Achtergrond

Scheidend scheikundedirecteur Peels over de universiteit als bedrijf: 'Afstand tussen Bestuursgebouw en werkvloer te groot'

Scheidend scheikundedirecteur Peels over de universiteit alsbedrijf: 'Afstand tussen Bestuursgebouw en werkvloer te groot'

Chris Peels: "Als je me op basis van de afgelopen twee jaar naarmijn oordeel over Utrecht vraagt, dan is dat in veel opzichtenpositief. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de grote kwaliteit van hetambtenarenapparaat van het college van bestuur.

"Voordat ik naar Utrecht kwam, heb ik jaren in Delft gewerkt,onder meer als waarnemend faculteitsdirecteur en de laatste jarenals directeur Personeel en Organisatie. In Delft was de kwaliteitvan het ambtenarenapparaat bepaald niet slecht, maar hetUniversitair Strategisch Programma (USP) in het Bestuursgebouw vindik echt geweldig. Hier zitten denkers van hoog niveau. Ik denk datUtrecht de sterkste staf heeft van alle Nederlandseuniversiteiten.

"Maar er zit ook een andere kant aan de medaille. Hoewel ik tweejaar geleden ben aangetrokken als directeur Scheikunde, heb ik vanmeet af aan ook een dag in de week bij USP gewerkt. Daar hield ikme bezig met de invoering van de nieuwe functiestructuur in Utrechtwaardoor het aantal universitaire functies moet afnemen. Ik had dusals het ware een dubbelfunctie en het aardige was dat ik hetambtelijk apparaat daardoor van twee kanten kon bekijken. Aan deene kant zag ik die hoge kwaliteit, maar aan de andere kant merkteik dat de afstand tussen het Bestuursgebouw en de werkvloer inUtrecht erg groot is. Delft heeft zijn ondersteuning al jarengeleden volledig afgestemd op de behoefte bij de faculteiten. Datzijn de onderdelen waarmee de universiteit goede sier moet maken.Die gedachte mis ik hier. Ik heb het gevoel dat beleid in Utrechtnog te vaak een doel op zich is.

"Je kunt in het Bestuursgebouw wel vinden dat bepaaldestrategische concepten om die en die reden moeten worden ingevoerd.Maar als men bij Scheikunde zegt: die lui van USP zijn gek en datheb ik meer dan eens meegemaakt dan schiet je je doel voorbij. Menrealiseert zich in het Bestuursgebouw onvoldoende dat eenfaculteitsbestuur de handen vol heeft aan het runnen van eenbedrijf. Elke vraag of opdracht van hogerhand betekent extra werkwaarop je niet zit te wachten. Dus wat gebeurt er? In defaculteiten zitten allemaal aardige mensen, die niet keihard in hetgezicht van een ambtenaar zullen zeggen: bekijk het maar. Hetgevolg is dat ze lippendienst bewijzen aan de opdracht, maar infeite alles bij het oude laten.

"Ik denk dat dat pas verandert als het strategisch beleid inUtrecht meer in samenspel met faculteiten en diensten wordtontwikkeld. Dat kan in mijn ogen door mensen uit de onderdelen eentijd bij USP te detacheren. Waarom zou je facultaire ervaring nietals voorwaarde stellen voor een aanstelling in het Bestuursgebouw?Bovendien vind ik vijf jaar werken bij USP lang genoeg. Daarna gaatmen wat mij betreft snel weer retour naar de faculteit om tevoorkomen dat men te veel van de praktijk vervreemdt."

Verwaarloosd

"Ik ben naar Utrecht gekomen om de ondersteuning bij Scheikundeverder op poten te zetten. Ik wist dat daar het een en ander aanschortte, maar wat ik aantrof was erger dan ik verwacht had, eenfaculteit met veel potentieel, maar met een verwaarloosdebedrijfsvoering. Ik heb mijn decaan toen meteen gezegd: je zultzeker een paar directeuren verslijten voordat je de zaak weer oporde hebt.'

"Met bedrijfsvoering bedoel ik kort en goed dat de ondersteuningefficint werkt en volledig ten dienste staat van onderwijs enonderzoek. Een voorbeeld: toen ik bij Scheikunde R&O gesprekkenging voeren, bleek dat met sommige medewerkers al meer dan tienjaar geen functioneringsgesprek was gehouden. Dat kan toch niet?Waarop baseer je je personeelsbeleid dan nog? Het gekke is dat deUtrechtse scheikunde internationaal een dijk van een naam heeft,dus je zou kunnen zeggen, kennelijk kun je ook zonder R&Ogesprekken. Maar daar geloof ik niet in. Anno 2002 kan een hogekwaliteit van wetenschapsbeoefening niet zonder hoge kwaliteitondersteuning. Ik vind universiteiten geweldige organisatiesvanwege de bevlogen mensen die er rondlopen. Maar wat ik mis, isdoelgerichtheid. De vrijblijvendheid is aan de universiteit wel erggroot."

Vet

"Later merkte ik dat ook elders in Utrecht wel het een en anderaan de bedrijfsvoering schortte. Het probleem in Utrecht is datveel faculteiten te klein zijn om de kwalitatief hoogstaandeondersteuning te kunnen bieden die nodig is. Vandaar dat ikhelemaal achter de aangekondigde vorming van grotere facultaireclusters sta met op de achtergrond een aantal goed geleide, opservice gerichte administratiekantoren.

"Ik vind het heel verstandig dat het college van bestuur ervoorlijkt te kiezen om de clusters zo in te richten dat de faculteitenals min of meer zelfstandige eenheden blijven bestaan. In Amsterdamzijn de onderwijs- en onderzoeksinstituten uitgangspunt geweestvoor de bestuurlijke herindeling, met als gevolg dat de faculteitener min of meer zijn verdwenen. Als ik naar scheikunde kijk, heeftdat ertoe geleid dat Amsterdam in het landelijke overleg geen rolvan betekenis meer speelt. "In Utrecht is van verschillende kantengeroepen om een bestuurlijk ABC-cluster. Ik ben blij dat hetcollege die roep niet heeft gevolgd. In Nederland ontmoet menelkaar als scheikundigen en daar heeft Utrecht een heel sterkepositie. Die gooi je toch niet zo maar weg? Bovendien denk ik dathet verkeerd is om inhoudelijke vormen van samenwerking bestuurlijkte willen vastleggen. Je kunt die samenwerking beter organiseren inflexibele programmas van een beperkte duur. Kijk maar naar dehuidige onderzoeksinstituten. Die hebben de neiging vet en log teworden. In Utrecht bestaan verschillende instituten die geleidelijkzijn veranderd in instituties. Dat is doorgeschoten. Als je daninhoudelijk een andere kant op wilt, moet je zon instituut gaanreorganiseren met alle ellende van dien. Die ontwikkeling heeft menin Utrecht te lang op zijn beloop gelaten."

Brand

"Ik heb het hier uitstekend naar mijn zin gehad, totdat de brandin het Kruytgebouw letterlijk roet in het eten gooide. Die heeftons niet alleen enorm veel energie gekost, maar heeft ook duidelijkgemaakt dat Utrecht een groot huisvestingsprobleem heeft. Voorwetenschap op topniveau, zoals we dat in Utrecht willen, heb je hetneusje van de zalm nodig op het gebied van ventilatie, zuurkastenen noem maar op. Die kwaliteit krijg je niet in een gebouw dat ineen aantal opzichten zo is verouderd als het Kruytgebouw, voorhoeveel miljoen je er ook aan vertimmert. In Eindhoven hebben zeeen dergelijk gebouw gesloopt en er nieuwbouw voor in de plaatsgezet. Ik denk dat het college daar in Utrecht ook beter voor hadkunnen kiezen.

"Of nieuwbouw niet veel duurder was geworden? Dat is nog maar devraag. Het had meer geld gekost, maar het had ons wel de kansgegeven om ook in de toekomst de wereldtop op onderzoeksgebiedhiernaar toe te trekken. Dat wordt met het huidige Kruytgebouw veelmoeilijker en de vraag is dus of nieuwbouw ondanks de hogere kostenniet een verstandige investering was geweest. Ik heb het overzichtniet, misschien zat het er financieel werkelijk niet in. Maar ikben bang dat het met dit gebouw heel moeilijk zal worden om in detoekomst aantrekkelijk te blijven voor toponderzoekers."

Erik Hardeman

De Hollandse campus: saamhorigheid met privacy

Het lijkt wel Centre Parcs op het terrein van de Twentse Campus.De trefwoorden zijn: serene rust, bosrijke omgeving, kleinewinkeltjes en uitgebreide sportfaciliteiten. Echter, een groteschare fietsen, biervlaggen achter de ruiten en bankstellen alspermanent tuinmeubilair, verraden dat het om een studentenkoloniegaat. Verspreid over tientallen flatjes wonen hier naast eenhandvol docenten ruim tweeduizend van de zesduizend Twentsestudenten. Ter vergelijking: op De Uithof wonen in twee flats zonduizend studenten van de hogeschool en de universiteit.

De UT'ers wonen op loopafstand van hun collegezalen, op eenprachtig landgoed aan de rand van Enschede. De campus is een dorpop zich, met een eigen supermarkt, zwembad, boekhandel,cultuurcentrum, kapper, bar, bank en uitzendbureau. "Het complex isbegin jaren zestig gebouwd", vertelt rector-magnificus Frans vanVught van de Universiteit Twente. "De vorm is afgekeken van hetAngelsaksische model dat we kennen uit Groot-Brittannie en deVerenigde Staten. De basisfilosofie was het creeren van eenacademische gemeenschap waarin docenten en studenten samen eenbetrekkelijk zelfstandig geheel vormen." Het is daarom dat allevoorzieningen in een groot park bijeen zijn gebracht, legt VanVught uit. "Achteraf gezien is dat een enorme investering geweest,maar gelukkig kunnen wij daar nog altijd van profiteren. De campusis nog steeds een van de grootste aantrekkelijkheden van deUniversiteit Twente."

Menselijke maat

De studenten huren hun kamers via de lokale afdeling van deStichting Studenten Huisvesting (SSH). De meeste kamers maken deeluit van woongroepen maar er zijn ook appartementen vooralleenstaanden en samenwonenden. Het aantal studenten per woongroepvarieert van vijf tot twintig. "Een bewuste keus", zegt de rector."Veel studenten die ervoor kiezen om hier te wonen, doen datvanwege de menselijke maat van de campus. Het oogt vriendelijk metal die kleine gebouwen. Dat wordt als zeer plezierig ervaren doorzowel scholieren als hun ouders."

De prijzen van de kamers varieren. De SSH stelt die vast via hetbekende puntensysteem. Bijzonder goedkoop wonen kun je er dus niet.Echter, de SSH biedt wel extra voordeeltjes zoals aangepastehuurprijzen voor minder draagkrachtige studenten en goedkoopinternet.

Etienne Alderlieste, Bianca Hamstra (beiden eerstejaars) enWietse Spijkerman (tweedejaars) delen met elf andere studenten eenflatje. Wie wel eens voet heeft gezet in een flat van deSSH-Utrecht zal zich hier thuis wanen; ook in Enschede zijn kamersklein, ligt er zeil op de vloer en zijn keuken en huiskamer gemeengoed. Gezeten aan de reusachtige eettafel, die keuken en woonkamerscheidt, vertelt het drietal over hun unieke woonomgeving.

Ze zijn alle drie zeer te spreken over het wonen op de campus."Ik heb eerst wel gezocht naar een kamer in de binnenstad", verteltBianca, "maar ik ben blij dat ik nu hier woon." Haar tweehuisgenoten sluiten zich daarbij aan. Vooral het idee vansaamhorigheid binnen de kleine studentenpopulatie, spreekt hen aan."Je leert hier makkelijk mensen kennen", legt Etienne uit. "Vooralin het begin is dat heel fijn." Wietse voegt daaraan toe: "Debasisfilosofie was het creeren van een academische gemeenschapwaarin docenten en studenten samen een betrekkelijk zelfstandiggeheel vormen. Het anonieme van de stad hoeft van mij niet zo. Jemoet de saamhorigheid trouwens ook niet overdrijven. Het iseigenlijk net als in andere woonwijken, waar je de mensen om jeheen wel kent maar niet elke dag bij je thuis uitnodigt."

Barbecues

Net als De Uithof in Utrecht, ligt ook de campus van de UT aande rand van de stad. Je woont dan wel op loopafstand van je school,maar wie naar het centrum wil, moet kiezen tussen een fiksefietstocht of een kwartiertje bussen. Dit relatieve isolement vande campus nemen de studenten op de koop toe. Wietse: "We zittenhier natuurlijk afgelegen. Ik ga daarom ook niet zo snel naar destad. Maar echt gesoleerd zijn we ook weer niet. We hebben hieralles bij de hand en hoeven dus ook niet zo nodig naar de stad.

Rector Van Vught is zich bewust van de afstand tussen campus enbuitenwereld. "Dat is inherent aan het idee van de academischegemeenschap die men hier wilde creeren. Je loopt dan het risico dathet een behoorlijk introverte boel wordt. Dat is hier ook wel enigetijd het geval geweest. We proberen dat de laatste jaren tevoorkomen door ook niet-academische activiteiten te organiseren omzo andere groepen naar de campus te trekken. Middelbare scholenkomen hier bijvoorbeeld sporten, we houden lezingen voor wat ouderemensen en vorig jaar trok een concert van Sting dat hier werdgehouden zon 15.000 bezoekers. Zo breken we de campus open."

Toch blijft wonen in zon kleine afgelegen gemeenschap eenverhaal van beperkingen. De Twentse Spar, Casper geheten, lijktmeer een uit de kluiten gewassen campingwinkel dan een volwaardigesupermarkt. De keuzemogelijkheden zijn beperkt en de prijzen nietbepaald laag. "Het probleem is dat die winkel het monopoly heeft",klaagt Wietse. "Daarom kunnen ze hoge prijzen vragen. Wij kunnentoch niet naar een goedkopere zaak gaan. Aan de andere kant, wekunnen hier wel weer goedkoop sporten en het internet kost bijnaniks."

Manhattan

Het sociale leven op de campus kent dan wel zijn beperkingen,saai is het zeker niet, benadrukken de drie studenten. Er zijnregelmatig toneelvoorstellingen, concerten en andere cultureleactiviteiten. Ook sporttoernooien en barbecues staan regelmatig ophet programma. Wie echter gewoon een biertje wil drinken, kan maarnaar een kroeg: de Vestingbar, VB in de volksmond. Maar voorvertier zorgen de studenten meestal zelf wel door regelmatigcampus- en flatfeesten te organiseren. Daar vloeit het bierrijkelijk en is de gezelligheid groot, zeggen de huisgenoten.Bianca: "Ik mis de kroegen in de stad niet echt, aan die feestenhier op de campus heb ik genoeg."

Na de vraag of ze wel eens overwegen om naar de binnenstad teverhuizen, blijft het drietal even stil. Dan antwoordt Etienneaarzelend: "Misschien over een jaar of twee, drie. Dan heb ikwaarschijnlijk wel meer behoefte aan onafhankelijkheid. Nu doen wealles als groep maar uiteindelijk wil je toch meerzelfstandigheid."

Etienne is daarmee niet anders dan de meeste campusbewoners,meent de rector. "Dit patroon zien we al jaren. Het zijn vooraleerste- en tweedejaars studenten die voor de campus kiezen. Datvind ik een goede zaak, het is geruststellend voor de ouders en ookwel fijn voor ons want dan kunnen wij de studenten in het begin eenbeetje extra begeleiden en stimuleren."

Het blijft de vraag of wonen op de campus ook destudieresultaten ten goede komt. "Ik denk het niet", meent Wietse."Wanneer je echt wilt studeren, kan dat natuurlijk heel goed metalle voorzieningen zo dichtbij. Maar ik zie hier genoeg mensen diede hele dag niets uitvoeren. Zelf voel ik de hete adem van destudie ook niet in mijn nek."

Van Vught meent dat de mengeling van studenten en docenten op decampus een positieve uitwerking heeft op de relatie student-docent."Veel jonge docenten vinden het leuk om op de campus te wonen. Eris hier altijd wel wat te beleven, je loopt eens ergens binnen,drinkt een biertje in het cafe. Door deze manier van 'samenleven'komen studenten en docenten elkaar niet alleen in de collegezaaltegen maar ook in een meer informele sfeer. In de weekendenorganiseren docenten regelmatig activiteiten waar altijd veelstudenten op af komen."

Tot slot: waar moet de UU volgens Van Vught op letten, om van decampus op De Uithof een succes te maken? "Maak de gebouwen niet teoverdonderend. Het moet geen verzameling betonnen kolossen zijn dieover je heen hangt zoals in Manhattan. Het moet prettig aanvoelen,niet te overweldigend. Verder is het belangrijk om wonen, leren enrecreeren goed dooreen te vlechten. Ze moeten niet alle woningen opeen plek zetten en de sportvelden op een ander deel van het terreinen dan de schoolgebouwen ook weer apart. Je moet van een campusecht een geheel maken, dan pas is het echt geslaagd."

Jeroen Bos

Oud-roeier schenkt Orca vier zonder : 'Je moet doen waar je zelf plezier in hebt'

Oud-roeier schenkt Orca vier zonder : 'Je moet doen waar jezelf plezier in hebt'

De algemene studentenroeivereniging aan de VerlengdeHoogravenseweg had geen beter weer kunnen treffen voor de geplandeactiviteiten: de Oudledendag waarop Orca een groot cadeau ontvangt.Een boot met een waarde van zon vijfendertigduizend gulden. Dit opinitiatief van Van der Meulen, begin jaren zestig lid van een vande voorlopers van Orca: de Batavieren. Zijn motivatie om naettelijke decennia een boot te schenken: "Je moet doen waar je zelfplezier in hebt. Het idee is al ouder, maar nu heb ik de middelenpas."

"Sinds 1968 woon ik in de Verenigde Staten", begint Van derMeulen de uitleg over het hoe en waarom van zijn gift. Hetoverhandigen van zijn geschenk moet nog plaatsvinden. Hij staat opde houten kade die lichtjes deint door de golfslag in het kanaal.Zojuist nam hij deel aan een oudledensprint, het zweet parelt nogop zijn voorhoofd. Hij vertelt dat hij in 1961 als scheikundigeafstudeerde in Utrecht. Tijdens zijn studententijd was hij lid enpreses van de aan Unitas gelieerde roeivereniging de Batavieren.Later met de Veritas-concurrent Charon (in de Griekse mythologie deveerman naar de onderwereld) samengevoegd tot Orca.

Vorig jaar benaderde hij de roeivereniging met zijn idee. "Ikhad veertig jaar niet meer geroeid, al volgde ik het bij tijd enwijle nog wel. Ik heb contact gezocht met de vereniging, ze warenblij verrast met mijn aanbod", zegt hij grijnzend. Hij voegt toe:"Het is tot op zekere hoogte toeval dat ik het geld heb. Ik weetdat vernieuwing van de vloot vroeger of later nodig is. Eenvereniging moet wel de historie hebben om dit soort dingen mogelijkte maken. Een jonge vereniging kan geen leden hebben die in staatzijn dit soort dingen te doen." Terwijl rond hem wordt gesjouwd metboten en riemen zegt hij: "Behalve dan misschien wat jongeinternetmiljonairs."

Het bestuur van Orca mocht een verlanglijstje opstellen en gaanshoppen. Op voorwaarde dat Van der Meulen de naam van de nieuweboot mocht kiezen. Tijdens een bezoek aan Nederland, op de elfdeseptember vorig jaar, wist hij welke naam zijn geschenk zou dragen.I hartje NY. Bekomen van de sprint, opgedroogd en omgekleed, staatVan der Meulen later gereed om de nieuwe vier zonder officieel tedopen. Ondanks de feestelijkheden krijgt de doop een serieus tintjeals de schenker de naamgeving toelicht. Ook de afgelopen week bleekdat de democratie in Nederland zijn verdediging nodig heeft. Dezeweek begint men in New York weer met de bouw van een 47 etagestellend gebouw. Een stad die door de Nederlanders werd gesticht. Ikhoop dat het elan van de stad behouden blijft en ook op deinzittenden van deze boot afstraalt."

Na een behouden vaart! schallen twee verschillendeverenigingsliederen over het terrein. Dat van Orca en uiteraard vande Batavieren. Maar we overstemden ze wel, zegt Orca-secretarisSander Koot lachend terwijl de vier Batavieren op leeftijd in denieuwe kunststof boot al richting Rijksmunt roeien. Hij betitelt deaanwinst, een Empacher, als de Mercedes onder de boten. Kootvertelt: "Het is de eerste keer dat wij zon gulle gift krijgen. Wehebben er echt naar uitgekeken. Veel mailcontact met Yde gehad enin samenspraak met hem gekeken wat er nodig was."

"Wat een prachtboot", luidt het commentaar als de vier veteranenna de eerste vaart zwetend en rood verbrand weer op de kade staan.Met een pijp in de mondhoek kijkt D. van Toorn naar deverrichtingen van de roeiers. Eind jaren vijftig, begin zestig washij lid van de Batavieren. "Voor het eerst sinds 62 weer geroeid,het ging me redelijk goed af", vertelt hij. Het verschil sinds aldie jaren: "Wat een materieel, echt indrukwekkend. Wij roeidenongeveer in uitgeholde boomstammen."

Jesse Pauw

400 meter achteruit, wie verzint er zoiets?

Het is waarschijnlijk ooit ook als grap begonnen, maar inmiddelsis achteruitlopen uitgegroeid tot een serieuze sport. Dat beseftede Utrechtse student Gerard Cornelissen nog niet, toen hij in 1993het officieuze wereldrecord op de 400 achteruit in handen kreeg.Dit record werd snel daarna verbroken door de echte master op ditgebied de Italiaan Stefano Morselli. Hij was dan ook vastbeslotenzijn naam als recordhouder op de NSK-i niet weg te geven. I am hereto present backward running and to defend my title very much, zeihij in moeizaam Engels.

De atletiekverenigingen Phoenix, Hermes en Vitesse, deorganisatoren van het tweedaagse atletiekevenement, knepen in hunhanden toen ze bericht kregen dat Morselli speciaal voor dewedstrijd naar Nederland zou komen om zijn titel te verdedigen. Alsextra verrassing liet ook Christian Grolle weten dat hij aanwezigzou zijn. Deze Fransman is de grote promotor achter het fenomeenachteruitlopen. Hij verkoopt videos, houdt lezingen en host eenwebsite waar alle mogelijke informatie over achteruitlopen tevinden is.

Grolle laat zich deze dag niet onbetuigd: Mais non, tu courstrop vite! roept de Fransman verbolgen, wanneer er wederom iemandop het rode grint valt. Hij geeft de amateur achteruitlopers nogsnel een stoomcursusje voor aanvang van de wedstrijd. Geenoverbodige luxe. Cest seulement du technique, tu compris? DonaldRes, vierdejaars student electrotechniek uit Enschede, haalt zijnschouders op over het commentaar. Volgens mij bedoelt hij dat ikkleine pasjes moet maken, maar met grote stappen houd ik het juistlanger vol. Ik spreek geen Frans, dus ik versta ook niks van wathij zegt. Ik doe eigenlijk maar wat.

Res krijgt een paar praktische en verstaanbare tips van MartijnVisscher, vijfdejaars student sociale geografie aan de Universiteitvan Amsterdam. Hij staat derde op de wereldranglijst vanachteruitlopers. Ik heb vorig jaar ook geprobeerd het record teverbreken, maar toen ging ik te hard van start. Niet doen dus!Verder is het van belang om op je voorvoet te beginnen en op jeachtervoet te landen. Met je armen moet je ondertussen veelondersteuning geven, want je hebt veel minder cordinatie bij hetachteruitlopen. Gerard Cornelissen, initiatiefnemer van dewedstrijd, beaamt zijn woorden: Laat je niet opjagen, rustigademhalen en vooral heel veel zwaaien met je armen.

Om zes uur is het eindelijk tijd voor het achteruitlopen. Alseerste gaan de vrouwen van start. Ik heb dit nog nooit eerdergedaan en hoop niet dat ik val, zegt Karien Koppens voor hetstartschot klinkt. Een minuut en 45 seconden later heeft ze hetwereldrecord op haar naam staan. Gaat ze zich nu specialiseren inhet achteruitlopen? Dacht het niet, lacht ze. Ik loop vooruit, nietachteruit. Hoewel ik een stuk minder moe ben dan na een gewone 400meter.

De spanning stijgt als de amateurs bij de mannen hun plaatseninnemen. Al na een paar seconden struikelt Res over zijn eigenvoeten. Nummer 740 valt zelfs drie keer. Joost Cosman neemt hetvoortouw. De commentator begint enthousiast te roepen als hij definish nadert: Gaat hij het halen? Jawel, een minuut en 21seconden! Er is een nieuw wereldrecord! Cosman kijkt verbaasd omzich heen. Heeft hij dat gedaan? Wat je met een minuut of twintigoefenen al niet kunt bereiken, zegt hij luchtig. Maar ik vrees datmijn record snel weer verbroken zal worden.

Cosman krijgt gelijk. De professionals gaan als een speer vanstart, behalve dan Grolle, die meer aan achteruitwandelen dan aanachteruitlopen blijkt te doen. Cornelissen neemt de leiding, maarMorselli schiet hem met een verbeten blik voorbij. Yes, I did itagain, roept hij, als hij hoort dat hij de 400 meter in een minuuten 16 seconden heeft gelopen. Hij is wederom houder van hetwereldrecord. Cornelissen eindigt als tweede met een minuut en 20seconden. Een seconde later rent Amsterdammer Visscher over definish. Ik ben hier heel tevreden mee, ook al ben ik dan geenrecordhouder. Achteruitlopen is gewoon helemaal te gek!

Zie voor alle uitslagen: http://www.nski.nl

Meer informatie over achteruitlopen op: http://www.backward-running-backward.com

Fleur Baxmeier

Met de locals Queens Day doorgronden: 'Krijg ik die wc voor vijftig eurocent?'

Met de locals Queens Day doorgronden: 'Krijg ik die wc voorvijftig eurocent?'

Op 30 april om drie uur in de middag zit een groep buitenlandsestudenten onderuitgezakt op de bank Jenny Jones te kijken. Sommigenzijn nog aan de wijn of het bier, anderen zweren deze middag bijkoffie. Hoewel de vrijmarkt voor de deur alweer in volle gang is,krijgen de studenten van Koninginnedag zelf niet zoveel mee. Maarhet feest de nacht ervoor is aan de Amerikaanse Chiara, de DeenseJamilla en Engelse Alex zeker niet voorbij gegaan.

In de 'Exchangeguide' voor buitenlandse studenten wordtKoninginnedag ofwel Queen's Day - warm aanbevolen als 'perhaps thebest day in Holland all year. If youre in the country for QueensDay, consider yourself lucky, go out and party!' De buitenlandsestudenten gaan allemaal de straat op en er zijn er veel diejaarlijks terugkeren om het feest weer mee te maken. "Ik had nognooit van Koninginnedag gehoord voor ik hier kwam, maar ik hoordewel dat je dat niet moest missen", zegt Chiara, gehuld in eenoranje Detroitshirt. "Het is echt geweldig. Amerikanen zijnallemaal gek op koningshuizen, omdat we dat natuurlijk zelf niethebben. Het lijkt zo makkelijk om blij te zijn om de verjaardag vande koningin. Het is toch de verjaardag van Queen Mom ofzoiets?"

Ook voor Alex en Jamilla, die in hun eigen land de monarchiegewend zijn, is het fenomeen Koninginnedag uitzonderlijk. Alex:"Bij ons zou zon feest niet kunnen en zeker niet dezelfde reactieopleveren. De monarchie is in Engeland niet meer zo populair naalle schandalen. En het feestje dat er nu rond onze koningin wordtgevierd, is heel anders. Niet door de mensen zelf georganiseerd,meer van bovenaf." Volgens Jamilla lijkt het feest in de verte watop de Dag van de Arbeid in Denemarken dat op 1 mei valt. "Datvieren jullie helemaal niet, h? Ook wel begrijpelijk als jedaarvoor net een nacht heb doorgehaald."

Maar wat is nu precies voor hen de lol aan dit toch typischNederlandse feest? Chiara: "Het leuke is dat ik normaal eigenlijkalleen in kroegen kom waar andere buitenlanders komen, maar nu zijnwe echt uitgegaan tussen de locals." Voor Jamilla is het vooral detraditie. "Het is lekker ouderwets en goed druk." Alex: "And ofcourse there is lots of beer"

Bloot

Tijd om gehuld in oranje en getooid met gouden kroontjes devrijmarkt op te gaan. Chiara haakt meteen af. "Ik ga zo naarAntwerpen. Daar is vanavond een Dance-event waar ook een band uitDetroit optreedt. Dat wordt dus weer een nacht niet slapen..." Opde vrijmarkt zijn de buitenlanders niet buitengewoon genteresseerdin alle kraampjes, ze kijken vooral naar wat andere mensen doen.Vooral de ludieke optredens op straat lijken noch te begrijpen nochinteressant voor hen. Zoals een optreden van Reter P. de Vries enhet Maximamysterie - een verklede koningin in een bovenhuis dievoor twintig eurocent naar je zwaait. Of sjoelen met kans eennegerzoen in je gezicht te krijgen of een jongen die komt vragen ofze voor vijftig eurocent open en bloot op een chemisch toiletwillen plassen. "Krijg ik die wc voor vijftig eurocent of moet ikerop gaan zitten?" vraagt Alex voor de zekerheid.

Halverwege de vrijmarkt stuiten ze op twee andere buitenlandsestudenten. Lisa uit Australi en Owen uit de States hebben het feestoptimaal door. Ze hebben op het gezicht een rood, wit, blauwe vlaggeschilderd en proberen of ze dat ook niet bij anderen mogen doen.Voor wat geld uiteraard, want niks voor niks op Koninginnedag.Lisa: "Ik ben helemaal in de stemming. Gisteren heb ik ook alleensinaasappelsap gedronken. Ja, wel gemixt met wodka natuurlijk. Ikwas al vroeg begonnen met drinken, dus om vier uur s nachts kon ikecht niet meer. Wel zonde dat ik daardoor de rest niet helemaalmeemaak."

Als de vrijmarkt om een uur of zes op haar einde loopt, gaan debuitenlanders in groepjes nog wat eten of meteen door naar huis.Jamilla: "Ik ga lekker op de bank televisie kijken. Vanavond AllyMcBeal en Sex in the City, dus dat was het wel wat betreftKoninginnedag."

Christie Hofmeester

De stand van zaken na de brand in het Kruytgebouw: 'Ik had niet verwacht dat we zo snel op orde zouden zijn'

De stand van zaken na de brand in het Kruytgebouw: 'Ik had nietverwacht dat we zo snel op orde zouden zijn'

"De hele westvleugel van het Kruytgebouw is schoon en al weereen tijd volledig in bedrijf." Directeur Hans Amesz van defaculteit Biologie, een van de universitaire crisismanagers, leunttevreden achterover. Nadat eerder al met de verzekeraarsovereenstemming werd bereikt, is nu ook de laatste nieuweelektronenmicroscoop genstalleerd. Wat Amesz betreft genoeg redenvoor een feestje.

Ook Arie Verkleij, directeur van de onderzoekschool Biomembranenen beheerder van zes dure elektronenmicroscopen, ziet het weerzitten. "Kort na de brand had ik niet verwacht dat we zo snel weerop orde zouden zijn. Door het roet waren al onze microscopenonbruikbaar geworden, maar dankzij de voortvarende aanpak van deuniversiteit en de medewerking van onze leveranciers hebben we nuzes nieuwe microscopen ter waarde van bijna negen miljoen gulden,met dezelfde functionaliteit als we hadden."

De schade voor fruitvliegonderzoekster Gerdien de Jong wasvooral immaterieel. Ruim honderdduizend vliegjes uit verschillendedelen van de wereld legden bij de brand het loodje. Dankzijcollega's die vliegjes voor haar vingen en dankzij bevriendelaboratoria kan De Jong nu weer beschikken over stammen uitverschillende delen van de wereld, terwijl onlangs ook de nieuweklimaatkamers en broedstoven zijn opgeleverd. Na een opbouwfase kanhet onderzoek tegen de zomer met een vertraging van een jaar weervan start gaan.

Hoewel aanvankelijk werd gevreesd voor een kostenpost van meerdan dertig miljoen gulden, blijkt de schade uiteindelijk ruim 16miljoen gulden te belopen, een bedrag dat vrijwel volledig door deverzekeraars wordt betaald. Ook De Jong krijgt alles vergoed,inclusief de in haar ogen onnodige schade die bij de schoonmaak isaangericht. "Kennelijk waren het mensen die niet wisten hoe ze metonze apparatuur om moesten gaan. Zo moest een mechanische balansgerepareerd worden, alleen omdat hij bij het optillen is gekanteld.Zonde, want dat was nergens voor nodig."

Ook voor de noodzakelijke verlenging van de aanstelling vanpromovendi hebben de verzekeraars een fors bedrag op tafel gelegd.Daarmee lijkt alle leed dus geleden, maar, waarschuwt Verkleij, "ineen opzicht kunnen we dat nog niet zeggen. Wij hebben hier ruim eenhalf jaar verloren en we weten niet wat onze concurrenten in dietijd hebben uitgevoerd. Onze grote angst is dat we opeens in Naturezien dat zij ons voor zijn geweest. Over een paar jaar weten we paszeker hoeveel schade de brand ons onderzoek heeft berokkend."

EH

Eko-proeverij: 'Die yoghurt heb ik ook in glazen potjes'

Het initiatief voor deze proefsessie is afkomstig van hetUniversitair Milieu Platform-Utrecht. De leden willen meerekoproducten in het assortiment van de Utrechtse universitairebedrijfsrestaurants en willen aan vertegenwoordigers van dekantines laten proeven hoe lekker eko-eten kan zijn.

Het proeffeest gaat van start onder het toeziend oog van FrankGruijters van distributeur Kruidenier Foodservices. Hij luistert degebeurtenis op door her en der een verkooppraatje te houden. "Diesinaasappelsap zit nu in grote flessen, maar we kunnen het ook zoleveren dat je het sap kan uitschenken uit kannen. En oh ja, dieyoghurtjes heb ik ook in glazen potjes."

De universiteitsrestaurants hebben echter geen glasbakken, dusglazen potjes zijn geen optie, zegt Madelaine Hoogeland,coordinator bedrijfsrestaurant. "En drinkyoghurt in kartonnenpakjes geeft teveel onnodig afval."

Ook Arie Raterink, de cateringmanager van de universiteit, isvan de partij. Hij is erg enthousiast. Een half jaar geledenvroegen de studenten hem meer biologisch eten te verkopen. Andereuniversiteiten waren er ook mee bezig. In Nijmegen is een grootdeel van het assortiment biologisch en in Groningen, Wageningen enDelft lopen momenteel proeven met het groene keurmerk.

Raterink gaat voor de zomer nog een proef houden in zo'n zevengrote studentrestaurants met tien tot vijftien biologischeproducte. De succesnummers worden dan opgenomen in het assortiment.Wel wil hij eerst nog samen met studenten de vette eko-hapuitproberen, want die ontbreekt tijdens deze test.

Ongeproefd wordt er niets aangeschaft. Dat heeft Raterinkgeleerd uit een ervaring in 1996. Toen werden er twintigeko-producten in de kantines uitgeprobeerd. Dat bleek geen grootsucces. Het fruit zag er lelijk uit, de melk had een vreemde smaaken de prijs lag te hoog. Alleen een aantal broodsoorten haaldentoen het assortiment.

De vraag is wat nu de kantines zal halen? Inez Pas van hetMilieu Platform vindt de masburger lekker, maar ze had erge hongerdus in hoeverre die haar smaakpapillen heeft benvloed, weet zeniet. Ook het kaneelrozijnenbrood beviel haar goed. Decateringdeskundigen zijn het niet met haar eens. Het brood valt tezwaar. Zij geven goede beoordelingen aan de krentenbol, desinaasappelsap, de yoghurtjes en kaas. Wat de hitparade vanfavoriete producten is, moet nog worden uitgezocht. Het lezen vande beoordelingsformulieren moet nog beginnen.

CN

Meeproeven? Mail: ump@studver.uu.nl.Of bel:030-2536278

Sportpsychologie probeert winnen te ontleden: 'De mentale conditie is ongrijpbaar'

Sportpsychologie probeert winnen te ontleden: 'De mentaleconditie is ongrijpbaar'

Het symposium had als thema 'Mysterieuze Krachten in de Sport'en vond plaats op de faculteit Gezondheidszorg van de Hogeschoolvan Utrecht. Die faculteit herbergt de enige topsportklas vanNederland. Bij fysiotherapie worden erkende topsporters samen ineen klas gestopt om ze zoveel mogelijk ruimte te geven omtegelijkertijd aan hun studie en aan hun sportieve carriere tewerken.

'Mysterieuze krachten in de sport' is ook de titel van een boekuit 1943 van de Nederlandse journalist Joris van den Bergh. Het ishet eerste Nederlandse boek waarin over de mentale begeleiding vansporters wordt geschreven. Van den Bergh was sportjournalist enploegleider van de eerste Nederlandse renners die deelnamen aan deTour de France. Die wielrenners moesten wel iets meer kunnen danfietsen, want na de zware dagelijkse etappe moesten ze 's avondsook nog even een verslag schrijven en opsturen naar Van den Berghin Nederland. Deden de renners dat niet, dan mochten ze het jaardaarna niet meedoen.

'Mysterieuze krachten in de sport' is inmiddels een uitgekauwdcliche geworden dat niet wordt geschuwd door de stukjesschrijverdie meent het verslag van het zevende team van zijnzaterdagvereniging op internet te moeten zetten. De meer serieuzemedia gebruiken de uitdrukking vooral in stukken overvoetbalwedstrijden waarin een ploeg uit geslagen situatie terugweet te komen. Veruit het populairst op internet is een wedstrijdvan Ajax dat met tien man tegen FC Twente een 2-0 achterstand ineen paar minuten wist om te zetten in een 3-2 overwinning.

Opvallend in al die stukjes op internet is dat altijd de winnaarover mysterieuze krachten blijkt te beschikken. Over de verliezersdie het net niet halen, wordt in hele andere termen gesproken. Enook al wordt er sinds 1943 over geschreven, het is nog steeds nietduidelijk waarom niet altijd de sporter met het meeste talent wint,maar minder getalenteerden op sommige dagen ver boven zichzelf uitkunnen stijgen, terwijl ze op andere dagen ver onder hun kunnenblijven.

De sportpsychologie probeert die vragen te beantwoorden. Het wasdan ook niet verwonderlijk dat een heel groot aantal jongestuderende sporters afgekomen was op het symposium. Hun leven staatimmers in het teken van presteren en elk brokje informatie dat zeeen stapje in de richting van het de overwinning kan leiden, isbijzonder welkom.

Sportpsychologe Loes de Ridder probeerde de factoren die volgenshaar de mentale topvorm van een sporter bepalen, op een rijtje tezetten. Niet onverwacht stonden toewijding en geloof in eigenkunnen en focus op de prestatie bovenaan. De Ridder begeleidt eengroot aantal sporters, die daar baat bij schijnt te hebben.

Volgens De Ridder onderschatten de sporters het belang vanmentale begeleiding. Ze gaan wel de hele zomer door metkrachttraining, sprak ze bijna klagend. Maar extra spiermassa laatzich natuurlijk gemakkelijker meten dan toegenomen mentaleweerbaarheid. Schaatscoach Wopke de Vegt bleek een stuk grappigerdan op tv. Hij vertelde vol trots dat hij als eerste Nederlandsecoach zijn schaatsers begin jaren negentig al naar psycholoog DeRidder had gestuurd. "Maar de mentale conditie is ongrijpbaar",moest toch ook hij vaststellen.

Neerlandica Els Stronks, voormalig coach bij de roeibond,vertelde over haar ervaringen met toproeiers. Het samenstellen vanzo'n team, waarom is het ene team wel succesvol en het andere niet,is natuurlijk ook n van de mysteries uit de sport. Stronks kon hetantwoord ook niet geven, maar ze maakte haar rol niet belangrijkerdan nodig. Ze gaf met voorbeelden aan dat er heel veel van hettoeval afhangt. Stronks gaf iedere coach mee om vooral het conflictniet uit de weg te gaan en niet alleen sporters te selecteren dieniet allemaal hetzelfde zijn.

Leuk werd het toen de sporters zelf aan het woord kwamen.Pitcher Patrick Beljaards, student fysiotherapie in Utrecht,vertelde hoe hij in zijn eerste honkbalwedstrijd in het Nederlandsteam letterlijk van de heuvel werd 'gebeukt'. Ervaring heeft hemrustiger gemaakt. Hij weet inmiddels dat het niet het einde van dewereld is als de ballen die hij aangooit het stadion uit wordengeslagen. Bovendien heeft hij tegenwoordig ook nog een Amerikaansemental coach. Die coach vertelt hem dat hij in een kooi staat tegooien en dat werkt goed, volgens Beljaards.

Het geloof bij Verheijen zit duidelijk minder diep. Bij eenYomanda-achtig staaltje van sportpsychologe De Ridder - detweehonderd mensen in de zaal moesten hun ogen dichtdoen en zichinbeelden dat ze op een schommel zaten - kan hij het niet nalatenzijn ogen af en toe open te doen en om zich heen te kijken. Devraag is of ploeggenoot Jochem dat ook zou hebben gedaan.

Jurgen Swart

Op verkiezingscampagne met Vivien van Geen: 'Ineens is wat je zegt heel belangrijk'

Op verkiezingscampagne met Vivien van Geen: 'Ineens is wat jezegt heel belangrijk'

"Mag ik u misschien een folder geven?" De voorbijganger tot wieVivien van Geen zich richt, kijkt niet of op om. Het is eendruilerige vrijdagmiddag. De D66-verkiezingscampagne is vandaagofficieel gestart. 's Avonds gaan de leden lekker eten en daarna inhet Jacobitheater praten met de pers en elkaar, maar eerst moet eenaantal D66ers de straat op. Ook Van Geen. In een dunne, witteD66-regenjas staat ze van een tot vijf op de Oudegracht ompotentiele kiezers aan te spreken en hen een folder te slijten."Het is belangrijk dat juist ook de mensen die hoog op de lijststaan, gaan folderen. Dat spreekt mensen toch meer aan" Met debekendheid van Van Geen zelf valt het in praktijk nogal tegen. Datblijkt als ze twee langs lopende mensen vraagt op haar te stemmen.De vrouw: "Maar wie bent u dan?"

Hoe belangrijk en leuk het flyeren misschien ook is, een kopwarme chocolade tussendoor gaat er wel in. "Ik wil me natuurlijkniet drukken, maar even zitten is ook wel prettig." Het is pasanderhalf jaar geleden dat Van Geen, docent organisatiepsychologie,lid werd van D66. "Ik ben bij meerdere partijen gaan kijken, maarD66 sprak me het meest aan. Het zijn hele authentieke mensen en hetprogramma heeft echt inhoud. Via de partij zat ik in de commissie'vrouwenrechten, mensenrechten' en vanuit daar werd gevraagd ofvrouwen zich kandidaat wilden stellen voor de Tweede Kamer. Ikdacht: 'ik word het toch niet, daarvoor moet je eerst tien jaargefolderd hebben'."

Maar na gesprekken met een commissie rolde ze tot haar eigenverbazing als nummer zeven uit de bus. De eerste nieuweling na zespartijmensen die al jarenlang in de Kamer zitten. "Blijkbaar zagenze iets in me. Maar ik ging er toen pas echt over nadenken.Eigenlijk komt het op een goed moment. Het geeft precies op tijdeen nieuwe wending aan mijn leven. Mijn dochter is net het huisuit, dus heb ik meer tijd. Maar ik heb toch een baan en een eigenbedrijf die ik dan tijdelijk moet opgeven."

Hikken

Nu ze kandidaat is, gaat alles razendsnel. Er moet campagneworden gevoerd. Hoewel de campagne gecentreerd is rondomlijsttrekker Thom de Graaf en minister Roger van Boxtel, de nummerseen en twee van de lijst, wordt ook de rest volop ingezet. Vanuithet campagneteam krijgt Van Geen steeds locaties en bijeenkomstendoor, met het verzoek acte de presence te geven. "Tegen mijn eersteforum zat ik echt aan te hikken. Dat ging over de gezondheidszorgen werd geleid door Wouke van Scherrenburg van Den Haag Vandaag.Alle anderen waren echt al doorgewinterde politici. Dat geeft metoch een stress Gelukkig ging het goed."

Hoewel ze nooit eerder campagne heeft gevoerd, bevalt het VanGeen wel. "Het is toch geweldig dat je op je 55ste zulke nieuweervaringen meemaakt. Ik heb bij nacht in een plakploeg postersopgehangen. Dat had ik nog nooit gedaan. Ook folderen niet. En hetis heel grappig: opeens is wat je zegt heel belangrijk." De partijlet volgens haar ook wel een beetje op de manier waarop haarkandidaten zich presenteren. Er wordt een mediatrainingmaangeboden, maar kledingvoorschriften komen daar niet bij aan tepas.

Tot nog toe is politicus zijn voor Van Geen vooral campagnevoeren. Inhoudelijk kan ze pas na de verkiezingen echt aan de bak."Je weet nooit welke portefeuille je krijgt. Onderwijs isbijvoorbeeld zon onderwerp dat al jaren bij iemand anders zit, dusik ga vooral voor gezondheidszorg en ouderenbeleid. Daar weet ikveel vanaf. Maar natuurlijk zal ik ook mijn agendapunt, meer kansenvoor vrouwen aan de top, trouw blijven. Daar kun je zeker van zijn.Aan de universiteit is het moeilijk als vrouw om echt invloed tekrijgen. In de politiek worden vrouwen met 'power' gewaardeerd. Datis echt kicken hoor." Het is weer tijd de straat op te gaan. Nogdrie uur te gaan: "Wilt u misschien een folder?"

Alle hens

Vijf dagen later. Van Geen is ingezet om in een forum plaats tenemen. Onderwerp: modernisering van de medezeggenschap in hetonderwijs. Een kolfje naar de hand van het Universiteitsraadslid.Op de zevende verdieping van het Jaarbeurs Congrescentrum zijn zonvijftig mensen uit het onderwijs bijeen. Het symposium moet volgensde dagvoorzitter een 'opschuddend karakter' hebben. Hij zegt: "Erkomen mensen uit de politiek, dus we kunnen zorgen dat we niet metlege handen komen te staan."

In de woordenbrij van een onafzienbare stroom sprekers dommeltde een weg, anderen maken zich kwaad omdat er alleen over de vormvan medezeggenschap wordt gesproken en niet over de inhoud. Driekwartier voordat zijzelf moet praten, komt Van Geen pas binnen. Zehad eerst andere verplichtingen. Terwijl de aanwezigen in groepjeshun gal aan het spuwen zijn over de medezeggenschap, informeert VanGeen bij de dagvoorzitter waar haar bijdrage zo ongeveer over moetgaan. "Hier kun je je niet echt op voorbereiden. Er zoudenbijvoorbeeld nog meer politici zijn van andere partijen waarmee ikin discussie zou gaan, maar die blijken allemaal naar de Kamer tezijn geroepen voor het NIOD-debat. Het is deze dagen alle hens aandek in Den Haag."

In het forum zit ze daarom als enige vrouw tussen vijf mannenuit de beroepspraktijk. Van Geen krijgt kort het woord, waarin zeuit hoe belangrijk medezeggenschap is. "Het is absoluutnoodzakelijk voor de kwaliteit van het onderwijs, maar je moet weleen goede band met de achterban hebben. Ook bij deUniversiteitsraad waarin ikzelf zit, is de opkomst bij deverkiezingen veel te laag." Maar, zegt ze: "Ik zit hier vooral omte luisteren."

Een andere rol dan van toehoorder lijkt ook onmogelijk. Hetdebat komt niet echt op gang. Twee mannen zijn blijkbaar gezworenvijanden van elkaar en proberen elkaar continu vliegen af tevangen. "Wat een afgang", zegt iemand uit het publiek. Van Geenweet slechts twee keer ertussen te komen om ook iets te zeggen.Verder blijft het bij genteresseerd knikken en meewarighoofdschudden.

Na een krap half uurtje sluit de dagvoorzitter de vergadering,terwijl de aanwezigen openlijk mopperen over de zinloosheid van dedag. Alle sprekers worden bedankt met een doosje wijn. Van Geen:"Ik vind het bijna gnant, ik heb er amper iets voor gedaan." Tochblijft haar aanwezigheid niet onopgemerkt. Na afloop komenverschillende docenten van scholen naar haar toe om te klagen overhun organisatie en de vakbond en of mevrouw Van Geen dat niet meewil nemen in Den Haag? "Zo hoor je de geluiden uit het veld", zegtVan Geen. "Ik ga ook nog even naar de borrel achteraf, dan hoor jehet meeste."

Vijf uur in de middag: er zit weer een dag campagne erop. Devolgende dag moet ze waarschijnlijk naar Apeldoorn maar het kan ookRotterdam zijn - om bij een ouderenmanifestatie tegen anderepolitici zo hard mogelijk te fietsen. Hieruit moet blijken wie devitaalste politicus is. Of Van Geen ook nog actief campagne op deuniversiteit gaat voeren, is nog onzeker. "Ik zou het graag willenen er bestaan plannen voor. Want eigenlijk wil ik natuurlijk welmijn eigen achterban erbij betrekken."

Christie Hofmeester

Referendum stationsgebied: Visie 1, Visie A, blanco of niet

Referendum stationsgebied: Visie 1, Visie A, blanco ofniet

Alle stemgerechtigde Utrechters mogen 15 mei meedoen aanhet referendum. De stem van het volk wordt gevolgd als minimaaldertig procent meedoet. Die heeft dan drie keuzes: het compactestadshart a la Rotterdam van visie 1; het verruimde stadshart'zoals Maastricht' van visie A; of blanco.

Critici spreken van schijninspraak en volksverlakkerij.Zij vinden de plannen te vaag of nog te grootschalig. Soeters heefthet over fout populisme, omdat geen mens de implicaties van devisies zou kunnen doorgronden. Maar de gemeenteraadsleden vestigenalle hoop op het referendum. Zij vrezen het 'wild-westscenario'.Deze treedt in werking als er op 29 juni geen nieuw plan is:'iedere Jan Doedel kan dan zijn eigen plan inleveren'. De soaprondom het stadshart zou dan compleet zijn, want het nieuwecentrumplan is al de opvolger van het Utrecht City Project. Hetplan dat nooit ten uitvoer is gebracht, omdat de vier deelnemendepartijen (NS, Hoog Catharijne, Jaarbeurs en overheid) het niet eenswerden over de financiering van vier miljard gulden.


Visie 1 vs Visie A

1:Compact en 'hoog' centrum met internationale allure. '24-hoursfun'. Zakelijk karakter. Een centrumboulevard met entertainment,winkels, kantoren en publieke gebouwen

A:Kleinschalig, groen, en 'laag' centrum met meer organischeovergang tussen binnenstad en woonwijken. Twee hoofdroutes. Winkelsen vermaak langs centrumboulevard. Publieke gebouwen langs tweederoute de 'stadscorridor'

1: Minstens 850 woningen waarvan 100 voor jongeren*

A: Minstens 1700 woningen waarvan 200 voor jongeren

*Woningen voor jongeren zijn vooral gepland aan het begin van deCroeselaan. Daar moeten kamers boven onderwijsruimten komen.

1:Muziekcentrum Vredenburg wordt afgebroken en met Tivoliverplaatst naar het Smakkelaarsveld

A:Muziekcentrum wordt verbouwd op huidige locatie

1: Het Westplein blijft een verkeersplein. Wordt opgeknapt

A: Autoverkeer gaat ondergronds. Bovengronds wellicht voorbibliotheek en markt

Catharijnesingel:

1: Stenen gracht met winkels en horeca

A: Groene singel

1: 10-15 jaar bouwen

A: 15-20 jaar bouwen

1: Levert 15 miljoen euro op

A: Kost 91 miljoen euro

Dossier referendum: http://www.utrechtsnieuwsblad.nl

Gemeentesite plus stemwijzer: http://www.stationsgebiedutrecht.nl


De deskundige

Hoogleraar economische geografie Oedzge Atzema mengdezich de afgelopen maanden nadrukkelijk in het debat over hetUtrechtse stationsgebied. Hoewel er veel valt af te dingen op hetreferendum is er volgens Atzema wel iets te kiezen. Maar zelfs dezedeskundige Utrechter dubt nog.

Atzema heeft twee bezwaren tegen de volksraadpleging. In deeerste plaats stelt hij een politiek-filosofische vraag. Watlegitimeert het raadplegen van de lokale bevolking bij eenonderwerp van nationale betekenis? "Op trainport Utrecht zullenjaarlijks tachtig miljoen bezoekers komen, die voor het grootstedeel niet-Utrechters zijn." Zoals een vriend van hem. Die treintdagelijks tussen zijn woonplaats Rotterdam en zijn werk in Utrecht."Ik woon en werk hier, maar kom zelden in de buurt van het station.Ik mag stemmen, hij niet. Voldoet directe democratie in dezesituatie dan wel?"

Zijn andere kanttekening is van een geheel andere orde. Overveel belangrijke zaken kan niet worden gestemd. "Die vormen eenimposant rijtje", zegt Atzema. "De nieuwe OV-terminal, hethandhaven van Hoog Catharijne, het niet verplaatsen van deJaarbeurs, het water in de singels."

Toch valt er volgens de ruimtelijke geograaf wel wat te kiezen."De vraag die feitelijk gesteld wordt, is: hoe kan het nieuwestationsgebied bijdragen aan een verbetering en een uitbreiding vande Utrechtse binnenstad. Het oude centrum met de Dom en deOudegracht is de afgelopen jaren behoorlijk opgekalefaterd en bijiedereen geliefd. Aan de westzijde van de stad komen er 80.000Utrechters bij door Leidsche Rijn. Daar moet je op de een of anderemanier op inspelen."

Atzema, die een erkend voorvechter is van een intensievergebruik van de stedelijke ruimte en dus voor de hoogbouwversie 1zou zijn, blijkt toch meer gecharmeerd van de andere visie. "Beidehebben voor- en nadelen. De plannen zijn onvergelijkbaar, maar alsje me nu het mes op de keel zet, zou ik waarschijnlijk voor Akiezen." Vooral de organische overgang tussen oude binnenstad en denieuwere westelijke stadsdelen spreken hem in A aan. De extrakosten kunnen volgens hem bij het Rijk worden gehaald. Wel vreesthij dat de betrokken private partijen nooit zullen toestaan, dat detweede doorgangsroute van visie A een aantrekkelijke concurrentvoor de centrumboulevard wordt.

Extra plannen

Als het aan Atzema ligt, zou er in de twee visies meer gedaanmoeten worden met de abominabele uitstraling van hetstationsgebied. "Iedereen heeft problemen met de stuitendelelijkheid van Hoog Catharijne." De hoogleraar heeft zelf nog welideeen om die te verfraaien. Zo wil hij een parkeergarage onder hetWestplein en is hij voorstander van een brede waterverbindingtussen de Leidsche Rijn en de Catharijnesingel. Volgens hem zou ookhet Smakkelaarsveld onder water moeten worden gezet. Aan de randvan het meer zouden dan culturele voorzieningen moeten komen. "Ikzie de trappetjes en de terrasjes aan het water al ontstaan.Utrechtse leefbaarheid pur sang."

Een ander plan is om Peek & Cloppenburg af te breken, meerbruggen over de singel te bouwen en omhooglopende bebouwing vanafde Catharijnesingel tot het Jaarbeursterrein te realiseren.Daarnaast moeten er grachtenpanden komen aan de singel. Een nieuwHoog Catharijne moet oplopen tot boven de perrons en op hetJaarbeursplein moet echte hoogbouw komen waar ook plaats is voorwoningen om een logischer overgang te maken naar de achterliggendewoonwijken .


Het nut van blanco

Het comite 'Utrecht stemt blanco' roept Utrechters op geen keuzete maken tussen visie 1 of visie A. De visies zijn te onduidelijken te beperkt, aldus de aangesloten organisaties. PietaSchoenmaker, achtstejaars studente sociale geografie, is actieflid. De meest prangende vraag aan haar is waarom je blanco zoustemmen als je ook kan beslissen net te stemmen?

"We willen laten zien, dat ook wij vinden dat er iets moetgebeuren in het stationsgebied. Bovendien is de verwachting dat dedertig procent opkomst die nodig is om het referendum geldig temaken, door de koppeling met de Tweede-Kamerverkiezingen toch welgehaald wordt. Dan kunnen daar maar beter zo veel mogelijk blancostemmers bij zitten.

"Het is gewoon jammer dat het eerste echte stadsreferendum overzoiets vaags moet gaan. Ambtenaren en politici begrijpen het alnauwelijks. En dan moet de Utrechtse bevolking op basis van watpr-praatjes een beslissing nemen. Compact? Uitgebreid? Je kunt jeer van alles bij voorstellen, maar tegelijkertijd ook weer niets.Vooral ook omdat over belangrijke dingen als milieu en verkeerniets wordt gezegd.

"Toen in Utrecht de actiegroep 'tegen stadsvernieling' Frontaaluit de oude UCP-tijd nieuw leven ingeblazen, heb ik me bij henaangsloten. Met hen vind ik dat dit referendum echt niet kan. Ookomdat de Utrechters over het grootste deel van de plannen juistniet zijn geraadpleegd. De private partijen hebben vrijwel op eigenhoutje al tachtig procent van het gebied mogen inrichten. Over hetnieuwe station hebben de Utrechters bijvoorbeeld niets mogenzeggen. En tegen die overige twintig procent hebben ze zich ookflink aanbemoeid. Dat vermaakcentrum met Pathe-bioscoop en casinozetten ze er in elk geval niet voor mij neer."

Meer info: http://www.utrechtstemtblanco.nl

Op het Westplein

"Wat hier is misgegaan? Wat is hier niet misgegaan!"De studenten planologie Gerco Jonker en Jeroen Niemans aanschouwenop het terras van pub The Guardian aan de voet van het Holiday InnHotel hoofdschuddend het voortrazende spitsverkeer. De studentendie vorige maand een drukbezocht universitair referendumdebatorganiseerden kiezen voor Visie A.

"Weet jij hoe je vanaf deze plek aan de overkant moet komen?"Wijzend: "Ik twijfel altijd of ik nu daar door het tunneltje moetof daar bij het stoplicht moet gaan staan."

Gerco: "Hier komen echt teveel stromen verkeer samen. Al dieauto's willen naar de parkeergarages Paardenveld, Vredenburg enHoog Catharijne aan de andere kant van het spoor. Eigenlijk zou jedie auto's aan deze kant van de stad moeten opvangen."

J: "Dit plein is na het spoor een tweede grote barriere tussenbinnenstad en de westelijke stadsdelen. Vooral voor fietsers. Ga jeeerst door zo'n sociaal onveilige fietstunnel en dan krijg je ditnog."

G: "Auto's onder de grond en de boel bovengronds aankleden,lijkt me een goed plan. Dan krijg je een veel positiever beeld alsje hier de stad binnenkomt. Nu ziet het er echt niet uit."

J: "De nieuwe bibliotheek en de wekelijkse markt op zo'n nieuwplein zou al helpen. Dan maak je een mooie aansluiting naar Lomboken de Kanaalstraat en de buitenwijken."

G:"Visie A vind ik ambitieuzer. Het beslaat een groter gebied,zodat je altijd nog ruimte hebt nieuwe dingen in te passen. Door delangere realiseringstermijn is daar ook tijd voor. En als je niethoog inzet, zal het ook nooit iets worden."

J:"Het is inderdaad te hopen dat Utrecht nu snel de gelegenheidaangrijpt iets moois neer te zetten. Het is hier vaak 'net niet'.Het duurt zo lang voor er beslissingen worden genomen en dan komter vaak een onmogelijk compromis uit."

G:"Als het visie A wordt, komt deze pub bovendien op een echtetoplocatie te zitten."

@auteur= Xander Bronkhorst