Achtergrond

'Speel ze maar niet tussen de benen door'

Normen en waarden zijn in. Ook op de sportvelden. Desportbonden voeren de ene actie na de andere om sportiviteit enfatsoen terug te brengen op de velden. Hoe redden de Utrechtsestudenten zich eigenlijk op de sportvelden in en rondUtrecht.

"Sommige mensen komen alleen maar om studentjes te pesten",geeft Odysseusvoorzitter Matthijs Claessens na enig aandringen weltoe. "Maar die mensen provoceren waarschijnlijk altijd of ze noutegen buitenlanders, Amsterdammers of studenten moeten voetballen."Zijn sport heeft een slechte naam weet Claessens en ook tijdenswedstrijden van Odysseus is de sfeer niet altijd even prettig. Heteerste elftal van Odysseus heeft weinig last, maar juist in delagere elftallen moeten de studenten nog wel eens voor hunledematen vrezen. "Dit jaar hebben we twee wedstrijden een minuutof tien voor het einde stilgelegd. De score gaf geen aanleiding omde wedstrijd uit te spelen. Een team van Odysseus stond al met 14-1voor toen de wedstrijd werd afgefloten vanwege de onvriendelijkesfeer. Ik had onze spelers wel gewaarschuwd, vertelt Claessens. Ikheb gezegd: 'Kijk nou uit in de duels. Ze zijn al kwaad, speel zemaar niet tussen de benen door'."

Een gestaakte wedstrijd moet later worden uitgespeeld, maar ietsvroeger affluiten heeft geen gevolgen. Toch heeft Odysseus wel deafspraak met de KNVB om dit soort incidenten te melden. Devoetbalbond wil wel graag weten wat er gebeurt en welke clubsmoeilijkheden veroorzaken.

Het bestuur van Odysseus kent geen risicowedstrijden. "Het isdit jaar pas twee keer gebeurd", zegt Claessens. "Het hoort eenbeetje bij die lagere elftallen." Een vechtpartij heeft hijhelemaal nog niet meegemaakt. "Maar dat komt omdat onze spelersniet agressief zijn en zich totaal niet laten provoceren."

Braaf

De rugbyende studenten van USRS zijn ook al zo braaf. "Wij zijngeen pestteam", vertelt voorzitter en eerste-elftalspeler VincentWanders. Ook in het rugby is een hele duidelijke tegenstellingtussen burgers en studenten. De sfeer kan al goed verpest zijn alsde heren student-rugbyers jasje-dasje een clubhuis in de provinciekomen binnenlopen. "Het tattoogehalte bij de tegenstanders is vrijhoog", vertelt Wanders. "Sommige burgers zijn ook veel agressieverals ze tegen studenten moeten spelen. Maar veel verder dan'kutstudent' komt het meestal niet."

De rugbyende studenten zwijgen dan beschaafd volgens Wanders."Wij staan bekend als een vereniging die niet meegaat in diescheldparijen. Onze spelers zeggen zo min mogelijk. Maar hetvoordeel van rugby is dat je iemand die je niet mag heel stevigkunt tackelen." Bovendien is de rugbyscheidsrechter heilig en dederde helft maakt alles goed, ook tussen burgers en studenten.

Problemen met burgers kennen de hockeysters van USHC niet. Alsstudententeam valt USHC in Utrecht en omstreken niet echt uit detoon. De hockeysters van USHC staan zeer regelmatig in het veldtegenover teams tegen die ook voor meer dan de helft uit studentenbestaan. De hockeyscheidsrechter heeft het wel zwaar met al diegoed opgeleide en goed gebekte hockeysters. De Nederlandsehockeybond heeft daarom een uitgebreide campagne lopen om het leuken gezellig te houden op en rond de hockeyvelden.

Het bestuur van USHC probeert volgens voormalig voorzitterAnette Lenderink het verbale geweld wel binnen de perken te houden."Het is vaak grappig, maar het mag niet beledigend worden. Dat vindik niet kunnen. Sommige mensen gaan echt over de grens die richtenzich helemaal op de persoon van de scheidsrechter of eentegenstander." Vorig jaar maande Lenderink als bestuurslid de fanslangs de lijn regelmatig tot kalmte. "Het is niet alleen nietsportief. Het is ook niet slim zo te schelden", vindt zij. "Jekrijgt de scheidsrechter tegen je."

Op het basketbalveld gebeurt weinig volgens SBU-bestuurslidThomas ten Bokum. "Voetballers kunnen elkaar in een hoek van hetveld even verrot schelden, maar bij het basketbal staan er tweescheidsrechters op een klein veldje", klinkt het een beetjejaloers. "Je krijgt heel snel fouten. En als je een grote mondgeeft, krijg je een boete van de bond."

Toch heeft SBU onlangs een hele uitgebreide gedragscodegepubliceerd in het clubblad. "Maar dat gaat er om dat ledennormale fatsoensregels in acht nemen. Zoals het bedanken van descheidsrechters en de tafelaars bedanken. En dat ze het niet aflaten weten als ze zelf achter de tafel moeten zitten."

De korfballers zijn zelfs "een heilig clubje", steltHebbes-voorzitter Martine Smit direct al. Maar voor al die andereonsportieve verenigingen heeft de Nederlandse korfbalbond de regelsop het veld aangescherpt. Wie een drieletterwoord gebruikt, krijgtdirect een kaart.

In het korfbalveld kan het er af en toe heel stevig aan toegaan, maar Hebbes heeft als huisregel dat er clean wordt gespeeld."Fair play staat bij ons hoog in het vaandel. Natuurlijk gebeurt erwel eens iets. Vooral de mannen zijn soms snel geirriteerd, maardan moeten de aanvoerders ingrijpen." Als studentenclub heeftHebbes weinig problemen. Ze denken wel eens daar komen diestudentjes, die kunnen niks. Maar daar zijn ze de afgelopen tweejaar wel achter gekomen, want we zijn twee keer gepromoveerd."

@Auteur:JurgenSwart

Top-onderwaterhockey

Sinds vijf jaar speelt ze als spits in de nationale selectie.Het Nederlandse vrouwenteam heeft tot twee keer toe goud gewonnenop het Europese Kampioenschap. Op het Wereldkampioenschap in Canadaafgelopen zomer, werd het Nederlandse onderwaterhockeyteamzesde.

Knelpunten?

Geen. Alleen skipte ik soms een hoorcollege, omdat deochtendtraining leuker was dan dat college.

Wat doet de UU voor jou?

Ik krijg afstudeersteun en kan verschillende kosten voor EK's ofWK's deels bij de universiteit declareren. Daarnaast heb ik eensportkaart van Olympos. Per studiejaar verschuif ik gemiddeld 5tentamens of projecten.

Hoeveel train je per week?

Tien uur

Hoeveel kost je sport per maand?

70 euro

Studie of sport?

Sport.

Sport of vriend ?

Ik kan het combineren. Mijn vriendje zit zelf in deZuid-Afrikaanse selectie, hij weet hoe het gaat.

Toproeier

Bert belandde na een aantal jaren in zijn eentje in de skif enbesloot om 'licht' te gaan roeien. Daarvoor moest hij afvallen. "Ikhad continu honger. Iedereen om me heen zag dat het slecht voor mewas, maar ik had oogkleppen op." Toen zijn keuze fysieke problemengaf, stapte hij op aanraden van zijn toenmalige coach naar eensportpsycholoog. Na een aantal gesprekken besloot hij in 2001 weer'zwaar' te gaan roeien. Dit werpt inmiddels z'n vruchten af.Afgelopen zomer haalde hij in een acht zilver op het Fisu WK inNottingham, Engeland.

Naast het roeien is Bert zesdejaars Taal- en Cultuurstudies. Hijheeft inmiddels wel een studieachterstand opgelopen, maar tot nogtoe lukt het om de sport en studie te combineren.

Knelpunten?

Mijn stage. Ik heb nu al mijn vakken gehaald. Om de studie af teronden moet ik alleen nog op stage en een afstudeerscriptie maken.Dat laatste is tijdtechnisch prima te doen, maar die stage blijfteen groot probleem.

Wat doet de UU voor jou?

Ik krijg afstudeersteun en verschoof per jaar ongeveer eententamen. Verder heb ik een sportkaart van Olympos.

Hoeveel uur train je per week?

20

Hoeveel kost je sport je per maand?

Er gaat 200 euro op aan eten. Ik eet veel meer en waarschijnlijkgezonder dan de gemiddelde student. Dat kost geld. Verder vraag ikals cadeau's vaak roeikleding, die thermo's waar ik in roei zijnschrikbarend duur. Verder betaal ik contributie aan Orca, maardaarvoor krijg ik mijn eigen boot van hen in bruikleen. Al met albetaal ik veel te veel.

Studie of sport?

Sport.

Sport of vriendin?

Vriendin. Ik zei tot voor kort altijd sport, maar sinds kortkies ik toch echt voor Maartje.

Gelegenheidsteam met een missie

Dit weekeinde begint in het Franse Toulon de StudentYachting World Cup, het WK zeilen voor studenten. De UniversiteitUtrecht wordt vertegenwoordigd door een team van vijf leden van destudentenzeilvereniging Histos en drie andere zeilende studenten.Op de Middellandse Zee probeert het Utrechtse team titelhouderErasmus Universiteit Rotterdam van de troon te stoten.

Terwijl half Nederland zich nog omdraait in het warme bedschuifelen acht in zeilpakken gehesen studenten ongedurig heen enweer op de steiger van de buitenhaven in Medemblik. Het is nog geentien uur op de zondagmorgen en de temperatuur vertoont wintersetrekjes. Dat weerhoudt de zeilers van de Universiteit Utrecht erniet van om er op het IJsselmeer een lange training tegenaan tegooien. "Dit is onze passie," verklaart Kim Platteeuw, stuurvrouwvan het team. "We willen er alles aan gedaan hebben als we inToulon aan de start verschijnen."

De studente Natuurwetenschap en Innovatiemanagement werd inapril met vier andere Histos-leden - Dennis Alma, Robert Flint,Mirte da Ponte en Eveline Schell - eerste tijdens het NK voorstudenten. Een ticket naar het WK voor studenten was de beloning."Eigenlijk kwam dat besef pas later," zegt Platteeuw nu. "Dit teamis namelijk min of meer als een geintje begonnen. De meesteteamleden zeilen zelf wedstrijden op hoog niveau in hele andereklassen. Maar nu we zo ver zijn gekomen, willen we natuurlijk welwat presteren in Toulon."

Bekwaam

Aan de steiger in Medemblik ligt een fraaie Jeanneau One Design35 (10.60 m) geduldig te wachten op de zeilers. Het is hetzelfdetype boot als waarmee straks in Toulon gevaren wordt, maar een stukgroter dan de boot waarmee het NK werd gewonnen. "Voor deze bootzijn acht bemanningsleden vereist," zegt genuatrimmer Robert Flint.De vierdejaars farmacie ging samen met zijn vier teamleden op zoeknaar drie bekwame bemanningsleden ter completering van het team."Uiteindelijk hebben we drie ervaren wedstrijdzeilers aan ons teamkunnen toevoegen: Gijs Gunneman, Mark-Bart Meeuwisse en tacticusMarc Bleij, die deel uitmaakt van Team Heiner." Als shore-crew gaanNicole Wehmeijer en Matthijs Janssen mee naar Frankrijk.

De trainingsboot is een verhaal apart. "Zodra we wisten dat wemoesten varen op een JOD 35, zijn we op zoek gegaan naar zo'n bootom op te trainen," zegt stuurvrouw Platteeuw. "Helaas zijn er maareen paar van in Nederland. We hebben de eigenaren benaderd om deboot te mogen lenen en er bleek er zowaar een bereid zijn boot terbeschikking te stellen. Dat was geweldig, want elke boot heeft zijneigen eigenschappen. Het is voor ons van groot belang om op eenzelfde type boot te kunnen trainen. Het team moet in Frankrijk alseen geoliede machine kunnen functioneren, anders kun je een goedresultaat vergeten."

Campagne

De zoektocht naar een boot was nog maar het begin van de langecampagne richting het WK. Robert Flint: "We hebben een begrotingvan 13.500 euro opgesteld om goed voorbereid aan de start te komenin Toulon. Er is flink wat tijd gaan zitten in het benaderen vansponsoren om het benodigde geld bijeen te krijgen. Af en toe werdik meer moe van al dat geregel dan van de vele trainingen. Ik kreegwel eens de indruk dat bedrijven dachten dat studentenzeileninhoudt dat je met een kratje bier aan boord onder een mooizonnetje gaat zeilen. Dat is onzin. De meeste teamleden hebben hunsporen ruimschoots verdiend in de wedstrijdzeilerij. Kim en Gijshebben zelfs een topsportregeling bij hun opleiding." Uiteindelijkbleken de Universiteit Utrecht, de Hogeschool Utrecht, Histos,Bavaria en TMNS (IT- en telecomconsultancy) bereid geld in deonderneming te steken. "Het trainingsprogramma konden we niethelemaal inrichten zoals we wilden omdat we de begroting niet rondkregen, maar we hebben er toch alle vertrouwen in," zegt Kim.

Op het IJsselmeer blijkt eens te meer dat een strakketeamdiscipline en taakverdeling een absolute vereiste is. Voertiemand zijn taak niet goed uit, dan kost dat meteen seconden. "Ineen kortebaanrace is dat funest," weet Robert Flint. "Af en kunnenwe daarom ook flink op elkaar schelden tijdens een race. Dat moetkunnen, we zijn wel met topsport bezig. Maar na afloop kunnen werustig weer een biertje met elkaar drinken, hoor. Zo zit dit teamgelukkig wel in elkaar."

Armslag

Aan prognoses wagen de stuurvrouw en genuatrimmer zichvooralsnog niet. Het niveau van de concurrentie is hoog, dat staatvast. Platteeuw: "De meeste andere teams hebben meer financielearmslag en daardoor meer mogelijkheden in de voorbereiding. Wijmoesten roeien met de riemen die we hadden. Onze missie is geslaagdals we binnen onze mogelijkheden het maximale hebben gepresteerd."En hoe gaat het verder met het team na het WK? "Daar zijn nog geenplannen voor. Het kan best wel eens uit elkaar vallen omdat demeeste teamleden weer aan de slag gaan in hun eigen klasse. Maareerst het WK, dan zien we wel verder. Dit team is misschien ooitbegonnen voor de lol, maar we gaan niet naar Toulon voor spek enbonen."

Michiel van Ruitenbeek

zie ook www.histos.nl

Topschaatster

Begin november doet Christine mee aan het NederlandseKampioenschap afstanden. Om daar goede tijden neer te zetten is zenu hard aan het trainen. "Wanneer ik het ijs op ga en hetschaatsseizoen weer begint, dan begint ook het nieuwe studiejaar.Het zou voor mij perfect zijn wanneer het studiejaar in mei zoubeginnen."

Sinds twee jaar maakt ze ook gebruik van financiele steun van deuniversiteit. Trainingskampen en wedstrijden in Seoul, Collalbo enCalgary, kosten veel geld. Maar ook kleine bijdragen kunnen helpen.In haar woonplaats Baarn kan ze gratis naar een sportcentrum.

Knelpunten?

Ik ga knelpunten uit de weg door mijn studiejaren in tweeen tesplitsen.

Wat doet de UU voor jou?

Ik krijg onkostenvergoedingen voor trainingskampen endergelijke. Verder heb ik zo'n vier keer een tentamen of eenopdracht kunnen verschuiven. Daarnaast heb ik een Olympossportkaart.

Hoeveel uur train je per week?

20 effectieve uren, met het reizen erbij 35 uur.

Hoe hoog zijn je sportkosten?

Mijn basisbeurs van 211 euro gaat op aan kosten voor mijnsport.

Studie of sport?

Sport.

Sport of vriend?

Ik ben nu tweeeneenhalf jaar getrouwd. Ik kies voor hem. Sportkan een keer ophouden.

'Zelfs hersenen 'in rust' zien eruit als de hel'

Eureka! Het kwartje valt, maar wat gebeurt er op datmoment in de hersenen? Psychonoom Frans Verstraten mag van NWO ende Universiteit Utrecht gaan puzzelen om een beeld te schetsen van'de bekabeling van de hersenen'. "Uiteindelijk zou ik eendriedimensionale film in een hoofd willen zien."

'Hedendaagse frenologie' noemen critici het huidige onderzoeknaar locaties van hersenfuncties, verwijzend naar de eerstezoektochten naar gespecialiseerde hersengebieden. "Beginnegentiende eeuw was men op zoek naar de wiskunde- en taalknobbel.Door te voelen, en later zelfs apparaten te ontwikkelen die hetoppervlak van de schedel aftastten, werden diverse gebieden inkaart gebracht. Frenologie of knobbelleer wordt dat genoemd."

Aan het woord is NWO-Pionier prof. dr. Frans Verstraten. Zijnonderzoek tilt de 19e eeuwse 'knobbelleer' naar een hogerwetenschappelijk plan. Hij legt uit wat we al weten. "De hersenenbestaan uit gebieden die een verregaande specialisatie hebben. Eengroot aantal gebieden lijkt ook al gelokaliseerd te zijn: we wetenbijvoorbeeld waar gebieden die zich met taalverwerking bezighoudenen visuele gebieden gespecialiseerd in het zien van beweging ofgezichten zich bevinden."

Met de zak geld die Verstraten krijgt van NWO en de UniversiteitUtrecht gaat hij onderzoeken hoe deze gebieden samenwerken tijdenshet verloop van een mentaal proces. "Als je een gezicht ziet, ishet gezichtsgebied actief. Maar je wilt ook weten wie het is, of jedeze persoon kent. Hiervoor ga je in je geheugen graven. Hetgezichtsgebied werkt dan samen met je geheugen in een taakspecifieknetwerk. De hersenen zijn zuinig, dus de hersengebieden zullen zoefficient mogelijk samenwerken. Maar waar en hoe lopen deinformatiestromen?" Tijdens vooronderzoek ter ondersteuning van deonderzoeksaanvraag heeft Verstraten al enige experimenten gedaan omdeze vraag te beantwoorden. Hij kan haast niet wachten deze pilotsmet de nu verkregen subsidie aan te scherpen en uit te breiden.

Get the picture

Om informatiestromen en 'de bekabeling' in kaart te brengenmoeten hersenengebieden gestimuleerd worden samen te werken.Verstraten heeft een aantal taken bedacht waarbij hij aanneemt dathet brein meerdere hersengebieden nodig heeft om tot een oplossingte komen. Een aangepaste versie van het televisieprogramma Get thePicture blijkt hiervoor zeer geschikt.

Wat gebeurt er tijdens Get the Picture? Met ieder vakje dat opengaat, wordt een deel van een foto zichtbaar. Tijdens het opengaanzijn de hersenen hard aan het werk om te bedenken wat of wie erverschijnt. Voor het oplossen van dit probleem is een hersengebiedgelokaliseerd. Op een bepaald moment gaat er een lichtje branden:eureka! Ik heb het gevonden. Voor dit eureka-moment heeftVerstraten met collega's een ander hersengebied gelokaliseerd. Hoede informatiestromen lopen voorafgaand aan dit moment is nog verrevan duidelijk; echt pionierswerk dus.

Storende hersenactiviteit moet uitgesloten worden tijdens hetexperiment of daarvoor moet worden gecorrigeerd in demeetresultaten. Tijdens Get the Picture wordt storing veroorzaaktdoor het openen van de vakjes. Dit prikkelt de hersenen van deproefpersoon. Deze ongewenste hersenactiviteit kan vermeden wordendoor geen vakjes open te laten gaan. Verstraten laat enthousiastzien hoe Get the picture dan werkt: "Een digitaal plaatje van eenbloem bestaat uit verschillend gekleurde pixels, geordend tot eenbloem. Door nu de pixels willekeurig door elkaar te gooien ontstaater een kleurenpalet waar je geen enkel figuur in ziet. De bloemkomt langzaam tevoorschijn als we de pixels weer ordenen."

Ook achtergrondruis in de hersenen verstoort de metingen van dehersenactiviteit. Achtergrondruis? "Zelfs hersenen in rust zieneruit als de hel". Daarmee bedoelt Verstraten dat, ook als dehersenen geen specifieke prikkel krijgen, zij wel degelijk actiefzijn. Hiervoor wordt gecorrigeerd door voorafgaand aan hetspelletje de hersenactiviteit te meten en deze van de waardengemeten tijdens het experiment af te trekken. Het verschil is dantoe te schrijven aan de extra taak.

Meettechnieken

De lokalisatie van gespecialiseerde hersengebiedjes werdmogelijk door de ontwikkeling van technieken zoals functionalMagnetic Resonance Imaging (fMRI). Hiermee kan de activiteit van dehersenen nauwkeurig in kaart worden gebracht. "Wanneer de hersenengestimuleerd worden, bijvoorbeeld doordat een proefpersoon eenbeeld ziet en moet verwerken, stroomt er meer hersenvloeistof naarde plaatsen in de hersenen die betrokken zijn bij deze taak. Dit isvergelijkbaar met een spieroefening waarbij meer bloed gaat stromenomdat de actieve spieren meer brandstof nodig hebben. Door dezeaanpassing van het lichaam veranderen ook de magnetischekarakteristieken van de actieve gebieden. Dit wordt zichtbaarwanneer de proefpersoon zich in een MRI-scanner bevindt." DeMRI-scanner kan dwarsdoorsneden van de hersenen maken opverschillende plaatsen.

Nadeel van fMRI als meettechniek is dat het meten tijd kost: eenfMRI beeld is al gauw zo'n 6 seconden vertraagd. Daarnaast zijnvoor een driedimensionaal beeld van de hersenactiviteit in eenbepaald gebied meerdere scans nodig. Het verkrijgen van eenvolledig beeld kost dus tijd waardoor het onderscheidingsvermogenin de tijd laag is. Voor het in kaart brengen van snelleinformatiestromen is dit een groot nadeel.

Naast fMRI kan ook met een ElectroEncefaloGrafie (EEG) naar dehersenactiviteit gekeken worden. Met deze techniek is hetmakkelijker snelle veranderingen in de tijd te meten. Nadeel isechter dat je hiermee alleen de activiteit aan het oppervlak van dehersenpan kunt meten. Voor het lokaliseren van activiteit diep inde hersenen is deze techniek dus ongeschikt.

Verstraten verwacht veel van het combineren van technieken,waarmee zowel de 'waar' vraag als de 'wanneer' vraag beantwoord kanworden. Zo is het nu al mogelijk EEG metingen in een MRI-scanner teverrichten. "Wat ik uiteindelijk zou willen zien is eendriedimensionale film geprojecteerd in een transparant hoofd. Jebiedt een prikkel aan en ziet de informatiestromen. Dit is echterverre toekomstmuziek. Toch, als we samenwerken met specialisten uitandere vakgebieden, bijvoorbeeld met electrofysiologen, fysici,informatici, statistici en biochemici zouden we een heel eindkunnen komen."

Verlengsnoer

Antwoorden op de fundamentele onderzoeksvraag hoeinformatiestromen in de hersenen lopen kunnen behulpzaam zijn bijhet diagnosticeren van neurologische aandoeningen, zoalshersenbeschadigingen of schizofrenie. "De situatie is complexer dantijdens een experiment. Het verlengsnoer-probleem komt op deproppen. Wanneer je de stekker eruit trekt doet een lamp het nietmeer, maar als de lamp kapot is doet deze het ook niet meer. Hetresultaat is hetzelfde, maar de oorzaak bevindt zich op een anderelocatie." Vertaald naar de hersenen: wanneer gebieden geenactiviteit vertonen bij een bepaalde prikkel is het lastig aan tegeven of het gebied zelf 'kapot' is, of dat er problemen zijn metde informatieaanvoer en waar dan de 'kink in de kabel' zit.

Verstraten is niet de enige die gepassioneerd met de werking vanhet brein bezig is: de hersenen zijn een geliefd onderzoeksobject.Het bewustzijn is het grootste mysterie waar we nog niet uit zijn.Verstraten is optimistisch: "Ik denk dat je uiteindelijk alles kuntverklaren, als je maar met de juiste mensen gaat zittenbroeden."

Gabby Zegers

Verstraten

Psychonoom Frans Verstraten schreef mee aan drie boeken over hetbrein, waaronder 'Het brein te kijk'. Hierin bespreekt hij zowelontdekkingen van de laatste jaren als de vragen die nog nietbeantwoord zijn. Inmiddels is Verstraten hoogleraar Psychonomie(Sociale Wetenschappen), en heeft hij een NWO-PIONIER subsidie van1,6 miljoen euro gekregen voor zijn onderzoek. Geld voor driepromovendi en twee postdocs, die hopelijk nog dit jaar aan de slagzullen gaan met onder andere het eureka-gevoel.

Boze studenten door nieuwe bama-regels

Door de Utrechtse universitaire onderwijslokalenwaait sinds dit collegejaar een frisse wind. Er zijn meercontacturen, er is presentieplicht en er wordt lustig getoetst. Deveranderingen hebben alles te maken met de invoering van hetbachelor-mastersysteem en de daaraan gekoppeldeonderwijsvernieuwing. De veranderingen gaan gepaard met veelkritiek; van zowel studenten als docenten.

Over enkele weken moet duidelijk zijn of de eerstejaars voor huneerste vakken volgens het bama-ideaal een voldoende halen. Dat zouwel zo moeten zijn, want sinds september geldt de universitaireslogan: inschrijven=meedoen=halen. Leden van het studentenparlementvan wijsbegeerte hebben de eindcijfers niet afgewacht. Eindseptember stuurden zij hun docenten al een brief met de klacht dat'het academisch onderwijs met grote sprongen schoolser wordt'. Veeleerstejaars klagen dat de universiteit schoolser is dan hunmiddelbare school.

Ook het studentenparlement van cognitieve kunstmatigeintelligentie (CKI) vindt dat dit niet de bedoeling kan zijngeweest van de beoogde onderwijshervorming. In een pamflet geven deleden blijk van hun ongenoegen over onder meer de verplichteaanwezigheid. Ook vraagt het parlement aandacht voor deconsequenties van de continue toetsing en de bijbehorendestudiebelasting. Carola Houtekamer, voorzitter van hetstudentenparlement CKI en studentassistent: "Het is krankzinnigveel werk om een vak helemaal aan de onderwijsvernieuwing te latenvoldoen.." Oorzaken zijn de vele toetsmomenten enschrijfopdrachten. Daarbij laat volgens Houtekamer het niveau tewensen over. "Sommige tussentijdse toetsen zijn louterinvuloefeningen van debiele aard. Het lijken wel schriftelijkeoverhoringen."

Klachten over de continue toetsing zijn ook te horen bij anderefaculteiten. "Vooral het feit dat toetsen, werkstukken en referatensamenvallen in een beperkte periode levert problemen op. Bovendienis er tijdnood bij mensen die veel naast hun studie doen", verteltMargriet Stigter, student geschiedenis. Bij ECU '92, destudievereniging van economie, horen ze ook dat veel toetsmomententegelijkertijd vallen en daardoor problemen oplevert. De continuetoetsing is daarom volgende week onderwerp van gesprek tijdens hetStudenten Overleg Economie.

Treinvertraging

Ook de verplichte aanwezigheidsplicht van studenten op collegeszorgt voor strubbelingen. De faculteit Rechten heeft inmiddels bozebrieven ontvangen van studenten die om die reden uitgesloten zijnvoor een tentamen. Ook zijn er studenten uitgesloten, omdat ze zichniet goed hadden voorbereid. Nikki Meijers, hoofd onderwijs-enstudentenzaken erkent dat ze wel een beetje doorgeschoten zijn inhet handhaven van de regels. Inmiddels zijn deze versoepeld, datwil zeggen: als een student bijvoorbeeld de eerste deeltoets moestmissen door een treinvertraging, kan de student de toets noginhalen.

Hertentamens

Een ander probleem waar menigeen nog mee worstelt, is het'repareren van de cursus' als een student gemiddeld een onvoldoendeheeft aan het eind van het vak. Zo ook bij rechten. Meijers: "Wegingen ervan uit dat inschrijven en meedoen ook halen betekent,maar misschien haalt niet iedereen een voldoende." Het aloudehertentamen behoort in de vernieuwing niet meer tot demogelijkheden; een aanvullende mondelinge toets wel. Deze toets magalleen worden gemaakt door studenten met een vijf die voldaanhebben aan de inspanningsverplichting, zoals altijd voorbereid opcollege verschijnen .

Hoe de mondelingen gerealiseerd gaan worden, is nu aan de ordein hun Bachelor Besluit Team. Meijers geeft ruiterlijk toe dat ditaan de late kant is, maar vervolgt ze: "vergeet niet dat dezeorganisatie door deze onderwijshervorming op de toppen van haarkunnen functioneert."

Die mondelinge toets trekt ook weer een wissel op deorganisatie, want stel dat er tweehonderd vijven zijn, dan heb jeeven zo veel mondelingen. Verder moet rechten nu aan meer studentenonderwijs geven. Dat komt door de ouderejaars die nog een tentamenuit het eerste jaar moeten halen. Deze tentamentoeristen volgdengeen werkcolleges, maar moeten nu echt les gaan krijgen in hetbachelor-master systeem. Ook zij behoren een tutor te krijgen. Endat is ook weer een probleem, want er is een gebrek aantutoren.

Ondanks alle startperikelen vindt Meijers het geweldig dat dezeuniversiteit een didactische visie heeft. Wel is ze bezorgd over dewerkdruk van docenten. "Alle docenten hebben zich het schompesgewerkt. Velen hebben niet eens vakantie gehad." Daar komt bij dathet harde werken onverminderd doorgaat. Zo dient in januaribijvoorbeeld alweer het onderwijsprogramma van het tweedebachelorjaar klaar te zijn.

Het is duidelijk dat de belasting voor docenten groter isgeworden. Student-assistenten Marieke Schouwstra en CarolaHoutekamer van CKI bevestigen de overbelasting voor de docent enhenzelf. Naast die extra contacturen, is er bijvoorbeeld ook veelmeer nakijk werk. Zij werken het dubbele aantal uren dan waarvoorze aangesteld zijn. Albert Visser, de onderwijsdirecteur van CKIvindt het persoonlijk nog te vroeg voor bijsturingen. Hij noemt het'niet rationeel' om na een periode al bij te stellen. "We moetenhet eerst een kans geven."

Een kans geven? Historicus Maarten van Rossem is dat geenszinsvan plan. Hij geeft soms vier vakken per periode. Dat zou hem nu 24uur per week kosten. Dat is ondoenlijk, want in zijn 36-urigewerkweek dient hij nog onderzoek te plegen en is hij ook nog tutor.Hij piekert er dan ook niet over om ook maar een les volgens diedoor de strot geduwde vernieuwing te gaan doen."

Carina Nijssen

'We zullen veel Engels horen en weinig Limburgs'

Bij elke studie hoort wel een excursie. Dus ook bijscheikunde. Maar om het bezoekje van de 36 studenten bijchemieconcern DSM in Limburg wat actiever te maken, houden ze zelfeen posterpresentatie over de onderzoeken binnen hun faculteit. Hetnieuwe element wordt op prijs gesteld, zo blijkt.

Het is net licht als de eerste studenten om kwart over zeven 'sochtends de tourbus betreden op De Uithof. Met slaperige ogen, rodewangen van het fietsen door de motregen en met grote kokers onderde arm stommelen de scheikundestudenten de bus in. "Zo, heb je dekrant bij je?" De buschauffeur, wijzend op de kokers, vindt het nual gezellig.

Vandaag gaan de scheikundestudenten die het derdejaars keuzevakKatalyse volgen, op bezoek bij de afdeling Research van DSM inGeleen. Het chemiebedrijf staat bekend om zijn zoetstof Aspartaamen de supersterke vezel Dyneema die bijvoorbeeld invliegtuigcockpits gebruikt wordt om terroristen te weren. "Voor hetafsluitend tentamen gaan we op excursie", zegt hoogleraaranorganische chemie Krijn de Jong. "Maar omdat bij zo'nbedrijfsbezoek iedereen meestal wat achterover zit te leunen,hebben we geprobeerd om het interactiever te maken. Vandaar hetidee van de posterpresentatie: de studenten laten in groepjes aande chemici van DSM zien wat voor onderzoek er in Utrecht gedaanwordt."

Om kwart over negen begint De Jong zijn college: wat later dangewoonlijk en in de bus. Hij vertelt de studenten over DSM, moedigtze aan vragen te stellen en waarschuwt alvast voor de recruiter die's middags een praatje komt houden over de carrieremogelijkhedenbij DSM. "We zullen veel Engels horen en weinig Limburgs" verwachtDe Jong. Inderdaad blijkt later dat men zich voor stages online kanaanmelden op de Engelstalige website. Ook stages in een van de velevestigingslanden van DSM blijken mogelijk. De Jong: "Weinigscheikundestudenten, dus veel arbeidsplaatsen. Onze faculteit wordtzelfs wel eens gebeld met aanbiedingen voor stages."

Verdiepingsvakken

Ook in Limburg regent het. Aangekomen in Geleen worden deinzittenden van de bus aan de hand van een namenlijstgecontroleerd. Na een inleiding door DSM'er Alle Bruggink vanResearch & Development over het bedrijf, hangen de studentenhun posters op in de vergaderzaal en op de gang. De onderzoeken opde posters hebben te maken met het onderwerp van het keuzevak,katalyse. Jochem Rutters (25): "Een katalysator helpt een chemischereactie te versnellen of besturen zonder er zelf deel aan te nemen.Onze poster vertelt hoe je na een chemische reactie de opgelostekatalysator weer kunt scheiden van het reactiemengsel."

"Het is niet ons eigen onderzoek wat we presenteren" vervolgtJochem. "Maar dat heeft ook zo zijn leuke kanten: tijdens devoorbereiding op deze excursie heb je de kans om eens uitgebreidmet een aio (assistent in opleiding) te praten." Sandra Veen (21)staat bij dezelfde poster. "Ik vind dit bezoek wel handig. Iktwijfel over mijn verdiepingsvakken en tijdens zo'n bezoek aan depraktijk kun je alvast verschillende richtingen verkennen."

Marianne Kox (20) en Martien den Hertog (21) worstelen nog metstroken plakband. Als hun poster alsnog loslaat van het behangzoeken ze een ander plekje. Het onderzoek op hun poster gaat overeen heterogene katalyse waarbij de benzine in de auto vervangenwordt door waterstof. "Interessant om te zien hoe het er in depraktijk aan toe gaat in zo'n bedrijf" vindt Martien.

Commercieel

Matthijs Ruitenbeek (30) studeerde in 1995 af aan deUniversiteit Utrecht en promoveerde in de groep van professor deJong. Hij werkt nu sinds een aantal jaar bij DSM als katalyseexpert. Ook hij heeft een praatje gehouden voor de studenten. "Ikvind het heel leuk om met studenten te praten en ze te begeleiden.Zelf ben ik destijds scheikunde gaan studeren omdat een leraar menieuwsgierig had gemaakt. Die nieuwsgierigheid wil ikoverdragen."

"Voor de studenten is het interessant om te kijken naar deapplicaties van hetgeen ze tijdens colleges leren", verteltMatthijs. "Wat je leert op de universiteit kun je immers vaak nietplaatsen. Zo'n bezoek kan daarbij helpen. Het onderzoek dat destudenten aan ons presenteren is heel relevant: ik zag een posterover een katalysator waar ik zelf ook mee bezig ben. Een anderonderzoek hebben wij een tijdje geleden laten vallen, maar nu zieik op de posters dat de universiteit weer nieuwe dingen heeftontdekt. Misschien wordt het toch weer interessant voor ons."

Matthijs is tevreden bij DSM maar wil het PR-praatje datBruggink eerder hield wel wat relativeren. "Er is hier zekeraandacht voor wetenschap. Maar uiteindelijk blijft DSM eencommercieel bedrijf. Soms weten ze hier niet zo goed wat ze met diewetenschappers aan moeten. Bruggink zei het al: 'academici willenproefschriften en publicaties, bedrijven willen profit enpatenten'. Toch is er bij DSM ruimte voor een andere visie: veelvan de chemici zijn bijzonder hoogleraar."

Dakgoten

Na de posterpresentatie en de lunch krijgen de studenten eenrondleiding langs verschillende laboratoria. De studenten kijkenvergenoegd naar de moderne chemspeed-machine, waarmee jeverschillende concentraties stoffen tegelijkertijd kunt testen."Dat hebben we op de universiteit niet", baalt Martien.

Ook over het DSM-terrein, in totaal 1500 voetbalvelden groot,wordt een rondleiding gegeven. Met de bus. Marianne: "Ongelooflijkhoe groot zo'n bedrijf is. Met de bus kun je wel een halfuurrondrijden." Het terrein bestaat uit oude magazijnen, treinwagons,betonnen gastanks en heel veel pijpleidingen. Het schaalmodel vaneen van de twee Naftakraker-machines beslaat bijna een volledigekamer van vijf bij tien meter. Alleen al dat schaalmodel kostte in1979 een half miljoen euro.

De veiligheidsnormen op het terrein zijn hoog. De studentenpasseren de kamer van de veiligheidswachten, de nooddouches en debedrijfsbrandweerdienst, die 25 brandweerauto's en 120 man fulltimepersoneel tot zijn beschikking heeft. Niet zo gek, als je de enormebetonnen tanks ziet waarin volgens de gids 'zeer brandbare gassen'opgeslagen liggen. Hoogleraar De Jong relativeert: "Uiteindelijk isrondlopen op zo'n terrein veel minder gevaarlijk dan het huis-,tuin- en keukenbestaan van de meeste mensen. Het schilderen vandakgoten, leggen van parket en wat dies meer zij levert veel meerrisico op."

Aan het eind van de middag is het bezoek voorbij. Debuschauffeur heeft zich beziggehouden met het lappen van de ramenen bezoekjes aan de omgeving. Professor de Jong vertelt aan destudenten, dat de mensen van DSM enthousiast waren over de groep.Het regent nog steeds en de bladeren dwarrelen van de bomen. Op desnelweg terug naar Utrecht staat er file.

Eva Houtsma

'Bij ons hoef je niks te doen met de opgedane kennis'

De Universiteit Vrij van Nut is begin 2002 overgegaanin nieuwe handen. Dat betekent verse ideeen en nieuwe initiatieven.Onlangs begon het najaarsprogramma waarin elke maand een lezingwordt gehouden met aansluitend een discussie. Het motto;Academische vorming krijg je vooral buiten decollegebanken.

Wat is de Universiteit Vrij van Nut?

Voorzitter Aliza Tekofsky (vierdejaars Rechten, tweedejaarsFilosofie, eerstejaars Italiaans): "Volgens ons kom je niet alleennaar de universiteit om vakken te leren, colleges te consumeren enstudiepunten te halen. Onze idealen zijn om te discussieren en teleren op academisch niveau, maar zonder dat het direct nut hoeft tehebben voor je studie. Als je college volgt weet je dat alleleerstof uiteindelijk zal uitmonden in een toets. Bij de UVvN kunje ook leren, maar hoef je niks te doen met die opgedanekennis."

Wat is er begin dit jaar veranderd?

Aliza: "We waren een stichting en zijn nu een vereniging. Deoude stichting organiseerde vooral zomercursussen endiscussieweekenden. Wij gaan het anders doen: we stoppen met decursussen en organiseren voortaan het hele jaar door lezingenwaarbij ook gelegenheid tot discussie is."

Organisator Jurjen Luykx (vierdejaars Geneeskunde, tweedejaarsItaliaans): "Ik ben vanaf het begin van mijn studie lid van deUVvN. In die tijd had je een toelatingsgesprek voor je lid konworden. Dat was volgens mij voor veel mensen een drempel dus ookdat hebben we afgeschaft."

Vanwaar de veranderingen?

Aliza: "Er waren voorheen veel beta's lid, vooralnatuurkundestudenten. Die groep hield zichzelf in stand. Het waseen hechte club, met mensen die elkaar allemaal goed kenden. Maardie waren uiteindelijk bijna allemaal aan het afstuderen. Toenoprichter Frits Bienfait ook nog besloot dat het tijd was om declub alleen verder te laten gaan, leek het afgelopen met de UVvN.Het heeft veel tijd, energie en moeite gekost om een nieuwe manierte vinden om de UVvN te laten bestaan. Tot nu toe is het gelukt. Opde oude ledenlijst staan ongeveer tachtig mensen. Die moeten nueigenlijk lid worden van de stichting,maar dat gaat natuurlijk nietzo maar. Dat kost tijd. De UVvN 'nieuwe stijl' bestaat nu uit zesmensen die het lezing- & discussieprogramma organiseren. Wijmoeten ons gaan bewijzen."

Wie zijn die nieuwe leden?

Aliza: "Leden van de UVvN zijn studenten die geen genoegen nemenmet volle collegezalen en een afgebakend curriculum. Wij zijndegenen die de docenten irriteren met onze vragen. En ook onzemedestudenten irriteren we misschien wel."

Irritante zeurpieten dus?

Aliza: "Mensen denken dat wij vage intellectuelen zijn diediepgaande gesprekken voeren. Dat vind ik overdreven. Het isinteressant om naar eigen inzicht zo'n lezing op te zetten, metstudenten uit allerlei studierichtingen van gedachten te kunnenwisselen en gezellig na afloop met elkaar naar het cafe te gaan.Volgens mij vinden veel meer mensen dat leuk."

Jurjen: "Bij ons is de insteek dat je met mensen vanverschillende studies praat over wat ze leren, wat ze van dingenvinden. Ook bij een studentenvereniging ontmoet je mensen vanandere studies maar wij hebben niet, zoals studentenverenigingen,het doel om een groep te vormen en gezellig te zijn. Het gaatdieper. Bij ons kom je niet alleen omdat je zin hebt in eenbiertje."

Toch was er aardig wat aankleding tijdens de eerste lezing beginoktober: hapjes, drankjes. Waarom?

Jurjen: "Het is belangrijk om sfeer te creeren, iets extra's toete voegen. Ik heb op een gegeven moment een kritische briefgeschreven naar het bestuur met wat ideeen; we krijgen subsidie vande universiteit, laten we dat geld dan ook op een goede maniergebruiken. Sindsdien doen we altijd ons best om een mooie plek tevinden voor elke lezing en bieden de belangstellenden ook iets aan.Toen we voor de eerste lezing als spreker Abdelkader Benali hadden,was er bijvoorbeeld Marokkaanse muntthee, noten, rozijnen endadels."

Subsidie voor rozijnen. Wat vindt de universiteit daarvan?

Aliza: "Ook voor het najaarsprogramma hebben we subsidiegekregen van de universiteit. Daardoor zijn zowel de lezing en dediscussie als het eten en drinken tijdens de lezing gratis. Vooreen reader met informatie over het onderwerp betaal je dekostprijs. Ik vind ook dat je niet kunt verwachten dat de studentenbetalen. Universiteit en hogeschool zijn de plekken waar dit soortdingen zouden moeten plaatsvinden. Dan hoeven studenten niet ooknog hun eigen drankje te bekostigen. De universiteit mag zijnhanden dichtknijpen dat wij dit organiseren en moet niet willen datwe gaan bezuinigen op een zak nootjes."

Is zo'n lezing-met-discussie niet erg ouderwets?

Aliza: "Ik geef toe, het klinkt erg standaard. Maar we hebben erlang en breed over nagedacht en dit is eigenlijk eenbasisvorm."

Jurjen: "Op zo'n avond gaat het ook eigenlijk niet om de lezing.Het gaat om het onderwerp. Je krijgt de mogelijkheid tot korte,snelle discussies en tot een goed contact met de lezer."

Bestaat er concurrentie met Tumult of Studium Generale?

Aliza: "Studium Generale heeft ons juist geholpen met depromotie voor deze eerste lezing. En ook Tumult zien we niet echtals concurrentie. Zij organiseren maatschappelijk relevantediscussies. Wij zijn helemaal niet maatschappelijk relevant, datwillen we ook niet. Wij hoeven ons niet te verantwoorden en zullennooit op basis van de actualiteit een lezing organiseren. Dan hebje door de aandacht van de media namelijk al een bepaald beeld vaneen onderwerp."

Hoe verliep de eerste lezing begin oktober?

Jurjen: "Goed! Volgens mij was er in de geschiedenis van de UVvNnog nooit zoveel belangstelling voor een discussie. Er waren eenstuk of dertig mensen van wie veel onbekenden. De leden hebbenallemaal mensen uitgenodigd en op onze colleges ruchtbaarheidgegeven aan deze lezing, maar er waren ook veel mensen die deposters hadden gezien. De schrijver Abdelkader Benali kwam eenlezing houden over eer. Met zo'n bekende naam trek je tochpubliek."

De aanwezigen hadden ook wat kritiek. Wat doen julliedaarmee?

Aliza: "Die wordt meteen ter harte genomen. We staan erg openvoor verbetering. De lezing had best wat langer mogen duren. Maarhet was leuk dat Benali na afloop meeging naar de kroeg en openstond voor de discussie. Ook over het geopperde idee om de volgendekeer een discussieleider aan te wijzen zullen we nadenken. We zijnnatuurlijk altijd heel kleinschalig geweest. Meestal komen erongeveer vijftien tot vijfentwintig belangstellenden naar onzeavondprogramma's. Dan verloopt een vrije discussie nog net soepel.Met dertig mensen werd het een beetje te druk en chaotisch. Maarhet zou eigenlijk een fantastisch probleem zijn als we teveelbezoekers trekken!"

Eva Houtsma

Programma

Najaarsprogramma Universiteit Vrij van Nut:

*Woensdag 6 november

Onderwerp: Spinoza

Spreker: Nog onbekend

Plaats:Cafe De Gasterij op Trans

*Woensdag 4 december

Onderwerp:Het Apollinische versus het Dionysische (logica van detegenstellingen)

Spreker:Nog onbekend

Plaats:Cafe De Gasterij op Trans

Readers met literatuur zijn vanaf twee weken voor de lezingverkrijgbaar bij Bureau Studium Generale.

Voor meer info: www.uvvn.nl

Student-topsporters

Christine Heins, Bert Westerveld en Karin Veltman maken alledriegebruik van de topsportregeling van de Universiteit Utrecht. Deflexibiliteit van de UU spreekt de topsporters erg aan. SchaatsterChristine Heins: "De universiteit is heel makkelijk. Als ik zeg'dat vak ga ik volgen en dat vak niet', dan gaan ze daar meeakkoord."

De schaatster haalde haar eerste jaar in een keer. Daarna heeftChristine, die nu halverwege haar derde jaar Algemene SocialeWetenschappen zit, haar studie-ambitie teruggeschroefd: ze gaatvoor 21 studiepunten per jaar. "Ik wil dingen helemaal kunnen doen,dus niet twee dingen half". Nu ze even zonder sponsor zit, maakt deschaatster ook gebruik van de financiele steun. "Het is erg handigdat ik nu enkele kosten bij de universiteit kan declareren."

Uitblinken

Het vaste aanspreekpunt voor topsporters op de universiteit issportdecaan Ineke Steenhoek. Bijna elk talent dat er rondloopt,staat op haar lijstje. In een kennismakingsgesprek keert Ineke desporters helemaal binnenstebuiten en bekijkt per individu wat zijen de universiteit voor de student-topsporter kunnen betekenen.Toch zijn er ook een boel sporters die hun eigen boontjes doppen."Uiteindelijk moet je zelf plannen", weet roeier Bert Westerveld."Ik kan op het moment mijn studie en het roeien prima combineren.Ik train op het moment maar tien keer per week".

Ineke Steenhoek herkent de gedreven uitspraken van destudent-topsporters. Ineke: "Meestal staan de sporters bij dedocenten als gemotiveerde studenten bekend. De studenten zijn doorhun sport erg gedisciplineerd. Vaak willen ze niet alleen in hunsport de beste zijn, maar ook in hun studie uitblinken".

Het verschuiven van tentamens, wanneer trainingen of wedstrijdendaarmee samenvallen, valt onder facultaire steun van deuniversiteit. De sportende student moet dan eerst met dedesbetreffende docent overleggen, of met de studieadviseur. Perstudie kan het verschillen of dit makkelijk gaat of niet.Geneeskunde is bijvoorbeeld lastiger te combineren met sport daneen studie rechten. Als het verschuiven van tentamens moeilijkhedenoplevert, kan Ineke een handje helpen. "Gelukkig zijn veel docentenflexibel. Waar het studieprogramma de ruimte biedt, kan er altijdwel wat geschoven worden."

Veel talent

De steun op centraal niveau is financieel. Sporten kost naasttijd -iets wat veel studenten wel hebben - ook geld - iets waarvanveel studenten weinig hebben. Studenten die kunnen aantonen dat zestudievertraging hebben opgelopen door hun sport, kunnen inaanmerking komen voor een eenmalige afstudeersteun die ongeveer1400 Euro bedraagt. Ook kunnen de student-topsporterstrainingskampen of reiskosten declareren. Daarnaast kunnen desporters gratis een sportkaart van Mesa Cosa krijgen, ombijvoorbeeld hun krachttraining te doen op Olympos.

Bert, zesdejaars taal- en cultuurstudie: "Die sportkaart wasvoor mij erg handig, omdat ze bij Olympos een ligfiets hebben. Ikheb een blessure aan mijn ribben gehad waarvoor dieligfietsoefening effectief was. Zo zie je dat alle beetjeshelpen."

Vergeleken bij andere universiteiten is Utrecht vooraanstaand intopsportbeleid. Ook Bert heeft dit gemerkt: "Ik heb weleens metgasten geroeid van andere universiteiten die klaagden dat er bijhun universiteit niets voor topsporters geregeld was." Alleen inGroningen is er financieel meer te halen dan in Utrecht.

Het college van bestuur van de UU gaf in 1996 aan dat ze decombinatie topsport en studie wilden promoten en ondersteunen. Erwerd een begleidingscommissie opgericht waar Ineke Steenhoek decooerdinator van is. Ineke benadrukt dat om sport en studie tecombineren flexibiliteit van de universiteit, de studenten en dedocenten is vereist. "De goede combinatie sport en studie is ergbelangrijk, soms moeten student-topsporters een keuze maken.Schaatser Carl Verheijen heeft bijvoorbeeld twee jaar zijn studiegeneeskunde stopgezet om zich helemaal te richten op hetWereldkampioenschap en de Olympische Spelen."

Onderwaterhockeyster en rechtenstudente Karin Veltman vindt hetstudentenleven bij uitstek de periode om veel te sporten. Daarom ishet volgens haar belangrijk dat universiteiten het mogelijk makenom te kunnen sporten. "In Nederland zijn we hier behoorlijk laksin. Als je kijkt naar andere landen, dan zie je dat sporten op deuniversiteit veel meer aanzien heeft. Ik merkte dit zelf toen ik inZuid-Afrika studeerde. Daar was de onderlinge strijd tussenuniversiteiten erg belangrijk. Als we sporten onder studenten inNederland ook zo actief zouden promoten, dan zouden we daar veeltalent voor topsport kunnen kweken. Studenten zijn nu eenmaal in defase van hun leven waarin ze fysiek sterk zijn."

Sporten die door veel studenten worden beoefend, zijn goedvertegenwoordigd op de lijst van de sportdecaan. Roeiers, hockeyersen schaatsers komen het meest voor. Jaarlijks geeft Ineke zo'nvijftien sportkaarten van Olympos uit. Daarnaast maken zo'n twintigstudent-topsporters aanspraak op financiele steun, in de vorm vanafstudeersteun en declaraties.

Christine Heins benadrukt dat deze financiele steun zeker voorde groep sporters net onder de top erg belangrijk is. De 'echte'toppers van een sport krijgen vaak geld van het Olympische comiteNOC*NSF. Wie die erkenning heeft, kan makkelijk bij allerleiinstanties en bij de bond aankloppen voor nog meer steun. Maar desporters net onder de top hebben ook geld nodig, om de kans tekrijgen de top te bereiken. Christine: Ik heb het talent voor hetschaatsen gekregen, dus daar wil ik goed in zijn. Door eruit tehalen wat erin zit, wil ik naar die top toe klimmen."