvaardiging voor het illegaal downloaden. Maar die motivatie gebruikt niemand bij de fabrikant van de - moeilijk te stelen - platte beeldschermen. Toch is het juridische succes van de RIAA geen lang leven beschoren. De technologische vooruitgang zal de auteursrechten inhalen. Muziekuitwisseldienst Napster werd gesloten en Kazaa stond op. Het nadeel van Kazaa is dat gebruikers te traceren zijn (via hun IP-adres). Ook dat is overkomelijk. Het bedrijfje Earth Station Five, gevestigd op de Westelijke Jordaanoever, belooft zijn gebruikers anonimiteit bij het uitwisselen van muziek en andere bestanden. Het programma werd in negentig uur meer dan zestien miljoen keer gedownload toen de RIAA begon met de vervolging van p2p-gebruikers. Het bedrijfsmotto van ES5 luidt: "Resistance is futile."
Internetbelasting
Wat is dan de oplossing? Een blik op de toekomst laat misschien de iTunes Music Store van Apple zien. Voor 99 dollarcent per stuk kunnen internetters (vooralsnog alleen in Amerika) uit een collectie van tweehonderdduizend liedjes kopen en downloaden. Zo'n winkel zou waarschijnlijk - met een nog lagere prijs en een veel groter aanbod - erg succesvol kunnen zijn.
Zo'n initiatief gaat in januari ook van start aan de Pennsylvania State University in de Verenigde Staten. Alle 18.000 studenten krijgen dan via de herboren muziekdeelservice Napster toegang tot een half miljoen liedjes. Beluisteren is gratis, permanent opslaan kost 99 dollarcent. Sommige studenten klagen over de huurverhoging die noodzakelijk is om deze service te kunnen financieren. Toch lijkt het initiatief een goede manier om te zorgen dat ook studenten - notoire muziekdelers die vaak beschikken over gesponsord snel internet - zich weer aan de wet gaan houden.
Een stap verder gaat William Fisher, hoogleraar rechten aan Harvard University. In The New York Times laat hij weten dat we moeten accepteren dat p2p er is, de tandpasta kan nu eenmaal niet meer terug in de tube. Fisher stelt voor om een 'internetbelasting' te heffen. Net zoals er nu een auteursrechtenheffing zit op lege cd's, stelt Fisher voor om op internettoegang én op cd-branders en dergelijke vijftien procent belasting te heffen. Het geïnde geld gaat naar de muziekindustrie. Dit idee maakt overigens het downloaden en aanbieden nog niet legaal.
Fijntjes wijst Fisher erop dat de muziekindustrie ook op haar achterste benen stond, toen de populariteit van de radio sinds 1920 toenam. Beschermde liedjes zomaar de ether ingeblazen! De oplossing was dat radiomakers een vergoeding voor de uitgezonden muziek betaalden aan de muziekindustrie. Het is maar een vergelijking en de ideeën van Fisher zijn niet dé oplossing. Het zal daarom nog wel even zoeken zijn naar een levensvatbaar business model voor online-muziek.
Auteursrechtdeskundige Grosheide: "Eigen schuld" @BroodAchtergrond:Voor een deel is de 'muziek-piraterij' de schuld van de industrie zelf, stelt auteursrechtdeskundige professor Willem Grosheide van het Utrechtse Molengraaf Instituut voor Privaatrecht. Afgelopen augustus hield hij over dit onderwerp een lezing op het internationale Atrip-congres, dat handelde over intellectueel eigendom, in Tokyo.
Hij stelt dat de muziekindustrie niet levert wat klanten willen: betaalbare muziek. In plaats van goedkope losse nummers moeten klanten dure albums aanschaffen. Dat werkt gratis - maar illegaal - downloaden in de hand. Terwijl burgers heus geen piraten zijn, ze willen zich best aan de wet houden. "De echte freaks haal je er toch niet uit, net als bepaalde groepen, bijvoorbeeld scholieren. Maar het gewone volk, waar ik mezelf toe reken, wil best betalen voor muziek." Grosheide verwijt de muziekindustrie te veel als een 'koopman' met haar rechten om te gaan, alles draait om de centen. "Maar het gaat wél om de verspreiding van cultuurproducten. Aan auteursrechten zit ook een culturele dimensie, het gaat niet alleen om geld verdienen." Maar als op internet muziek gratis verkrijgbaar is, dan werkt dat toch zeer ontmoedigend voor beginnende bands? "Dat is inderdaad het meest gebruikte argument," reageert Grosheide geroutineerd. "Maar het is nog nooit overtuigend bewezen dat het ook echt een ontmoedigend effect heeft. En neem nou het fotokopieerapparaat: toen dat uitgevonden werd, riepen uitgeverijen: dit wordt onze dood. Het is natuurlijk niet zo gegaan. Niemand kopieert romans, die wil je gewoon hebben."
In tegenstelling tot in de Verenigde Staten worden in Nederland kleinschalige p2p-gebruikers niet juridisch vervolgd. De stichting BREIN, belangenbehartiger van de Nederlandse muziekindustrie, is ook niet van plan daarmee te beginnen: "Bij gebrek aan legaal alternatief" zei directeur Kuik opmerkelijk genoeg in september. Grosheide is het daar van harte mee eens. "Pas als de muziekindustrie alles op orde heeft, is er geen reden meer om muziek te delen. Pas dan moet het worden aangepakt."
Downloadende studenten
Het wordt Utrechtse studenten erg makkelijk gemaakt om mee te doen aan p2p-netwerken. Alle studenten die in studentencomplexen van woningbouwvereniging SSH wonen hebben namelijk voor een minimale huurverhoging de afgelopen jaren de beschikking gekregen over een van de snelste interverbindingen die in Nederland verkrijgbaar zijn. Aan het aantal gedownloade megabytes valt af te lezen dat het SSH-net zonder twijfel het meest gebruikt wordt voor het al dan niet legaal downloaden van muziek, films, porno en software. In al haar onschuld schrijft SSH in het jaarverslag van 2002: "De deelname bij de start heeft onze stoutste verwachtingen overtroffen. Het supersnelle internet is een zeer gewaardeerde kwaliteitstoevoeging aan de woonruimte."
In hoeverre houden studenten, wel of niet SSH-bewoners, zich actief bezig met downloaden? En zijn ze zich bewust van het illegale aspect?
Frank van Meurs (25), student cognitieve kunstmatige intelligentie: "Ik download zo veilig mogelijk, zodat ik de kans verklein om gepakt te worden. Ik gebruik direct connect en niet een programma als Kazaa, dat is te gevaarlijk. Het feit dat ik een supersnelle internetverbinding heb, is absoluut de reden waarom ik zoveel films en muziek download. Maar ik zie het vooral ook als promotiemateriaal; als ik een cd echt heel mooi vind, koop ik 'm in de winkel. Dat ben je wel aan de artiesten verschuldigd."
Lennert van Dien (18), student sociale geografie: "Ik weet dat het downloaden van programmaatjes als Microsoft Office illegaal is, maar daar maak ik me niet druk om. Ik denk dat ze mij niet zo snel zullen betrappen. Het downloaden is puur voor eigen gebruik, ik handel er niet in."
Wouter Pardijs (23), student biologie: "Ik heb op dit moment een heel trage internetverbinding, dus ik kan nu geen muziek downloaden. Als ik wel een snelle verbinding had, zou ik er geen moeite mee hebben om muziek te downloaden. Er wordt namelijk afgrijselijk veel geld verdiend in de muziekindustrie. Ik snap wel dat het tegen de wet is, maar ik vind dat het moreel moeilijk te verdedigen is.
Rinze Benedictus/Floor Tinga