Achtergrond

'Ik ben iets nieuws in de wijk'

De Utrechtse student Wouter Servaas wist nauwelijkswaar hij terecht kwam, toen hij voor zin afstudeerscriptie naar deBraziliaanse stad Porto Alegre reisde. Wat hij er tot nu toeopstak, is dat er behalve verschillen ook overeenkomsten zijntussen kinderen en politiek in Nederland en Brazilie: "Kinderenvoelen zich betrokken als hun ouders dat zijn."

Net een week was Wouter Servaas in het land. Hij was nognauwelijks bekomen van vijftien uur vliegen met de Braziliaansevliegtuigmaatschappij en van zijn eerste gewenningsproblemen aanhet exotische voedsel. Van de lijst namen van mensen die hem kondenhelpen bij zijn afstudeeronderzoek die hij van zijn docent hadgekregen, had hij er nog maar een paar gebeld. Een daarvan wasPaulo Garcia van de gemeente Porto Alegre. Hij nam hem mee naar eenwijkfeest in Cristal, een van de armere wijken in deZuid-Braziliaanse stad. Om mensen te ontmoeten onder wie hijonderzoek ging doen, maar vooral toch voor de gezelligheid. DachtWouter.

In de loop van de avond betrad Garcia een podium, waar zo'nveertig kinderen en hun ouders zich voor verzamelden. Hij reikteprijzen uit aan de winnaars van een sportevenement. Direct daarna -het gejuich was nog nauwelijks verstond - vroeg hij nog even deaandacht. "Ik wil jullie aan iemand voorstellen," riep hij. Dit isWouter Servaas, student uit Nederland. Hij wil jullie wat zeggen."Wouter schrok maar kon niet meer terug. Hij beklom het podium enstelde zich voor: "Ik ben hier omdat ik benieuwd ben hoe het voorjullie is om hier te wonen." Hij hoopte dat er vervolgens een paarkinderen naar hem toe zouden om te vragen wat hij nu precies wildeweten. Dat pakte anders uit.

"Ik was het podium nog niet af, of er stond een hele groepkinderen om me heen," zegt de Utrechtse antropologiestudentachteraf, op een terrasje in de stad. "Ze kwamen niet mijn vragenbeantwoorden, maar begonnen mij te ondervragen. 'Hoe is het inNederland?', 'Waarom ben je hier?', 'Heb je een vriendin?'. En toenze eenmaal in de gaten hadden dat ik een fototoestel bij me had,waren ze niet meer van me af te slaan. Iedereen wilde op de foto.Paulo lachte zich een breuk. Die wist dat dit zou gebeuren."

Kinderen

Zijn kennismaking met de Braziliaanse stad was niet zoals hijhad verwacht. Hij wist dat hij in een totaal andere wereld terechtzou komen, maar dat was ook zo'n beetje het enige wat Wouter wist,toen hij eind september Nederland verliet. Hij was naar PortoAlegre gekomen, om het unieke politieke systeem te bestuderen: hetparticipatief budgetsysteem. In tweewekelijkse vergaderingen, kaniedereen die in Porto Alegre woont, meebeslissen over de bestedingvan het gemeentebudget. Wouters scriptiebegeleider Kees Konings,had verteld dat het politieke systeem van Porto Alegre niemanduitsluit. Wouter kwam toen net terug van een uitwisselingsprojectin Canada, waar hij gestudeerd had bij de vakgroep 'Child &Youth Studies' en waar hij had kennisgemaakt met deonderzoeksmethode van de 'Third Voice'. Binnen die methode laat deonderzoeker de mensen waar hij onderzoek naar doetmee-analyseren.

"Als ze in Porto Alegre zeggen dat iedereen betrokken wordt bijde politiek", vroeg Wouter zich af, "hoe zit dat dan met dekinderen en jongeren? Kunnen ook zij meepraten? Hebben zij invloedop wat er in de stad gebeurt en op de voorzieningen die er voor henzijn of komen?" Aangezien kinderen en jongeren zelden onderwerpzijn van Nederlands antropologisch onderzoek, wilde hij juist datonderzoeken. Volgens de methode van Third Voice: en dus vooral doormet kinderen en jongeren zelf te praten. Om het zichzelf niet al temoeilijk te maken, besloot hij zich te richten op de leeftijdsgroepvan tien tot achttien jaar.

Waakhonden

Nu hij hier eenmaal is, merkt Wouter dat de paar ideeen die hijverder van Brazilie had wel aardig kloppen. Een gespleten wereldverwachtte hij, met grote verschillen tussen arm en rijk. De eerstetijd dat hij in Poro Alegre was, leek hem dat wel mee tevallen.

De verschillen tussen arm en rijk zijn in Zuid-Brazilie mindergroot dan in andere delen van het land. Het centrum van PortoAlegre kan een mooi stadje in Portugal zijn en de levensstandaardis er behoorlijk. Pas toen hij zelf in de arme wijk Cristal gingwonen, herkende hij wat hij verwachtte: "Er staan hier 'rijkehuizen', van steen, beschermd door hoge hekken, schrikdraad enwaakhonden maar ook kleine huizen van timmerhout, aan onverhardestraten." Echte sloppenwijken vind je er niet, had Koonings Wouteral gezegd. Toch is hij weleens geschrokken van de armoede. "In eenwijk als Cristal merk je dat je in de derde wereld bent. Dat erveel kinderen over straat zwerven is een ding. Maar dat ze met hunhanden karton uit vuilniszakken halen, om door te verkopen en vante leven, dat is schokkend. Dan zie dat het Nederlandse idee - datkinderen recht hebben op kind-zijn en dus vooral spelen en naarschoolgaan - hier niet opgaat. Sommige kinderen moeten werken om teoverleven."

Voor zijn gevoel gaat zijn onderzoek maar traag. "Misschienvooral omdat ik pas zo laat een kamer vond in de wijk waar ikonderzoek doe. Tot die tijd zat ik in een hotel in het centrum. Hetzoeken naar een kamer verliep veel moeizamer dan ik had verwacht;elke keer als iemand me wat aanbood, bleek dat even later niet meerdoor te gaan. En ik wilde niet met mijn eigenlijke onderzoekbeginnen, voordat ik in Cristal woonde."

Voor het onderzoek moet hij eerst het vertrouwen winnen van dekinderen en hun ouders. "Dat lukt niet als ik af en toe even eenpaar uurtjes in de wijk ben en wat kinderen probeer te spreken."Zijn ervaring op het wijkfeest was een goede les. Hij kan daar nogsteeds niet echt om lachen maar begrijpt het wel. "Ik ben ietsnieuws in zo'n wijk. Er komt daar nooit iemand uit Nederland. Pasals ze mij hebben uitgevraagd en een beetje aan me gewend zijn, zalhet me lukken om af en toe rustig met ze te praten."

Tot nu toe heeft Wouter daarom vooral met volwassen deskundigengesproken: mensen uit de politiek en gemeente, mensen uit hetonderwijs, welzijnsorganisaties, instellingen voor buitenschoolseopvang en mensen van de plaatselijke universiteit. Uit degesprekken maakt hij op dat het met de participatie van kinderen inde politiek in Porto Alegre niet heel anders is dan in Nederland.Ze mogen pas vanaf hun zestiende meedoen aan de vergaderingen vanhet participatief budgetsysteem. Op de vergadering waar Wouter isgaan kijken, waren de meeste deelnemers dertig jaar of ouder."Kinderen voelen zich bij de politiek betrokken als ze dat van huisuit hebben meegekregen," weet hij als zoon van defractievoorzitster van de PvdA in de gemeenteraad van Uden. Er zijner genoeg die het helemaal niets interesseert. Maar ik verwacht dater veel kinderen hier een realistisch beeld hebben van wat depolitiek is en kan, juist door de manier waarop deze stad bestuurdwordt, veel mensen bij de politiek betrokken zijn."

Het participerend budgetssteem is weliswaar een zeerprogressieve vorm van democratie. Maar hoewel Porto Alegre alveertien jaar volgens dat systeem wordt bestuurd, merk je datBrazilie nog maar een korte democratische traditie heeft. "Ik beneen politiek-freak, dus via het internet blijf ik de Nederlandsepolitiek volgen. Toen ik een paar mensen hier vertelde dat hetNederlandse kabinet was gevallen, was hun eerste reactie: "Wieheeft de staatsgreep gepleegd?" Ik stond daar wel van tekijken."

Anke Welten

Knoops

Klinisch

De Universiteit Twente kan in september 2003 beginnen metklinische technologie. De nieuwe geneeskunde-opleiding mag echterniet in het vaarwater van de bestaande acht gaan zitten. Vandaar deandere naam, schrijven de staatssecretarissen Nijs (onderwijs) enRoss-van Dorp (volksgezondheid) in een brief aan de UT. Deafgestudeerden mogen de titel ir. voeren. Ze gaan technischeondersteuning geven bij bijvoorbeeld robotoperaties.

Geld

De Universiteit Maastricht krijgt extra geld voor onderzoek.Staatssecretaris Nijs heeft beloofd daar bij haar opvolger op aante dringen. In een persbericht zegt de Universiteit Maastrichtenkele tientallen miljoenen euro's per jaar extra uit Den Haag teverwachten. Dat geld is bedoeld voor het wetenschappelijkonderzoek. Geld daarvoor wordt onder de universiteiten verdeeld opgrond van kwaliteit, maar ook op historische gronden. Jonge, snelgegroeide universiteiten zoals die in Maastricht, Rotterdam,Tilburg en

Twente hebben daarom een achterstand. Nijs' voorganger Hermanshad al toegezegd het systeem voor onderzoeksfinancieringrechtvaardiger te maken.

Studiestad

De universiteit trekt de komende drie jaar ruim 50.000 euro uitvoor een vervolg van het project Utrecht Studiestad. Uit eenevaluatie van het project, dat in 1999 is gestart om de bekendheidvan de studiemogelijkheden in Utrecht onder scholieren tevergroten, blijkt dat dit doel is bereikt. De jaarlijkseStudieneurs en vooral de nieuwe website blijkt met 31.000 bezoekersper jaar een succes. Om de vruchten van dit succes te plukken, moethet project zeker nog drie jaar worden voortgezet. Zowel degemeente Utrecht als de universiteit en de Utrechtse hogescholenhebben inmiddels besloten nog drie jaar ermee door te gaan.

Ploeteren voor de rock 'n' roll

Escortgirls, heroine spuiten, hotelkamers trashen...het is er niet bij voor Utrechtse studentenbands. Studenten moetentegenwoordig zo vaak verplicht naar college en zo hard werken omhun studiefinanciering aan te vullen, dat het eigenlijk een wonderis dat ze ueberhaupt nog aan muziek toekomen. Het U-blad ging langsbij zes vertegenwoordigers van het Utrechtsebandjescircuit.

De wereld van Utrechtse gitaarbandjes is klein. Niet alle bandszijn even goed bevriend, maar ze kennen elkaar allemaal wel. Van deuniversiteit, uit de oefenruimtes van dB's nabij de Croeselaan ofvan de provinciale danwel lokale popcompetities Het Geheim vanUtrecht en Het Uur U. Na oeverloos ploeteren op kleine podiaeindigen deze wedstrijden met grote finales in zalen als Ekko enTivoli. De bands hebben gemengde gevoelens over de competities.Casiotone Nation werd vorig jaar vierde in het Geheim van Utrechtvan wie nummer 1 wordt uitgezonden naar de Grote Prijs vanNederland. Drummer Jeroen: "Bij avonden met een wedstrijd word jeer vaak tussengepropt. Dan speel je met slecht geluid en eenslechte opstelling. Ze zijn natuurlijk wel nuttig: je doet ervaringen naamsbekendheid op, en je komt op plaatsen waar je anders nietzou kunnen spelen."

Helaas is de belangstelling meestal niet zo groot. "Het publiekbestaat bijna altijd uit de andere bands die die avond optreden,"aldus de veteranen van Gloricz Jim. "Negen van de tien keer sta jevoor muzikanten te spelen." Sommige bands vinden dan ook dat zalenmeer lef moeten hebben met het programmeren van live-muziek. Dejongens van Zola zijn het zat om op woensdagen voor tweeenhalve manen een paardenkop te spelen: "Zalen durven nooit bands op dedonderdag- of zaterdagavond te programmeren. Ze denken dat mensenliever op een cd dansen."

De leden van 6 of Your Best Friends, de enige band in ditverhaal met een aantal niet-studenten, hebben daarom het heft ineigen handen genomen. Voor hun was de maat vol toen hun hiphop-actgevolgd werd door een optreden van een smartlappenzanger: "Wijvonden het jammer dat er na een optreden nooit een dj komt die opje muziek aansluit. Daarom hebben we zelf een avond georganiseerdin het SJU-huis: The Groovement. We speelden met Casiotone Nationen daarna draaiden er bevriende dj's. Het was zo'n succes dat weThe Groovement sindsdien in Tivoli organiseren, binnenkort voor devierde keer."

Veel bands worden geplaagd door chronisch geldgebrek. Nietalleen repeteren is duur, om optredens te ritselen heb je ook eengoede demo nodig en het maken daarvan is nog veel duurder. Aanoptredens zelf wordt bovendien bitter weinig verdiend. Zo speeldeGloricz Jim voor zestig euro in het voorprogramma van Di-rect,terwijl Di-rect zelf vierduizend euro toucheerde. Maar als er metmuziek geen droog brood te verdienen valt, waar doen ze het vanvoor?

De bands schamen zich er niet voor het aloude cliche van stal tehalen. "We hoeven niet rijk of beroemd te worden, het belangrijksteis dat we onze eigen muziek blijven maken," zo verklaren delangharige leden van Leech. Bij hun collega's van MiC gaat hetvooral om de lol. "Stiekem dromen we wel van meer", vertelt zanherBart, "maar dat lukt waarschijnlijk toch niet. Vandaar dat weallemaal studeren: zodat we later ook nog op een normale maniergeld kunnen verdienen." Toch heeft Bart niet alle hoop laten varen:"In de kleedkamer van Stairway zaten we in een bubbelbad. Dat waswel zo porno! Dan voel je je echt een popster!"

Gloricz Jim

De gevoelige gitaarliedjes van Gloricz Jim worden in deUtrechtse muziekscene alom bejubeld en door critici tot vervelendstoe vergeleken met Daryll-Ann. In 2001 won de band, bestaande uitde Utrechtse alumni Roel, Patrick, Jeroen en Klaas, het Uur U.Momenteel werken ze met een producer aan hun eerste album. Alleende platendeal ontbreekt nog. De doctorandi hebben hun'luisterliedjes' op de vreemdste plaatsen laten horen: in hetvoorprogramma van Di-rect en zelfs op een Hard Rock Night inAlkmaar. Dat was geen groot succes: 'Als je van gevoelige liedjeshoudt, ben je vanavond aan het verkeerde adres' stond er op deposter.

Leech

Hoewel de tweeling Scato en Eelco veel weg hebben van deHanson-broertjes maken zij samen met gitarist Sjoerd en zanger Tacostevige grunge-rock. De vrienden kennen elkaar van de middelbareschool en vormden op hun zestiende al de band Leech. Sindsdiennamen ze drie demo's op, speelden ze in het voorprogramma van Kaneen stonden ze in de finale van het Geheim van Utrecht. Een minderprettige ervaring was een optreden voor scholieren: "Het podiumwerd bestormd en wij moesten ons verschansen in hetmuzieklokaal."

Casiotone Nation

Dwarse funk, breakbeats, jazz, drum & bass: Casiotone Nationprobeert zich in elk genre te bekwamen dat andere Utrechtse bandslaten liggen. De band heeft ook een opvallende line-up, met eensaxofonist annex dj en een energieke Master of Ceremonie Cornel G,die altijd een trouwe schare fans naar concerten trekt. Hunoptreden in Paradiso beschouwen de leden van Casiotone Nation alshun hoogtepunt: "Het was namelijk in de bovenzaal." Dieptepunt washet recente vertrek van hun bassist en een ongebruikelijk somberoptreden tijdens de dodenherdenking.

MiC

MiC (Meesters in Chaos) maakt 'funky popmuziek', puur voor delol. Bart, Joost, Hado en Wouter hebben meer bier dan instrumentenin hun oefenruimte. Ze treden op in overalls en zanger Bart staatregelmatig met een knalrood hoofd onzinteksten te improviseren. Alshet maar gezellig is, zoals op het Lustrumfeest van deUniversiteit. "Dat was qua sfeer en betaling erg goed. " DeUtrechtse bandjescompetities zijn aan MiC niet besteed: "We zijnniet strak genoeg. We hebben wel de leukste liedjes."

Zola

Waar andere bands in de oefenruimte een joint roken, eten dedrie muzikanten van Zola yoghurt en salade tijdens het repeterenvan hun 'psychedelische, noisy popsongs'. Zola is kortom een beetjeeen moeilijke band, hoewel Joram, Johan en Ilco bezweren dat deassociatie met de Franse schrijver Emile Zola 'per ongeluk' is. Hettrio ontleent inspiratie aan bands als Motorpsycho en Godspeed YouBlack Emperor! en eindigde dit jaar op de tweede plaats in hetGeheim van Utrecht. Zola heeft bescheiden wensen: "Zoveel mogelijkspelen, maar liever niet meer zoals in Rogchel, toen er maar viermensen in de zaal zaten."

6 of Your Best Friends

De zes vrienden die op je begrafenis je kist dragen, zijn 6 ofyour best friends. De gelijknamige band bestaat uit acht leden,onder wie twee rappers, een dj en een blazerssectie. Ze makenhiphop, geinspireerd door 'jazz, oude blues en wiet'. DJ Sjam endrummer Roel zijn de leden van het eerste uur en namen hetinitiatief voor The Groovement. Op het moment bereiden ze een'underground pr-offensief' voor en zoeken ze een nieuweoefenruimte. "We speelden in het opslaghok van een school, maar degemeente is daar een terreurcampagne tegen begonnen."

Fanatieke Utrechtse vouwers jagen op medicijn

Een ongebruikelijk dankwoord bij een artikel in het tijdschriftNature. "We thank the Folding@Homevolunteers whose processorpower made this work possible." In oktober vorig jaar publiceerdeVijay Pande van Stanford University een artikel over het 'vouwen'van eiwitten. Pande berekende hoe een eiwit zich in duizendsten vanseconden van een rechte keten vouwt tot een ingewikkeldedriedimensionale structuur.

Hij gebruikte daarvoor geen supercomputer maar dertigduizendsimpele desktopcomputers van over de hele wereld. Via Internethalen die computers brokjes ruwe informatie van een website, waarze aan rekenen als de processor even staat te niksen. Als decomputers daarmee klaar zijn, sturen ze de uitkomst naar de websiteen krijgen ze een nieuw stukje. Distributed computing heet dat. Degecombineerde rekenkracht van tienduizenden computers is vele malengroter dan de capaciteit van de allergrootste supercomputer.

Enkele Utrechtse studenten doen ook mee aan dit relatief nieuwefenomeen. Zij participeren in het Folding@Home-project.Daarvoorofferen zij de rekenkracht van hun pc's aan het vouwen vaneiwitten. Team Utrecht staat op nummer 102 in de internationaleranglijst van vouwers. Het team bestaat uit meer dan vijftigcomputers. Het kloppende hart is IBB 89-IV, daar wonen defanatiekste vouwers van Team Utrecht. Student milieuwetenschappenStefan Saalmink (25) is een van de oprichters van het team. BehalveStefan zijn dat heao'er Lukas van den Heuvel (27) en studentmedisch technische informatica Thijs Kinkhorst (22).

Stefan vindt het Folding@Home-projecteen mooiemanier om de overcapaciteit aan rekenkracht die via Internetbeschikbaar is te benutten. "Ik vind het een goede zaak om op dezemanier de wetenschap vooruit te helpen." De resultaten van Folding@Homemoeten uiteindelijk onderzoeknaar Alzheimer en naar Creutzfeldt Jakob, de menselijke variant vande gekkekoeienziekte, vergemakkelijken.

Aliens

Het bekendste distributed computing-project is Seti@Home.Daarbij rekenen computers aanruizige radiosignalen uit de ruimte in de hoop een teken vanbuitenaards leven op te vangen. De leden van Team Utrecht vindendat maar een sneue toepassing van de kostbare rekenkracht. "Op zoeknaar aliens... De kans is heel klein dat je iets vindt, en wat hebje eraan?" Kinkhorst is sceptisch.

De huisgenoten hebben elkaar helemaal helemaal gevonden in het'vouwen'. "Het begon tweehonderd dagen geleden", vertelt Stefan.Met een vriend uit Wageningen begon hij een team, maar dat bloeddedood. Met zijn huisgenoten richtte hij een nieuw team op, TeamUtrecht. Een team wil niets meer zeggen dan dat elke computer depunten die hij 'wint' doneert aan hetzelfde teamnummer, 2867 in hetgeval van Team Utrecht. Hoe meer en hoe sneller een computereiwitten vouwt, hoe meer punten dat oplevert. Op de website vanFolding@homestaan de teamsgeordend naar punten.

"Als we in de top honderd terecht komen, dan geven we eenfeest!" Daarover zijn de drie studenten het eens. Het geeft aan datcompetitie een belangrijke drijfveer is. De Utrechters willen TeamUtrecht in de internationale top honderd brengen. Puur voor de lol.Of ze daarna nog verder gaan, hangt af van de kwaliteit van de'vijanden' in de top honderd. "Andere Nederlandse teams hebben weal ver achter ons gelaten", stelt Kinkhorst tevreden vast.

Binnen het team is ook een flinke strijd gaande. Lukas heeft metzijn Athlon 1200 processor de meeste eiwitten gevouwen van het heleteam. "Sinds hij er bij kwam is het competitie-element heelbelangrijk geworden", zegt Stefan over een grijnzende Lukas dieroept: "Ik sta bovenaan!"

De drang van Team Utrecht om hoog in de ranglijst te komen en defelle concurrentie tussen de leden onderling komt de bedenkers vanFolding@Homenatuurlijk goed uit.Die voorzien dan ook in een behoefte door op hun website eenuitgebreid overzicht te geven van de teamscores en van de puntendie teamleden zelf halen. Op nummer 8 in de teamranglijst staat de'Alliance Francophone'. Bij dat team zijn Franstalige gebruikersuit Frankrijk, Belgie, Canada (Quebec), Zwitserland en West-Afrikaaangesloten. Het psychologische idee dat je mensen die iets met jegemeen hebben moet steunen, levert de onderzoekers van Folding@Homeveel rekenkracht op.

Rinze Benedictus

Internet:

Homepage van Team Utrecht:folding.jaze.nl

Homepage van Folding@Home:folding.stanford.edu

Overzicht van distributed computing-projecten:www.aspenleaf.com/distributed/distrib-projects.html

Heilige graal

"De meeste mensen doen er een beetje lacherig over. 'Daar heb jeJaap weer met z'n eiwitten', klinkt het dan. De meeste mensen zegthet niet zoveel." Jaap Flohil is toegevoegd onderzoeker aan de TUDelft en hij is een van de weinige mensen in Nederland die zichbezig houdt met het rekenen aan eiwit-vouwing.

Eiwitten bestaan uit tientallen of honderden bouwstenen, deaminozuren. In een cel worden die aminozuren aan elkaar geregen toteen lange ketting. In enkele milliseconden vouwt de keten zich toteen driedimensionaal eiwit. Het is theoretisch mogelijk om vanuitde rechte keten te berekenen hoe de driedimensionale vorm eruitziet.

"Met gewone computers duurt zo'n simulatie duizenden jaren."Flohil schetst het probleem. Omdat de vouwing heel snel gaat moetde berekening verlopen in stapjes van femtoseconden, dat zijnmiljoensten van miljardste seconden. "Je moet al snel 10 tot de12de macht stappen nemen."

Flohil volgt de verrichtingen van Pande op de voet. "Het isnatuurlijk een geniale zet om computers via Internet te latenrekenen. Het is heel goedkoop. Wij betalen misschien wel een halfmiljoen voor honderd pentium processors als alternatief voor eensupercomputer. Internet heeft een enorme potentiele rekenkracht.Die wordt ook alleen maar groter omdat er steeds meer computersdirect aan Internet verbonden zitten. "

Kritiek heeft Flohil ook. De software die Pande gebruikt om deeiwitvouwing te berekenen is namelijk niet de snelst denkbare. "InGroningen hebben ze een programma gemaakt dat speciaal istoegesneden op de Pentium-hardware. Wat Pande op een pc in driemaanden uitrekent, kan met het Groningse programma in een dag. Ikhoop dus dat Pande en collega's snel hun software verbeteren, wantelke snelheidswinst die zij boeken wordt vermenigvuldigd met hetaantal deelnemers, zo'n 30.000." Inmiddels gebruikt Pande de vanoorsprong Groningse software, Gromacs. Maar de resultaten in zijnNature-publicatie zijn nog gebaseerd op een trager programma.

"De driedimensionale structuur van een eiwit is de heilige graalvan de biologie. Voor de farmaceutische industrie is die structuurheel belangrijk", legt Flohil uit. Medicijnen ontlenen hun werkingnamelijk aan de wisselwerking met eiwitten. Die interactie hangt afvan de vorm van eiwitten.

Ook voor wetenschappers is een competitie belangrijk. Elke tweejaar is de CASP-wedstrijd, de Critical Assessment of Techniques forProtein Structure Prediction. Wetenschappers moeten dan in zoweinig mogelijk tijd een eiwit vouwen. Alles draait daarbij om hetbedenken van slimme rekenmethoden. "Groningen en Delft hebben hetdaar altijd prima gedaan", vertelt Flohil. "In 1998 bij CASP3 wasGroningen nog gedeeld eerste. Maar toen deden er ook maar zestiggroepen mee, tegenwoordig zijn dat er al meer dan tweehonderd."

En mijn stem gaat naar.................

Stayer

Wie? Joachim van den Enden (25)

Studie? Vierdejaars Communicatiekunde, Algemene Letteren

Stemt? D66

"Eigenlijk stem ik al jaren op D66. Alleen toen ik voor deallereerste keer mocht stemmen, koos ik voor GroenLinks. Ik benaltijd links geweest, dat is er bij mij met de paplepel ingegoten.Mijn vader was jarenlang gemeenteraadslid in Zeist voor de PvdA enook mijn moeder stemt al jaren links. Ik kom uit een rood nest,zoals je dat zo mooi kunt zeggen. De ontwikkelingen in de politiekhebben mijn keuze niet beinvloed. Ik ben niet iemand die erg snelverandert van mening en dus ook niet van partij. Gisteren heb ikbijvoorbeeld de stemwijzer op Internet gedaan. Daar kwam heelverrassend uit dat ik op D66 moet stemmen. De ideeen van die partijpassen mij het meest. Ik stem ook niet op personen, maar echt oppartijprogramma's. Ik denk dat niet iedereen zo stemt. De meestestudenten stemmen op personen. Daarom stem ik niet op Thom deGraaf, want daar stemt iedereen al op. Ik ga voor een redelijkwillekeurig andere persoon op de lijst. Het beste punt van hetprogramma van D66 voor de verkiezingen van 22 januari vind ik hetonderwijs. Dat is investeren in de goede dingen van demaatschappij. Onderwijs blijft de basis van die maatschappij. Eenander goed punt van D66 vind ik referenda. Ik vind dat het volkmoet kunnen meebeslissen, maar niet de bepalende stem moet hebben.Politici blijven hoe dan ook het meest deskundig en zijn tenslottedoor het volk gekozen. Daarom moet de bepalende stem bij henliggen. Een ander voordeel is dat wanneer je burgers laat meebeslissen, je ze meer betrekt bij de politiek en dat is alleen maargoed. Wie weet zal het opkomstpercentage dan ooit nog eens 99%zijn..."

Geen tactieken

Wie? Marte Schaap (20)

Studie? Derdejaars Journalistiek en eerstejaars Geschiedenis

Stemt? SP

"Ik stem op Agnes Kant, nummer twee van de SocialistischePartij. Van mij mogen er wel meer vrouwen in de politiek, die zijner nu nog te weinig. Oorspronkelijk kom ik uit Oss, een echt SPbolwerk. Ik zie dat ze daar in de praktijk goede dingen doen. Vanmij mag de SP dat ook landelijk gaan doen.

"De voornaamste reden om op de SP te stemmen is omdat ze tegende oorlog in Irak zijn. Andere partijen zijn er voor of veranderensteeds van standpunt. De SP is er tenminste standvastig in. Doordeze houding van de SP zijn sommigen van mening dat de SP geenregeringspartij kan zijn. Van mij mogen ze het in ieder gevalproberen. Ik denk wel dat de SP moeite zal hebben met het sluitenvan compromissen om een stabiele regering te vormen, omdat hunstandpunten teveel afwijken vergeleken met andere partijen. Tochvind ik het te makkelijk om te zeggen dat de SP daarom perdefinitie een oppositiepartij is.

"Als ik kon kiezen, koos ik een linkse regering. Zit dat er nietin, dan kies ik voor een sterke linkse oppositie. Je hoort delaatste tijd vaak dat mensen' tactisch' willen gaan stemmen, doormet alle linkse partijen een blok te vormen en zo toch in deregering te komen. Op die manier zouden alle links georienteerdekiezers op bijvoorbeeld de PvdA moeten stemmen. Ik geloof daar dusniet in. Je vertrouwt op een partij en je kan niet zomaar switchen,vind ik. Mijn vriendje maakte het nog bonter. Hij stemt VVD, hetandere uiterste.' Laten we een compromis sluiten en allebei PvdAstemmen', zei hij. Nou mooi niet dus. Daar begin ik niet aan."

Zwevend

Wie? Anna Jonkman (23)

Studie? Vijfdejaars Biomedische Wetenschappen

Stemt? Paars

"Dat ik paars stem houdt in dat ik zweef tussen D66, VVD enPvdA. Die drie partijen hebben punten waarmee ik het eens ben, maaralle drie hebben ze ook punten waar ik het absoluut niet mee eensben. Daarom ben ik nog steeds zwevende. Maar ik weet wel heel goedwaar ik niet op stem; geen christelijke partijen en geenGroenLinks. Ik heb geen uitgesproken linkse idealen. Wel kom ik uiteen veehouders familie. Thuis wordt mij daarom op het hart gedruktom het landbouwbeleid goed in de gaten te houden. Zelf heb ik doormijn studie oog op onderwijs en gezondheidszorg. De standpunten vanverschillende partijen over die onderwerpen wegen daarom zwaardermee. De plannen van D66 voor het onderwijs sluiten hier goed bijaan. D66 is de enige partij die juist wil investeren in onderwijs,in plaats van erop bezuinigen. Je kan wel zeggen dat ik stem opinhoud en niet zo zeer op personen. Ik kies bijvoorbeeld altijdvoor een vrouw als ik stem. Niet omdat ik tegen het stemmen oplijsttrekkers ben, maar simpelweg omdat er meer vrouwen de kamer inmoeten.

Grappig is dat ik de afgelopen verkiezingen niet gestemd heb,omdat ik toen studeerde in Australie. De hele hype rond Pim Fortuynheb ik dus via Internet gevolgd. Je leest dan alleen berichten enkrijgt zo de echte emoties niet mee. Daarom beinvloedt de afgelopenperiode mijn stemgedrag niet. Waar ik ook absoluut niet gevoeligvoor ben is het opleuken van lijsttrekkers. Een voorbeeld hiervanis Gerrit Zalm. Ik zapte voorbij het programma Lijst 0 van KatjaSchuurman en Bridget Maasland. Hierin vertelde de VVD-lijsttrekkerover zijn fascinatie voor flipperspelletjes. Zo van: 'Kijk mij noueens normaal zijn!' Daar word ik dus niet anders van. Deuiteindelijke keuze laat ik gewoon afhangen van de inhoud vantv-debatten."

Jonge politicus

Wie? Michiel Willems (21)

Studie? Tweedejaars Rechten

Stemt? VVD

"Als voorzitter van de Jongeren Organisatie voor Vrijheid enDemocratie (JOVD Utrecht) is het uiteraard niet zo verrassend datik VVD stem. Toen ik begon met m'n studie rechten hier in Utrechtkwam ik via via bij de JOVD terecht. Ik leer een boel van hetbedrijven van politiek, naast dat ik er gewoon lol in heb. Deorganisatorische vaardigheden die ik nu bij de JOVD en bij decommissie veiligheid van de VVD opdoe, komen later ook van pas.Toch zie ik mezelf liever niet als een nieuwe Wiegel. De politiekis een onzeker bestaan en bovendien word je niet altijd op jecapaciteiten beoordeeld. Kijk maar eens naar wie er soms ministerwordt.

"In de aanloop naar de verkiezingen organiseren we met de JOVD,vaak in samenwerking met de VVD, activiteiten. In de week voor deverkiezingen houden we bijvoorbeeld een vrouwendebat met alleandere jongerenorganisaties. Ook komen VVD'ers Hans Hoogevorst enMark Rutte in de Winkel van Sinkel en komt Vrom-minister Henk Kampin Hofman.

De 22ste stem ik niet op de lijsttrekker, al vertrouw ik op debekwaamheid van Zalm. Toch bespeur ik enige druk bij hem, waardoorhij minder uit de verf komt dan toen hij nog minster van financienwas. Ik vond het een zwaktebod om Hans Wiegel weer uit de kast tetrekken. Zalm werd hierdoor een beetje ondergesneeuwd, naar mijnidee.

"Het standpunt dat me het meeste aanspreekt is hetbuitenlandbeleid van de VVD. Ze zijn terughoudend ten opzichte vanEuropa, in tegenstelling tot veel andere partijen. Maar ook voorhet privatiseren van het onderwijs voel ik veel, al moet er wel eenbepaalde basis aan voorzieningen overblijven.

"Om de komende vier jaar een stabiele regering te hebben, hoopik op een coalitie CDA/VVD."

Karen Eshuis

Politiek en onderwijs

CDA

De club van premier Balkenende is tegen een verdere verlagingvan de studiefinanciering. De financiering van deonderwijsinstellingen zou volgens het CDA aan leerrechten gekoppeldmoeten zijn. De leerrechten zijn 'een stap naar meer maatwerk eneigen verantwoordelijkheid' in het hoger onderwijs.

LPF

De onderwijsparagraaf van de LPF telt maar liefst 54 woorden.Punten die betrekking zouden kunnen hebben op het hoger onderwijszijn: 'lerarentekort voortvarend aanpakken' en 'beroepsonderwijsversterken als fundament voor bedrijfsleven en economie.'

VVD

De partij van staatssecretaris Nijs ziet veel in versterking vanroute van VMBO naar MBO naar HBO. De onderwijsprogramma's moetendaarom beter op elkaar worden afgestemd.

Het hoger onderwijs moet volgens de VVD worden gefinancierd viade student. Die kan zo zelf zijn programma samenstellen waar en hoehij dat maar wil. Wel moet hij op de kosten letten: als het aan deVVD ligt mogen de instellingen in het hoger onderwijs zelf dehoogte van het collegegeld bepalen.

PvdA

Vernieuwing stimuleren en de kwaliteit bevorderen. Dat wil dePvdA met het hoger onderwijs: de PvdA wil meer investeren.Bovendien wil de PvdA het leerstoelensysteem afschaffen. Iederewetenschappelijk medewerker kan wat de partij betreft hoogleraarworden. Van onderzoek moet de onafhankelijkheid worden gewaarborgd.De OV-kaart voor studenten blijft in zijn 'volwaardige vorm'bestaan. Ook wil de partij van Wouter Bos meer aandacht voor dekamernood.

GroenLinks

Wat GroenLinks betreft wordt de bestaande studiefinancieringvervangen door de studietaks: studenten kunnen tijdens hun studieeen beurs krijgen die ze later naar rato van het inkomenterugbetalen. Onafhankelijkheid van onderzoekers moet wordengewaarborgd. Met extra overheidsgeld wordt de 'commercialisering'teruggedrongen. Het onderscheid tussen hogescholen enuniversiteiten blijft, maar moeten wel beter gaan samenwerken. Deleerroutes moeten te onderscheiden zijn in 'beroepsgericht','wetenschappelijk' of 'algemeen vormend'.

SP

Hoger onderwijs moet van de SP buiten de vrijhandel van dienstenvallen. De partij van Marijnissen is tegen de'vercommercialisering' van universiteiten en hogescholen en willende onafhankelijkheid van het hoger onderwijs en onderzoekwaarborgen. Om dat te realiseren, moet de overheid in de buideltasten. De verwevenheid tussen onderzoeker en opdrachtgever wordtteruggedrongen. Ook willen de socialisten dat onderzoekers -gevestigde namen maar ook aio's - meer loon krijgen zodatuniversiteiten de concurrentie met het bedrijfsleven aankunnen.

D66

De democraten willen dat het hoger onderwijs wordt betaald viavraagfinanciering. Iedere student kan zijn budget opmaken bij allegeaccrediteerde opleidingen, ook als ze niet door de overheid zijnbekostigd en dus particulier zijn. Voor studies 'in de zorg of hetonderwijs' vervalt de jaarlijkse bijdrage geheel of gedeeltelijk.Op het moment dat de bekostiging van het hoger onderwijsvraaggestuurd is - via de vouchers of onderwijsstrippen - is er metD66 te praten over een hoger collegegeld voor topopleidingen. Dedemocraten willen de komende periode bijna 2,5 miljard euro meeruitgeven op dit terrein.

ChristenUnie

De ChristenUnie pleit voor 'ethische bezinning op de grenzen vanonderzoek'. Ethische commissies moeten een grotere rol gaan spelen.De arbeidsvoorwaarden voor assistenten en onderzoekers in opleidingworden fors verbeterd. Studenten moeten meer mogelijkheden krijgengeld te lenen. Voor mensen die tijdens hun studie vertragingoplopen door een handicap of chronische ziekte, dient extra stufiaanwezig te zijn.

SGP

De Staatkundig gereformeerden willen geen fusies tussen hbo enwo. Dat kan immers de 'eigen aard van verschillende soortenonderwijs in gevaar brengen.' De SGP is wel voor verregaandesamenwerking. Wetenschappelijk onderzoek onder druk van de markt,daar zit de SGP niet op te wachten. 'Kennis is een publiek goed endient toegankelijk en controleerbaar te zijn'. De universiteitheeft voor de SGP een eigen doel: "De wetenschap heeft allereersteen cultuurvormende taak en is - binnen bijbelse grenzen - vrij omde schepping te onderzoeken."

Leefbaar Nederland

De leefbaren zijn voor de invoering van een studietaks. Maar danwel alleen voor het percentage stufi dat wordt uitgekeerd voor destudiekosten. LN wil bovendien dat de overheid geld incasseert bijouders die geen financiele bijdrage leveren aan de studie van hunkind. LN wil dat jonge onderzoekers een beter perspectief krijgenop de eigen instelling om zo een 'brain drain' naar bedrijfslevenen buitenland te voorkomen. Onafhankelijkheid van onderzoek moetworden gewaarborgd. Om meer vrouwen in de wetenschap actief tekrijgen, moeten er aanvullende maatregelen komen.

HOP, Thijs den Otter

Miljoenen subsidie voor vier Utrechtse onderzoekers

Bij professor Bert Weckhuysen draait alles omkatalysatoren. Om meer te weten te komen over de werking van dezeprocesversnellers diende de scheikundige een aanvraag in bijonderzoeksorganisatie NWO. En hoewel de presentatie van zijnverzoek niet vlekkeloos verliep, sleepte hij toch een aardige somgeld in de wacht. Genoeg om eens lekker fundamenteel aan de slag tegaan.

Bert Weckhuysen was blij verrast dat NWO zijn onderzoeksaanvraagheeft beloond. De verdediging van zijn voorstel, die plaatsvond inde Utrechtse Jaarbeurs, was namelijk niet helemaal vlekkeloosverlopen. De computer die hij had meegenomen, bleek niet aan tesluiten te zijn op de aanwezige beamer. Uit voorzorg had Weckhuysenzijn presentatie op een cd-rom bij zich. Maar helaas: "de man vanNWO kreeg zijn eigen pc niet aan de praat". Weckhuysen moest zijntoevlucht nemen tot ouderwetse transparanten. Alsof hij met eenachterstand begon, zo ervoer hij dat.

Maar het pakte goed uit. "Aan de speech had ik veel gesleuteld,ik had die dag zelf nog twee transparanten eruit gehaald om hetverhaal korter en bondiger te maken." Dat wierp zijn vruchten af.Het juryrapport spreekt lovend over de 'overtuigingskracht' vanWeckhuysen en heeft mooie woorden over voor de 'aansprekenderesultaten' van de chemicus. Zijn onderzoek betekent een 'grotestap voorwaarts' in het maken van katalysatoren.

Katalysatoren staan centraal in Weckhuysens onderzoek. Het zijnstoffen die chemische reacties sneller, schoner en efficienter doenverlopen. Denk maar aan de katalysator in de uitlaat van een autodie de schadelijke verbrandingsgassen omzet in neutralereverbindingen. Zo'n 85 procent van alle processen in de chemischeindustrie is mogelijk dankzij katalysatoren. Volgens sommigeschattingen danken wij in Nederland een kwart van ons brutonationaal product, datgene wat we met z'n allen verdienen, aankatalyse. Het belang ervan is dus niet makkelijk teoverschatten.

Wat wil Weckhuysen precies gaan doen? "Ik wil werkendekatalysatoren bestuderen. Het huidige onderzoek richt zicheigenlijk op gefossiliseerde katalysatoren. Je stopt dekatalytische reactie en je kijkt wat er aan de hand is. Je kijktnaar iets wat dood is, een fossiel, als het ware. Ik wil dekatalysator in actie bekijken."

Daarom wil de van oorsprong Belgische chemicus met het geld eenin de wereld unieke opstelling bouwen. In die opstelling moetendrie vormen van licht - laserlicht, gewoon licht en harderoentgenstraling (synchrotronstraling) - de werking van dekatalysator in beeld brengen. Een reactie kan ongestoordplaatsvinden terwijl de drie 'lichtbundels' de reactie'beschijnen'. De weerkaatsing van het licht vertelt de onderzoekershoe de reactie in zijn werk gaat.

Inzicht in het werkingsmechanisme is nodig om de katalysatorenverder te verbeteren. Zo danken veel katalysatoren hun werking aanmetaalionen met een bepaalde elektrische lading. Deze ionen kunnenechter meerdere ladingen hebben. Weckhuysen: "Het zijn een soortkameleon-elementen, ze kunnen heel snel van lading wisselen. Als jeweet welke de job doet, kun je de katalysator aanpassen door vandat element meer te maken."

Het katalyse-onderzoek heeft een sterke 'duurzaamheids-inslag'.Een toepassing van de katalysatoren is het opwaarderen vaningredienten uit ruwe aardolie en aardgas, zoals alkanen enmethaan. Dankzij de opwaardering kunnen de stoffen (olefines)bijvoorbeeld omgezet worden in polymeren en verwerkt worden totnieuwe plastics. Een duurzamere toepassing dan simpelwegverbranden. Verder vindt het onderzoek toepassingen in de afbraakvan giftige, milieubelastende chloorwaterstof-verbindingen. Viakatalysatoren zijn deze stoffen af te breken tot zoutzuur enkoolstofdioxide.

De toepassingen vinden gretig aftrek bij bedrijven . "Wij doenheel fundamenteel onderzoek", legt Weckhuysen uit. "Maar deindustrie wil het erg graag financieren. Grote bedrijven zoalsShell doen zelf steeds minder fundamenteel onderzoek, ze bestedendat graag uit aan universiteiten."

Vorig jaar maart reikte natuurkundige Henk Stoof nogeen eredoctoraat uit aan de Amerikaan Randy Hulet voor diensonderzoek naar het exotische quantummechanica-fenomeen van hetBose-Einsteincondensaat. Nu ontvangt Stoof van NWO een zak met geldom zelf onderzoek te doen aan het verschijnsel. Stoof: "Er zijnnieuwe ontwikkelingen geweest op het gebied van de koude gassen,die het mogelijk maken inzicht te krijgen in een nieuw regime vanfysica. We kunnen toestanden van materie maken die nog nooitwaargenomen zijn."

Een Bose-Einsteincondensaat bestaat uit een gaswolkje van enkeletienduizenden dezelfde atomen met een temperatuur dichtbij hetabsolute nulpunt van -273 graden Celsius. Het bijzondere aan zo'ncondensaat is dat alle atomen zich hetzelfde gedragen, het wolkjegedraagt zich als een superatoom. Veel van de eigenschappen vanzo'n condensaat zijn nog volkomen onbegrepen.

Stoof: "In de eerste fase waren wetenschappers al blij als zeeen condensaat konden maken, inmiddels is dat min of meerstandaard. Nu begint het manipuleren ervan. Met een draai aan eenknop kun je de interacties tussen de atomen beinvloeden. Dat levertnieuwe fundamentele inzichten op in de natuurkunde."

De quantumcomputer komt door dit onderzoek dichterbij. Atomenkun je namelijk vangen met licht. Door verschillende lasers tegenelkaar in te laten schijnen, kun je een driedimensionaalgolfpatroon maken. Dat lijkt nog het meest op de onderkant van eengeribbeld schuimrubberen slaapmatje. Het is mogelijk de atomen vaneen Bose-Einsteincondensaat te verdelen over dit lichtpatroon alsknikkers over een geribbeld matje. In de dalen, waar geen licht is,gaan atomen zitten. Van de lichtrijke bobbels blijven ze weg. Zo'nopstelling kan dienen als een geheugen voor een quantumcomputeromdat atomen de eigenschap hebben (spin) dat ze zich in tweetoestanden kunnen bevinden. Dat is vergelijkbaar met computerbitsdie de waarde nul of een hebben. Als natuurkundigen er in zoudenslagen om die afzonderlijke atomen te manipuleren, dan zou hetquantumgeheugen 'beschrijfbaar' zijn. "Dit is een hot topic", zegtStoof. Maar de volwaardige quantumcomputer zit nog ver achter dehorizon.

Stoof verricht zelf geen experimenten, als theoretischnatuurkundige stelt hij theorieen op waar collega's in hetlaboratorium weer mee aan de slag kunnen. In Utrecht is dat fysicusprof. dr. Peter van der Straten. Stoof had verwacht bij NWO buitende boot te vallen. "Ik had begrepen dat er maar een prijs naar defysica zou gaan", vertelt Stoof. "Mijn grootste 'concurrent' inNederland was Leo Kouwenhoven van de TU Delft. Maar hij is eenexperimentator, dus hij heeft meer geld nodig voor apparaten endergelijke. Na de eerste ronde was hij dan ook als eerste uit debus gekomen en ik als tweede. Ik dacht daarom dat het een hardedobber zou worden. Maar uiteindelijk heeft NWO twee VICI-beurzenaan de natuurkunde gegeven. Kouwenhoven en ik hebben allebeisubsidie gekregen. Ik sprong een gat in de lucht toen ik hethoorde!"

Van het geld gaat Stoof nieuwe aio's en postdocs aannemen. "Maarik wil de groep niet te groot hebben", remt hij af. "Het moet welhandelbaar blijven. Ik werk vrij nauw samen met al mijnmedewerkers, dat kan alleen als er niet te veel mensen rondlopen.Ik wil graag fysica blijven doen en geen manager worden."

Dr. ir. Boudewijn Burgering vraagt zich af wat er incellen gebeurt als mensen ouder worden. De onderzoeker bij hetUniversitair Medisch centrum bij de afdeling fysiologische chemie,probeert een relatie te vinden tussen de veroudering van cellen enmoleculen en het ontstaan van ziekten zoals kanker. Met zijn'prijzengeld' wil hij state of the art onderzoeksmateriaalaankopen.

Burgering wil graag weten welke genen en welke eiwittenbetrokken zijn bij veroudering. Voorheen bestond een belangrijkdeel van het verouderingsonderzoek uit epidemiologisch onderzoek.Zo is bijvoorbeeld bij ratten aangetoond dat minder eten leidt toteen langer leven. Maar zo'n conclusie zegt nog niets over deonderliggende mechanismen. Terwijl dat is waar Burgering naar opzoek is.

Zijn vakgebied overlapt voor een groot deel met hetkankeronderzoek. De gemene deler is DNA-schade. In de loop van detijd hopen zich in menselijke cellen steeds meer fouten in het DNAop. Als het DNA te erg beschadigd is, besluit de cel zichzelf tevernietigen de zogenoemde geprogrammeerde celdood.

Geprogrammeerde celdood treedt juist niet op bij kankercellen.Door beschadigingen in het DNA kan een gezonde cel veranderen ineen cel die niet op wil houden met delen, een kankercel. Dezedelende cellen vormen vervolgens gezwellen. Bij kankercellen faalthet beveiligingsmechanisme waardoor de cel zichzelf zalvernietigen. Door veroudering is de cel minder goed in staatDNA-schade op te ruimen. Dat leidt dan weer tot kanker. Bij beideprocessen spelen dezelfde eiwitten een rol. Inzicht in verouderingis dus eigenlijk ook inzicht in kanker.

Vorig jaar bewees Burgering dit nog met een publicatie inNature. Samen met onder andere Karel Wirtz van de faculteitScheikunde beschreef hij hoe het forkhead-eiwit twee cellulairemechanismen met elkaar verbindt. Aan de ene kant is dat debescherming van de cel tegen zuurstofradicalen, aggressieve stoffendie onder andere het DNA beschadigen. De DNA-schade diezuurstofradicalen veroorzaken leidt tot veroudering. Het anderemechanisme is de besturing van de celcyclus, wanneer gaat een celdelen? Als de besturing van de celcyclus ontspoort, kan kankerontstaan. Veroudering en kanker zijn nauw verweven via hetforkhead-eiwit, dat kan dan ook op de warme belangstelling vanBurgering rekenen.

Burgering gaat er vanuit dat veroudering een proces is waar inte grijpen valt. Sommige wetenschappers denken daar anders over.Evolutionair gezien maakt het niet zoveel uit of iemand zestig oftachtig wordt - in de vorm van kinderen heeft een mens zijn genendan toch al doorgegeven. Biologisch gezegd: heel oud worden wordtniet door natuurlijke selectie bevorderd. Het gevolg daarvan zouzijn dat er geen genen zijn die specifiek betrokken zijn bijveroudering. Burgering is het daar niet mee eens. Zo isbijvoorbeeld wel degelijk mogelijk de rondworm C. elegans langer telaten leven door de juiste genen uit te zetten.

Met het geld van NWO wil Burgering behalve nieuwe state of theart apparatuur kopen een muismodel voor veroudering maken. Hij wileen genetisch aangepaste muis hebben waarbij vroegtijdigespierverslapping, een symptoom van veroudering, optreedt. Door hetonderliggende mechanisme te ontrafelen, hoopt hij vervolgensmogelijke medicijnen te kunnen bedenken tegen het verschijnsel.

Burgering doet geen uitspraak over het tijdstip waarop zo'nmiddel gemaakt zou kunnen worden: "daar ben ik huiverig voor". Hijwil geen overspannen verwachtingen wekken, het gebeurt al veel tevaak dat wetenschappers met optimistische claims over toekomstigegeneesmiddelen zwaaien, vindt hij. "Ik krijg nu e-mails van mensendie iemand met kanker in de familie hebben. Die lezen op Internetwat voor onderzoek ik doe en die vragen wanneer ik nu met eengeneesmiddel kom!"

Rinze Benedictus

Ontwikkeling van de aarde

Hij heeft geaarzeld om uit Amerika te vertrekken,maar onderzoeksorganisatie NWO heeft zijn twijfel grotendeelsweggenomen met een uniek welkom-thuis geschenk. Na een verblijf van12 jaar in het buitenland, waaronder zeven jaar aan het MIT inBoston, kreeg hoogleraar geofysica Rob van der Hilst (42) vorigeweek, nauwelijks vier maanden terug in De Uithof, een VICI-subsidietoegewezen. Met dat geld hoopt hij van Utrecht een van 's wereldsleidende centra te maken op het gebied van de beeldvorming van hetinwendige van de aarde.

In de subsidieaanvraag staat een aantal fraai gekleurdeplaatjes. Het zijn doorsneden van de aardmantel, de laag gesteentevan ongeveer drieduizend kilometer dik die direct onder deaardkorst begint en die zich uitstrekt tot de grens met deaardkern. Op de plaatjes is een afwisseling van blauwe en rodevlekken te zien, die aangeven waar de seismischevoortplantingssnelheid van het gesteente relatief hoog (blauw) ofjuist laag (rood) is. Om die verschillen op het spoor te komenheeft Van der Hilst gebruik gemaakt van miljoenen seismogrammen vanruim driehonderdduizend aardbevingen uit de afgelopen veertig jaar.Uit een seismogram kan namelijk worden afgeleid hoe lang de door deaardbeving veroorzaakte schokgolf nodig had om het betreffendemeetstation te bereiken.

"Omdat de snelheid van een golf afhangt van de elastischeeigenschappen van het materiaal dat hij doorkruist, zegt de tijddie de golf nodig had om een bepaalde afstand te overbruggen, dusook iets over de temperatuur en chemische samenstelling van hetgesteente op zijn weg", zegt Van der Hilst. "De afgelopen twintigjaar zijn zoveel meetgegevens geanalyseerd, dat we nu van veelpunten op de aardbol een betrouwbare doorsnede kunnen maken. Om inmedische termen te spreken, kunnen we voor wat betreft degolfsnelheden als het ware een CAT-scan van de aardmantel maken.Maar om werkelijk te begrijpen welke geodynamische processen zichdaar afspelen en hoe de aarde zich heeft ontwikkeld, moeten we ookde oorzaak weten van de afgebeelde variaties. Dat is het hoofddoelvan het onderzoek dat wij hier de komende jaren gaan doen."

Daarvoor gaat Van der Hilst opnieuw aan de slag met miljoenenseismogrammen. Maar die gaat hij nu veel systematischer enrigoreuzer analyseren. "Tot nu toe is veelal gewerkt of metP-golven, vergelijkbaar met geluidsgolven, of met transversaleS-golven, die zich niet door een vloeistof kunnen voortplanten. Wijwillen die twee benaderingen nu integreren, omdat we denken dat datons nauwkeuriger informatie kan geven over de samenstelling van demantel en over de variaties in temperatuur. Maar daarvoor moeten wein meer detail weten hoe deze golven zich precies in elastischemedia voortplanten. Een tweede aspect van dit project is dan ook omde theorie op dat punt, in samenwerking met Utrechtse wiskundigenen colleges in Delft (TUD), verder te ontwikkelen. Een derde aspectvan ons project is het ontwikkelen van nieuwe numerieke methoden omgegevens te analyseren en interpreteren, en om bestaandeaardmodellen te toetsen. Ik ga een deel van het VICI-geld gebruikenom 64 computers aan elkaar te koppelen, zodat we hier in feite eensupercomputer tot onze beschikking krijgen."

In eerste instantie is het project van de Utrechtse geofysicipuur gericht op het verkrijgen van meer fundamentele kennis, steltVan der Hilst. "Het doel is niet om over vijf jaar beteraardbevingen te kunnen voorspellen. Maar toch kan het ook een heelpraktisch nut kunnen hebben. Ik denk bijvoorbeeld dat meer inzichtin het gedrag van golven erg interessant kan zijn voor een bedrijfals Shell, dat de aardkorst op een vergelijkbare manier afzoektnaar olievoorraden. Maar bij dit project staat wetenschappelijkenieuwsgierigheid naar de samenstelling en geologische geschiedenisvan planeet aarde voorop."

Erik Hardeman

LSVb-debat: prijsschieten op rechts

Het was prijsschieten voor de opponenten van de nummer 33 van deVVD-lijst Arno Visser. Vooral GroenLinkser Kees Vendrik liet geengelegenheid onbenut de beginnende liberaal aan te pakken en ook degoed gevulde zaal liet zich niet onbetuigd. Visser bleefaanvankelijk onverstoorbaar onder het boegeroep. Zijn blik verriedmachteloosheid over zoveel onbegrip. Snapten de studenten dan nietdat zij alle gewenste miljardeninvesteringen in onderwijs laterzelf moeten terugbetalen? Dat er ook geld nodig is voor veiligheid,pensioenen, wegen en openbaar vervoer?

Even beet Visser van zich af met een poging de veel geciteerdecijfers van de organisatie voor economische samenwerking enontwikkeling, de OESO, over de geringe Nederlandseonderwijsbestedingen onderuit te halen. "Nederland besteedtmisschien wel een lager percentage van het Bruto BinnenlandsProduct aan onderwijs dan de meeste landen, maar ons BBP is eenstuk hoger. In euro's zijn de onderwijsuitgaven juist tamelijkhoog", doceerde hij. Zijn uitleg was echter aan dovemansorengericht.

Vendrik wist wel hoe hij zich populair moest maken. "Het gaat omgeld en om zeggenschap", verklaarde hij stellig. De financieelspecialist van de GroenLinksfractie in de Tweede Kamer verweet deVVD'er kortzichtigheid. "Elke euro die je in onderwijs steekt,levert de economie een rendement van acht of negen procent op. Derente op de staatsschuld is net vijf. Als je nu meer geld inonderwijs steekt, kun je die schuld straks dus makkelijkeraflossen."

De aanwezigen richtten hun pijlen toen ook op CDA-kamerlid CiscaJoldersma. Haar mitsen en maren werden steeds met gejoel onthaald.Bij de invoering van Hermans' bachelor-masterstelsel hadden dechristendemocraten zich nog stevig verzet tegen topcollegegeldenvoor topopleidingen, maar in het strategisch akkoord werd datstandpunt ingeleverd. Toch wijst het CDA het topcollegegeld in zijnverkiezingsprogramma weer af. Of dat een breekpunt kan worden bijde komende formatie, wil de zaal weten. "Ik vind het heelbelangrijk, maar om er nou mijn zetel voor op te geven... Het gaattrouwens niet om mij, maar om het CDA."

Joldersma ergerde zich aan de discussie, die volgens haar welerg eenzijdig over de recente bezuinigingen ging. Vendrik: "Wie iser nou met die bezuinigingen begonnen? Wij w!llen het er helemaalniet over hebben, maar we moeten wel!" PvdA-kamerlid Mariet Hamer,die als oud-LSVb-voorzitter eveneens een thuiswedstrijd speelde,wenste het CDA een plek in de oppositie toe. "Dan doen jullietenminste weer goede dingen met het onderwijs."

HOP, Wieland van Dijk

Politieke debatten

Nederland is het schoothondje van Amerika en de oorlog tegenIrak draait alleen maar om het veilig stellen van olie. Met dezestelling kregen SP en GroenLinks in het door medisch biologengeorganiseerde politieke debat de meeste handen op elkaar. VooralKees Vendrik van GroenLinks ageerde tegen de steedswaarschijnlijker wordende "zinloze" tweede Golfoorlog. Hij vond eengewillig gehoor bij 'onderbetaalde aio's' - zoals een medischbioloog zich introduceerde - die het nut van extra straaljagersniet inzien. "Wij willen geen bommen, maar bullen", vatte Vendriksamen.

De Irak-discussie speelde zich af na de pauze van het debat. Deeerste helft van de discussie werd gevoerd aan de hand van driestellingen over Nederland kennisland, de invloed van bedrijven opde universiteit en het stellen van grenzen aan wetenschappelijkonderzoek.

Het laatste onderwerp maakte veel los. Het publiek kraakte hardenoten over biotechnologie. Genetische modificatie is besmet doortermen als 'Frankensteinvoedsel'. De overheid heeft gefaald ombiotechnologie op een verantwoorde manier aan de man te brengen,klonk het uit de zaal. Bovendien heeft het 'nee, tenzij-beleid'ertoe geleid dat grote industrieen naar het buitenland gegaan zijn,voegde rector Gispen toe. Gispen was in theorie aanwezig alsneutraal voorzitter, maar hij zou zichzelf niet geweest zijn alshij zich niet actief met het debat bemoeide.

Erica Terpstra sprak zich namens de VVD als enige volmondig uitvoor biotechnologie. "Het is een absolute sleuteltechnologie"waarvoor de overheid "geen dam moet opwerpen". De linkse partijen,die uiterst sceptisch staan tegenover biotechnologie, hieldenhierover hun mond dicht. Tactisch, want het gehoor van grotendeelsmedisch biologen stond waarschijnlijk gematigd positief tegenoverde technologie. Bovendien had de gemiddelde toehoorder meerverstand van genetische modificatie dan het hele panel van politicibij elkaar. Cisca Joldersma van het CDA werd door Gispen gedwongeneen standpunt in te nemen. Ze kon niet op veel bijval rekenen toenze, na eerst bekend te hebben niets van biotechnologie te weten,vanuit de grond van haar hart zei: "Maar dat geklooi met embryo's,daar heb ik grote moeite mee!".

GroenLinks en SP mogen zich gelukkig prijzen dat zij nietgedwongen werden hun standpunten over biotechnologie te berde tebrengen. Nu kwam GroenLinks aan het einde van de avond als winnaaruit het debat, vooral door de ferme stellingname tegen deIrak-oorlog. Maar Venrik was sowieso goed op dreef, samen metTerpstra sprak hij de meest klare taal. Illustratief was eendiscussie over de financiering van wetenschappelijk onderzoek doorbedrijven. Onder de juiste voorwaarden moet dat kunnen, vondliberaal Terpstra. Vivien van Geen, D66, vond meefinancieren doorbedrijven "prima", als het maar zo blijft dat geld verdienen voorde universiteit een bijzaak is. Vendrik van GroenLinks, fel: "Dederde geldstroom is allang geen toefje meer op de grote taart, hetgaat om een grote commerciele taart en een klein publiekappelflapje! Van al het economisch onderzoek dat in Nederlandgedaan wordt, is zeventig procent contract research, betaald doorbedrijven. De markt heeft het voor het zeggen!"

Godelieve van Heteren van de PvdA vond dat we moeten uitgaan vande "realiteit van publiek-private samenwerking", maar dat we de"balans" ertussen goed moeten krijgen. Van Heteren slaagde er dehele avond nauwelijks in, een kort en bondig geformuleerd standpuntuit te spreken. "Ik zal het kort houden." Gispen: "Dat is bij u nogsteeds vrij lang."

Joldersma van het CDA kleunde mis met haar reactie op hetargument dat de derde geldstroom voor universiteiten onmisbaar is,omdat ze van het rijk te weinig krijgen. "Het geld datuniversiteiten krijgen, wordt lang niet altijd efficient besteed,hoor ik nogal eens." Hoongelach steeg op vanuit de zaal en Terpstrakreeg de lachers op haar hand met de aanvulling: "Zolang er nogpaperclips weggegooid worden, hebben de universiteiten niet teweinig geld, zeker?!" "En rectoren verdienen ook te veel!", vuldeJasper van Dijk aan, in wat het midden hield tussen een grap en eensocialistische steek onder water naar Gispen.

Het was een typerende opmerking van Van Dijk. Hij was af en toescherp, maar vooral in kritiek op anderen. "Wiegel heeft hetVVD-voorstel over gezondheidszorg 'stalinistisch' genoemd. Fijn he,mevrouw Terpstra?"

Rinze Benedictus

Opbrengst debat

De organisatoren van het debat hebben het publiek gevraagd eenkorte

vragenlijst in te vullen. 76 mensen vulden de lijst in.

* 44 procent is van partij geswitched sinds 15 mei 2002

* 24 procent zweeft nog

* 7 procent zegt van politieke kleur te zijn veranderd door hetdebat.

(Met dank aan Stefan Reneman van Villa Virorum)

"Je moest alleen niet aan studenten zitten enzo"

De lucht is blauw, er schijnt een bleek zonnetje enLeen Dorsman heeft zijn muts ver over zijn oren getrokken. Dekersverse bijzonder hoogleraar Universiteitsgeschiedenis trotseertde kou en vertelt al wandelend door de stad over het wel en wee vanzijn collega hoogleraren in voorbije tijden. "Dat gangetje leiddenaar de achterkant van het huis van een hoogleraar die in zijn tuineen collegezaal had laten bouwen."

"Wat voor mensen waren die Utrechtse hoogleraren en waren zezichtbaar in de stad?" Het wel en wee van de Utrechtse professorentussen 1815 en 1940 is het eerste onderwerp dat hoogleraar LeenDorsman bij de hoorns heeft gevat. "De universiteit was tot voorkort voornamelijk geinteresseerd in haar eigen intellectuelegeschiedenis, maar tegenwoordig bestaat meer belangstelling voor demaatschappelijke kant van het verhaal", aldus Dorsman.

Het waren andere tijden aan de Utrechtse universiteit in denegentiende eeuw. De universiteit telde maar een handvol studentenen vrijwel de hele stad bevond zich nog binnen de singels.Studenten die bij hun hoogleraar op de thee gingen en professorendie thuis college gaven; het is nu nog moeilijk voor testellen.

Een van de zaken die Dorsman heeft onderzocht, was waar dehoogleraren woonden. Kort na het verlaten van zijn kamer aan KrommeNieuwegracht 66, wijst Dorsman aan het eind van de Jeruzalemstraatop een groot wit huis in de Herenstraat. "Daar woonde de professorJan Bleuland, een medicus, aan het begin van de negentiende eeuw.De Herenstraat was een professorenstraat. De meeste hooglerarenwoonden aan de oostkant van de stad. Herenstraat, Drift,Nieuwegracht. Dat waren de betere buurten, maar het was ook in debuurt van hun werk. De meeste universiteitsgebouwen zaten aan dezekant van de stad."

Dat hoogleraren vaak grote huizen nodig hadden, kwam omdat zevaak les aan huis gaven, zegt Dorsman terwijl hij richting deNieuwegracht loopt. "Die grote huizen waren duur, maar desalarissen stelden weinig voor en dus klaagden professorenvoortdurend." Dat gold niet voor professor De Geer van Jutphaas dieaan de Nieuwegracht woonde en wiens studenten via een gangetje aande Herenstraat bij hem in de tuin college konden volgen. "De Geervan Jutphaas kwam uit een rijk adellijk geslacht, maar de meestehoogleraren behoorden niet tot de elite."

Na de Nieuwegracht, waar restjes poedersneeuw voor een AntonPieck sfeer zorgen, stopt Dorsman op de hoek van Trans en Achter DeDom. "In dat huis met al die versieringen, Trans 14, woondehoogleraar geneeskunde Gozewijn Lonq", vertelt Dorsman enthousiast."Het was in die tijd heel duidelijk zichtbaar waar een hoogleraarwoonde. Je moet je voorstellen dat hier groepjes studenten op destoep stonden te wachten voor ze naar binnen konden." Lonq gafthuis college tot in de jaren zeventig van de negentiende eeuw,toen dat al niet meer echt gebruikelijk was.

Theeslaan

De traditionele onderwijsinstelling die de universiteit langetijd was, kreeg aan het eind van de negentiende eeuw steeds meerhet karakter van een moderne onderzoeksinstelling. "Doordat deuniversiteit groeide, verdween gedeeltelijk het directe contacttussen studenten en hoogleraren", legt Dorsman uit. Hooglerarenstoppen met thuis les geven en studenten hoeven niet meer eens perjaar verplicht thee te drinken bij de hoogleraar. "Dat zogehetentheeslaan moet echt verschrikkelijke zijn geweest", aldus Dorsman."Met een aantal medestudenten in zwarte rok op de bank bij dehoogleraar en zijn gezin, en niemand die iets durfde tezeggen."

De Utrechtse universiteit had in de negentiende eeuw ook de naameen duffe instelling te zijn, die weinig voorstelde. "Een beruchtvoorbeeld is een ruzie die bekende politicus Thorbecke en deUtrechtse jurist Vreede hadden in de trein tussen Heidelberg enMannheim", vertelt Dorsman. "Thorbecke vroeg Vreede waarom hij aanzo'n onbeduidende universiteit was gaan werken." Dieonbeduidendheid kwam ook naar voren in de huisvesting. Dorsmanknikt in de richting van een poortje dat nu vanaf Achter de Domtoegang geeft tot de tuin van de Faculty Club. "Vroeger was dit dehoofdingang van de universiteit, Utrecht had tot 1894 niet eens eenAcademiegebouw."

Via Achter de Dom (vanouds universitair gebied) bereikt Dorsmande Pandhof (het tuintje bij de Dom), dat heel lang het centrum vande universiteit was. "Nu ziet het hier mooi uit, maar dit isallemaal gerestaureerd. De schrijver Potgieter noemt de enormevervallenheid van de Pandhof, een symbool van het totale aftakelingvan de universiteit."

Van de Pandhof leidt de wandeling naar het Domplein. Dorsmanwijst op de kale muur naast het Academiegebouw. "Kijk hier stondvroeger het Leesmuseum. Hoogleraren gaven hier voor de burgerijlezingen over hun vakgebied." Voor Dorsman is dat een bewijs dathoogleraren niet zo hoog in hun ivoren toren zaten als wel vaakwordt gedacht. "Ze namen intensief deel aan het maatschappelijkleven. Ze gingen naar muziekvoorstellingen, zaten in degemeenteraad en waren lid van allerlei soorten verenigingen,bijvoorbeeld voor de afschaffing van de slavernij of tegendrankmisbruik."

Dagboek

Aangemoedigd door de vrieskou gaat de verse hoogleraar snel hetonlangs gerestaureerde Academiegebouw binnen. "Dit gebouw is in dejaren tachtig van de negentiende eeuw door de burgers van Utrechtaan de universiteit geschonken. De burgers hoopten door hetschenken van een Academiegebouw de dreigende opheffing van deuniversiteit te voorkomen." In deze opzet zijn ze geslaagd, geziende enorme groei die de universiteit sindsdien heeftdoorgemaakt.

Via enkele kamers met kunstwerken die wijzen op het rijkeverleden van de universiteit, loopt Dorsman richting Senaatszaal.Hier, temidden van de portretten van honderden hoogleraren, voelthij zich thuis. Niemand weet zoveel van de mensen op al dieschilderijen als hij. Al snel wijst zijn vinger in de richting vanhet portret van Frans Cornelis Donders. In zijn onderzoek besteedtDorsman bijzondere aandacht aan deze bekende Utrechtse professor."Donders is een mooi voorbeeld dat hoogleraren mensen van vlees enbloed waren." De wereldberoemde hoogleraar Oogheelkunde hield in delaatste jaren van leven een dagboek bij; een kleine schatkamer voorde historicus. "Donders schrijft over de morfine die hij zijnstervende vrouw toedient, zijn twijfels over een leven na de dood,de muziekuitvoeringen die hij bezoekt, boeken die hij leest. Na hetoverlijden van zijn vrouw schildert de jonge schilderes BramineHubrecht, dochter van een collega hoogleraar, het portret vanDonders voor zijn naderende afscheid van de universiteit," vervolgtDorsman. De schilderes en de bijna veertig jaar oudere hoogleraarworden verliefd en ondanks de uitdrukkelijke bezwaren van haarfamilie trouwen ze. Een geluk dat niet lang duurt, want Dondersgaat lichamelijk en geestelijk snel achteruit. "Zijn vrouw neemthet dagboek over en maakt aantekeningen over hun laatste maandensamen. Ze schrijft in omfloerste bewoordingen over hun laatsteliefkozingen en is bang dat die niet bevorderlijk zijn voor degezondheid van Donders. ''s Morgens teder. Zou dit D. kwaad doen?'" Volgens Dorsman is dit ook universiteitsgeschiedenis.

Ook over de andere de gezichten die de bezoekers aanstaren in deSenaatszaal weet de hoogleraar Universiteitsgeschiedenis van alleste vertellen. "Dat was een triest geval. Heeft zelfmoord gepleegd",zegt hij over een inderdaad somber kijkende jongeman. Over eenander portret: "Dat is Visser, die kon grappig college geven.Wetenschappelijk was hij echter een lachertje, maar eenmaal benoemdbleef je eigenlijk benoemd. Je moest alleen geen oneerbaar gedragvertonen, niet aan studenten zitten enzo. Maar verder was hetpraktisch een benoeming voor het leven."

Wandelend op de Trans op de terugweg van het Academiegebouw naarzijn kamer op de Kromme Nieuwegracht, mijmert Dorsman. "Dat is tocheen mooi idee, dat waar we nu lopen al eeuwen zoveel van onzevoorgangers hebben gelopen." Hij komt langs cafe de Gasterij. Totzijn schrik zijn bouwvakkers daar bezig met een ingrijpendeverbouwing. "Wat zonde, dat was zo'n mooie ouwe kroeg metnicotineaanslag op het plafond." En dan een licht verontwaardigd:"eigenlijk was dat ook een beetje universitair erfgoed."

Joost van der Spek