Achtergrond

Utrechts studententeam overleeft Batavierenrace: 'Dan loop je op karakter'

Utrechts studententeam overleeft Batavierenrace: 'Dan loop jeop karakter'

De negen mensen die in de nachtploeg de eerste etappes vanNijmegen naar Dinxperlo zullen lopen, verzamelen zich vrijdag omhalf acht 's avonds op het Centraal Station in Utrecht. Hier haaltde 21-jarige ploegleider Jeroen (tweedejaars Natuurkunde) zijnteamgenoten met een busje op. Om de regen maken de lopers zich nietdruk. "Lekker verkoelend", vindt Antoine (20). Over voorspeldehagel- en onweersbuien en windstoten zijn ze minderenthousiast.

Bea (27) neemt straks de eerste etappe van 3,5 kilometer voorhaar rekening. De aio Fysiologische Chemie waarschuwt de anderendat ze al anderhalve week niet meer heeft getraind. Jelmer,vierdejaars Natuurwetenschappen en Innovatiemanagement, reageert:"Ach, ik ben pas sinds anderhalve week aan het trainen." De22-jarige loopt in de vijfde etappe 10,2 kilometer van Rindern naarOraniendeich. Jelmer is eigenlijk niet echt een hardloper maar eenschaatser. Hij verwacht dat ongetrainde spieren het hem moeilijkzullen maken. Zevende jaars Geneeskunde Lars (24) zit sinds kortbij Softijs en loopt de langste afstand: 12,3 kilometer.

Pasta

Aangekomen in Nijmegen haalt de ploeg eerst de huurtandem op.Twee mensen fietsen elke etappe met de loper mee: om aan temoedigen en de route te lezen. De lopers van Softijs zeggen mee tedoen voor de gezelligheid. Hun late startnummer (220) wijst erechter op dat ze in voorgaande jaren goed gepresteerd hebben. DeUtrechtse ploeg heeft veel concurrentie: in totaal doen driehonderdteams mee, waarvan verschillende professionele.

De teamleden praten over sportkleding, het weer, eten, spierenen oefeningen. Vreemde gesprekken voor een niet-sporter. De22-jarige Peter (alumnus Geo Informatica) heeft vanavond tienpannenkoeken gegeten en maakt zich nu zorgen over zijnnatriumbalans: "Ha, snickers. Lekker veel calorieen met diepinda's." De negen jaar oudere Bas (alumnus Geneeskunde) atvanavond spaghetti om te kijken of dat nou echt verschil maakt bijhet lopen. Terwijl de twee heren praten over eten, verorbertMarianne (20, tweedejaars University College) ondertussen nog watmacaroni. Haar tas met chips, tijgernootjes en ander junkfoodblijft onaangeroerd. Dat is allemaal voor 'na de wedstrijd.'

Massagekamer

In de Refter van Nijmegen wordt gefeest tot Erica Terpstra ommiddernacht het startschot lost voor de eerste vijftig teams. MetDJ-duo Di Fiasco Brothers wordt een warming-up gedaan. Nog nooitzo'n grote zaal vol dansende en feestende mensen gezien zonder eensigaret. De Softijsleden integreren schaatsbewegingen in hundanspassen. Hier en daar loopt iemand met een biertje, er is eenmassagekamer en in de zaal wordt zelfs gebasketbald tussen dedansende mensen door.

Na het vertrek van de eerste startgroepen neemt de spanning toe.Om tien over een vertrekt Bea voor de eerste afstand. Zij geefthaar hesje over aan ploegleider Jeroen, die 7,2 kilometer loopt,begeleidt door Jelmer en Peter op de tandem. Het busje spoedt zichnaar het tweede wisselpunt. Antoine loopt de derde etappe van 7,9kilometer en gaat zich inschrijven. Er wordt omgeroepen welkenummers er binnenkomen. Jeroen komt aan en moet door de 'fuik': eenpoortje waarin elektronisch wordt geregistreerd welk nummer op welktijdstip binnenkomt. Aan de andere kant van het poortje geeft hijhet hesje over aan Antoine. De aankomend student Psychologie gaater als een haas vandoor. De begeleiders op de tandem worstelen mette hoge zadels, smalle weggetjes en tegenliggers. De loper moet heteen paar kilometer alleen doen.

Tempo

Antoine loopt met lange benen in korte broek en T-shirt door denacht. Aan beide kanten van de plattelandsweg strekkenlandbouwvelden zich uit. In het licht van de bijna volle maan lijktalles donkerblauw en grijs. Koeien liggen slaperig in de wei, af entoe ruik je de mest. De hardlopers rennen verspreid over de weg,begeleid door fietsers met aanmoedigende kreten. In de boerderijenliggen mensen waarschijnlijk nietsvermoedend te slapen. Jeroenvertelde eerder al dat zijn vriendin al jaren langs de route woonten nog nooit van de race had gehoord.

Antoine loopt stabiel en haalt de een na de ander rustig in.Lopers uit eerdere startgroepen reageren verbaasd: "Nummer 220? Nual hier?" Op de helft van zijn etappe meldt Antoine dat hij hetzwaar heeft. Toch blijft zijn tempo gelijkmatig en als we hetvolgende Duitse dorpje binnenkomen, is het nog maar een paarhonderd meter naar het wisselpunt. Daar neemt arts Bas het over.Marianne en Lars stappen op de tandem. Het is drie uur geweest. Inde bus zit Antoine met een ingevallen kop, hapt lucht en drinktwater. Zere kuiten. Hij vertelt dat hij net is hersteld van eenernstige blessure. De volgende dag blijkt dat Antoine negende isgeworden in zijn startgroep.

Alumnus Peter hoeft een uurtje later 'maar' 6,4 kilometer enloopt met enorme passen over fietspad en viaduct, terug deNederlandse grens over. De mensen in het busje moeten zich haastenom op tijd naar het wisselpunt te gaan. Vlak voor de finish loopthij extra hard en vliegt over de finish. Peter eindigt als vijfdevan zijn startgroep.

Marianne loopt de een na laatste etappe van de nachtploeg, 4,1kilometer. De lucht kleurt paars, het wordt licht en de vogelsbeginnen te fluiten. " Ik haal haar niet in hoor" wijst de studentevan het University College meteen in het begin op het meisje voorhaar. Uiteindelijk heeft ze voor de finish nog energie over enloopt ze het meisje en nog drie andere renners voorbij. "Dan loopje op karakter", zegt fietsend begeleider Antoine.

Braaksel

De Utrechtse studievereniging van Fysische Geografie Drift '66en Softijs hebben dicht opeenvolgende startnummers. Gedurende denacht en ook de volgende dag halen ze elkaar om en om in. Marianneloopt Drift-loper nummer 214 voorbij. Maar Jeroen, die twee keermoet lopen omdat een ploeggenoot is uitgevallen, ziet 214 weerlangszij komen. Na zijn finish is hij op; zoutstrepen lopen langszijn wangen. Dat valt nog mee want onderweg zijn er bijverschillende wisselpunten ook plasjes braaksel te zien.

De nachtploeg is om zes uur 's ochtends in Dinxperlo uitgelopen.Ze eten soep, verlangen naar hamburgers en wachten op deochtendploeg die rond half acht start en tot Barchem loopt. Daarzal de middagploeg tot de universiteitscampus van Enschede lopenwaar de finish is. Dit team wordt overvallen door hagelbuien.Jasper (26, Rechten en Kunstgeschiedenis) liep in de middagploegmet Softijsrood gespoten haar. "Volgens mij hadden de fietsers meerlast van de hagel dan de lopers."

De nachtploeg gaat na de start van de ochtendploeg door naarEnschede en probeert daar in de loop van de ochtend en middag nogwat te slapen. Na de finish wordt de Batavierenrace 's avondsafgesloten met een feest. Drift '66 heeft zeer goed gelopen eneindigt op de officieuze lijst voorlopig als zestiende. Softijs is38ste geworden. Vooral de nachtploeg heeft het erg goed gedaan.Jeroen: "Verschillende mensen moesten twee keer lopen, omdat weuitvallers hadden. Meerdere vrouwen hebben een herenafstandgelopen. We hebben het goed gedaan."

Op de campus van de UT kan gepind worden, gedoucht en gedanst.Marianne en Bea lopen rond met een bekertje port, overal klinktmuziek. De politieke partijen die vanmiddag op de campus foldersuitdeelden, zijn inmiddels vertrokken. Het grootste studentenfeestvan Nederland kan beginnen.

Eva Houtsma

Zie ook http://www.batavierenrace.nl enhttp://www.go.to/softijs

Hoogleraar Pieter Ippel pleit voor nieuwe idealen in recht en ethiek: De grenzen van het goede leven

Hoogleraar Pieter Ippel pleit voor nieuwe idealen in recht enethiek: De grenzen van het goede leven

De recente berichtgeving omtrent de gynaecoloog SeverinoAntinori heeft prof.dr. Pieter Ippel vermoedelijk gesterkt in zijnidee dat er onwenselijke scenario's in de medische wetenschappen optil zijn. De omstreden Italiaanse arts zou er in geslaagd zijn eenzwangerschap te bewerkstelligen met een gekloneerd embryo. Scepsislijkt niet op zijn plaats. Zijn omstreden zwangerschapsschema vooroudere vrouwen begint ook in Nederland vruchten af te werpen.

In zijn boek 'Modern recht en het goede leven', dat vorige maandhet licht zag, schetst Ippel de precaire situatie waarin hethuidige zorgstelsel terecht is gekomen door demedisch-technologische ontwikkelingen. Zo zet de 'voorspellendegeneeskunde' met de daaraan gekoppelde dreiging vanpremiedifferentiatie door verzekeraars de notie van socialerechtvaardigheid onder druk. In het verlengde daarvan doemt ook devraag op of nieuwe medische kennis voor een ieder zal zijnweggelegd. Regulering is volgens Ippel hoogstnoodzakelijk. "En afen toe zullen er normatieve grenzen gesteld moeten worden. Klonenvan mensen is wat mij betreft zo'n grens."

Ippel pleit daarom voor een 'straffe, strikte, krachtige enharde Anti-Kloonwet' die het klonen voor reproductieve doeleindenverbiedt. Hij noemt daarvoor enkele rationale argumenten zoals deonbekendheid van de gevolgen en het mogelijke misbruik. Maar dezeargumenten volstaan volgens de hoogleraar niet. Hoewel hij erkentdat het ter sprake brengen van levensbeschouwelijk gekleurdegedachten in wetenschappelijke kringen bijna iets heeft van een'coming out', wil hij een moreel oordeel niet schuwen. "We hebbennu een wet die het kloneren verbiedt, maar deze is te weinigprincipieel gemotiveerd. Ik ben niet de enige die vindt dat hethier om het 'heilige' gaat. Sommige mensen menen dat als dewetenschappelijke kennis aanwezig is toepassing niet kan wordentegen gehouden. Maar waarom niet? We zetten toch ook een rem op hetgebruik van nuclaire bommen? En medicijnen met ernstigebijwerkingen komen toch ook niet op de markt."

Pamflet

In zijn boek onderzoekt Ippel de juridische en morele kaders dievan belang zijn voor het 'goede leven', oftewel voor een 'gewoonleven met voldoende kwaliteit'. Hij beschrijft daartoe deontwikkelingen op drie juridische gebieden die begin jaren zeventigopkwamen als gevolg van groot maatschappelijk onbehagen en die deafgelopen drie decennia voortdurend in beweging bleven:gezondheidsrecht, milieurecht en privacyrecht. Ippel noemt metnadruk een persoonlijke drijfveer als voornaamste reden voor zijnonderzoek. "Sinds ik kinderen heb voel ik een extraverantwoordelijkheid. En ik ben tot de conclusie gekomen dat hetvorm geven aan een leven met een beetje kwaliteit mr is dan eenpuur individueel project, zoals tegenwoordig vaak gedacht wordt. Erzijn minimumwaarden: de behoefte aan voeding, onderdak, verzorgingetcetera."

Ippel weigert zijn boek echter te zien als een politiek pamflet.Over het algemeen is hij ook zeer te spreken over de nuchtere enzakelijke houding die het aanvankelijke jaren zeventig-pathos datop de drie gebieden heerste, heeft verdreven. Dat de apocalyptischevergezichten en roep om verregaande overheidsinterventie naar deachtergrond zijn verdwenen noemt Ippel winst. "Ik heb altijd eengrote aversie gehad tegen grootse gesloten ideologieen die dediscussie geheel blokkeren", zo stelt hij.

De mix van marktprikkels, (zelf-)regulering en overleg die nu inhet milieurecht wordt gehanteerd doet, hoewel niet zonder risico's,naar de mening van Ippel meer recht aan de nieuwe maatschappelijkeconstellatie waarin de overheid niet meer almachtig is. Zelfs eengedoogbeleid kan het milieu in sommige gevallen beter dienen danoverheidsingrijpen. In het privacyrecht zijn de aanvankelijke 'BigBrother'-angsten volkomen verdwenen. Van sentimenten, zoals dievoelbaar waren rondom de Nederlandse volkstelling in 1970, isweinig meer te merken. Tot tevredenheid van Ippel wordt eenonderscheid gemaakt tussen werkelijk gevaarlijke schendingen vanprivacy en triviaal gegevensverkeer.

Maar toch heeft de hoogleraar zoals vermeld problemen met hetliberale pragmatisme dat op alle fronten hoogtij viert. "Het kanook te nuchter en te zakelijk worden. Er zijn natuurlijk wel dingenaan de hand. Kijk bijvoorbeeld hoe gemakkelijk de vraag om een hardmigratiebeleid leidt tot een bedenkelijke koppelingswet dieillegalen stelselmatig uitsluit. Of hoe eenvoudig de roep omveiligheid zorgt voor camera's op straat."

Ook het geloof in de onbegrensde technologische mogelijkhedendie in het huidige denken zit opgesloten stuit op weerzin bijIppel. En dan gaat het niet alleen om het geloof van een 'technicalfix' in de medische wetenschap, maar ook bijvoorbeeld in de relatietussen milieu en economie. "Ik heb mijn bedenkingen bij de gedachtedat de economie met vernieuwde technieken eindeloos kan groeienzonder het milieu te schaden."

Het begrip 'maat houden' is daarom op veel plekken terug tevinden in het boek. "Ik weet dat het geen populair standpunt is,maar het welvaartsniveau van twintig jaar geleden lijkt me hooggenoeg. Ik heb geen auto en geen mobiele telefoon; geloof het ofniet, ik functioneer prima."

Bevlogen

De grote aandacht voor visionaire toekomstvisioenen ontneemtvolgens de hoogleraar bovendien het zicht op de oude taaieproblemen. En die verdienen volgens Ippel nog steeds aandacht. Hijziet in de huidige samenleving mensen buiten de boot vallen ofgeschaad worden. De hoogleraar bepleit daarom een verruiming van demorele woordenschat. Naast de pragmatische nuchterheid die zijnmerites heeft moeten volgens Ippel idealen weer aan bod kunnenkomen, zonder weer te vervallen in de totalitaire fouten vanweleer. "Ik ben op zoek naar een meer genspireerde en bevlogennuchterheid."

Het brengt hem op het concept van de 'nabije aspiraties'. "Ikheb het niet over grootse perspectieven, maar over zaken dieaansluiten bij de dagelijkse leefwereld. Mij lijkt het bijvoorbeeldaantrekkelijk als we ouderen het recht op een betere oude dag tekunnen bieden. Ander voorbeeld: In het natuurbeleid is er een grotenadruk op beheer. Natuurontwikkeling kent nogal wat sceptici, maarhet lijkt mij een mooi perspectief wanneer mensen in Nederland weermeer natuur tegenkomen."

Ook juristen hebben naar de mening van Ippel eenverantwoordelijkheid. Hier zet hij ook zijn pet vanonderwijsdirecteur in tijden van onderwijsvernieuwing op. "Dejuristerij is nog teveel een gesloten professie. Het is eenvakgebied van specialisten en superspecialisten. We hebben nietalleen experts in het milieurecht, maar ook experts inmilieueffectenrapportages. Het zou goed zijn als juristen wat meerover de grenzen van de disciplines zouden kijken. Aan de ene kantis er weinig communicatie met de buitenwereld, aan de andere kantook weinig aandacht voor andere vakgebieden.

"Ook in de studie rechten komen ethische vraagstukken maarmondjesmaat aan bod. De opleiding zou veel minder ambachtelijk enberoepsgericht moeten zijn. Bij de vorming van de de nieuwebachelor-masteropleiding heb ik daar ook de nadruk op gelegd. Maarik heb rekening te houden met tegenkrachten. Het compromis is,laten we zeggen, het resultaat van 'bevlogen' nuchterheid."

Xander Bronkhorst

Pieter Ippel, Modern recht en het goede leven.Boom Juridische uitgevers. ISBN 9054541695. Euro 25,- incl.verzendkosten

GroenLinks nu populairste studentenpartij; VVD links ingehaald

GroenLinks nu populairste studentenpartij; VVD linksingehaald

Deze conclusie valt te trekken na de uitslag van een tweedeenquete naar het kiesgedrag van de Nederlandse universitairestudent. Het onderzoek is voor de tweede keer gehouden op alleuniversiteiten - behoudens Delft - in samenwerking met dagblad 'deVolkskrant'. De eerste enquete werd gehouden in februari, vlak voorde gemeenteraadsverkiezingen.

In Utrecht hebben driehonderd studenten van de universiteitmeegewerkt aan de enquete. GroenLinks is bij hen favoriet. Bij deeerste peiling zou een op de vijf studenten het hokje vanGroenLinks rood maken, nu is dat een op de vier. Het CDA metlijsttrekker Balkenende heeft de afgelopen weken veel vertrouwengewonnen in de Domstad. De partij staat nu - na de PvdA - op eengedeelde derde plaats met de VVD die veel vertrouwen heeftverloren.

Landelijk is de VVD haar koppositie kwijtgeraakt aan GroenLinks.Op de derde plaats staat de partij van Ad Melkert en de vierde plekwordt ingenomen door het CDA. Pim Fortuyn krijgt landelijk 3,9procent van alle stemmen, in Utrecht is dat 2,6 procent. De groteverliezer onder studenten is op dit moment Leefbaar Nederland. Departij heeft dit keer geen enkele stem van de Utrechtse studentengekregen. Landelijk komt de partij er niet veel beter vanaf.Slechts twintig van de in totaal drieduizend studenten zijn vanplan op LN te gaan stemmen. De partij houdt slechts de SGP achterzich.

De lijsttrekkers van de politieke partijen mogen wel wat meeraan hun imago doen. Eenderde van de universitaire studenten inNederland weet nog niet wie de ideale minister-president zou zijn.In Utrecht ligt dit aantal nog hoger. Bijna veertig procent heeftnog niet de juiste premier gevonden. Twee maanden geleden zag deUtrechtse student Melkert nog als de geschikste met meer danvijftien procent van de stemmen. Op dit moment is zijn aanzienaanzienlijk gedaald. Slechts 11,8 procent ziet Melkert nog zitten.VVD-kopman Dijkstal scoort met 13,8 procent hoger. Hij is zelfs hetmeest populair in Utrecht, kort gevolgd door GroenLinks leiderRosenmller, die met 12,2 procent op de tweede plaats staat.

"Ze hebben gewoon te weinig uitstraling", zucht farmacie studentGuy van Puijenbroek (24). "Vooral Melkert en Dijkstal komen veelcharisma tekort." Volgens de student kan alleen Balkenende zich aande 'slappe hap' onttrekken.

Veel studenten zijn op dit moment zwevende. Zo weet 15, 5procent van de Utrechtse studenten nog niet op welke partij ze gaanstemmen. Een goede coalitie vinden, blijkt ook geen gemakkelijkeopgave. In de tweede enquete geeft 12,2 procent aan nog geenduidelijke voorkeur te hebben. Toch zullen bijna alle universitairestudenten hun stem uitbrengen. Slechts 2,3 procent is van plan omop 15 mei thuis te blijven.

"Ik ga stemmen, maar ik weet nog niet waarop", vertelt PieterLolkema (21). De student communicatie- en informatiewetenschappenvindt het moeilijk een partij uit de brei te halen. "GroenLinks zalhet niet worden. Ik denk dat zij te weinig serieuze invloed kanuitoefenen. Ik kies waarschijnlijk voor de VVD.

Pim Sedee

Twijfelende hersenen brengen bewustzijn in beeld

"Een stel Duitse psychologen dat hier op bezoek was, vond dat ikpatent had moeten aanvragen op deze draaiende kubus." Natuurkundigedr. Raymond van Ee en ondergetekende staren naar een groot schermen dragen een driedimensionale bril waarvan het ene glas groen enhet andere rood is. Op het scherm van vier bij twee meter beweegteen kubus. Soms verdwijnt de kubus in de verte, soms komt hijangstig dichtbij en waan je jezelf ingesloten in een kooi vanlicht. Een rustgevende en bijna hallucinatorische ervaring. Wanneerje de bril afzet, ben je in een klap weer nuchter. Je ziet op hetplatte scherm slechts bewegende rode en groene lijnen.

De projectie van de kubus is een speeltje, een oefenprogrammavan Van Ee van de faculteit Natuur- en Sterrenkunde. Met eenVernieuwingsimpuls van anderhalf miljoen gulden vanonderzoeksfinancier NWO, doet de biofysicus onderzoek naar het zienvan diepte. Het is een vervolg op een onderzoek dat hij in Amerikadeed en waarvan hij vorig jaar zijn bevindingen publiceerde in hettijdschrift Nature. Dankzij de Vernieuwingsimpuls heeft hij debenodigde opstelling nu ook in Utrecht gebouwd bij professorErkelens van de afdeling Fysica van de Mens.

Gek

De grote subsidie dankt Van Ee aan een origineel idee. Hijbedacht een meetmethode waarmee bekeken kan worden hoe onzehersenen informatie over diepte verwerken. Mensen kunnen opverschillende manieren diepte zien. Een methode is het gebruik vanperspectief, zoals Italiaanse Renaissance-schilders aan het beginvan de vijftiende eeuw ontdekten. Iets dat verder weg staat, iskleiner dan iets dat dichtbij is. Een weg die naar de horizonloopt, verdwijnt in een punt.

Een nauwkeurigere manier om diepte te zien is door twee ogen tegebruiken. Bijvoorbeeld: in beide ogen valt een beeld van deletters die je nu leest. Maar de letter U valt in je linker oog opeen iets andere plaats op je netvlies dan in je rechter. Vanuit datverschil berekenen de hersenen de afstand tussen je ogen en deletter. Ongeveer dertig centimeter, waarschijnlijk.

Dat lijkt heel slim, maar de hersenen kunnen makkelijk voor degek gehouden worden. En daar maakt Van Ee gebruik van. Op een platscherm projecteert hij een rode en een groene kubus die ietsverschoven zijn ten opzichte van elkaar. Dankzij de drie-D-brilziet het linkeroog alleen de rode lijnen en het rechteroog alleende groene. Via deze truc vallen op beide netvliezen beelden vankubussen die iets ten opzichte van elkaar verschoven zijn. En ziedaar: de hersenen zien diepte, een kubus in een driedimensioneleruimte.

Vrije wil

In zijn experimenten zet Van Ee de hersenen expres op hetverkeerde been. Via het rood-groenverschil zorgt hij ervoor datbebrilde proefpersonen een 'raam' zien dat uit het scherm steekt.Maar hij heeft het raam zo gemaakt dat het perspectief niet klopt.De verre kant van het raam is niet kleiner maar groter dan dedichtsbijzijnde kant. De hersenen raken in de war, weten niet watze zien. Ze twijfelen op dezelfde manier zoals bij het zien van deNecker-kubus (zie afbeelding) of de afbeelding waar je f eenlelijke, oude vrouw ziet of een aantrekkelijke jonge deerne. Jekunt ze nooit allebei tegelijkertijd zien. Het beeld kan omklappen,dan zie je eerst de oude en daarna de jonge vrouw. Sommige mensendenken dat ze dat proces kunnen sturen, maar het waargenomen beeldklapt vaak spontaan om.

De proef met de foto van een oude en een jonge vrouw is grappig,maar zet geen wetenschappelijke zoden aan de dijk. Van Ee gebruiktdaarom ook niet dit type foto's. Het slimme van zijn proefopzet isdat hij het rood-groenverschil en het perspectief precies kaninstellen. Door vervolgens aan proefpersonen te vragen wanneer zenog diepte zien en welke kant dat dan op is, kan hij precies metenaan welke aanwijzing de hersenen de meeste waarde hechten enwanneer beelden bijvoorbeeld omklappen. En dat is uniek. "Ik denkdat ik een van de de eersten ter wereld ben die dit meet engebruikt om bewuste waarneming te onderzoeken."

Daarmee krijgt Van Ee de kans een uniek kijkje in de hersenen tenemen. "Of mensen vrije wil hebben, daar houd ik mij niet meebezig", zegt Van Ee. "Dat laat ik aan de psychologen en filosofenover. Maar bewust waarnemen; dat kan ik wel onderzoeken."

Het is een onderneming die hij in een ambitieus kader plaatst."Aan het einde van de twintigste eeuw heeft de wetenschap tweegrote vragen overgelaten", zegt Van Ee. "De unificatie van develdentheorie en het bewustzijn." Het in een theorie vatten vanalle krachten die deeltjes op elkaar uitoefenen, zoals dezwaartekracht en elektrische krachten, is een taak voornatuurkundigen. De aard van het bewustzijn ophelderen vergtbijdragen van biologen, psychologen en dus biofysici. Volgens VanEe schuilt de kracht van natuurkundigen in de analyse van designalen die de hersenen als een <I>black box<I> ingaan en uit komen.

Van Ee's bijdragen bieden een belangrijk aanknopingspunt. De inelkaar geweven beelden van een man en een vrouw die hij op hetkamergrote scherm projecteert, dwingen de proefpersonen een keus temaken. Willen ze de man of willen ze vrouw zien. Van Ee: "Je moetbewust kiezen wat je ziet." Een blik in de hersenen tijdens hetmaken van zo'n keuze, is dus eigenlijk een blik op het bewustzijn.Zo heeft Van Ee onlangs een wiskundig model van een groephersencellen gemaakt dat reacties van proefpersonen kan beschrijvenen voorspellen.

Voor de toekomst hoopt Van Ee met een MRI-scanner dehersenactiviteit te meten van proefpersonen die naar zijn plaatjeskijken en vergelijkend verdergaand onderzoek te doen met apen.Zodoende zou hij kunnen ontdekken welk plekje van de hersenenprecies betrokken zijn bij deze kijkexperimenten wanthersengebieden die actief zijn tijdens het maken van de keuze,spelen kennelijk een rol bij het bewustzijn. "Ik hoop bewustewaarneming in beeld te brengen."

Rinze Benedictus


Creativiteit

"Ik heb nu meer geld te besteden dan professor Erkelens."Natuurkundige Van Ee vertelt over de geneugten van deVernieuwingsimpuls a anderhalf miljoen gulden die hij vorig najaarin ontvangst mocht nemen en waardoor hij dus rijker is dan hethoofd van zijn afdeling. Inmiddels heeft hij van dat geld tweeaio's aangenomen. "Misschien neem ik er nog wel een aan, maarmisschien bewaar ik het geld ook wel. Ik kan er apparatuur voorkopen, maar ook een internationaal congres van organiseren."

Zover is het nog niet. Voorlopig moet Van Ee zelf naar hetbuitenland reizen om zijn ideeen aan de man te brengen. Hij is netterug uit het Duitse Tbbingen en daarvoor was hij al in Glasgow."Dat is het leuke van dit werk, het is heel inspirerend om metcollega's uit andere landen te praten."

"Ik vind het leuk om overdag mensen bezig te zien met mijnideeen. In de avonduren probeer ik dan weer nieuwe dingen tebedenken. Ik denk dat voor een wetenschapper intelligentie ook nietde belangrijkste eigenschap is, het draait om creativiteit.Wetenschappers moeten zich niet vastbijten in het succes van vijfjaar geleden - ik zie het gebeuren, gelukkig niet in onze vakgroep- maar zichzelf proberen te vernieuwen."

Ronald Giphart over 'biologeren moet je leren': 'Heeft Barend of Witteman de grootste penis?'

Ronald Giphart over 'biologeren moet je leren': 'Heeft Barendof Witteman de grootste penis?'

Voordat de studenten de zaal binnenstromen, neemt Giphart nogeven zijn aantekeningen door. "Ik ga het hebben over biologischeprocessen. Waarom vrouwen borsten hebben en mannen niet, dat soortdingen." Een echte lezing heeft hij niet voorbereid. "Mijn optredenhangt af van de reacties en het enthousiasme van de studenten. Alser weinig gereageerd wordt, lees ik gewoon nog een stukjevoor."

De studenten stromen mondjesmaat binnen. Robin Ohm, tweedejaarsbiologie, controleert de toegangskaartjes. "We hadden gerekend opdriehonderd studenten. Maar meer dan honderd zit er vanavond nietin." Hij denkt niet dat de lage opkomst te maken heeft met eentanende populariteit van Giphart. "Volgens mij kent iedereen weleen column of boek van hem. Misschien hadden de studenten geen zinom weer naar De Uithof te komen."

Gert Klaassen, tweedejaars biologie, heeft wel de moeite genomenom naar het Educatorium te fietsen. "Ik had vanavond toch nietsanders te doen", zegt hij weinig enthousiast. Klaassen heeft tweeboeken van Giphart gelezen. "Het is niet het soort boeken dat iknormaal lees. Te platvloers en oppervlakkig." Desondanks verwachtde student veel van de lezing. "Eens kijken wat Giphart overbiologie te zeggen heeft. Misschien leer ik er nog iets van."

Aan Giphart zal het niet liggen, want hij heeft echt zin in eenavondje discussieren. "Ik heb altijd al eens een lezing willengeven voor biologiestudenten", vertelt hij. "In 1997 stond ik zelfsop het punt om biologie te gaan studeren, maar toen gooidediezelfde biologie roet in het eten. Mijn vriendin bleek zwanger tezijn." Er klinkt een licht gegrinnik uit de zaal.

De schrijver doet zijn uiterste best om de studenten tebetrekken bij zijn lezing. "Komt dit een beetje overeen met dewerkelijkheid? Is deze theorie bij jullie bekend?" vraagt hij naelke anekdote. Een reactie van de studenten blijft echter uit. "Zalik voor de pauze dan nog maar een paar stukjes voorlezen?" In dezaal wordt instemmend en opgelucht geknikt.

Volgens Karel-Henk Grootjans, afgestudeerd bioloog, is hetlogisch dat er weinig reacties uit de zaal komen. "Het ligt aan deaard van het onderwerp. Giphart praat over seks alsof het over dewekelijkse boodschappen gaat. De meeste mensen praten daar niet zomakkelijk over." Zijn vriendin Fleur Dupre, tweedejaars biologie,beaamt deze stelling. "Ik ben best verlegen en ga voor zo'n grotezaal echt niet over seks praten."

Of het aan de cafene ligt of aan de onderwerpen, na de pauzezijn de studenten een stuk alerter. "Wie heeft er een groterepenis: Keith Richards of Mick Jagger", vraagt Giphart. "MickJagger" roept de zaal. "Niet dus. Het is duidelijk Keith Richards!Hij heeft veel grotere handen." Hij vervolgt: "Barend of Van Dorp?Van Kooten of De Bie? Barend of Witteman?" Er volgt een bulderendgelach. Dit zijn de grappen die de studenten leuk vinden.

Wat volgt zijn nog enkele fragmenten uit Gipharts boek 'TenLiefde!' een discussie over het evolutionaire voordeel vanhomoseksualiteit en de vraag of intelligentie de oorzaak is datmavo-scholieren over het algemeen jaren eerder hun maagdelijkheidverliezen dan vwo'ers. "Nou vooruit", zegt Giphart toegeeflijk. "Ikzal nog een fragment voorlezen. Wat wordt het: Wetenschappelijk ofnormaal? Beschaafd of platvloers?" Het antwoord laat zich raden:"Normaal en platvloers", roepen de studenten.

Na afloop staat de net afgestudeerde bioloog Sonja Verheijen inde rij om haar boek te laten signeren. "Ik vond het een leukelezing. Er was een goed evenwicht tussen stukjes voorlezen en hetpubliek laten reageren." Het enige mindere punt vond ze dat hetbijna de hele avond over seks ging. "Maar dat had ik kunnenverwachten, want bij een biologisch thema kom je al snel op seksuit. Zeker bij Giphart. Hij wordt niet voor niets onze nationaleseksschrijver genoemd, toch?"

Fleur Baxmeier

Bijna een halve eeuw parapsychologie in Utrecht: 'Dat mensen sceptisch zijn, is goed'

Bijna een halve eeuw parapsychologie in Utrecht: 'Dat mensensceptisch zijn, is goed'

De parapsychologie heeft in Utrecht een lange traditie. In 1953werd Wilhelm Tenhaeff benoemd tot eerste hoogleraarparapsychologie. Hij richtte een voormalig klooster aan deSpringweg in als Parapsychologisch Instituut. Helderzienden dieTenhaeff bezochten, meenden regelmatig nonnen in het gebouw tezien. In de zakelijke jaren 80 draaide de universiteit de geldkraandicht. Alleen de leerstoel bleef behouden. Sindsdien is hetParapsychologisch Instituut zelfstandig, hoewel er veel wordtsamengewerkt met de huidige hoogleraar Dick Bierman. Op hetinstituut werken zeven mensen. Zij doen onderzoek naar telepatischevermogens van mensen in de vorm van Ganzfeld-experimenten (ziekader) en organiseren cursussen. Ook beheren zij een omvangrijkebibliotheek over het vakgebied.

Het Parapsychologisch Instituut wordt geleid door Dr. HansGerding. Voor Gerding is de parapsychologie een wetenschappelijkvakgebied als alle andere. "Alleen het onderwerp ligt gevoelig,"aldus Gerding. "In de parapsychologie draait het om het vinden vaneen balans tussen lichtgelovigheid en ongelovigheid. De bibliotheekbijvoorbeeld, is voor driekwart gevuld met flauwekul, en veelmensen die het instituut raadplegen over geestverschijningen kunnenbeter een psychiater bellen. Dit laat echter onverlet dat erinteressante verschijnselen bestaan zoals telepathie enpsychokinese die wetenschappelijk onderzoek rechtvaardigen."

Gerding kwam al vroeg met parapsychologie in aanraking. Toen hijals filosoof promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam (UvA)viel het hem op dat veel parapsychologische verschijnselen relevantzijn voor filosofische vragen. "Er zijn getuigenverklaringen overmensen die met hun geest materiele processen kunnen benvloeden. Alsje nadenkt over de relatie tussen lichaam en geest, dan moet je datmeenemen. Voorspellende dromen zijn heel interessant voor het debatover determinisme en vrije wil."

Dat veel mensen sceptisch staan tegenover zijn vakgebied, vindtGerding niet erg. Hij vindt dat een kritische houding tot beteronderzoek leidt. Gerding betreurt het echter dat er in deacademische wereld weinig bereidheid is om berhaupt onderzoek tedoen naar paranormale verschijnselen: "Wetenschap hoortfundamentele vragen te stellen. Je wilt graag iets te weten komen.Psychologie bijvoorbeeld, is toch meer dan het onderzoeken naar hetsoort wikkel dat er om een pak speculaas moet?"

Tunnel

Hoewel het in de universitaire gemeenschap nog niet zo willukken, timmert het Parapsychologisch Instituut met tal vanactiviteiten aan de weg om haar vakgebied onder de aandacht tebrengen. De jaarlijkse Dag van de Parapsychologie, die onlangs weeris geweest, is daarvan de belangrijkste. Het publiek op deze dag isal even uiteenlopend als de onderwerpen. Toch profileert hetvakgebied zich ook hier als een normale wetenschap. Zo is er eenlezing van Ruud van Wees, medeauteur van een artikel overbijna-dood-ervaringen (BDE's) dat in december verscheen in hetgezaghebbende medische tijdschrift The Lancet. Van Wees heeftonderzoek gedaan naar BDE's onder Nederlanders die eenhartstilstand overleefden. Van de ondervraagden rapporteerdeachttien procent verschijnselen als uittredingservaringen, het zienvan licht en een tunnel, en zelfs het ontmoeten van overledenfamilieleden.

De onderzoekers wagen zich echter niet aan een uitspraak overhet waarheidsgehalte van deze ervaringen. Ook professor Bierman isop de Dag van de Parapsychologie van de partij. Bierman is van huisuit natuurkundige, maar werkt al meer dan 25 jaar bij psychonomieaan de UvA. Een dag per week is hij in Utrecht actief met zijnhoogleraartaak. Hij geeft een internetcursus die vooral stilstaatbij de methodologie van de parapsychologie. (WAT IS DAT) Daarnaastverricht hij onderzoek met Random Number Generators (RNG's). Ditzijn apparaten die op basis van zogenoemde kwantummechanische ofkosmische ruis volstrekt willekeurige reeksen enen en nullenproduceren. Om onverklaarbare redenen vertoont de output van RNG'svaak patronen, op momenten dat zich paranormale activiteit zouvoordoen.

Op de Dag van de Parapsychologie vertelt Bierman over onderzoekaan de universiteit van Princeton. Daar worden de gegevens van eenwereldwijd netwerk van RNG's geanalyseerd, om te onderzoeken ofzich ook patronen voordoen bij grote nieuwsfeiten. De gedachtedaarachter is dat zulke nieuwsfeiten een zogenoemd collectiefbewustzijn verstoren, dat op zijn beurt de RNG's benvloedt.Uiteraard spitst de interesse zich momenteel toe op de aanslagenvan 11 september. Inderdaad produceerden de RNG's bij diegebeurtenis regelmatige cijferreeksen. Vreemd genoeg begonnen zedaar echter al op 10 september mee. Kunnen we met RNG's rampenvoorspellen? Bierman houdt zich op de vlakte, maar wijst er wel opdat het onderzoek van Princeton binnenkort de kolommen van hetwetenschappelijke tijdschrift Nature siert.

Poltergeist

Bierman is al een aantal jaar in de weer met RNG's. In 1995raakte hij samen met Gerding betrokken bij de jacht op eenpoltergeist. In het Gelderse Druten werd een gezin opgeschrikt doorrondvliegende voorwerpen. De zoon des huizes zou over onbeheersbarepsychokinetische krachten beschikken. "Normaal gaan we nooit in opdat soort meldingen, maar in dit geval waren er politiemensengetuige geweest," vertelt Gerding. Hij besloot daarom samen metBierman polshoogte te nemen. In het spookhuis installeerden zij eenRNG. Steeds als er zich vreemde voorvallen voordeden, moest defamilie op een computer het tijdstip noteren. Later werd bekeken ofde RNG op die momenten patronen had geproduceerd. Dat bleek inlichte mate het geval, hoewel de resultaten nauwelijks significantwaren.

Ook brachten Gerding en Bierman een videocamera mee. Dezeregistreerde wat er in huis gebeurde, maar wist geen enkelbovennatuurlijk voorval vast te leggen. Wel wezen de beelden op eengeval van bedrog. De jongen wierp eigenhandig steentjes door dekamer. Toch sluit Gerding niet uit dat er sprake was van eenpoltergeist: "In de literatuur wordt vaak beschreven dat eendoelpersoon nepverschijnselen produceert. Mogelijk doen ze dat omwaarnemers tevreden te stellen."

Het doorgewinterde publiek op de Dag van de Parapsychologie ligtniet wakker van een klopgeest meer of minder. Geen van de sprekerswordt onthaald op kritische vragen. Ongeloof is er vooral over deonwillige opstelling van de universitaire gemeenschap. Gerding:"Een enquete van het Sociaal Cultureel Planbureau wijst uit datongeveer een kwart van de mensen gelooft in telepathie enhelderziendheid. Persoonlijk geloof ik ook wel dat daar iets vanwaar is. Het gaat om onbegrepen verschijnselen, maar dat ze erwerkelijk zijn, daar zijn op basis van hard onderzoek voldoendeaanwijzingen voor." Gerding zou daarom het liefst zien dat hetParapsychologisch Instituut zo snel mogelijk weer onderdeel wordtvan de universiteit, zodat er meer geld vrijkomt voor onderzoek:"Het budget dat de afgelopen eeuw wereldwijd aan parapsychologie isbesteed, wordt door psychologie in twee maanden opgemaakt. Eenbescheiden portie, dat is toch niet teveel gevraagd?"

Ype Driessen


Ganzfeld-experimenten

Ganzfeld-experimenten zijn bedoeld om mensen te testen optelepathische vermogens. In een Ganzfeld-sessie ligt eenproefpersoon ontspannen op bed. Hij krijgt via een koptelefoon ruisaangeboden en gekleurd licht aangeboden. Onder deze monotoneomstandigheden krijgen mensen na enige tijd spontaan beelden tezien. De proefpersoon beschrijft hardop wat hij ziet. In een anderekamer concentreert een zogenaamde 'zender' zich op een toevalliggekozen afbeelding. Na afloop krijgt de proefpersoon dezeafbeelding te zien, samen met drie andere. Hij moet de afbeeldingkiezen die het best past bij de beelden die hij heeft'doorgekregen'. Wereldwijd wijzen proefpersonen doorgaans in 33procent van de sessies de juiste afbeelding aan, terwijl hetkansniveau ligt op een percentage van 25.

Rugby-dames uit Utrecht worden landskampioen: 'We geven het niet meer uit handen'

Rugby-dames uit Utrecht worden landskampioen: 'We geven hetniet meer uit handen'

De speelsters van RUS knokten zich half dood in de zenuwslopendelaatste minuten van de finale om het Nederlands rugbykampioenschap.Zenuwachtig waren ze wel in die slotminuten, verteltpsychologiestudente Cyleke de Lange. "Maar het waren goede zenuwen.Ik had echt het gevoel: we geven het niet meer uit de handen".

De finale van de Nederlandse vrouwenrugbycompetitie ging voorhet tweede achtereenvolgende jaar tussen het Leidse DIOK en RUS.Vorig jaar waren de Utrechtse studentes favoriet, maar toen lietenze DIOK in de laatste minuten van de wedstrijd de titel veroveren.Dit jaar was DIOK favoriet. De Leidse studentes wonnen de beidewedstrijden in de reguliere competitie tegen RUS. Maar uit dienederlagen heeft RUS juist de nodige inspiratie geput, denkt coachBroers.

Vooraf had Broers nog erg veel te klagen. Op deze kampioensdagop het rugbycentrum werd een groot aantal landelijke finalesgespeeld. Zijn Utrechtse dames moesten op hetzelfde tijdstipaantreden als zijn Utrechtse heren van USRS. Die heren waren eenpaar weken geleden al gepromoveerd maar moesten nog een finalespelen om landelijk kampioen van de tweede klasse te worden. VoorBroers betekende dit dat hij een van zijn teams niet kampioen zoukunnen zien worden.

Broers, nooit te beroerd om met veel gemopper tegen grootonrecht ten strijde te trekken, verzocht de bond om het programmaom te gooien zodat hij beide teams kon coachen. De bond antwoorddemet Stalinistische correctheid dat zij niet aan dat verzoek konvoldoen omdat RUS en USRS twee verschillende verenigingen zijn. Infeite klopt dat: de rugbysters van de universiteit van Utrechtbegonnen vijftien jaar geleden voor zichzelf omdat ze bij USRS,officieel een subvereniging van het corps, geen lid mochten worden.De teams doen echter al jaren van alles samen.

Broers met stropdas en colbert al gekleed als eenkampioenscoach, moest daarom kiezen en stond langs de lijn van dedames. Een terechte keus. De heren hadden nauwelijks tegenstand enwerden met dertig punten verschil kampioen onder het toeziend oogvan zijn mogelijke opvolger.

De wedstrijd van de vrouwen ontspon zich als een thriller. In deeerste helft ontliepen de ploegen elkaar weinig. RUS nam door eenvelddoelpunt een 5-0 voorsprong. De daaropvolgende vrije trap op depalen, de conversie, was te moeilijk. DIOK maakte een kwartiertjevoor tijd gelijk en de Leidse dames maakten die twee extra puntenwel, 7-5.

En zo leek het weer net zo af te lopen als vorig jaar. DIOKkreeg ook nog een penalty voor een beslissende voorsprong, maar diewerd gemist. Met een laatste krachtsinspanning langs de zijlijnwist international Frederique Hofs een try te drukken: 10-7 voorRUS. Volgens Hofs was het de enige keer in de hele wedstrijd dat zeerlangs wist te komen.

Ook dit keer lukte de conversie niet, de hoek was zelfs volgensde USRS-spelers op de tribune een onmogelijke, en dus moest Rus dedrie punten voorsprong acht minuten zien vast te houden. Een tryzou voor DIOK voldoende zijn. Maar RUS hield stand. Verbeten werdvoor elke millimeter gevochten. Elke DIOK-vrouw die de bal kreeg,kreeg onmiddellijk twee RUS-vrouwen om de nek. Toch vielen er geengaten in de verdediging, want de studentes waren overal tegelijk.De speelsters hielden stand.

In een heel speciaal eerbetoon, stelden de mannen van USRS zichop in de erehaag die rugbyers na afloop voor elkaar opstellen. Dedames joelden en zongen met coach Broers als stralend middelpunthun lied 'We are the Russian ladies ' op de tonen van eenLuv-nummer. "Wij hebben het verdiend", vonden alle speelsters naafloop. "Zij waren goed maar wij waren beter." Fitheid en slimheidwaren volgens hun coach de redenen dat ze deze wedstrijd deze keerwel van hun naaste concurrent wisten te winnen.

De dames beschouwden het kampioenschap ook als eenafscheidscadeautje voor hun coach. Broers heeft in een paar jaartijd een heel sterk team opgebouwd van wie zes speelsters ook inhet Nederlands team spelen. Broers zegt het niet hard op maarwaarschijnlijk stopt hij ermee. Hij kan ook nauwelijks meerbereiken dan drie kampioenschappen (ook zijn tweede herenteam werdkampioen). En rugbydier Broers wil weer gaan doen, wat hij goedkan: jonge spelers opleiden bij USRS.

RUS gaat echter door. Het kampioensteam bestaat grotendeels uitjonge speelsters die volgend jaar weer kampioen willen worden.Bovendien zal de titel nieuwe sterke speelsters trekken. Vooraldaarom willen de rugbyvrouwen minimaal twee keer per week trainen.Tot hun grote woede moeten ze echter trainingsuren inleveren. RUSis een te kleine vereniging en krijgt daarom minder vrijetrainingsuren toegewezen van de directie van sportcentrum Olympos.Landskampioen of niet.

Jurgen Swart

Lijsttrekker D66 Thom de Graaf geeft college:'Iedere minister begint met een lege emmer'

Lijsttrekker D66 Thom de Graaf geeft college:'Iedere ministerbegint met een lege emmer'

"Hij wordt al kaal, joh!" Studenten hadden vrijdagochtendmassaal hun bed voortijdig verlaten om het gastcollege vanD66-fractievoorzitter Thom de Graaf bij te wonen. De Blauwe Zaalvan het Educatorium was tot bijna de laatste stoel vol. Hetonderwerp van het college was hoe kan het ook bijna anders na eenweek waarin het kabinet is gevallen politieke verantwoordelijkheid.Gepland was dat De Graaf daar een uurtje over zou spreken en daarnain discussie zou gaan met studenten over de huidige politiekesituatie.

Maar het liep wat anders. De Graaf praatte en praatte, deaanvankelijke rumoerige zaal viel stil, schreef eens wat op engaapte maar eens. Het college van De Graaf was ouderwets degelijk.De fractievoorzitter studeerde zelf in Nijmegen rechten, met despecialisatie staatsrecht en parlementaire geschiedenis enbenaderde de zin en onzin over de val van het tweede paarse kabinetdan ook vooral academisch. "Ik sta hier geen college te geven overde noodzaak om op D66 te stemmen."

De centrale stelling in het college was dat de vertrouwensregel,wat inhoudt dat de Tweede Kamer het vertrouwen in een minister ofkabinet kan opzeggen, niet goed werkt in Nederland. "Die werkt nieten zal ook nooit werken, omdat die uitgaat van een totaalonafhankelijk parlement. In het Nederlandse politieke stelselbeschermen de coalitiepartijen het kabinet, terwijl het voor deoppositie het belangrijkste is om het kabinet onderuit dehalen."

Volgens De Graaf halen veel zogenoemde deskundigen hetstaatsrecht en de politiek door elkaar. "Het nemen van je politiekeverantwoordelijkheid wordt vaak gezien als synoniem voor aftreden.Maar kan ook sorry-zeggen betekenen. Want daar is niets mis mee."Hij omschrijft het aftreden van een minister in de termen vandruppels die emmers doen overlopen. "Iedere minister begint met eenlege emmer. Na elke fout komt er een scheut water bij of druppeltde emmer langzaam vol. Vertrouwen is eigenlijk is een intuitiefcriterium."

Over de val van het tweede Paarse kabinet herhaalde hij vooralwat hij in de media ook al te berde had gebracht. "Het aftreden isterecht en uniek. Nooit eerder is een kabinet afgetreden terwijl ergeen conflict is. Niet met de kamers, niet intern en niet tussen decoalitiepartijen." Dat het kabinet eerst het debat in de kamer hadmoeten afwachten over Srebrenica, noemde hij flauwekul. "Hetkabinet bestaat niet bij gratie van de kamer, het mag zelf ookverantwoording nemen." De klungelige manier waarop de val werdingeluid, noemde hij wel slecht voor het beeld van de politiek.

Bijna twee uur later viel De Graaf stil. Na een obligaatapplausje was er daarna nog precies ruimte voor twee vragen.Hiervoor waren de meeste studenten blijven zitten. Een jongenachterin schoot meteen omhoog om De Graaf fors te ondervragen overde WAO-problematiek, maar het antwoord was blijkbaar dusdanigonbevredigend dat de student na het college meteen een op een indiscussie ging. Toen pas werd het echt leuk. Veel studenten bleveneven kijken. Na fel uitgesproken zinsneden als "je kunt van PimFortuyn zeggen wat je wilt" en 'de werkende mensen moeten er tochook beter van worden" liep de student ontevreden weg uit het debat.De Graaf riep hem nog na: "succes met je stemkeuze, he?"

Christie Hofmeester

In touw voor de democratie

1. Waar staat jouw partij voor?

2. Weet je geen leukere dingen te doen dan lijsttrekkerzijn?

3. Voor wie heb je bewondering?

4. Wat irriteert je aan de universiteit?

5. Hoe zie je jezelf over tien jaar?

6. Welke voorzieningen moet De Uithof krijgen als er een campuskomt?

7. Waar zou je een miljoen euro aan besteden?

9. Wat is je slechtste eigenschap?


Lijst 1: UOO

Bram Stoffele (21), vierdejaars Natuurkunde eneerstejaars Rechten:

1. "Het Universitair Overleeg Orgaan vecht voor jouw rechten.Goed onderwijs daar draait het om, we willen ons niet op eenpiepklein facet richten."

2. "Ik doe ook nog leukere dingen dan lijsttrekken. Maar ik vindhet belangrijk dat de standpunten van het UOO goed wordenuitgedragen en ik wil ontdekken hoe het er in de U-raad bestuurlijkaan toegaat. "

3. "Ik bewonder de jazzpianist Dave Brubeck, omdat hij in dejaren vijftig een eigen stijl ontwikkelde terwijl hij makkelijk metde toen heersende stroming had mee kunnen lopen. Hij maaktonnavolgbare improvisaties die in je hoofd blijven zitten, dat vindik heel knap."

4. "Als docenten studenten niet kunnen prikkelen., erger ik medaaraan. Ik vind dat dat de universiteit nekt. Bij natuurkunde hadik college van een man die bloedstollend saai was. Normaal drink iknooit koffie maar ook als ik twee stevige bakken op had, viel iktoch bijna in slaap en dat terwijl het vak heel belangrijk was. Ikvind het ontzettend ergerlijk als dan ook nog wordt gedaan alsof deschuld bij de studenten ligt."

5. "Mijn vader zegt als ik commentaar op iets heb: 'Jongen ,later mag jij het beter doen'. Dus over tien jaar hoop ik het betergedaan te hebben. Verder wil ik dan advocaat zijn met een leukhuisje, een keuken met een kookeiland en een mooie vleugel. Maarhet uitgangspunt is dat ik gelukkig ben."

6. "Een of twee concurrenten voor de Spar, want die is veel teduur en heeft te weinig keus. Verder zou een studentenpleintje leukzijn met verschillende cafe's, zodat er genoeg vertier in De Uithofis. Een treinstation naar de campus zou ook handig zijn om al dieextra studenten te vervoeren."

7. "Mijn vriendin wordt het huis uitgezet omdat de huisbaasfailliet is, dus ik zou dat miljoen willen besteden aan dewoningnood in Utrecht. Met de prijzen in de stad kan je er nietveel huizen van kopen. Maar alle beetjes helpen."

8. "Carpe diem, mijn motto!"

9. "Ik ben ijdel. Als ik 's ochtends in de spiegel kijk en mijnhaar zie, vind ik dat vreselijk. Het moet me 's ochtends dan ookniet tegen zitten, niet dat ik een ochtendhumeur heb, maar het kanwel ontstaan."

Meer info: http://www.stemuoo.uu.nl


Lijst 2: BRUG

Betty Feenstra (22), vierdejaars studente onderwijskundeen lijsttrekker van BRUG:

1. "Brug staat voor meer studenteninspraak, voor de actieve,verenigde student in het bijzonder, voor goedestudentenfaciliteiten en voor een betere kwaliteit van hetonderwijs."

2. "Voor mij geldt de stelling: 'Niet lullen maar poetsen'. Ikheb altijd wel klachten gehad over de universiteit en ik vind datik er dan ook wat aan moet doen."

3. "Voor Kok heb ik bewondering. Het kabinet is nu gevallen enik krijg meestal pas waardering voor iemand als diegene isafgetreden. Ik vind Kok een prachtvent. Hoe hij formuleert englashard kan liegen tegen journalisten."

4. "De faciliteiten op sommige faculteiten zijn belabberd, datergert me. Zo zijn er veel te weinig internetcomputers en heb jeoveral verschillende kopieer- en printkaartjes nodig. Bovendienheerst er teveel bureaucratie en wordt er te weinig geluisterd naarstudenten."

5. "Ik hoop me over tien jaar voor de overheid in te zetten voorhet personeelsbeleid en met mijn vriend in een mooi pand in Utrechtof Amsterdam aan het water te wonen."

6. "Op een campus moeten betere veiligheidsvoorzieningen komenzoals cameratoezicht. Genoeg woningen voor alle studenten. Meergezelligheidsfaciliteiten, sportvoorzieningen en cafe's, zodat DeUithof een minder triest gebied wordt."

7. "Dat miljoen geef ik aan mijn ouders. Zij hebben vanaf hunzestiende gewerkt, dus ze mogen van mij nu wel gaan rentenieren. Ofik zou elke student 45 euro geven."

8. ''Mijn motto is: je moet nooit denken dat je genoeg geleerdhebt. Ik irriteer me aan mensen die denken alles al te weten. Jekunt altijd nog bijleren."

9. "Ik ben verslaafd aan koffie. Dat is mijn slechtseeigenschap. Ik drink elke dag zo'n tien, twaalf koppen. Als ik dateens niet drink, krijg ik hoofdpijn en ben ik niet tegenieten."

Meer info: http://www.uu.nl/brug

Lijst 3: DUO (Duurzaam Overleg)

Mehmet Sagsu (27), zesdejaars rechten en vijfdejaarstaal en cultuur:

1. "Wij staan voor duurzaam overleg, rechtvaardigheid,gemeenschapsgevoel en milieu."

2. "Ik vind het lijsttrekkersschap heel leuk en weet dus geenleukere dingen om te doen. Bovendien wil ik de studentenpolitiekvoor studenten interessant maken en wil ik inspraak hebben."

3. "Ik heb bewondering voor de oprichters van de landelijkepartij Duurzaam Nederland: Seyfi Ozguzel en Manuel Kneepkens. Zewerken hard, vaak tot vier uur 's nachts. En ik vind het moedig vanze dat ze een nieuwe partij hebben opgericht."

4."Het is slecht dat de universiteit verkeerde adviezen geeft,dat irriteert me. Zo had ik in het eerste jaar wat problemen enkreeg ik het advies om met mijn studie te stoppen. Al na eengesprek. Ik ben blij dat ik dat advies niet heb opgevolgd."

5. "Ik hoop over tien jaar een ervaren politicus en jurist tezijn. Maar je kan de toekomst niet voorspellen."

6. "Voor een campus moet er een cultureel centrum en eenrestaurant in De Uithof komen."

7. "Ik zou dat miljoen steken in de verbetering van degeneeskunde faculteit. Zodat de faculteit uitgebreid kan worden,meer studenten geneeskunde kunnen studeren en er uiteindelijk meeren betere artsen komen."

8. "Iedereen moet gelijke kansen hebben. Dat is mijn motto."

9. "Ik ben idealistisch en werk hard om mijn doel te bereiken.Daardoor heb ik geen tijd voor een sociaal leven en hobby's en datvind ik een slechte eigenschap."


Lijst 4: Kritische Studenten

David Mulder, derdejaars student Muziekwetenschappen enlijsttrekker van Kritische Studenten:

1. "Wij willen meer studenteninspraak en meer discussie over hetprobleem dat de onafhankelijkheid van het onderwijs in het gedrangkomt door het neo-liberale beleid van het college van bestuur."

2. "Ik weet zeker leukere dingen te doen dan lijsttrekker zijn,maar ik denk dat het belangrijk is dat Kritische Studenten in deU-raad hun stem laten horen. Bovendien hoor ik op deze manier nietsmeer via tweede hand. Men kan niet meer zeggen: 'Jullie waren erniet. Jullie weten er niets van.'"

3. "Ik bewonder markies De la Fayette, een militair enstaatsman, die tijdens de Franse Revolutie, de idealen uit deVerlichting gestalte gaf. Ik vind hem een inspirerend persoon,omdat hij heeft gestreden voor de vrijheid van de mens."

4. "Het ergert me dat je als student teveel als klant behandeldwordt en niet als iemand die de universiteit ook vormgeeft. Ik vindhet een blammage van de universiteit dat studentenraden en-commissies zo weinig waardering krijgen."

5. "Ik hoop dat ik over tien jaar nog niet ingeslapen ben en meniet heb laten weerhouden door tegenslagen om flink wat teveranderen aan de Nederlandse maatschappij."

6. "De Uithof moet een cultureel centrum krijgen, waar allerleioptredens gegeven worden: van Britney Spears tot onzestudentenorkesten. Daarnaast een bruin cafe, waar de ruimte is, omnaast een pintje, een stevige discussie te voeren. Alsbelangrijkste niet-materieel onderdeel natuurlijk een vrije enkritische sfeer."

7. "Een miljoen euro zou ik besteden aan het organiseren vaninformatie- en discussieavonden voor studenten om destudentenbeweging meer leven in te blazen."

8. "Mijn motto is om mijn levensdoelen zo eerlijk en vermogelijk te ontwikkelen. Mijn twee doelen zijn dat ik met mezelf inhet reine kom en dat ik iets toevoeg aan de mensen om mijheen."

9. "In zakelijke relaties vergeet ik nog wel eens te vragen hoehet met de ander gaat. Dat vind ik een slechte eigenschap. Ik neemin zulke contacten geen tijd om een persoonlijke binding aan tegaan."

Meer info: http://www.kritischestudenten.nl/utrecht


Lijsttrekker van Lijst 5 Chris Ytsma wilde niet op deze maniermeewerken aan dit artikel. Voor meer informatie over zijn programmazie: http://www.vredepop.homestad.com

Marieke Feringa en Femke Schellekens

Piep zegt de muis in het studentenhuis

Verhalen zijn er genoeg, maar niemand wil graag als eenstudentenhuis met ongedierte bekend staan.

Ongedierte in huis. In veel studentenhuizen rust ophet onderwerp een taboe. Ze hebben wel last van muizen, ratten ofkakkerlakken, maar willen er niet om bekend staan. Enkele dapperendoorbreken het zwijgen: "Ze zijn altijd sneller dan jedenkt."

"Ongedierte? Wij hebben alles, of alles gehad. De kakkerlakkenzijn na bestrijding verdwenen, onze rat is ook weg. Nu hebben wenog muizen. Wij willen als studentenhuis liever niet met naam entoenaam genoemd worden." Aldus de woordvoerder van het anoniem teblijven huis.

Anouska van de Vleutenseweg denkt niet aan haar imago. "Wijhebben muizen en kakkerlakken. Die muizen hebben we al lang, maarik hoor ze nu alleen nog tussen de muren. Dankzij twee poezen. Diekakkerlakken zijn recent. Mijn huisgenoot heeft ze gevonden, inhaar kamer bij een vochtige muur. Het zijn er maar drie hoor. Ikvind het nu geen hot item. Ik ga trouwens toch weg, ik ga naar hetbuitenland."

Wouter moet leren leven met het ongedierte in zijn huis aan deOudegracht waarvan het huisnummer geheim blijft. "Het valt nutrouwens wel mee. We hebben net weer een periode van veel muizenachter de rug. Recordvangst: dertien muizen per week."

Geschuifel

In het huis van Wouter wonen nog vijf andere studenten. In destrijd tegen de muis zetten ze valletjes en hebben wel eens gifgestrooid. Ervan af komen is volgens hem een onmogelijke optie. Erzijn teveel gaten en kieren in het huis. Hoe dan ook: hij vindt hetprima dat ongediertebestrijder Paul Hofstede van Rentokil komtkijken wat de situatie in huis is.

Hofstede kijkt er niet van op dat het huis enigszins anoniemmoet blijven, omdat de bewoners niet als 'zij met het ongedierte'bekend willen staan. Op verzoek van klanten parkeert hij regelmatigzijn bugbusterauto een paar straten verder.

Terplekke maakt Hofstede direct een vriend van Wouter aan hetschrikken door hem te laten raden hoeveel nakomelingen eenmuizenpaar kan maken. Geert komt uit op vijfenzeventig, misschienhonderd nakomelingen. Het zijn er volgens Hofstede tussen de twee-en tweeenhalf duizend. "Jezus!" , brengt Geert uit.

De koffie is klaar. Nog twee huisgenoten schuiven aan. Woutervertelt. "Brood gaat hier de koelkast in en niet omdat we dat zolekker vinden." Hofstede kijkt Wouter goedkeurend aan: "Dat is voormij een teken dat je goed bezig bent."

Wouter schrikt nog steeds als er een muisje voorbij schiet. "Zezijn altijd sneller dan je denkt. Pas had ik een valletje 's nachtsin mijn kamer laten staan. Klapt die midden in de nacht dicht.Vervolgens hoor ik nog wat geschuifel. Dan lig je toch niet meerlekker in bed."

Verhalen over doodslag zijn er genoeg. Vriend Geert weet nog dateen huisgenoot van hem ooit een muisje in de gootsteen vond. Kokendwater moest het beestje uit z'n lijden verlossen. Uren later bleekhet muisje nog te leven. Die ging uit het raam. Huisgenoot Mennoslaat er af en toe eentje dood. Met potten en pannen. Of eenhockeystick.

Met alleen valletjes of lokdozen red je het niet, weetbestrijder Hofstede. "Het gaat vooral om een stukje wering enhygiene. Het belangrijkste is om de muis buiten te houden. Als jepink door een gat kan, dan wurmt een muis zich er met gemak doorheen. Een rat perst zich door een gat zo groot als eenrijksdaalder."

Hofstade werkt al acht jaar in de binnenstad, zag veelstudentenhuizen en concludeert dat het met de hygiene vaak slechtgesteld is. Dagen vieze vaat in de keuken, eten open en bloot optafel en overal spullen opgestapeld, waarin een muis een veiligeschuilplek creeert. "Want," zegt hij, " de huismuis is op zoek naareen huis en niet alleen naar eten. Dat heeft hij zo bij elkaargescharreld. Drie gram per dag is al voldoende."

Bende

Yvonne van Rijn, ongediertebestrijder van de gemeente Utrechtrekent studentenhuizen tot het vaste klantenbestand. Ook zij vindtdat studenten er vaak een zooitje van maken of het schoonmaken nietvolhouden. "Je hebt studentenhuizen die er nooit vanaf komen, omdatze de schoonmaakregels aan hun laars lappen. Muizen zijn echt heelsmerig. Je kan er in het ergste geval voedselvergiftiging aanoverhouden. Ze lopen over het aanrecht, waar jij je boterham opsmeert. Soms krijgen we een melding en zodra je binnenkomt, zie jehet al: een gigantische bende. Achter elke bank lege zakken chipsen lege flesjes."

Van Rijn is een groot voorstander van gaten dichten. "Weinigmensen maken die gaten dicht, want ze vinden het geen zin hebben ineen oud huis. Dat is niet waar, gewoon beginnen."

Drukdoende met muisbestrijding zijn de negen bewoonsters van hetstudentenhuis aan de Bemuurde Weerdsingel oostzijde. Ze hebben degemeente gebeld. Het enige wat die kon doen, was doosjes komenbrengen, maar die hadden ze al gekocht. Lucie had verwacht dat ermisschien gespoten kon worden. Je verlaat je huis, de bestrijderspuit en bij thuiskomst is het probleem opgelost.

Lucie, Caroline, Atske en Carlijn zitten samen op de kamer vaneen huisgenoot en vertellen. In de gaten waar de verwarmingsbuizendoorgaan, zit folie gepropt, in de hoop dat de muizen daar nietdoorheen bijten. Helaas. Daar komen ze volgens deongediertebestrijders wel door heen. Een Brillo-schuursponsje werktbeter.

Jaren geleden hadden ze een muis. Die heeft nog een naamgekregen: Russel. Maar daar is nu geen beginnen aan. Atske denkthardop: "Hoeveel zouden er zijn? Geen idee." Carlijn oppert dat zede muizen misschien moeten merken. "Een oormerk", lachtCaroline.

In vergelijking tot een maand geleden zien ze veel minder muizenlopen, zien geen aangevreten etenswaar en ook geen keutels meer.Maar ze hebben dan ook een anti-muizenbeleid, want ze willenpertinent van de diertjes af.

"We hebben een nieuw afwassysteem, dat inhoudt: direct afwassen.Verder gaat een volle vuilniszak onmiddellijk het balkon op enalles wat eetbaar is gaat in afgesloten dozen en bakjes", aldusCaroline. Waarop Carlijn toegeeft dat haar brood nog steeds los inhaar keukenkastje ligt. "Echt waar, heb je nog steeds geenbroodtrommel." Caroline kijkt bedenkelijk.

De dames zijn goed bezig; een kwestie van een lange adem. Zeoverwegen nog om een kat aan te schaffen, maar dan moet dehuisbazin eerst het huisdierverbod opheffen. Atske vraagt zich nogsteeds een ding af: "Lokken we met die lokdozen nou ook niet demuizen van de buren?"

Het smerigst tot nu toe heeft Lucie meegemaakt. Eerste hoorde zeeen geluid, toen zag ze haar brood in de broodrooster heen en weerbewegen, waarna er een muis uitsprong. Het stonk, dus het beestjehad zich geschroeid.

Keutels

Menno van het Oudegrachthuis heeft ook ervaring met een verbrandmuisje. Op zolder lopen de buizen van de immer snoeihetestadverwarming. Daar liep laatst een muisje gillend tegenaan,minstens tweedegraads verbrand.

Bestrijder Hofstede loopt inmiddels door het huis. Wouterkondigt aan dat het niet erg schoon is, want morgen zijn deschoonmaakbeurten, die overigens trouw gedaan worden. Hofstede isonder de indruk. Wel vindt hij dat er nog veel opgepropt staat opde overloop: voldoende prima schuilplaatsen voor de muizen.

In de keuken gaat hij op de knieen, zaklamp erbij. Wouterexcuseert zich voor de vaat, maar Hofstede vindt het meevallen. Welmoet de zak brood op het aanrecht worden opgeborgen. In het kastjeonder de gootsteen vindt hij keutels en wijst de jongens hetdonkerkleurige smeer aan dat een muis achterlaat. Dat smeer, datuit een klier op de buik komt, zie je ook op de kabels van telefoonen televisie die door het hele huis lopen. Deze vormen een primalooproute voor een klein knaagdier.

Wat betreft hygiene en wering is Hofstede niet ontevreden. "Hetziet er redelijk christelijk uit." Garantie dat ze ooit muisvrijzullen zijn, geeft hij ze niet. Dan moet het hele huis verbouwdworden. Er zijn nu overal gaten van de verwarmingsbuizen en overalgipsplaten waar ze zo doorheen zijn. "Nee, je moet de overlast toteen aanvaardbaar niveau terugbrengen."

En dat is? "Dat je af en toe eens een muisje ziet. Jongens, ikvind dat jullie goed bezig zijn." Hij trakteert ze nog op eenbestrijdingsverhaal uit de ouwe doos. Toen lijmplankjes voor muizennog oogluikend werden toegestaan. Er werden er vijftig neergezet ineen winkelcentrum en de volgende ochtend zaten 1200 muisjesvastgeplakt. Bijzonder dieronvriendelijk, maar effectief. "Kan jedie echt nergens meer kopen", probeert een van de jongens. Hetantwoord is nee en dan is Paul Hofstede vertrokken en gaan dejongens weer studeren. Het is tentamentijd. Muis of geen muis.

Carina Nijssen


Allemaal beestjes

De huismuis

De muis heeft een slanke bouw, spitse kop en grote oren. Destaart is vaak langer dan het lijf. Hij wurmt zich met gemak dooreen gat van een halve centimeter. Een muis is meer vacht danskelet. Ze leeft gemiddeld een jaar. Het wijfje werpt gemiddeld zestot tien keer en heeft steeds vijf of zes jongen. Na twee maandenzijn die geslachtsrijp. In theorie kan een muizenpaar tussen de2000 en 2500 nakomelingen leveren. Bij voorkeur eet de muis lievergraan, peulvruchten of noten dan kaas, want de huismuis is eenknaagdier.

Wil je weten waar het holletjes van jouw muis is? Strooi bloemover de vloer en volg de sporen. Verder bevuilt de muis het huis.Zeker omdat hij bijna continu plast, omdat hij nauwelijks een blaasheeft. En het dier laat bruinige smeer achter, zichtbaar achterkoelkasten, op snoeren en witte muren. Zie je een muis, dan heb jeer meer. Muizen leven in familieverband.

De kakkerlak

Van oorsprong komen kakkerlakken niet bij ons voor. In de tropenen subtropen is de blattella, Latijn voor kakkerlak, een graaggeziene gast, want hij maakt zich bijzonder nuttig alskadaveropruimer. Zie je een kakkerlak, dan is dat in negen van detien gevallen de Duitse variant. Dat is een kleintje van ongeveereen centimeter. Als je hem vergelijkt met een familielid van deOosterse kakkerlak, is hij de helft kleiner. Hij wordt ongeveer eenhalf jaar oud.

De kakkerlak is lichtschuw en houdt van een donkere, warme, watvochtige omgeving. Hij is optimaal gelukkig bij een temperatuur vandertig graden Celsius en kan maar liefst tien tot veertig dagenzonder voedsel. Hij eet alles, zelfs onze huidschilfers zijnvoedzaam. Voortplanting geschiedt via eitjes. Een vrouwtje levertongeveer zeven eipakketjes af, met daarin elk zo'n dertig eitje. Wenemen kakkerlakken regelmatig mee van vakanties naar Spanje ofGriekenland.

De bruine rat

De bruine rat kan wel dertig centimeter lang zijn. Hij is vooral's nachts actief en is een uitstekend graver en zwemmer. Hij is eenvaak geziene gast aan walkanten en riolen, maar ziet zich steedsvaker genoodzaakt de hort op te gaan doordat de stad veel en vaakopenligt door verbouwingen. Over het algemeen is de aanwezigheidvan een rat een tijdelijk probleem.

De rat leeft ongeveer een jaar. Het rattenvrouwtje werpt in haarkorte leven vaker dan de huismuis: maximaal vijftien keer en maarliefst zeven tot tien jongen per worp. Het beste verweer tegenratten is zorgen dat ze niet binnen komen. Gaten zo groot als eenoude rijksdaalder moeten daarom worden gedicht. Ratten latenuitwerpselen achter die ongeveer twee centimeter lang en een halvecentimeter dik zijn.