(Hooguit) een beetje dom
Fikse koliek, grote nieuwsgierigheid en een smerig slagersmeskwamen ooit roerend tot stilstand in de kalme wereld der anatomie.En met de uitspraak He, moet je dit eens zien! was het anatomischonderwijs een feit.
Tegenwoordig wordt anatomie onderwezen gedurende sessies diebekend zijn geworden onder de naam snijpracticum. Het belangrijksteinstrument tijdens een snijpracticum is het scalpel. Er zijn tweesoorten scalpels. Het scherpe scalpel glijdt door huid en spieren,waar het botte slechts met veel kracht en de nodige weefselschadezijn doel weet te bereiken. Nu zijn deelnemers aan snijpracticadoorgaans ruw gewekte adolescenten, die er lang niet altijd hethoofd bij hebben. Daarom heeft de organisatie van de practicabesloten dat er op snijpractica alleen met botte scalpels gewerktmag worden, om de studenten tegen zichzelf te beschermen.
Veel studenten vinden dit grote onzin. Een kind snapt immers datje niet met je vingers in de buurt van het scalpel moet komen alsje aan het snijden bent. Bovendien, als studenten later groot zijn,moeten ze ook met een scherp scalpel snijden. Ze zijn toch nietachterlijk? Maar de organisatie houdt voet bij stuk: alleen bottescalpels. Ze gaat zelfs nog verder en laat alle scalpelscontroleren op botheid, door een speciaal daarvoor aangestelde man.Die man is Karel.
Op een dag is Karel ziek. Dat is kut, want het is nu onduidelijkof de scalpels bot of scherp zijn. Toch moet het practicumdoorgaan. Waarom weet niemand. De practicumleiding maakt bekend datde scalpels niet gecontroleerd zijn. Er kunnen dus scherpe tussenzitten. Of iedereen op zijn vingers wil passen! Ja Lotje, ook jij.Maar voor Lotje is vandaag 'one too many mornings'. Haar hoofdstaat niet naar de Nervus ischiadicus in het achterbeen. Enhalverwege de ochtend wordt iedereen opgeschrikt door hardgevloek.
Au! Tyfus! Fuck! Lotje heeft in haar vinger gesneden. En goedook. Ze moet naar de dokter.
Die doet echt heel erg zijn best, maar de wond raakt ontstoken.Dan komt de zaak in een stroomversnelling. Opeens bemoeit iedereenzich ermee. Iemand heeft zich gesneden en de wond is nog ontstokenook. He, hoe kan dat? Hoe is het in godsnaam mogelijk dat erscherpe scalpels zijn gebruikt? Worden de scalpels nietgecontroleerd ofzo? Jawel hoor, maar Kareltje was ziek. Kareltjeziek, Kareltje ziek? Had dat snijpracticum dan niet afgelast kunnenworden? Tja, daar zeg je wat. Een gotspe!
Over Lotje zelf wordt niet gerept. Het gaat alleen over descalpels. Dat vindt ze vreemd. Was zij niet degene die niet heeftopgelet? Ze heeft iets stoms gedaan en daar moet ze nu de gevolgenmaar van ondervinden. Geen gezeur, klaar.
Luister, Lotje, dat zie je verkeerd, antwoordt de organisatievriendelijk. Het gaat niet om jou. Het is niet jouw schuld. Oke,als je het per se wilt, dan was het hooguit een beetje dom. Maarhet gaat hier niet om jouw domheid. Het gaat om onzeverantwoordelijkheid voor jouw domheid! Jouw individueleverantwoordelijkheid bestaat helemaal niet, geloof ons. Waarom denkje dat we Kareltje hebben aangenomen? In ons systeem had jij tegenjezelf beschermd moeten worden. Maar ons systeem heeft schromelijkgefaald. Daarom zullen wij er vanaf nu met een aan paranoiagrenzende verbetenheid op toezien dat scherpe scalpels bij jou enje medestudenten worden weggehouden. Nee Lotje, dat is heus nietoverdreven. Je bent geen uitzondering, het was geen toeval. Is jouwvinger niet het bloedende bewijs van de correctheid van onzegedachtegang? Het zal niet weer gebeuren. Wij zullen ervoor zorgendat jij je weer veilig kunt voelen. Want je leeft tenslotte in hethoogst denkbare, meisje: een verzorgingsstaat!
Arjen Benedictus (diergeneeskunde)
Ken je klassiekers
Station Amsterdam Amstel, 13 mei 2002, 22.25 uur. Er zit eenvrouw in de trein, verdiept in een boek. Ze kijkt niet op als iktegenover haar, aan de andere kant van het pad, ga zitten. Ze heefteen grasgroen jack aan, met om haar hals een grofgebreide wollensjaal in de kleuren rood, roze en geel. Haar zwarte spijkerbroek isvaal en hangt op hoog water boven haar witte gymschoenen. De covervan haar paperback, precies passend bij haar outfit, is grauw, metde titel in knalkleuren erop gedrukt. Ze leest door een bril metgrote, ronde glazen. Zo af en toe werpt ze een blik op hetvergeelde krantenartikel dat ze ernaast houdt. Er ligt een dikkerimpel boven haar wenkbrauwen.
Als je de grijze pieken zwart zou verven, dan zou haar kapsel opdat van Harry Potter lijken.
Bij Duivendrecht komen twee mannen de coupe binnen. Ze gaannaast en tegenover mij zitten. Waarom? De rest van de trein is zogoed als leeg! Hun koffertjes - met slot- getuigen van eenveelbetekenende baan. Alleen geschikt voor lieden met een goedewetenschappelijke scholing en de nodige ambities omresultaatgericht doelen na te streven. Het zijn de mensen die onzesamenleving in goede banen leiden. De mannen in mijn gezelschapzullen wel een lange, vermoeiende dag achter de rug hebben, metworkshops en lezingen. Ze lijken echter net schooljongetjes,onwennig in pak, die voor het eerst bij donker in de trein zitten.Ze praten wat lacherig, maar ik ruik geen drank. Met overdrevenmanieren trekken ze hun stropdas wat losser. Stoutmoedig zet mijnbuurman zijn glimmende schoenen op de bank tegenover hem. Mijnoverbuurman mompelt iets van: "Doe er nou een Spits onder, voordatde conducteur het ziet."
Ze praten nogal heftig over onbelangrijke dingen. Niet overvoetbal trouwens. Ondanks het feit dat ik me daar - als vrouw-mateloos aan erger, kan ik me wel voorstellen dat mannen daar graagover spreken. Deze gespreksstof is van geheel andere aard.Koffieautomaten, airco en asbakken in de kantine.
Ik stoor me aan hun overbodige gepraat en probeer me teverdiepen in mijn literaire tijdschrift. Dan beginnen ze opeensover de vrouw aan de andere kant van het pad.
"He", fluistert de man tegenover me, "Zie je dat? De vrouw zital lang in de trein!"
Ze hoort het gelukkig niet.
"Ja, vast vergeten uit te stappen!"
Het klinkt hard en luid, maar ze hoort nog steeds niets. Demannen beginnen bulderend te lachen en knipogen naar mij, in eenpoging mij er ook bij te betrekken. Maar ik kijk met een stalengezicht dwars door ze heen.
Gelukkig, Utrecht Centraal. Zodra we vaart minderen, sta ik op.De trein rijdt hortend en stotend het station binnen. Ik lijk debeide heren aanvankelijk nog stof tot lachen te bezorgen, doordatik bijna mijn evenwicht verlies. Ik moet met mijn hand steunen opde zitting naast de vrouw. Die kijkt zo verwilderd op, dat ik -alsik niet beter wist- ook zou denken dat ze al jaren in de treinheeft gezeten. Maar ik herstel me vlug en zeg met luide stem, zodatde mannen het ook kunnen horen: "Goed boek is dat, he?"
De vrouw kijkt eens naar het kaft en dan weer naar mij. Zebegint van oor tot oor te stralen en knikt heftig van ja. Ze leest1984 van George Orwell. Zj kent haar klassiekers. Ik werp nog eenblik op de stomgeslagen mannen en haast me dan de trein uit.
Tanja Vlieger (Nederlandse taal & cultuur entheater-, film- en televisiewetenschap)
Hoe heeft ze zo dom kunnen zijn?
Ze is mooi. Ze is slim en ze heeft allure. Eindelijk eens eenlekker stuk voor de groep. Ronde zachte borsten. Mijn vingersjeuken om langs dat lange bruin haar te strijken. Ze is op en topvrouw en draagt dus niet zo'n hip kort geknipt Cosmopolitan-kapsel- maar lange wulpse lokken. En zeker zo belangrijk: ze heeft wat temelden. Mensen gaan gewoon graag naar haar colleges toe. Ze heeftinhoud. Ik kan van haar leren. En ik houd van haar kleren. Heerlijkhoe ze mij het gevoel geeft dat ik intelligent ben. Ze luistertnaar me. Ze stelt inspirerende vragen. Ze is inderdaad ideaal. Enweet je, ook de meisjes lopen met haar weg. Ik geloof dat ze eenrolmodel is. Ze is leuk, ze is knap, geestig, geeft steengoed lesen ze is vrouw. Kortom, een rariteit op deze universiteit. Ze isook nog alleenstaand moeder - dus vruchtbaar. Zeg nou zelf, wie wildat nou niet - en dat bedoel ik recht voor zijn raap, en ookdubbelzinnig. Jezus man, wat een wijf. Zo'n wijf kan alles. Enzeker kan ze iedereen krijgen. En wat doet ze! Ik ben er nog steedsondersteboven van. Zo onvoorstelbaar ongelofelijk dom. Nu begrijpik waarom deze universiteit ervoor kiest vooral middelbare saaiemannen in dienst te hebben. Met vrouwen, zelfs met zo eentje, haalje de verklede dommigheid in huis. Niet te geloven.
Zoals gezegd, ze is alleenstaand - of beter dus: ze wasalleenstaand. Natuurlijk speculeerden we wel eens met wie ze hetdeed en hoe. Tijdens de borrel koppelden we haar wel eens aanberoemde mannen. En volgens mijn vrouwelijke collegae zouden datdan knappe beroemde mannen moeten zijn, hoogleraren met een vleugjegrijs. Ik schudde dan mijn hoofd en droomde beter.
Wat doet ze, dat dom stuk onbenul? Wat zie ik op die bewustedonderdagavond? Ik sta te wachten op de lift in een koud leegachtiggebouw. Het duurt lang. De deur van de lift zoeft open en daarhangt ze. Ordinaire seks in de lift, hangend en hijgend tegen dewand. Verbijsterd stotter Ik 'sorry', de deur zoeft weer dicht, delift gaat omhoog. Het duizelt me en happend realiseer ik me dat zijhet echt was en veel erger nog, dat ze het aanlegt met een student.Hoe kon ze zich in laten palmen door zo'n snotneus! Ik geef toe, ikheb de boosaardige macht van een roddel gevoeld. Maar het was geenaffaire, het was veel erger dan ik op die donderdagnacht bevroedde.Verliefd, verloofd, ooievaartje. Zoveel talent verspild. Waaromheeft niemand opgelet en ons beschermd tegen zoveel dommigheid.Waarom heeft de decaan niet ingegrepen? Is ze niet uitgenodigd vooreen gesprek bij Topselect? Wat doen die lui daar in hetBestuursgebouw. Te dom om iets te begrijpen van aanzien,maatschappelijke status of carriereplanning. Zucht. Ach, ze blijftmooi, ze blijft slim en ze blijft een keigoede docent. Gelukkigmaar een beetje dom, want ze blijft wel ons stoffige wereldjeversieren. Maar dat ze zo dom kon zijn om mij over het hoofd tezien, dat grenst aan het onvoorstelbare. Want wees nou eerlijk.
Felix Tromp
Dom, dom, dom
Over domheid kun je uitgebreid filosoferen, theoretiseren, diepen lang nadenken met vragen als: is domheid onder te verdelen inverschillende categorieen, was Adolf Hitler een domme man, hadWillem-Alexander wel of niet met Mxima moeten trouwen en wat isdommer de Titanic- of de Tsjernobylramp?
Laten we het deze keer alsjeblieft niet te ingewikkeld maken.Een beetje domheid begint immers bij jezelf. Ik zal het maareerlijk toegeven.
Gisteren was ik wat aan het rondzappen en kwam langs 'Teleplay'van Veronica. Om de een of andere reden blijf ik dan hangen en kanik het niet laten 15 keer, ja je leest het goed, 15 keer te bellena 70 eurocent per gesprek. Acht keer bellen om mee te spelen voor3.500 euro, antwoord: Doornroosje en zeven keer bellen voor 17.500,antwoord: lippenstift.
Terwijl ik bovenstaande aan het schrijven ben, stoot ik met mijnvoet mijn Cola Light-fles om, die (niet goed afgesloten) uiteraardmeteen begint te borrelen en recht in mn gezicht spuit.
Domheden te over. Ik ben weliswaar nog nooit over eenbananenschil gestruikeld, want hoeveel schillen liggen ertegenwoordig nog op straat, maar ik heb pas geleden wel deklassieke fout gemaakt om na het verven van mijn kamer de rollersin een bak met water te leggen om ergens halverwege de nacht op dezijkant van de bak te trappen met een lichtgele vlek op devloerbedekking als gevolg.
Verder recentelijk nog een eigen doelpunt gescoord, erachtergekomen waar tranen vandaan komen (die komen dus uit die kleinegaatjes op je onderste oogleden), Slovenie is dus niet van Tsjechieafgescheiden, maar van Joegoslavie en zeer kort geleden heb ikgeleerd een paprika te snijden, want dat blijft lastig, diegroenten. Oh ja, en ook nog een keer mijn eigen telefoonnummervergeten en sms-jes gestuurd naar de verkeerde mensen.
En zo gaat de lijst maar door en door en toch, toch heb ik eralle plezier in. Wat is het heerlijk om af en toe wat doms te doen.Heb je zo nu en dan in de kroeg ook nog een mooi verhaal tevertellen. Wat me nu toch weer overkomen is.
Sander van den Oord