Oud-U-bladmedewerkers over het weekblad uit hun tijd
Deze week verschijnt 'Een geschiedenis van het U-blad'. Historicus Kees Ribbens onderzocht dertig jaar Utrechtse universitaire journalistiek en overzag het spanningsveld tussen eigengereide journalisten, hautaine bestuurders en wereldvreemde wetenschappers. Het U-blad vroeg vier oud-medewerkers onder wie Amerikacorrespondent Charles Groenhuijsen naar hun herinneringen.
'Kritisch? Het sfeertje op het U-blad was heel erg jaren-zeventig toen ik er werkte. Dat moest ook in die tijd, want we waren aan het professionaliseren.
Journalistiek is argwaan. Kritisch tegenover de gezagsdragers, de betweters,
de baasjes. Spreiding van macht, werk en inkomen enzo. De journalist was
daar voor. En daarom moesten we vooral haves controleren opdat zij genoeg
wilden delen met de have-nots. Zelfs binnen zo'n kleine gemeenschap als de toen nog hetende Rijksuniversiteit Utrecht was de polarisatie heftig. De vijand was overal: onder bestuurders, onder conservatieve geleerden die niet 'maatschappelijk relevant' de wetenschap bedreven en onder rechtse studentenverenigingen. We hadden er onze handen aan vol.
Herinnering? Een foto waar ik in elk geval nog steeds erg op gesteld ben, is de foto van professor Quispel die het verkeer tegenhoudt na de viering van de Dies in de Janskerk in maart 1982. Omdat een Dies weinig spectaculairs oplevert en elke jaar volgens hetzelfde plan verloopt, ben je als fotograaf gauw uitgekeken - tenzij je genoegen neemt met obligate momenten: toespraak, eredoctoraten, zang, en dergelijke. Als onafhankelijk en kritisch fotojournalist wil je tot de kern doordringen! Wat bespeur ik achter de façade van mooie woorden en gepaste rituelen? Na afloop van de plechtigheid is er geen cortège meer en geen agent die het verkeer voor de weledelzeergeleerden tegenhoudt. Maar de ambtskleding van Quispel gaf hemzelf in ieder geval voldoende moed om zich een eigen weg te verschaffen naar de overzijde van het Janskerkhof. Het leuke aan de foto is dat de vrouw van de collega van Quispel de automobilist vriendelijk bedankt, waarschijnlijk, zo lijkt mij, ontgaat het haar even dat de chauffeur geen enkele keus werd gelaten. Mevrouw Quispel heeft de fotograaf in de gaten en wat zal ze gedacht hebben....
Martijn van Calmthout, tussen 1984 en 1988 wetenschapsjournalist van het U-blad, nu chef wetenschap van dablad de Volkskrant schrijft:
'Kritisch? Het U-blad was in die tijd nog allergisch voor de macht, en omgekeerd. Zoals dat in mijn ogen hoort in de journalistiek. Hoogtepunt: de affaire die we maakten van de dienstauto met chauffeur die aantredend collegevoorzitter Veldhuis als secundaire arbeidsvoorwaarde eiste. Een zaak van niks, maar ik zie het een Universitaire Dienst als het huidige U-blad toch niet meer gauw doen. We hadden de ambitie om ECHTE JOURNALISTIEK te bedrijven, we wilden de landelijke dagbladen voor zijn, mooier schrijven dan alle anderen, beter tekenen, beter fotograferen. In elk geval het beste universiteitsblad van Nederland maken. Razend waren we als er weer eens iemand het U-blad een “studentenblaadje” noemde. Waren ze nou helemaal.
'Herinnering? Mijn eerste reportage, over het Bureau van de Universiteit, dat ging verhuizen van de binnenstad naar De Uithof. Een meesterstuk, minder had ik van mezelf niet geeist. En omdat ik daar niet uitkwam, maakte ik er maar een pastiche op Kafka van, een halfverzonnen verhaal dat meer over mijn verwarring in het kamertjesdoolhof aan de gracht zei dan over het Bureau. Maar het waagstuk werd met enthousiasme ontvangen, hetgeen mijn blijvende voorliefde voor eigenzinnige journalistiek wellicht verklaart.
'En vorige maand overleed de Belgische Nobelprijswinnaar Ilja Prigogine, een chemicus die schreef over orde en chaos in de jaren dat dat net trendy begin te worden. Erik Hardeman en ik reisden ooit naar Eindhoven om de man te interviewen tijdens een lunch, voorafgaand aan de lezing die hij er zou houden. Mijn eerste Nobelprijswinnaar praatte met zijn mond vol en gebruikte plakjes kaas om zijn verhaal te verduidelijken. Zo mooi konden echte wetenschappers nou zijn, realiseerde ik me dankbaar. Waar hij het precies over had, deed er op dat moment eigenlijk niet eens toe. We hadden een prachtig verhaal, en daar ging het om.
Malou van Hintum, nu chef specials bij opinieweekblad Vrij Nederland schrijft:
'Kritisch? Hoe kritisch het U-Blad was, weet ik eerlijk gezegd ook niet meer. Sander van Walsum, destijds de hoofdredacteur, nu Volkskrantredacteur, was natuurlijk een echt aardige, enigszins geaffecteerd sprekende jongen met een strikje en een enthousiast barok taalgebruik. Op het oog geen rebel, al was hij wel temperamentvol. Ooit smeet hij woedend een halfopen pak roomboter tegen de ruiten (maar op wie of wat die kwaadheid nou was gericht? De bron daarvoor lag wel buiten de barakken, staat me bij). Die boter schoof langzaam over de ruit heen naar beneden, richting vloer. Een vette streep op het glas achterlatend.
'Herinnering? Ik kan me nog één verhaal goed herinneren, dat ging over een psycholoog die met zijn studenten een soort haptonomie oefende - het heette beslist anders, hoor. Het ging om een workshop waarbij de studenten deels uit de kleren moesten en die daarom achter gesloten deuren werd gehouden. Sjef Czyzewski, die op de faculteit destijds één of andere managersfunctie uitoefende, stak daar een stokje voor. Ik naar Czyzewski toe. Die ging
mij, gezeten onder een megagrote foto van een pin-up, uitleggen dat dit toch
echt niet door de beugel kon. Heel komisch, zo'n man die onder een paar
vooruitgestoken blote borsten gaat uitleggen wat een vieze smeerlap (mijn
woorden) de docent in kwestie wel niet is. En naderhand mopperen natuurlijk
dat ik die pin-up in dat stukje noemde. Want dat kwam niet goed over. Nee,
inderdaad.'
Charles Groenhuijsen, vanaf 1974 freelancer bij het U-blad, nu
NOS-correspondent in Washington via de telefoon:
Kritisch? "De invloed van extreem links binnen de redactie was werkelijk
verontrustend. Veel redacteuren waren CPN'ers en de krant verkondigde vaak
letterlijk de waarheid van de studentenbond USF. Andere standpunten werden
niet geduld. Zelf was ik niet zo van de klassenstrijd. Ik was PvdA-stemmer
en dan zat ik nog eerder op de rechter dan op de linkervleugel. Bovendien
vond ik die eenzijdige berichtgeving niet professioneel. Van mij mag je
best propaganda bedrijven, maar niet op kosten van de universiteit. Ik ben
vaak het gevecht aangegaan. Dan kreeg ik weer een emmer bagger over me heen
in het blad van de USF. Ooit hebben ze nog een foto gepubliceerd die ze
eerder hadden weggehaald van de redactie. Je ziet mij tijdens een interview
met de toenmalige minister Marcel van Dam. 'Zie je wel', schreven ze 'die schandelijke Groenhuijsen op schoot bij de macht."
Herinnering? "Wat me nog bijstaat was dat ik om de haverklap werd gebeld
met de mededeling dat er een bezetting gaande was. Ik werkte toen ook al
voor de Volkskrant, ik was een soort eenmanspersbureautje. Dan kreeg je te
horen dat er weer een of andere reactionaire navo-hoogleraar was aangesteld
en dat de bezetting toch wel zeker een stuk in het U-blad of in de
Volkskrant verdiende. Ik vond die acties toen al een afgekloven middel.
Vaak zag je ook dat ze op donderdag begonnen en op vrijdag werden
afgebroken omdat iedereen dan weer met de was naar moeder moest. Ik had er
dan enige schik in om te vragen of ze een aantal dagen later nog eens terug
wilde bellen, want het moest wel een serieuze bezetting zijn wilde de
kranten het melden. Daar werden ze dan pissig van. Ik vond het wel
grappig." (XB)
Het boek 'Universitaire journalistiek tussen onafhankelijkheid en informatievoorziening' is tussen 16 juni en 2 juli tegen een gereduceerd tarief van 14.95 euro te verkrijgen op het redactieadres.