Achtergrond

Kosten huisvesting lange tijd te licht opgevat

Collegelid Wim Kardux heeft dit jaar een weinigopwekkende kerstboodschap. Hij meldt dat er ondanks de keihardebezuinigingen van bijna dertig miljoen euro over vijf jaar, er in2007 naar verwachting nog een tekort van vijf miljoen eurois.

Voor wie het U-blad de afgelopen maanden heeft gevolgd, is dedeze week gepresenteerde meerjarenbegroting van de UniversiteitUtrecht een bekend verhaal. Het stuk is een samenvatting van al hetslechte nieuws van dit jaar, met de huisvesting als grootsteknelpunt. Alleen al het in stand houden van het universitairegebouwenbezit blijkt zoveel duurder dan verwacht, dat het collegezich dit jaar gedwongen zag om faculteiten en diensten een kortingop te leggen die in 2007 op jaarbasis bijna dertig miljoen euromoet opleveren. De diensten hebben tegen die tijd bijna twintigprocent minder te verteren dan op dit moment, de faculteitenongeveer tien.

"Ik zie het somber in", concludeert de financiele man van hetcollege. "Ik heb er de afgelopen maanden steeds op gehamerd dat debezuinigingen ons denken niet moet gaan beheersen. We zijn eenvooraanstaande universiteit op het gebied van onderwijs enonderzoek en de grote uitdaging is en blijft om onze postitieverder te verbeteren. Maar zoveel financiele druk maakt de zaak erniet gemakkelijker op."

Hoe komt het dat de huisvestingskosten dit jaar opeenszo enorm veel hoger bleken dan verwacht?

Kardux: "We wisten al lang dat we in 1995 van de overheid teweinig geld mee hadden gekregen om ons gebouwenbestand op peil tehouden, maar in het begin is dat probleem onder invloed van deeconomische voorspoed misschien wat te licht opgevat. Nu het tij isgekeerd, is het pas echt in zijn volle omvang duidelijk geworden.Daar komt bij dat er de laatste tijd extra scherp opbrandveiligheid wordt gelet. Alles komt dus min of meer tegelijk endat is een van de redenen waarom de huisvesting nu opeens zo'ngroot probleem vormt."

Kunnen we nog meer tegenvallers verwachten?

"Ik denk het niet, want de cijfers die we nu presenteren zijngebaseerd op een veel diepgaander analyse dan ooit eerder isuitgevoerd. We weten nu vrij exact wat ons gebouwenbezit ons dekomende jaren aan onderhoud gaat kosten, namelijk zo'n zeventigmiljoen euro per jaar. Bovendien denk ik niet dat de arbo- enmilieu-eisen de komende jaren nog verder zullen wordenaangescherpt, dus ook op dat punt verwacht ik geenverrassingen."

In de begroting wordt aangekondigd dat faculteiten endiensten met te veel ruimte versneld zullen moetenindikken.

"Dat is inderdaad een maatregel, waarmee we al op korte termijnruimte en dus geld hopen te besparen. We zijn nu bijvoorbeeld ingesprek met Natuur- en Sterrenkunde, dat ruim in zijn jasje zit, omte bezien of die faculteit niet wat ruimte kan afstaan aanInformatica. Dat is geen gemakkelijke boodschap, maar ik hoop datiedereen beseft dat het eigen belang in de huidige omstandighedenmoet wijken voor het algemeen belang. Elke maatregel die helptvoorkomen dat we dure nieuwbouw moeten neerzetten, is winst."

Er wordt wel nieuwbouw voor Geneeskunde aangekondigd. Isdat gezien het overschot aan ruimte in De Uithof echtnodig?

"We hebben inderdaad ruimte over, maar dat is geen ruimte die wesnel kunnen vrijmaken en de nood van de medici is wel accuut, zekeromdat we verwachten dat de studentenaantallen door het loslaten vande numerus fixus voor biomedische wetenschappen nog gaan stijgen.Het is overigens wel zo dat we dat gebouw niet alleen voor onszelfneerzetten. Het ziekenhuis neemt ook twee verdiepingen voor zijnrekening."

Er lijkt inmiddels ook weer enige reden voor optimismenu de onderwijsminister 35 miljoen euro extra heeft uitgetrokken omde ergste huisvestingsnood te lenigen.

"Als dat geld eerlijk over de universiteiten wordt verdeeld, danis dat inderdaad goed nieuws. Dan is het precies het bedrag dat wede komende jaren nodig hebben om de begroting sluitend te maken. Ikben alleen bang, dat dat niet zal gebeuren. We krijgen steeds meersignalen dat de minister het geld wil uitgeven op basis vaningediende projecten. Vroeger was dat gebruikelijk, met als gevolgdat wie het hardst riep, het meest kreeg. Wij waren heel blij datwe van die wedloop af waren. Die roept alleen maar meerbureaucratie op, terwijl staatssecretaris Nijs nou juist hadbeloofd om de bureaucratie terug te dringen. Ik zou het ernstigbetreuren als de minister de klok in dit opzicht terug zou draaien."

EH

Neutronensterren leveren toch geen informatie over quarkmaterie

Neutronensterren leveren toch geen informatie overquarkmaterie

Wetenschappers proberen al dertig jaar de stralingvan een neutronenster te analyseren. Sterrenkundige Mariano Mendez,verbonden aan het Utrechtse SRON, lijkt daarin nu te zijn geslaagd,getuige een artikel in het tijdschrift Nature. Uit kernexplosieshaalde hij unieke gegevens over die tot nog toe geheimzinnigeneutronensterren.

Sterrenkundige Mariano Mendez laat een filmpje zien op zijnLinux-computer. Een kleine neutronenster slurpt massa van eennaburige ster op. In een spiraal dwarrelt de materie om deneutronenster heen. Het filmpje zoomt in op de neutronenster. Ophet oppervlak begint een explosie. Na een paar seconden ontploft dehele buitenkant van de neutronenster. Het hele scherm wordt wit omaan te geven hoe verzengend de explosie is. "Het is een artistimpression", verontschuldigt de van oorsprong Argentijnseastrofysicus zich voor de niet al te wetenschappelijkeuitstraling.

De kernexplosies hebben een kracht die moeilijk voor te stellenis. In een explosie, die zo'n honderd seconden duurt, komt netzoveel energie vrij als de zon in een maand uitstraalt. Eenoorlogszuchtigere vergelijking: een roentgenexplosie is hetenergetische equivalent van 2.10^22 (spreek uit: twee maal tien totde 22ste) atoombommen (van 12 kiloton) die op Hirosjima vielen. Endeze ontploffingen vinden elke tienduizend seconden, ongeveer drieuur, plaats.

Om die gigantische explosies draait Mendez' onderzoek. Bij deenorme kernreactie komt roentgenstraling vrij. Met deroentgensatelliet XMM-Newton van het European Space Agency heeftMendez de straling van de neutronenster geanalyseerd. In technischetermen: hij heeft het spectrum van de straling bepaald (zie kader).De informatie levert Mendez de verhouding tussen de massa en dedoorsnede van de neutronenster op. Mendez, die werkzaam is bij dein De Uithof gevestigde Stichting Ruimte Onderzoek Nederland, SRON,beschrijft het onderzoek in Nature van 7 november samen met JeanCottam van NASA en en oud-SRON-onderzoeker Frits Paerels vanColumbia University. "Dit proberen wetenschappers al dertig jaar,maar tot nu toe waren de instrumenten niet niet goed genoeg."

Massa

Mendez heeft dus een wereldwijde primeur. Het is het begin vanhet ontrafelen van de geheimen van de neutronenster. Van dieobjecten is relatief weinig bekend. We weten dat ze snelronddraaien, dat ze grotendeels uit neutronen bestaan en vooral datze heel erg zwaar zijn. Een typische neutronenster bezit 1,4 maalzoveel massa als onze zon. Mendez' onderzoek levert de daarbijhorende doorsnede van de neutronenster op: minder dan vijftienkilometer. Bij zo'n hoge dichtheid worden atomen in elkaar geperstzodat protonen en elektronen fuseren tot neutronen en er alleenneutronen overblijven. Een lepeltje van deze materie zou op aardetweeduizend-miljard ton wegen.

Voor een idee van de massa van een neutronenster moestensterrenkundigen tot nu toe hun toevlucht nemen tot indirectemethoden. Als een neutronenster en een andere ster om elkaar heendraaien, dan is uit de snelheid van die ster de omtrek van de baanaf te leiden. Uiteindelijk volgt daar ook de massa van deneutronenster uit. Deze methode levert echter geen wetenschappelijksolide schattingen.

Het onderzoek van Mendez en collega's stelt dat neutronensterEXO 0748-676 tussen de 1,3 en de 2 keer zo zwaar is als onze zon entussen de 9 en de 12 kilometer in doorsnede moet zijn. Dezeberekening komt overeen met voorspellingen van de kernfysica. Datis belangrijk. Met de kernfysica is namelijk te berekenen wat ergebeurt met materie in extreem hoge dichtheden, zoals in deneutronenster het geval is. De kernfysica levert dus ookvoorspellingen over de doorsnede van een neutronenster die bij eenbepaalde massa hoort. De meting van Mendez is de eerstemogelijkheid om te testen of die berekeningen kloppen. Dat blijktdus het geval te zijn. Mendez: "Sommigen hebben het een triomf vande kernfysica genoemd."

Het betekent ook dat de neutronenster inderdaad uit neutronenbestaat -- zoals zijn naam al suggereert. Dat hoeft namelijk nietper se het geval te zijn. Theoretici hebben aangenomen dat extreemdichte materie puur uit neutronen bestaat. Maar het kan nog eengraadje compacter. De zwaartekracht kan zo sterk zijn dat zelfsneutronen ophouden te bestaan. Dan vallen neutronen uiteen in hunbouwstenen: quarks. Met dezelfde massa zou de neutronenster dan eennog kleinere doorsnede moeten hebben, maar zo'n kleine doorsnede isniet verenigbaar met Mendez' resultaten.

Quarks

Tot nu toe was het niet uitgesloten dat wat dan wel'neutronen'-ster heet misschien bestond uit quarks. Theoretischgezien was het in elk geval mogelijk. Dat zou interessant zijnomdat een quarkster de perfecte omgeving zou zijn om quarks tebestuderen. Nu kunnen alleen erg dure deeltjesversnellers ietsvertellen over deze elementaire bouwstenen. In eendeeltjesversneller zijn quarks onstabiel, ze bestaan maar fractiesvan seconden.

Mendez: "Kernfysici zouden graag een omgeving vinden waarinquarks zich in een vrije toestand bevinden. Dan zouden ze goed tebestuderen zijn. Nu kan dat niet, want alleen vlak na de oerknalkwamen er vrije quarks voor. Niemand heeft nog een plaats bedachtwaar vrije quarks zouden kunnen bestaan, behalve in het binnenstevan een neutronenster. Het binnenste van een gewone ster is langniet heet genoeg. Misschien komen ze voor een in zwart gat. Maaruit een zwart gat kun je geen informatie halen."

Met gevoel voor humor haalt Mendez een citaat aan van eenAmerikaanse professor, Virginia Trimble van Maryland University:'We weten niet wat er in een zwart gat gebeurt. We hebben erverschillende studenten heen gestuurd om het uit te zoeken, maardie zijn nooit teruggekomen om het ons te vertellen. We denken datze een baan hebben gevonden in het bedrijfsleven.' Samenvattendzegt Mendez: "Het maakt niets uit wat er in een zwart gat gebeurt.De enige hoop om quarkmaterie te vinden, was in neutronensterren.Met onze resultaten hebben we die hoop zo goed als vernietigd."

Rinze Benedictus

Roodverschuiving

De lichtsnelheid is altijd gelijk, een lichtdeeltje of fotonbeweegt altijd met 300.000 kilometer per seconde. Ook als er doorde zwaartekracht heel hard aan 'getrokken' wordt. Een bal die jeomhoog gooit, zal steeds langzamer omhoog gaan. Op het dode puntstaat de bal stil, daarna valt hij weer naar beneden, aangetrokkendoor de zwaartekracht van de aarde. Een foton houdt echter altijdzijn snelheid.

Maar Einstein voorspelde aan het begin van de vorige eeuw dat desterke zwaartekracht wel invloed heeft op de energie, de kleur vanhet foton. Mendez: "Stel je voor dat een blauw foton uit een sterkzwaartekrachtsveld vliegt. De kleur van het foton verandert dan vanblauw naar rood naar infrarood. Vandaar de naam'roodverschuiving'." Roodverschuiving onder invloed van dezwaartekracht heet gravitationele roodverschuiving.

Bij roodverschuiving treedt hetzelfde fenomeen op als bij hetDoppler-effect, het effect waarbij de sirene van een ambulance diesteeds dichterbij komt steeds hoger wordt, en weer steeds lagergaat klinken als de ziekenwagen eenmaal gepasseerd is. Door het'uitrekken' van de wegrijdende geluidsgolf klinkt het geluid steedslager. In het geval van de ambulance vertelt het Doppler-effectiets over de richting en de snelheid van de geluidsbron.

In zijn publicatie in Nature is Mendez erin geslaagd deroentgen-straling van een neutronenster te analyseren, hij heefthet spectrum opgemeten. In dat spectrum zaten drie gekke piekjesdie alleen maar aan de bijzondere vorm van roodverschuiving tewijten waren. Die verschuiving is uit te drukken in een getal. Eninteressant genoeg is dat getal, via een eenvoudige natuurkundigeberekening, direct te koppelen aan de massa gedeeld door de straalvan de neutronenster. Niemand had eerder kans gezien dieeigenschappen van een neutronenster te meten.

"De eerste die op dat idee kwam was de Nederlandse natuurkundigeJan van Paradijs", vertelt Mendez. Van Paradijs werkte aan deUniversiteit van Alabama en aan de Universiteit van Amsterdam. Debekende astrofysicus overleed in 1999. "Tijdens een lezing steldeBoudewijn Swanenburg van SRON een vraag over roodverschuiving, datzette Van Paradijs aan het denken. In 1979 publiceerde hijhet."

'Belachelijk dat smartlappen zo'n hype zijn'

Smartlappen: je houdt ervan of je haat ze. Fanskunnen hun hart aankomend weekeinde ophalen, want dan wordt in deUtrechtse binnenstad voor de twaalfde keer het Smartlappenfestivalgevierd. Het U-blad vroeg liefhebbers, critici en deskundigen naarhun mening over de smartlap: "Als ik een smartlap hoor, raak ikdirect in een depressie."

Liefhebbers

"Ik vind smartlappen erg interessant", vertelt derdejaarsstudent rechten Saskia Bijl de Vroe: "Niet vanwege de muziek zelf,maar vanwege de sfeer die rondom smartlappen hangt. Een gezellig,typisch sfeertje." Sinds twee jaar leidt Saskia bezoekers rond inhet Nationaal Museum van Speelklok tot Pierement. Daar vertelt zeover oude en nieuwe muziekinstrumenten. "Ook de geschiedenis van desmartlap komt uitgebreid aan bod."

Saskia houdt het tijdens de rondleiding niet alleen bij praten,ze zingt ook een aantal smartlappen. "Het leukste onderdeel van detoer", zegt de studente enthousiast. "Meer dan twintig mensen dieelkaar niet kennen, zingen op zo'n moment midden in een museum meemet een smartlap als 'Kon jij mij maar trouw zijn'. Dat is tochgeweldig?"

Thuis beluistert de rondleidster zelden smartlappen. "Maar op dejaarclub komen er altijd wel een paar tranentrekkers voorbij. Meteen paar biertjes achter de kiezen zingt iedereen van UVSV deliedjes van Hazes uit volle borst mee." Maar niemand is echt fan,of wel? "Dat zal inderdaad niemand toegeven", lacht de studente."Behalve ik dan. Over smartlappen wordt door studenten toch altijdeen beetje lacherig gedaan."

Keith de Jong, derdejaars algemene sociale wetenschappen,schaamt zich er niet voor dat hij van smartlappen houdt. Hijluistert ze vooral wanneer hij bij zijn ouders logeert: "In DenBosch heb je zo'n volkspiraat waarop continu smartlappen wordenuitgezonden." Zijn persoonlijke favorieten zijn Frans Bauer en GradDamen. "Zij zingen lekkere volksmuziek. Van die hele zieligedramatische muziek a la Mary Servaes, ben ik mindergecharmeerd."

Zijn liefde voor smartlappen is gebaseerd op de simpliciteit vantekst en melodie. "In een smartlap wordt op een toegankelijkemanier gezongen over emoties. Geen moeilijke teksten ofmelodietjes. Je hoeft er niet bij na te denken", aldus Keith. Demuziek ligt lekker in het gehoor: "Ideaal als je geen zin hebt inmoeilijke liedjes."

Gaan de fans het Smartlappenfestival nog met een bezoekjevereren? "Ik ben het wel van plan", zegt Saskia. "Het lijkt me welgrappig." Keith twijfelt nog: "Misschien ga ik wel even kijken. Alser alleen maar lallende studenten rondlopen, die de draak stekenmet smartlappen, heb ik het zo weer gezien."

De critici

"Ik vind het belachelijk dat de smartlap opeens zo'n camp-hypeis", steekt Jerome Korzelius van wal. De vijfdejaars studentbiologie vindt het hypocriet dat studenten en het zogenaamdegrachtengordelpubliek na het succes van de documentaire over AndreHazes plotseling weglopen met de smartlap. "Een paar jaar geledenwilden ze niks met 'plebs' als Hazes en Shaffy te maken hebben. Nuhet zogenaamd camp is, gaan ze naar concerten en de documentaires.Alleen maar omdat het een hype is, niet omdat ze het zulkegeweldige muziek vinden."

De student denkt dan ook dat op het Smartlappenfestival nietveel echte fans van smartlappen zullen rondlopen: "Tijdens zo'nfestival wordt de smartlap alleen maar belachelijk gemaakt. Nietdat ik zo'n fan ben, maar ik heb wel respect voor de mensen diezulke muziek oprecht mooi vinden." Hij hoopt dat de hype rond desmartlap snel overwaait: "Het moet maar eens afgelopen zijn met datsmartlappengezeik. Luister naar wat je zelf leuk vindt en laat desmartlap over aan mensen voor wie het bedoeld is."

Van Athanasia Kouskoussouzi, zesdejaars studentecommunicatiesystemen, mogen alle smartlappen direct van deaardbodem verdwijnen: "Alles aan de smartlap is slecht. Tekst,rijm, zang. Alles!" Ze heeft in het bijzonder een aversie tegenFrans Bauer en Marianne Weber. "Wat heb ik een bloedhekel aan dietwee! Toen ze samen 'Ik wil met jou naar de regenboog' kweelden,kreeg ik bijna kotsneigingen. Het is ongelofelijk dat een gezondejongeman als Frans Bauer zulke vreselijke liedjes uit zijn mond kankrijgen. Boerennederlandse prut, zo noem ik dat."

Ook Bastiaan van der Valk, eerstejaars bestuurs- enorganisatiewetenschap, kan zich niet voorstellen dat er mensen zijndie van smartlappen houden: "Ik associeer ze met oubollige muziek,goudbehang en dronken mensen. Echt vreselijk." Bastiaan luistertzelf vrijwel altijd naar housemuziek: "Dat is energieke muziek,waarop je kunt feesten. In tegenstelling tot de smartlap, want dieis altijd deprimerend en klagerig. Ik begrijp ook niet dat mensenzoiets willen horen in de kroeg. Dan raak je toch depressief?"

Ondanks het feit dat hij zelf niet graag naar Andre Hazesluistert, vindt Bastiaan het zielig voor hem dat zijn publiekalleen nog maar bestaat uit lallende studenten en intellectuelen,die zijn muziek eigenlijk helemaal niks vinden: "Smartlappen zijncult. Studenten bezoeken de concerten om eens een avondje lekker telallen. En het intellectuele publiek bekijkt de documentaire om erover mee te kunnen praten. Niemand komt nog voor zijn muzikaletalenten. Dat is toch sneu voor zo'n man."

De deskundigen

Smartlappen zijn volkse liedjes voor volkse mensen, zegt dr. Tomter Bogt, Utrechts cultuurpsycholoog en hoogleraar popmuziek aan deUniversiteit van Amsterdam. De smartlap is volgens hem voortgekomenuit een bepaalde volkse traditie: "Het is muziek voor het gewonevolk." Omdat levensliederen camp-appeal hebben, zijn ze nu populairbij heel andere groepen, zoals studenten, legt Ter Bogt uit. "Maardaar zijn ze eigenlijk helemaal niet voor bedoeld."

Het is volgens hem niet vreemd dat er vandaag de dag anderemensen naar smartlappen luisteren dan pakweg twintig jaar geleden:"Het volkstype is bijna uitgestorven. Je moet nu miljonair zijn omin de Amsterdamse Jordaan te wonen, terwijl dat vroeger het hartvan de volksmuziek was. De oorspronkelijke doelgroep van desmartlap is dus zo goed als verdwenen. Maar gelukkig voor dezangers van smartlappen, is de muziek weer opgepikt door anderebevolkingsgroepen."

Ter Bogt vindt de hype omtrent de smartlap wel grappig: "Zelfheb ik er nog steeds niet veel mee, maar ik kan me indenken datstudenten het leuk vinden om af en toe naar zo'n liedje teluisteren." Hij voegt toe dat het ook wel 'een beetje vals' is: "Jeluistert toch naar liedjes die gaan over het leed van het soortmensen, waartoe je zelf niet behoort."

Volgens de popprofessor kijken studenten en intellectuelen nietneer op smartlappen: "Ik geloof niet dat ze avond aan avond alleenop hun kamertje smartlappen zitten te draaien, maar na een paarbiertjes in de kroeg vinden ze het gewoon grappig, tijdelijkvermaak." Geldt hetzelfde voor yuppen en het intellectuele publiek?"Die vinden het op z'n tijd leuk, maar of ze echt fan zijn? Ik denkhet toch niet."

Onderzoek heeft uitgewezen dat de persoonlijke muzieksmaakgrotendeels wordt bepaald door je opvoeding en omgeving: "Ik bengeen liefhebber van smartlappen en dat is goed te verklaren", zegtTer Bogt: "Ik ben niet opgegroeid in een volksbuurt, kom in hetdagelijks leven niet veel volkse mensen tegen en heb gestudeerd."Het is daarom volgens hem logisch dat hij van Engelstaligerockmuziek houdt. "Net als de meeste mensen die op de universiteitrondlopen."

Luuk Kloosterboer, organisator van het Smartlappenfestival,heeft ook niet veel met de smartlap: "Omdat ik het organiseer, hoefik er nog geen fan van te zijn, toch?" Maar het festival is volgensde organisator ook leuk voor mensen die geen groot liefhebber vantranentrekkers zijn: "In de bruine kroegen is de serieuze,ouderwetse smartlap te horen. In studentencafes gaat het meerrichting carnaval, compleet met verkleedpartijen."

Dit doen studenten volgens Kloosterboer niet om vertolkers enliefhebbers van smartlappen voor lul te zetten: "Studenten vullenhet festival gewoon op een andere, eigentijdse manier. Ze vindensmartlappen heus wel leuk, anders zouden ze toch niet komen?"Kloosterboer vindt het ook geen probleem dat er een soorttweesplitsing is tussen 'serieuze' en 'lollige' cafes: "Zolangiedereen het naar z'n zin heeft, is er niets aan de hand. Die tweegroepen bijten elkaar echt niet."

Fleur Baxmeier

Top 5

Smartlappen leven onder studenten. Maar wat zijn nu eigenlijk defavorieten? Het U-blad ondervroeg een tiental studenten en kwam totde volgende top vijf:

1 Andre Hazes - Zeg maar niets meer

2 Astrid Nijgh - Ik doe wat ik doe

3 Danny de Munk - Ik voel me zo verdomd alleen

4 Koos Alberts - Zijn het je ogen

5 Andre Hazes - De Vlieger

Leven van de wind

De wind bepaalt het leven van Wouter Verbraak. Deoud-student meteorologie en fysische oceanografie zeilt wedstrijdenover de hele wereld. Bevindt hij zich niet aan boord van eenwedstrijdboot, dan houdt hij zich op een andere manier bezig metzijn passie. Als weerconsultant voorziet hij wedstrijdzeilers overde hele wereld van strategieen.

De interviewafspraak past nog net in Wouter Verbraaksuitpuilende agenda. De blonde zeiler-weerconsultant woont sinds eenjaar in Noorwegen en is op doorreis naar Frankrijk. In deze paardagen in Nederland geeft Verbraak (27) ook nog een cursus voor hetKoninklijk Nederlands Watersport Verbond en een lezing voor deUtrechtse studentenzeilvereniging Histos. Familie en vrienden zietde globetrotter tegenwoordig slechts drie, vier weken per jaar.

Van de wind kun je niet leven, zo luidt een oer-Hollandsgezegde. Verbraak - twee jaar geleden afgestudeerd - bewijst hettegendeel. Het voormalige Histos-lid houdt zich fulltime bezig metwind, als zeiler of als weerspecialist die collega-wedstrijdzeilersop projectbasis van strategisch advies dient. "Zelf zeilen isnatuurlijk het leukst," zegt Verbraak. "Het gebeurt uiteindelijkallemaal aan boord. Maar strategieen bepalen voor anderen vind ikook fantastisch. Daarvoor ben ik uiteindelijk gaan studeren."

Verbraaks fascinatie voor het weer ontstond toen de kleineWouter aan boord van het zeiljacht van zijn oudersweervoorspellingen op de radio tot weerkaarten verwerkte. "Deonvoorspelbaarheid van het weer is het meest interessant. Modellenbepalen niet alles. Een winddraai van vijf procent betekent eenandere tactiek. En het is aan mij om die zo goed mogelijk tebepalen."

Co-navigator

Tijdens de Olympische Spelen in Sydney voorzag de weerconsultantde Nederlands zeilequipe al nadrukkelijk van advies. In Athene 2004zal dat niet anders zijn. Op dit moment stippelt hij vanuit hetFranse St. Malo strategieen uit voor deelnemers aan de soloraceRoute du Rhum, samen met de Franse zeilgrootheid Jean Yves Bernot.Het was diezelfde Bernot die Verbraak zijn tot op heden grootstezeilavontuur bezorgde: deelname aan de Volvo Ocean Race, devoormalige Whitbread. In september vorig jaar stapte Verbraak, alsco-navigator naast Bernot, aan boord van de zestigvoeter DjuiceDragons (teambudget: 15 miljoen euro) voor de race rond de wereld.Verbraak voer niet alle etappes mee, maar ging wel de hele wereldover als lid van het Noorse team.

"Ik had natuurlijk wel over deelname aan de Volvo Ocean Racegedroomd, maar nooit gedacht dat ik daadwerkelijk mee zou doen. Derace was waanzinnig, nergens mee te vergelijken. De stress wasverschrikkelijk, zeker voor de schipper en de navigator. Na deeerste etappe was ik vijf kilo afgevallen, alleen maar door destress." De aankomst in Kaapstad zal Verbraak nog lang heugen. "Wehadden acht dagen te lang gedaan over de etappe. Na 38 dagen warenwe er eindelijk, maar ik wilde eigenlijk niets liever dan meteenweer terug de zee op. Ik had 38 dagen in een ritme gezeten, waarinik me alleen maar met strategie had beziggehouden. Dat had wat mijbetreft nog langer mogen duren."

Verantwoordelijkheid

Het vak van navigator brengt een zware verantwoordelijkheid metzich mee, zeker tijdens de Volvo Ocean Race met de bijbehorendemedia-aandacht. Verbraak: "Een navigator neemt belangrijkebeslissingen. Een foutje met trimmen is geen ramp, maar met eenfoute strategie ga je meteen op je bek. Toch zou ik voor geen goudwillen ruilen met een andere discipline aan boord. De zeilsport iscomplex: er zijn vele facetten die het resultaat bepalen, maarstrategie is toch een van de belangrijkste elementen. Om het platte zeggen: je kunt heel hard de verkeerde kant op varen."

De komende maanden staan zeilraces als Kaapstad-Rio, SydneyHobart en New York-Hamburg op Verbraaks wedstrijdkalender. Daarnais het tijd voor een winterstop. "Mijn geld moet ik verdienen inhet zeilseizoen," stelt Verbraak. "De winter benut ik voornamelijkvoor het doen van onderzoek naar strategieen en weermodellen. Hetis heel verleidelijk en lucratief om door te varen, maar ik moetook de theoretische aspecten niet vergeten. Dat blijft toch ookmijn vak. Die wintermaanden zijn prima om rustig te evalueren en deopgedane ervaringen van het afgelopen jaar te verwerken en op teslaan."

Deelname aan de Volvo Ocean Race 2005 is Verbraaks ultieme doel.Als navigator wel te verstaan: "Ik weet dat het moeilijk is: ik bennog jong en je moet eerst je credits verdienen. Maar deinternationale zeilwereld is niet zo groot, je komt vaak dezelfdemensen tegen. De komende jaren moet ik nog meer naam zien te maken.Dus zoveel mogelijk oceaanraces varen en netwerken. Ik ben goed opweg, maar ik zal heus niet zo maar gevraagd worden."

Michiel van Ruitenbeek

'Denk je wel aan je studie, jongen?'

In de artiestenfoyer van het Scheveningse Circustheater haktRene quiche en friet naar binnen. Openhartig kletst hij over alleswat hem bezighoudt, zonder te vergeten ook aandacht aan zo'n beetjealles om hem heen te schenken. Met een vriendelijke knipoogontvangt hij z'n collega's die een voor een binnendruppelen. Alvier jaar is de 29-jarige musicalster kind aan huis in het theater,waar dag in dag uit zo'n 150 mensen werken aan de productie Aida."Ik voel me hier op mijn plaats, alsof het mijn tweede huisis."

De switch van geschiedenisstudent naar musicalster is op eenbijzondere manier verlopen. Tijdens zijn studie gaf hijgeschiedenisles aan het Erasmuscollege in Zoetermeer, zijn oudemiddelbare school. "Het is daar erg gezellig voor een school. Debeste bar van heel Zoetermeer is bijvoorbeeld in de school." HetErasmuscollege is een Daltonschool waar deelname aan buitenschoolseactiviteiten wordt gestimuleerd. Rene, die al jaren zong in depoprockcoverband Buckshot, gaf zich daarom op voor de schoolmusical'Tommy'. Musicalster Joke de Kruijff gaf in het kader van deschoolmusical een workshop. Ze hoorde de geschiedenisleraar zingenen adviseerde hem auditie te doen voor de musical Miss Saigon. "Ikdacht: 'het is lief dat ze dat zegt, maar nee'. Kort daarna ging iknaar Miss Saigon. Ik zat op het balkon en dacht: 'wauw, zou ik datook kunnen?' Toen ben ik op 3 april 1998 voor de gein toch maarauditie gaan doen."

Universitair sponsor

Het duurt nog maar twee uur voor de voorstelling begint, maarRene zit nog relaxed over zijn allereerste audities te vertellen.Achteroverleunend in de artiestenfoyer zegt 'ie stralend: "Ikvoelde me net als Alice in Wonderland." Tot zijn grote verbazingkwam hij door de eerste ronde. "Dat was zang, maar de volgende dagmoest ik op voor dans. Ik ben die avond naar een vriend gegaan, diehet dansje kende. Keihard heb ik lopen zweten en oefenen en jahoor, ik mocht door tot de volgende ronde. Uiteindelijk werd ik opeen vrijdagavond gebeld met de mededeling dat ik een rol kreegaangeboden in Miss Saigon."

Deze rol bleek het begin van z'n musicalcarriere te zijn. NaMiss Saigon volgde een grotere rol in Elisabeth. Daarna kwam de rolals legerkapitein Ramades in Aida, waarvan hij het eerste seizoenals alternate (ofwel stand in) een avond in de week de rolvertolkte.

De minder tijdrovende musicalrollen combineerde Rene metlesgeven op het Erasmuscollege. In 1998 speelde hij in Miss Saigon,gaf hij 26 uur les op de middelbare school en studeerde hijgeschiedenis van de internationale betrekkingen aan de UU. In 2000en 2001 stond hij niet ingeschreven bij de universiteit. "Ik had meuitgeschreven, omdat ik in de periode daarvoor een soort sponsorvan de universiteit was. Ik betaalde wel, maar volgde bijna geenvakken en colleges."

Toen hij stopte met studeren was hij nog maar een vak en eeneindscriptie verwijderd van zijn bul. Toch was de drempel om weerte gaan studeren hoog. In maart 2002 deed hij opnieuw een poging omz'n studie af te ronden. "Ik wilde eerst weer een paar vakkenvolgen, om weer te voelen hoe het is om te studeren." Het bleef bijeen college, omdat het combineren van spelen, lesgeven en studerenzelfs voor een bezige bij als Rene teveel bleek te zijn.

Vastberaden dat hij ooit zijn studie geschiedenis zal afrondenis de musicalster wel. "Mijn vader is erg trots op mijnmusicalrollen, maar hij zegt ook 'denk je wel aan je studie,jongen?' Daarom zeg ik maar dat ik niet meer studeer. Mocht ik hetdan binnenkort weer oppakken, is het alleen maar een positieveverrassing."

Damn

De reden waarom Rene besloot zich te richten op een ding in hetbijzonder, houdt verband met zijn fascinatie voor de musical Aida."Ik houd echt van de voorstelling. Daarom wil en kan ik dingen niethalf doen. Ik heb nogal de neiging om overal bij te willen zijn.Uit een soort zelfbescherming heb ik destijds besloten om niet inUtrecht te gaan wonen. Ik blijf bijvoorbeeld op feesten altijd alslaatste hangen. Nu ik fulltime de hoofdrol in Aida speel, wijktalles hiervoor. Ik zie het ook als mijn plicht om me voor de vollehonderd procent in te zetten."

Ondanks dat hij het een 'plicht' noemt, ziet de jonge ster zijnrol niet als werk. "Ik denk nog elke keer: 'Damn, ik mag deze rolspelen!' Er zijn maar vier Nederlanders die kunnen zeggen dat zeRadames gespeeld hebben en daar ben ik er wel mooi een van." Inmusicalland is het niet gebruikelijk dat wanneer een hoofdrolspelerweggaat, de alternate de opvolger wordt. Voor Rene was het dan ookonverwachts dat hij de hoofdrol volledig mocht overnemen van zijnvoorganger Bastiaan Ragas. "Dat was de leukste verrassing uit mijnleven."

Spierballen

Terwijl hij even naar zijn eigen kleedkamer loopt en terugkeertin een zwarte badjas met Aida opdruk, stroomt aan de andere kantvan het Circustheater de publieksfoyer vol. De rijen voor de kassazijn dik en een stukje verderop staan een paar jonge fans tejuichen voor het aankondigingsscherm met de rolverdeling. "Yes! Wehebben Ren'e vanavond! Hij zit vol energie", verzekeren ze. Demeisjes zien de musical voor de achtste keer vanavond, dus zehebben het nodige vergelijkingsmateriaal. "Maar nog meer komen wevoor zijn stem, die is echt supermooi!"

Even later bekennen de fans niet alleen te vallen voor de mooiestem van de hoofdrolspeler. Ook zijn lichaam heeft indruk op zegemaakt: "Heb je die spierballen wel eens gezien?" Intussen wordtachter de schermen bij de grime een neptatoeage op de spierballenaangebracht. De make-up wordt gedaan en er worden tweemicrofoontjes onzichtbaar op zijn hoofd bevestigd. "Dehoofdrolspelers krijgen er twee, voor het geval er eentje mochtuitvallen", weet de visagiste. De witte oogpotloodlijnen brengt hijzelf aan, want zo'n potlood kan nog wel eens pijnlijk in het oogsteken. "Dit kan ik door m'n alto-tijd, toen ik nog met lange harenen zwarte ogen rondliep", zegt 'ie haast verontschuldigend.

Een kaptafel verder zit zanger en musicalster Ben Cramer. Hijspeelt Zoser, de vader van Radames. Volgens de dames van de grimezat zijn haar de vorige voorstelling te 'fluffy'. Ben moet eenvoorbeeld nemen aan Rene, wiens haar altijd strak in de stekelszit. Wanneer hij wil voelen aan het stekelige haar, duikt dehoofdrolspeler weg: "Niemand komt aan mijn haar!"

Sloffen

'Nog een half uur!' schalt door de speakers in de gangen. Hieren daar slaakt iemand een kreet, om de stem op te warmen. Deregisseur komt op de valreep met een laatste aanwijzing. Aan dehand van een tekening laat hij zien hoe Rene in een bepaalde sceneiets meer afstand moet houden van zijn tegenspeler.

Het laatste kwartier brengt de ster door in zijn eigenkleedkamer. Deze ziet er meer uit als een ruime studentenkamer,gezellig en rommelig. "Hier kom ik tot rust door teletekst telezen. Gewoon bijhouden wat er in de wereld om me heen gebeurd enuiteraard even checken hoe Feyenoord gespeeld heeft."

Nog geen tien minuten later staat de nuchtere leerkrachtsprankelend en stralend voor een stampvolle zaal. De verrassendedecors en het meeslepende liefdesverhaal, de muziek en de teksten,dit alles brengt het publiek in vervoering. "Het mooiste aan Aidavind ik dat alles in dienst staat van het verhaal. Er zijn geenoverbodige dingen en dat maakt de musical heel stijlvol."

Na afloop staat er bij de artiestenuitgang een clubje vaste fansde musicalsterren op te wachten. Drie meiden hebben een grootcadeau bij zich. Vorige week donderdag, toen de dames ook bij deuitgang stonden, kwam hun idool op z'n sokken naar buitenstrompelen. "Dat was zo zielig, toen hebben we maar een paarsloffen voor hem gekocht!"

Even later, wanneer Rene gedouched en al naar de uitgang komt,neemt hij de sloffen lachend in ontvangst. Behalve jonge meidenstaan er op een afstandje ook moeders te wachten. "Dit is de vierdekeer dat ik met mijn dochter naar Aida ben geweest. Tsja, m'ndochter wil altijd graag even een handtekening halen, dan moet ikmaar mee."

De Zoetermeerder lijkt geen enkel probleem te hebben met defans. "Ik zie ze soms een beetje als mijn leerlingen. Zij nemen demoeite om telkens weer naar Aida te komen, dan neem ik de moeite omna afloop even gedag te zeggen." Pas wanneer de 'sloffen-fans' naarAntje Monteiro -die de rol van de verloofde Amneris speelt- vragen,ziet Rene zijn kans schoon de artiestenfoyer in te duiken voor eenbiertje. "Haal jij Antje even? Anders missen we onze tram!",schreeuwen de meiden hem na.

Terug in de artiestenfoyer zit de musicalster na te genieten vande afgelopen voorstelling. 'Neem het lot in eigen hand', is eentekst die steeds terugkeert in de musical. "De rol van Radamesstaat dichtbij de persoon die ik nu ben. Het leven is een grotekeuze. Dat geldt voor mij, maar ook voor Radames. Een vriend van mezei laatst dat ik altijd geluk heb bij het maken van keuzes. Ikhoud het er maar op dat ik een goede timing heb."

Soms vraagt ook de succesvolle musicalster zich af waar het eensop zal houden. Het is nog onduidelijk wanneer de musical Aidastopt. "Vanmorgen zat ik er nog aan te denken. Het is heelbijzonder dat de rol van Radames me op het lijf geschreven staat.Zo bijzonder dat het nu wel eens lijkt of elke andere rol minderpassend zou zijn." Toch heeft hij nog genoeg ambities voor andererollen. "Uit een soort van jeugdsentiment lijkt het me geweldig omin Jesus Christ Superstar te spelen."

De onzekerheid over zijn toekomst lijkt Ren'e niet in de weg tezitten. Hij is vastberaden af te studeren in geschiedenis en hijheeft nog steeds een grote passie voor het lesgeven. Daarnaasttreedt hij nog regelmatig op met zijn band en volgt hijtoneellessen om nog beter te worden. "Ik kan hier nog zo veelleren! Bovendien kan ik alle kanten op, ook buiten demusicalwereld. De onzekerheid zie ik niet als een last. Ik genietvan elk moment dat we Aida spelen. Wat komt, dat komt!"

Karen Eshuis

Nummer 1

Het delen van de slaapkamers is een initiatief geweest van deStichting Sociale Huisvesting (SSH) en de universiteit.Kruisstraatbeheerder Henk Appelo van de SSH: "Daar waarmogelijkheden zijn om het kamertekort op te lossen moet je zebenutten. De afmetingen van de kamers in Parnasoss leenden zichvoor deze oplossing en zo kan de huurprijs gedeeld worden. Doordatde buitenlandse studenten hier tijdelijk wonen, zijn debeheerkosten hoger dan die voor de standaard studentenkamer. Wekunnen de kamers nu verhuren voor 300 euro per persoon, inclusiefalle servicekosten. Studenten mogen hier maximaal een jaarblijven."

In de gedeelde kamers wordt optimaal gebruik gemaakt van dehoogte door hoogslapers en vides als bergruimte. Olga Janssen vanBureau Buitenland: "Doordat de kamers zo hoog waren, waren ze ookminder gezellig voor een persoon. In het buitenland worden kamerswel vaker dubbel bewoond, denk aan de campus in Engeland en deVerenigde Staten, dus is dit een handige oplossing."

Bureau Buitenland matcht de studenten die een kamer gaan delen.Janssen: "Aan het begin van het academisch jaar zijn we weken bezigom de vijf-, tot zeshonderd buitenlandse studenten bij elkaar tezetten. We letten hierbij allereerst op studie en verder op landvan herkomst, roken of niet-roken of eventuele allergien. De meestestudenten moeten in de eerste week wel wennen aan het delen van eenkamer. Wij vragen ze altijd om het een maand te proberen. Negen vande tien zijn daarna tevreden, als het toch niet gaat, bieden we alslaatste redmiddel andere woonruimte aan."

Naakt op de bar de stropdas verdienen

USRS, de Utrechtse Studenten Rugby Society, viert ditjaar haar zevende lustrum. Rugby is een traditionele studentensportmet heel eigen gewoontes. Een zedenschets die 35 jaarbeslaat.

ZUMBA

Naakt op de bar bij een van de drie grote Utrechtsegezelligheidsverenigingen hebben woensdagavond een aantal rugbyersvan USRS hun stropdas verdiend. Rugbyers zijn trots op hunclubkleuren en een das is niet te koop. Die is bestemd voorveelbelovende leden die minimaal een jaar lid zijn. Bovendienmoeten die veelbelovende leden een zogenaamde Zumba uitvoeren. Zegaan onder luid gezang van de clubleden en plein public letterlijkmet de billen bloot bij de gezelligheidsvereniging waar ze ook lidzijn. Vooral bij de vrouwelijke leden van Veritas en Unitas valtdit tafereel in de smaak, beweren de rugbyers zelf. Het zijntypische studententaferelen die ieder jaar na de dies plaatsvinden.Dit jaar is die dies, afgelopen woensdag dus, ook het begin van defestiviteiten van het zevende lustrum.

MANNELIJK

Het ruige rugby is een studentensport voor de wat betergesitueerden. Dat heeft net als de sport zelf zijn oorsprong inEngeland. Daar voetballen de welgestelde jongens niet, ze rugbyen.Maar waarom studenten op rugby afkomen, wordt niet helemaalduidelijk. "Het is mannelijk en het heeft iets rauws. USRS speelthoog en het is een vereniging die veel leuke dingen doet zoalsfeestjes en trips. De band op en buiten het veld is hecht", denktvoorzitter Vincent Wanders. "Studenten zijn denkers en schrijvers.Rugby is hun enige fysieke bezigheid", zegt trainer Johan Broersover zijn spelers. "Rugby schept een bijzondere band tussen despelers. Je kunt echt niet zonder elkaar", zegt eerste elftalspelerMaurice Thijssen, een van de samenstellers van het lustrumboek.

CORPS

Het waren studenten in Delft die in 1918 de eerste Nederlandserugbyclub oprichtten. Amsterdam en Leiden volgden. De teamsbestonden vooral uit Zuid-Afrikanen die in Nederland studeerden. Inde jaren dertig stierf het rugby bijna een zachte dood inNederland. Pas in de jaren zestig kwam er weer wat leven in debrouwerij.

USRS werd met hulp van de Delftse studenten opgericht als eensubvereniging van het corps. Die banden met de corpora bestaan nogsteeds, ongeveer de helft van de USRS-leden is ook lid van USC. InDelft zijn alle rugbyers lid van het corps. Diestudentenverenigingen beheersten heel lang ook de Nederlandsecompetities. Maar op dit moment komt alleen de Amsterdamsestudentenvereniging nog uit in de ereklasse. Daar zitten overigensniet bijzonder veel studenten in.

CENTURIONS

USRS speelt dit jaar eerste klasse, net onder het hoogsteniveau. De club leek vastgeroest in de tweede klasse, maar vorigjaar werd na een aantal ereplaatsen eindelijk een titel behaald. Endie promotie geeft het lustrum extra glans. Verantwoordelijk voordat succes is trainer Johan Broers die al meer dan twintig jaar devereniging begeleidt. Broers heeft na het kampioenschap afscheidgenomen van het eerste team, maar hij wordt door zijn studententijdens het lustrum bijzonder in het zonnetje gezet.

Ook speciale aandacht krijgen de spelers die de afgelopen vijfjaar het aantal van honderd wedstrijden zijn gepasseerd. Dezespelers krijgen een genummerde das met de C van centurion eropgeborduurd. Bovendien wordt er een wedstrijd gespeeld tussen decenturions en de spelers die nog niet zover zijn. Het is vrijwelonmogelijk om binnen vijf jaar aan die honderd wedstrijden tekomen.

Bloemkooloren

Eens een rugbyer altijd een rugbyer. Het langdurig beoefenen vanrugby toont zich behoorlijk in het postuur. En niet alleen doorveel voorkomende rugbyblessure zoals het bloemkooloor, eenblijvende misvorming van het bovenste deel van de oorschelp. Zo'nbloemkooloor lopen rugbyers op in de scrum. In die scrum wrijven zemet hun oren soms iets te fanatiek tegen elkaar. Maar rugbyersworden met de jaren ook zwaarder en trager. Dit is niet alleen tewijten aan de grote hoeveelheden bier die ze na de wedstrijd samenmet hun tegenstander naar binnen gooien, maar ook door de aard vande sport. Die felle lijf aan lijf gevechten eisen een zwaarderlichaam.

VOETBALLERS

Voetballers zijn van oudsher de aartsvijanden van de rugbyers.Voetballers doen namelijk alles waar een rugbyer van walgt. Zoalsde scheidsrechter uitschelden. Die is bij rugby tijdens dewedstrijd heilig. Niemand behalve de aanvoerder mag hem zelfs maaraanspreken. Voetballers zijn, volgens de rugbyers, ook niet instaat na de wedstrijd sportief de strijdbijl te begraven. Terwijlde rugbyers zelf hun tegenstanders op het veld fel te lijf gaan,maar tegelijkertijd tonen ze respect. Na het laatste fluitsignaalstellen ze zich op in een erehaag en applaudisseren ze voor huntegenstander. Vervolgens gaan ze samen aan het bier.

LUSTRUMBOEK

USRS houdt zijn eigen geschiedschrijving bij. Ieder lustrumverschijnt er een boek. Dit keer zijn de samenstellers aan de haalgegaan met het getal zeven. Het lustrumboek wordt dan ook opdonderdag 7 november om zeven minuten over zeven gepresenteerd opde Kroeg van USC, op Janskerkhof 14 (2x7). Het thema van het boekis de zeven hoofdzonden. Bovendien zijn er voorwoorden van zevenverschillende schrijvers onder wie schrijver Tommy Wieringa dieooit trainend lid was en topvoetballer Ruud van Nistelrooy die ooittientjeslid was.

Jurgen Swart

Beta-federatie clusters diensten en directeuren

In het rapport presenteren de faculteiten Biologie, Farmacie,Natuur- en Sterrenkunde, Scheikunde, Wiskunde en Informatica eennadere uitwerking van hun plannen voor een federatie. Het bestuurvan die federatie zal worden gevormd door de vijf decanen plus eenonafhankelijk voorzitter - deze moet wel hoogleraar zijn in een vande deelnemende faculteiten. Hoofdtaak van het federatiebestuurwordt het vaststellen en bewaken van het gezamenlijke strategischbeleid van de vijf faculteiten. Ook komt er een gezamenlijkleerstoelenplan. De medezeggenschap wordt vorm gegeven in eenfederatieraad, die bestaat uit afgevaardigden van defaculteitsraden.

De faculteiten zelf verdwijnen in het plan niet uit zicht. Dedecanen houden hun huidige wettelijke bevoegdheden en blijvendaarmee formeel verantwoordelijk voor de gang van zaken in defederatie. Ook de financiering van onderwijs en onderzoek blijftvia de faculteiten verlopen. Wel krijgt het federatiebestuur eenbescheiden eigen budget om een gezamenlijk federatiefonderzoeksbeleid vorm te kunnen geven.

Op het gebied van onderwijs en onderzoek verandert er weinigvergeleken met de huidige situatie. Ten aanzien van deondersteunende diensten bevat de rapportage wel vergaandevoorstellen. Er komt een federatief bureau met een eigenbeleidsafdeling, die een deel van de taken moet gaan overnemen dieop dit moment nog door de centrale beleidsafdeling in hetBestuursgebouw in De Uithof worden verricht. De afdelingenfinancien en personeelszaken worden geclusterd in maximaal tweeadministratiekantoren. Over de toekomstige positie van defaculteitsdirecteuren hult de rapportage zich in stilzwijgen.

Collegevoorzitter Veldhuis wil op dit moment niet reageren op debeta-voorstellen. Eind november komt het college met een reactie opde plannen van alle zes beoogde clusters. De collegevoorzittertoonde zich ontstemd over het feit dat de beta-rapportage nu alopenbaar was gemaakt. Volgens een laconieke decaan Siersma vanWiskunde en Informatica was dat echter onvermijdelijk om een bredemeningsvorming over de voorstellen mogelijk te maken.

EH

"Klink ik nu erg arrogant"

Bijzonder deskundige op het gebied van dinosaurussen.Zo mag de 14-jarige hobby-promovendus Mark Vlug zich sindsafgelopen zondag noemen. Met zijn verslag en rede overdinosaurussen maakt hij afgelopen zondag diepe indruk op zijnpromotiecommissie. "Je beheerst niet alleen alle stof tot in depuntjes", zei een van hen, "maar je denkt ook veel na over jehobby. Dat getuigt van een wetenschappelijke houding."

Mark slaakt een kreetje van opluchting als hij hoort dat hijzijn diploma meer dan verdiend heeft. "Je weet het toch nooithelemaal zeker", zegt hij even later. De havo-scholier geeftruiterlijk toe dat hij erg zenuwachtig was voor de promotie. "Ikhad echt last van knikkende knieen. Vooral toen ik die hele zaalvol mensen zag. Maar gelukkig had ik me goed voorbereid en zodra ikbegon te praten ging het eigenlijk vanzelf."

In zijn praatje vertelde Mark kort iets over de dinosaurussen inhet algemeen. Daarna mochten drie professoren de scholier het vuuraan de schenen leggen met een aantal prangende vragen: "Kun je mijuitleggen wat je bedoelt met jouw eilandtheorie?" Rustig legt Markuit dat dinosaurussen die op eilanden leven zich door dedichtbeboste gebieden minder goed kunnen voortbewegen. "En daardoorblijven ze dus kleiner."

"Hoe denkt u eigenlijk over de discussie die al jarenlang woedttussen paleontologen en biologen: zijn dinosaurussen volgens uwarmbloedig of koudbloedig?" Mark denkt even na en antwoordt dat ervolgens hem zowel warmbloedige als koudbloedige dinosaurussen zijn:"De vleeseters waren warmbloedig. Zij moesten jagen en dus hardkunnen rennen. Ik denk dat de planteneters koudbloedig waren, omdatdie minder snel hoefden te zijn."

De vragen zijn een eitje voor Mark: hij doorstaat ze met verve."Ze waren ook niet echt moeilijk", zegt de jonge hobby-promovendus."Of klink ik nu erg arrogant?" Het overleg van de commissie duurtniet lang. De promotor van Mark, professor van der Zwaan vanaardwetenschappen, heeft de eer het diploma te overhandigen. "Jehebt het heel goed gedaan, Mark, maar er moet mij toch nog wat vanhet hart", begint de professor zijn praatje. "Toen ze mij vroegenom jouw promotor te worden, aarzelde ik nogal. In eerste instantieheb ik ook geweigerd", zegt Van der Zwaan eerlijk. "Dit is weerzo'n publiciteitsstunt, dacht ik. Die jongen weet niks en die moetik dan begeleiden." Gelukkig voor Mark en Van der Zwaan blijkt dezetwijfel achteraf geheel onterecht: "Je denkt veel na over je hobby,je beheerst de stof en je weet hoe je er mee om moet gaan.Klasse."

Enige kritiekpuntje van Zwaan betreft de toekomstplannen vanMark: "Ik las in een artikel dat je later verkeersleider wiltworden, omdat paleontologen zo weinig verdienen." Gelach klinkt uitde zaal. "Dat laatste is zeker waar, maar paleontoloog is toch ookeen veel mooier beroep? Denk er nog maar eens goed over na. Volgensmij kun jij nog heel ver komen wanneer je de richting van depaleontologie opgaat."

Wanneer Mark eindelijk het felbegeerde diploma in handen heeft,wordt hij bestormd door een cameraploeg van het NOS-jeugdjournaal:"Hoe is het om te promoveren op je hobby, Mark?" "Heel leuknatuurlijk", antwoordt de scholier droogjes. "Het voelt toch alsofik hoger op ben gekomen!" Ze vragen nog even door, terwijl de rijbelangstellenden achter hen groeit.

"Ongelofelijk he, al die aandacht", zegt de vader van Mark.Onder de indruk van de camera is hij al niet meer: "Na Hart vanNederland, Radio M, De Telegraaf, NRC Handelsblad en Business Radiokijken wij nergens meer van op." Hij vindt de publiciteit prima,zolang Mark er zelf zin in heeft: "Afgelopen week heeft hij eenpaar interviews geweigerd, omdat hij nog dingen voor school moetdoen. Mark laat zich nergens toe dwingen."

Na een hele stoet van felicitaties heeft Mark even de tijd omuit te puffen. "Ik moet nu eerst even wat drinken hoor", zegt hijtegen een vrouw die met een microfoon op hem afkomt. Wat vindt hijzelf van alle aandacht omtrent zijn persoon? "De eerste interviewswaren leuk, maar het ging maar door. Op een gegeven moment had iker echt genoeg van. Ik moest even tijd voor mezelf hebben."

En weten zijn vriendjes ondertussen al van zijn voorliefde voordinosaurussen? In het vorige interview vertelde hij dat hij zijnhobby meestal verzwijgt, omdat het 'niet stoer is': "Een paarkinderen hadden me al bij Hart van Nederland gezien. De rest vanmijn klasgenoten vertel ik het morgen. Ik moet het ze nu eigenlijkook wel vertellen."

Tussen neus en lippen door vertelt hij dat zijn toekomstplanneninmiddels gewijzigd zijn. Mark wil toch maar geen verkeersleiderworden. "Dat lijkt me te gestresst. Ik wil nu journalist worden,net als jij." Dat journalisten niet tot de best betaalden horen,interesseert hem niet meer zo: "Ik ga sowieso de kant van depaleontologie op. Maar daarnaast wil ik bijverdienen alsjournalist, want ik wil geen arme sloeber worden."

Fleur Baxmeier

Leren overleven in de speeltuin

Acht legergroene jeeps hangen op een fraaie herfstmiddag schuintegen een heuvel aan in het bos bij het Brabantse Oirschot. 'Despeeltuin' noemt de militaire rij-instructeur dit stukje bos waarer voor de jeeps een circuitje is aangelegd. Om hier te komenmoeten eerst mulle zandwegen en diepe tanksporen worden overreden.Het lijkt een oefening van de Nederlandse landmacht, maar vandaagzijn de militairen Utrechtse studenten geneeskunde.

Achter het stuur van de jeeps zitten geneeskundestudenten diemet een hoofd, rood van inspanning, proberen de auto's door despeeltuin heen te sturen zonder tegen bomen aan te rijden of vastte lopen op een steil heuveltje.Het besturen van die terreinwagensvalt niet mee. Zelfs op een redelijk vlak uitziende weg schuift dewagen nog alle kanten op en moet de bestuurder stevig sturen omueberhaupt rechtdoor te rijden.

Het is even wat anders dit lesje aan 24 studenten die hetkeuzeblok Geneeskunde in Ontwikkelingslanden volgen. In dit blokmaken de artsen in spe kennis met family planning, armoede engezondheid en gaan ze naar leger opnieuw in de leer voor hetonderdeel triage: de kunst om bij een ramp met beschikbare middelenzo veel mogelijk slachtoffers te helpen. Vandaag leren ze echtereen les die van levensbelang is in de Derde Wereld, wantdoodsoorzaak nummer een onder artsen in ontwikkelingslanden blijktniet de enge tropische ziekte of de insectenbeet; de meeste artsenkomen om in het verkeer.

:Na verschillende artikelen in de vakpers over deverkeersongelukken kwamen de verantwoordelijken bij geneeskundevoor het keuzeblok op het idee om de studenten ook terreinrijden teleren. Blokdocent Tom Fick, afkomstig uit de krijgsmacht en chirurgmet de rang van kolonel, nam contact op met zijn vorige werkgever.Hij dacht 'dat doen ze nooit', maar tot zijn verbazing wilde hetleger wel les geven aan studenten. Prettig voor de faculteit is dathet leger geen geld mag aannemen. Het gaat de krijgsmacht om eenbeetje publiciteit en een goede naam bij de geneeskundestudenten,want ook het leger is altijd op zoek naar artsen.

Ook vandaag wordt benadrukt dat transport in de Derde Wereld eengevaarlijk zaak is. De weg wil nog wel eens heel slecht of afwezigzijn. Bovendien zijn de auto's in ontwikkelingslanden ook niet naarde laatste APK-norm gekeurd. En dan zijn er ook nog plekken diegeteisterd worden door oorlog en geweld. Artsen zonder Grenzen komtregelmatig landmijnen tegen en in veel conflictgebieden makenstruikrovers het leven van de goedwillende artsen zuur. "Plassendoen we dan ook bij voorkeur niet in de struiken, maar in hetwielspoor of desnoods in je broek", vertellen de acht militairerij-instructeurs aan de voornamelijk vrouwelijke cursisten voordatze even later in een four wheel drive mogen stappen.

Het practicum is op het landelijk Opleidingscentrum Rijden ophet Prinses Irene Kamp in Eindhoven. Dat opleidingscentrum is degrote rijbewijsfabriek van het leger voor elk voertuig waar hetleger in rijdt. En dat zijn er veel. Op het terrein rijdenlandingsvoertuigen van de mariniers, tanks, vrachtwagens en jeepsDe studenten oefenen in de terreinwagens.

Het leger begint vroeg en dus stapten 24 slaperige studentenonder leiding van een uitgeslapen kolonel in uniform 's ochtends omzeven uur op de trein naar Eindhoven. Daar worden ze tot zichtbareteleurstelling van een aantal studenten niet opgepikt door eenechte grote groene militaire vrachtwagen maar gewoon door een luxetouringcar.

De ochtend start met wat typisch militaire peptalk en onelinersom het belang van de cursus te onderstrepen. "Terreinrijden isdoodsimpel als je het kan, maar levensgevaarlijk als je het nietkan. Jullie hebben als artsen niet alleen de verantwoordelijkheidvoor je eigen leven. Er kan een heel dorp van jullie afhankelijkzijn." Na deze stichtelijke woorden ondergaan alle deelnemers eentheorie-examen. De begeleidende officier belooft koffie met gebakals er iemand slaagt. Een makkelijk te maken belofte want bijnaniemand haalt de benodigde negentig procent. Een student scoort eenonwaarschijnlijke tachtig procent maar zijn vader heeft dan ook eenrijschool.

Daarna volgt een college over de techniek van de auto. Demilitaire instructeurs weten ondanks de betrekkelijke saaiheid vanhet onderwerp de studenten aan hun lippen te kluisteren. En datkomt omdat ze heel aannemelijk weten te maken dat het je als artsop een slechte weg tussen twee dorpen in de Sahara gemakkelijk eenmotorprobleem kunt krijgen en het heel handig is als je dat zelfkunt repareren. Als de rij-instructeur ook nog uitlegt hoe deoorlogsverlichting op zijn aangepaste terreinwagen werkt, isiedereen vanzelfsprekend stil van bewondering.

Het echte rijden op het oefenterrein van het Prinses Irene Kampis een bijzondere ervaring. "Het is gaaf om in een bocht opeens eentank tegen te komen", vindt Lieke de Vrankrijker die zonderrijbewijs vrolijk met zestig kilometer per uur over hetoefenterrein scheurt.

Na de pauze volgt het hoofdnummer. Crossen in een verlaten bos.Het is onwaarschijnlijk moeilijk om een wagen op een redelijk vlakzandpad recht te houden. De instructeur slooft zich flink uit omaan zijn bijrijders te laten zien wat die wagen op het zandallemaal kan. En dat blijft niet zonder gevolgen. Alletemperatuurmeters lopen flink op en vlak nadat iemand anders hetstuur heeft overgenomen, komen op een verlaten plek in het bos derookwolken onder de motorkap uit. Het lijkt even of de heleboel inde brand staat, maar de instructeur blijft de rust zelve. Hetslangetje van de koelvloeistof blijkt losgeschoten.

De instructeur lost het probleem op. Het practicum moettenslotte door. Er moeten nog twee geneeskundestudenten achter hetstuur die toch al met een scheef oog zitten te kijken of ze nog welaan de beurt komen. Dat komen ze gelukkig nog wel, alleen worden eriets minder steile heuveltjes genomen.

Studiepunten levert de dag niet op maar dat vindt Martijn vander Wal helemaal niet erg. Hij had voor dit practicum nog welwillen betalen. Hij hoopt zelfs dat het vak nog een keer wordtherhaald.

Jurgen Swart