Achtergrond

Zieltjes winnen


Politiek lijkt ver van de student af te staan.Studenten concentreren zich liever op leren en uitgaan. Voor dedrie Utrechtse studenten Marco, Herman en Roel geldt dit niet. Zijzetten zich tijdens de komende Tweede-Kamerverkiezingen in voor hunpartij. "Veel studenten zijn te gemakzuchtig

Marco Agterberg is al enkele jaren actief voor dejongerenafdeling van de Socialistische Partij. De 23-jarige studentbiologie meldde zich in juni '99 via internet aan bij de linksepartij. "Ik wilde gewoon iets doen met de politiek en besloot me,redelijk impulsief, bij de SP aan te melden. Toen ik op een avondvoor nieuwe leden verscheen, werd mij verteld dat Rood, dejongerenafdeling van de SP, net was opgericht. Ik ben toen eenkeertje meegegaan met een actie van Rood in Utrecht en sindsdienben ik steeds meer voor de SP gaan doen."

Marco verklaart zijn keuze voor de SP omdat "de socialistischeideologie me aanspreekt. Vier jaar geleden stemde ik nog opGroenLinks. Maar het nadeel van GroenLinks is, dat de partij delaatste jaren steeds meer naar het midden is verschoven. Bovendienkent GroenLinks niet n duidelijke ideologie. De SP wel."

De biologie student heeft moeite met het combineren van destudie en de politiek, en hij weet nog niet zeker waar hij in detoekomst voor zal kiezen. "Als ik voor biologie een leuke stage maggaan lopen, dan ga ik daar waarschijnlijk wel mee door. Maar als deSP me een mooie functie aanbiedt, dan weet ik nog niet wat ik zoukiezen."

Hoeveel zetels de SP gaat halen? "Ik denk dat ze stijgen vanvijf naar zeven."

"Studenten houden zich veel te weinig bezig met de politiek",vertelt Herman van Harten. De 20-jarige rechtenstudent heeft daarduidelijke verklaringen voor. "Ten eerste is de politiek daar zelfverantwoordelijk voor. Alles gaat maar via het poldermodel, en datis niet interessant genoeg voor de student. Maar veel studentenzijn ook te gemakzuchtig als het om de politiek gaat. Ze vindenalles wel goed."

Herman is actief voor het CDJA, de jongerentak van dechristendemocraten. "Ik ben er via vrienden ingerold. Ik vond hetbelangrijk om me in te zetten voor de politiek en zij konden mijmakkelijk binenloodsen bij het CDA. Ik ben nu al drie jaarbetrokken bij de partij en ik vind het erg leuk."

De rechtenstudent is van mening dat de nieuwe lijsttrekkerBalkenende het goed doet. "Hij oogt misschien ietwat ouderwets,maar hij straalt wel eerlijkheid en betrouwbaarheid uit. Beter dandie slinkse uitstraling van Rosenmller. "Het CDA als geheel heeftook geen bejaard imago", vindt Herman. "Het is juist een goed puntvan het CDA dat de partij zich sterk maakt voor de traditionelenormen en waarden." De rechtenstudent is dan ook van mening datBalkenende het goed doet.

Waar Marco zijn studie en de politiek moeilijk kan combineren,heeft Herman daar geen problemen mee. "Het gaat prima samen. Ik hebvoor beide genoeg tijd." De derdejaars student is optimistischgestemd over het aantal zetels dat de huidige oppositiepartij zalgaan halen. "Ik denk dat ze redelijk stabiel blijven. Bij de vorigeverkiezingen hadden we 29 zetels. Ik houd het nu op 28."

De 23-jarige Roel Kusters is voor D66 penningmeester in deLimburgse gemeente Venray. De student Nederlands recht enbestuurskunde heeft zich vijf jaar geleden bij de partijaangesloten. "Ik vond het op dat moment vanzelfsprekend om me bijeen partij aan te melden. Ik ben van mening dat je pas ergens overkan meepraten als je er daadwerkelijk deel van uitmaakt."

Roel constateert dat het niet al te goed gaat met D66, maarvolgens de vijfdejaars student moet dat geen reden zijn om ineenspopulistisch te gaan doen. "We zullen vast meer zetels halen als wemet populaire standpunten de oppositie in gaan. Maar ik vind hetjuist belangrijk dat we in de coalitie blijven. Als je meeregeert,kan je meer bereiken."

"Ik vind dat D66 heldere standpunten heeft. Het is een eenredelijke en schappelijke partij, die de ideale combinatie biedttussen het sociale en het liberale", weidt Roel uit. "In detoekomst wil ik dan ook voor de partij actief blijven." Hoeveelzetels D66 haalt, weet de student nog niet. "Tsja, dat isnatuurlijk heel moeilijk te zeggen. We staan nu in de peilingen opzes, dat is aanzienlijk lager dan de 14 van vier jaar terug. Ikhoop dat we nog wat zullen stijgen."

Norbert Corvers fascinatie voor de menselijke taal: 'Met onze taal is iets diepers aan de hand'

Norbert Corvers fascinatie voor de menselijke taal: 'Met onzetaal is iets diepers aan de hand'

Norbert Corver gaat er eens goed voor zitten. Daar waar menbegint over zijn stokpaardje, beginnen zijn ogen te twinkelen. Geenonderwerp is hem liever dan praten over de achtergronden van detheorie dat taal gekenmerkt wordt door algemene regels enprincipes, en dat taal veel meer is dan dat wat je ziet en hoort."Het klinkt heel abstract, maar het is toch een heel spannendgegeven dat alle menselijke talen variaties zijn op een enhetzelfde taalthema?"

Corvers fascinatie voor de Nederlandse taal begon al heel vroeg:"Mijn broer studeerde vroeger M.O. Nederlands. Dat was, zeg maar,de vroegere lerarenopleiding. We deelden een slaapkamer en ik lasdaar wel eens in zijn boeken. Op een gegeven moment had hij eenvak, waarvoor hij een artikel van Jan Koster moest lezen. Dat gingvoor een groot gedeelte over de Chomskyaanse taalkunde en dat sprakmij enorm aan. Ik had altijd al iets met talen, maar toen deabstractie van die theorie over de structuur van de menselijke taalerbij kwam, wist ik wat ik wilde gaan doen. Daarbij kwam nog dattoen ik wilde gaan studeren de richting Algemene Taalwetenschapvoor het eerst als zelfstandige studie werd aangeboden inTilburg."

Zere fiets

Na zijn studie bleef Corver hangen in de universitaire wereld.Eerst als wetenschappelijk medewerker en daarna als universitairdocent. Sinds vorig jaar zit de nu 38-jarige Corver in Utrecht, alsopvolger van de binnenkort pensionerende hoogleraar Henk Verkuyl.Corver heeft een zogenaamde Van der Leeuw-leerstoel waarmee eenjonge talentvolle onderzoeker behouden blijft voor de wetenschap enhij wat sneller doorschuift naar hoge posities.

"Er was al een sterk Chomskyaanse lijn van taalkundig onderzoekin Utrecht. Ik mag daar mijn steentje aan bijdragen. En in hetbijzonder aan het onderzoek naar de Nederlandse taalstructuur,"vervolgt Corver.

"Wat een taalkundige eigenlijk probeert, is om een feitenset teverklaren. De vraag 'waarom zijn de feiten zoals ze zijn' is eenbelangrijk vertrekpunt. Een voorbeeld: het is algemeen aanvaard omte zeggen 'erg goedkope fiets', maar je hoort heel vaak 'ergegoedkope fiets'. Hierbij heeft het bijvoeglijk naamwoord 'goedkope'een verbuiging en ook het graadwoordje 'erg'. Een normatiefingesteld persoon zou kunnen zeggen: 'dat is fout', maar intuitiefvoel je dat het kan. Vergelijk het maar met een 'zere goedkopefiets'. Dat kan absoluut niet. Hoe heb je geleerd dat het een welkan en het ander niet? Dat heeft je moeder of je vader je nooitverteld. Ergens moet je jezelf dat als kind eigen gemaakthebben.

"In andere talen zijn ook voorbeelden van zo'n verborgenuitgang. Neem het Engels: een 'real nice man' of een 'really niceman'. In feite kun je het allebei zeggen. We zouden kunnen aannemendat, hoewel dergelijke uitgangen er voor het gehoor af zijngevallen, in de onderliggende structuur nog wel aanwezig zijn. Inhet Middelnederlands zijn er voorbeelden te vinden als 'meervooruitstrevender' en dubbele negaties zoals 'nooit geen'. Ik vraagwel eens aan mijn studenten of ze dergelijke constructiesgebruiken. Dan roepen ze in eerste instantie heel hard dat ze datnooit doen. Ik heb wel eens de neiging om 'donder op' teroepen.

"Nog een voorbeeld. In sommige dialecten wordt 'van mij' nog weleens vertaald met 'mijnde' of 'miende'. Laatst hoorde ik mijnkinderen zeggen: 'dat is mijnde'. Hoe is dat mogelijk? Ik heb zedeze vorm van het bezittelijk voornaamwoord niet geleerd en mijnvrouw ook niet. Kinderen produceren soms taalvormen die ze niet inhun talige omgeving hebben gehoord, maar die als mogelijktaalpatroon wel degelijk voorkomen, zoals bijvoorbeeld in diedialecten. Bij dat 'mijnde' van mijn eigen kinderen kreeg ik ookweer dat idee van 'er is iets diepers aan de gang'.

Kennelijk zitten er onder de huidige zichtbare taalstructuuruitgangen verborgen die zich aan de buitenkant manifesteren. Datgeldt overigens ook voor eigenschappen op woordgroepniveau. EenNederlandse zelfstandig-naamwoord-woordgroep vertoont qua opbouw opveel gebieden dezelfde eigenschappen als in andere talen. Soms zijner kleine verschillen, bijvoorbeeld ten aanzien van de plaats vaneen bepaling ten opzichte van het zelfstandig naamwoord. In hetNederlands zeg je bijvoorbeeld 'die foto van mij'. In andere talenis het: 'die van mij foto'. Maar naast dergelijke kleineverschillen zijn er dus heel veel parallellen. Door naar anderetalen te kijken, kun je veel leren over de onderliggende structuurvan het Nederlands."

Mensaap

"Onder de aanname dat talen variaties zijn op het universeletaalschema, kunnen we onder meer via taalvergelijking komen tot eenbeter zicht op het hedendaagse Nederlands. Het kan immers voorkomendat een bepaalde taaleigenschap zich in een andere taaltransparanter manifesteert dan in het Nederlands. Het feit dat eentaalgebruiker vormen produceert die niet willekeurig zijn, vind ikiets heel intrigerends. En het meest fantastische is hoe kinderenzich vervolgens die taal weer eigen maken. Als u in China wasgeboren, had u perfect Chinees gesproken. Maar als we nou inogenschouw nemen dat een mensaap, die toch in ontwikkeling hetdichtst bij de mens staat, geen taal onder de knie kan krijgen.Ongeacht in welk land we hem zetten. Kennelijk is taal iets datspecifiek is voorbehouden aan de mens."

In het verlengde daarvan zou de taalkunde in een brederperspectief getrokken kunnen worden. Als onze spreektaal universelekaraktertrekken heeft, dan ligt het voor de hand om aan te nemendat er zoiets is als een taalgen. Zou het niet handig zijn omdergelijk onderzoek parallel te laten lopen met taalkundigonderzoek? Corver: "Ik kan me voorstellen dat iemand zich afvraagt,wat het voor zin heeft om theoretisch taalkundig onderzoek te doenals de genetische aanlegstructuur nog niet of niet volledig inkaart is gebracht. Maar zo werkt de wetenschap natuurlijk niet. Debioloog Mendel deed uitspraken over de kleur van een bloem als hijtwee soorten zou kruisen. Zijn klassieke abstracte model vanovererving had een groot verklarend bereik, zonder dat hem op datmoment duidelijk was wat de fysische realisatie was van deerffactoren. Je hoeft natuurlijk niet te wachten tot degenstructuur in kaart is gebracht om interessante dingen te kunnenzeggen over de veronderstelde aangeboren taalstructuur. Maar hetzou mooi zijn als op een gegeven moment de onderzoeksstromingen bijelkaar zouden komen."

Bas Bruin


Zeker zeer

Hoe ons brein taal structureert, kan ook op onszelf eenvervreemdend effect hebben. Een mooi voorbeeld daarvan kwam Corvertegen in een interview in het U-blad van 22 november 2001: "In datinterview wordt aan een studente gevraagd van welke tics zij lastheeft. Toen zei ze: 'ik kies soms mijn woorden heel raar. In eenpresentatie presteerde ik het laatst om tot drie keer toe 'zekerzeer', het omgedraaide van 'zeer zeker' te gebruiken.' In hetNederlands lijkt deze woordvolgordevariant, waarbij het graadwoordvolgt op het bijvoeglijk naamwoord, niet meer te bestaan. Er is eenuitzondering en dat is 'groot genoeg'. In het Middelnederlands kwamdeze woordvolgorde echter wel veel voor. Het lijkt er dus op dathet brein ergens een schema heeft, dat in het Middelnederlands ookal verantwoordelijk was voor de taaluiting. In feite is hetMiddelnederlands een vreemde taal in vergelijking tot het huidigeNederlands, maar het lijkt erop dat de twee talen in deonderliggende structuur toch het een en ander met elkaar gemeenhebben.

Topsport van studentenbarokensemble in Geertekerk: 'Ik ging de hele wereld over met mijn barokfagot'

Topsport van studentenbarokensemble in Geertekerk: 'Ik ging dehele wereld over met mijn barokfagot'

"Voor barokmuziek geldt hetzelfde als voor barokke kunst: het isvooral veel. Veel tierelantijntjes, veel trillingen, veelversiering. Bovendien is elke stem gelijkwaardig: de melodie komtin alle instrumenten terug." Hester de Boer (23) is violiste envierdejaars student fysische geografie. Vanaf het begin van haarstudie speelt ze bij het Kunstorkest dat als ondertitel hetUtrechts Studenten Barokensemble heeft.

Het orkest bestond gisteren, 20-02-02, precies twintig jaar.

Het Kunstorkest werd in 1982 opgericht door Norbert Kunst. Hijstudeerde toen blokfluit aan het conservatorium en na een cursus'barok leren spelen' bij Parnassos besloten hij en andere cursistenom een orkest op te richten met Kunst als dirigent. Toen Kunstlater vooral ging musiceren, stopte hij met het begeleiden van hetorkest. "Ik ging de hele wereld over met mijn barokfagot. Maar natien jaar had ik daar wel genoeg van. Mijn opvolger bij hetKunstorkest ging toen net weg en vroeg of ik het weer wildeovernemen. Daar voelde ik wel voor." Kunst is inmiddels eenbelangrijke spil in de barokwereld geworden.

Net als andere studentenorkesten wisselt het niveau van hetKunstorkest elke paar jaar. Kunst: "Je hebt vier of vijf jaar eenopgaande lijn en dan studeren de mensen af en verlaten het orkest.Het hoort nou eenmaal bij het fenomeen studentenorkesten. Hetniveau zakt terug als er een nieuwe groep begint. Met hen ga je aande slag om ze naar een hoger niveau te brengen." Het orkest datongeveer 25 leden heeft, heeft elk jaar twee of drie projecten ofvoorstellingen, waar ze naar toewerken. Dit voorjaar zijn dat devoorstellingen in de Geertekerk, waarvoor de repetities halfnovember begonnen en de eerste uitvoering gisteren was.

Topsport

Studente Hester de Boer werd in het begin van haar studie lidvan het Kunstorkest. "Ik speel al vanaf mijn zevende viool. Toen ikging studeren, wist ik meteen dat ik bij een studentenorkest wilde:muziek maken met leeftijdgenoten, mensen leren kennen en ook metandere studenten dan fysisch-geografen omgaan. Het orkest isredelijk klein en heel gezellig. Zo organiseren we ookmuziekavondjes bij mensen thuis, waarbij we voor elkaar spelen. Wegaan soms zeilen met het hele orkest. En sommige leden begeleidenweleens een koor, anderen spelen op feestjes. We kennen elkaar goeden weten elkaar te vinden."

De concerten in de Geertekerk worden 'topsport' voor Hester."Drie mensen spelen in alle twaalf de concerten mee en een daarvanben ik. Het is moeilijk om je steeds te concentreren op een nieuwstuk. We hebben er veel mee geoefend: een stuk muziek voor je neuskrijgen en in een paar maten weten welke muziek het is. Je moet hetthema heel snel doorkrijgen."

Alle leden van het orkest doen mee aan de voorstellingen. "Datis eigenlijk wel bijzonder" vertelt Kunst. "Bach schreef deconcerten voor strijkers en klavecimbels. Maar ons orkest heeft ookveel blazers. Die heb ik dus aan de concerten toegevoegd. Bach deeddat zelf ook hoor. Je kunt de muziek aanpassen aan de club mensendie meespeelt."

Dat er solo's zijn weggelegd voor de klavecimbel is heelbijzonder. In totaal doen aan de jubileumconcerten vierklavecinisten mee die ieder vijf solo's spelen. Twee zijn lid vanhet orkest, de twee anderen zijn professionals uit Parijs die totde kenissenkring van Norbert Kunst horen. Een van de twee prof's,Stefano Intrieri, heeft de studentsolisten klavecimbelworkshopsgegeven tijdens een speciale repetitie.

"De klavecimbel speelt meestal continuo, dus begeleidend",vertelt solist Jasper Berben (24), student muziekwetenschappen. "Ikvind het een eer dat ik een solo mag spelen. Ik heb op de piano welvaker solo's gespeeld, maar nog nooit op het klavecimbel. Ik benmet dit instrument begonnen toen ik tweenhalf jaar geleden bij hetKunstorkest kwam. Daarvoor speelde ik piano."

Volgens Hester kan de piano niet vergeleken worden met hetklavecimbel. "Klavecimbel is een snaarinstrument maar ook een slag-of tokkelinstrument. Je hoort een 'ploink'-achtig geluid, het lijktmeer op gitaar dan op piano. Of misschien op harp." Jasper:"Het isheel anders dan piano" vindt ook Jasper. "De toetsen zitten opdezelfde plaats, maar dat is het dan ook wel. Je speelt heel andersop klavecimbel. Je kunt bijvoorbeeld niet hard of zacht spelen.Maar omdat je toch muziek wilt maken moet je op andere manieren demelodie vormen. Daar zijn veel technieken voor: de noten los vanelkaar spelen of aan elkaar vast of ze over elkaar verbinden."

Pure klanken

Het Kunstorkest is een barokensemble. De studenten spelen muziekdie gecomponeerd werd tussen 1600 en 1800. Opvallend omdat dedaaropvolgende muziekperioden, zoals de Romantiek, veel bekenderzijn. Jasper vindt Barokmuziek heel mooi: "Het is muziek diespreekt, heel open en direct." Hester vindt barokmuziek heellogisch. "In de baroktijd was de muziek beperkt tot een aantaloctaven, er waren nog geen andere mogelijkheden. We weten nu dat ertoen een halve toon lager gespeeld werd. Daar zijn ze achtergekomen omdat de oude blaasinstrumenten langer waren. Dat moet welkomen, omdat ze toen een veel lagere toon hadden. De instrumentenzijn sindsdien veranderd. Wij spelen in het orkest op moderneinstrumenten maar proberen wel de authentieke klank na te bootsen.Dat we hoger spelen, hoor ik meteen, maar een leek zou het nieteens opvallen."

Barokmuziek begint tegenwoordig steeds meer te leven. Was er inde jaren zestig en zeventig nog vooral aandacht voor Romantischemuziek, nu er steeds meer bekend wordt over de manier waarop barokvroeger werd gespeeld, wordt het ook steeds populairder. Hester:"Ik ben barok steeds meer gaan waarderen. Ik vind de pure klankenheel mooi. Sinds kort heb ik nu ook barokvioolles, ik ga me ersteeds meer in specialiseren. Ik speel ook in een ander barokorkestwaar wel op de lage stemming gespeeld wordt. En ik heb specialesnaren: van kattendarmen. Het klinkt eng maar in heel veel snarenzit darm in de kern. Zou vioolmuziek daarom wel kattengejank wordengenoemd?" lacht ze.

Tijdens de concerten zullen videobeelden op een groot scherm vantien bij zeven meter geprojecteerd worden. Die moeten een dialoogaangaan met de muziek. De makers van het visuele gedeelte maken bijieder concert een filmpje. Dat bestaat uit abstracte beelden, departituur van de muziek en beelden van het spelende orkest. Hester:"We worden dus levensgroot afgebeeld. Dat vind ik pas echt eng.Gelukkig zitten we met onze rug naar het scherm."

Eva Houtsma

De laatste twee klavecimbelorkesten van Bach vanHet Kunstorkest zijn op 22 en 23 februari 2002 in de Geertekerk inUtrecht. Aanvang 19.30 uur. Zie ook http://www.kunstorkest.nl

CKI wordt slachtoffer van gevecht om de masters: 'Een kwestie van politiek en macht'

CKI wordt slachtoffer van gevecht om de masters: 'Een kwestievan politiek en macht'

CKI bestaat twaalf jaar en is een opleiding die onder vierfaculteiten valt: Sociale Wetenschappen, Wiskunde &Informatica, Letteren en Wijsbegeerte. In het kamp is nu ruzieontstaan tussen enerzijds Sociale Wetenschappen en Wiskunde &Informatica en anderzijds Wijsbegeerte.

Aanleiding voor de commotie is de weigering van SocialeWetenschappen en Wiskunde & Informatica om in te stemmen met deinrichting van een brede master cognitiewetenschappen als vervolgop een bachelor CKI. Aanvankelijk waren de twee faculteiten akkoordmet een voorstel in die richting van de faculteit Wijsbegeerte.Maar bij nader inzien geven zij er de voorkeur aan om studenten nahet behalen van hun bachelor in het eigen kamp te halen.

Wie is geinteresseerd in de informaticakant van CKI kan kiezenvoor een masterprogramma 'kunstmatige computationele intelligentie'bij Informatica; voor wie meer heil ziet in de cognitieve aspectenvan het vak is er het masterprogramma 'natuurlijke computationeleintelligentie' bij Sociale Wetenschappen. Dat laatste programmakomt te vallen onder de koepelmaster 'cognitive neuroscience', eensamenwerkingsverband van de faculteiten Sociale Wetenschappen,Natuur- en Sterrenkunde, Biologie en Geneeskunde op het gebied vanhersenen en gedrag. Zowel het college van bestuur als dedeelnemende faculteiten zien in dit jonge vakgebied een toekomstigzwaartepunt van landelijk cognitieonderzoek, dat uit dien hoofdeniet zonder eigen master kan.

Gevolg van de keuze voor deze biologisch georienteerde aanpakvan het cognitieonderzoek en onderwijs in Utrecht, is echter dat ergeen plaats is voor ook nog een volwaardige CKI-master. Dit te meerdaar Informatica er niet veel voor voelt om de regie over zijnmasterprogramma 'kunstmatige intelligentie' zo maar uit handen tegeven. Volgens de boze briefschrijvers betekent dat de doodsteekvoor een van Utrechts interfacultaire paradepaardjes.

Versnippering

Decaan Willem van Reijen van Wijsbegeerte is teleurgesteld overhet 'groepsegoisme' van zijn collega-decanen, dat naar zijn meningwel eens het einde van CKI in Utrecht zou kunnen betekenen. "CKI ishier twaalf jaar geleden opgezet door vier faculteiten. Het is eencombinatie van vakken uit de sfeer van de informatica, de logica,de taalkunde en de cognitiewetenschap. Juist het sterkinterdisciplinaire karakter van CKI maakt het uniek en zorgt dat erzoveel studenten op afkomen."

"Ja, ik weet het, we mogen een bacheloropleiding blijvenverzorgen. Maar zonder eigen master CKI verdwijnt zonbacheloropleiding hier natuurlijk ook, zeker gezien het feit datverschillende andere universiteiten wel een aparte master'kunstmatige intelligentie' gaan aanbieden. Maar ja, wat kunnen wijals kleine faculteit doen? Het is puur een kwestie van politiek enmacht."

Decaan Jan Rispens van Sociale Wetenschappen ontkent dat eenzucht naar macht de reden is geweest voor zijn voorkeur. "Ik vindhet belangrijk dat Utrecht straks met een helder plaatje naarbuiten komt. Wat mij betreft is dat het door ons gekozen plaatjemet aan de ene kant de cognitiewetenschap en aan de andere kant dekunstmatige intelligentie. Ik zie niet zo goed waarom je daar nogCKI als aparte master tussen zou zetten. Ik denk dat we destudenten veel meer plezier doen met de nu door ons gecreeerdebrede masters. Daar kunnen ze straks veel meer kanten mee op."

Ook decaan Dirk Siersma van Wiskunde en Informatica ziet hetprobleem van zijn wijsgerige collega niet zo. "Ik zie de tweemasterprogrammas toch iets minder als gescheiden eenheden dan VanReijen. In een masterprogramma zit 25 procent vrije ruimte. Diekunnen studenten toch gebruiken voor vakken uit het andereprogramma? En trouwens, er wordt nu wel zo gehamerd op hetinterfacultaire karakter van CKI, maar meer dan de helft van destudenten studeert op dit moment af bij een docent van SocialeWetenschappen of van Informatica."

"Ik zou er overigens geen probleem mee hebben als de tweegenoemde programmas samen bij minister Hermans zouden wordenaangemeld onder de titel master kunstmatige intelligentie. Als wijmaar wel de inhoudelijke zeggenschap blijven houden overkunstmatige computationele intelligentie. Dat biedt onzeinformatici namelijk een unieke kans om samen met de betrokkendocenten van wijsbegeerte een breed masterprogramma op te zetten inde sfeer van de kunstmatige intelligentie. Zo voorkom jeversnippering."

Kortzichtig

Aan CKI-docent Menno Lievers zijn dit soort compromissen nietbesteed. Wat hem betreft heeft het college van bestuur gekozen voorde belangen van de huidige faculteiten en daarmee voor de statusquo. In zijn ogen is daardoor een unieke kans verloren gegaan om inUtrecht te komen tot een centrum voor kunstmatige intelligentie encognitiewetenschappen waarin alle expertise op cognitiegebiedgebundeld is.

"In de leidende centra ter wereld wordt het vak wel over devolle breedte beoefend. Daarom is het zo jammer dat men in Utrechtde kans laat liggen ook een dergelijk centrum op te richten. Overalwordt verkondigd dat de invoering van bama in het teken staat vanonderwijsvernieuwing en het overschrijden van facultaire grenzen.Maar Utrecht kiest nu enerzijds voor een technische benadering vankunstmatige intelligentie, en anderzijds voor een nogal beperkte,biologische visie op cognitie. Voor die laatste master maakt vooralde rector-magnificus zich sterk. Maar hij benadert het vakgebieddan ook vanuit het perspectief van een wetenschapper diegespecialiseerd is in neurofarmacologisch onderzoek."

"Binnen de huidige CKI-opleiding stimuleert de filosofie dedialoog tussen de verschillende vakgebieden, zoals zij dat overalter wereld doet. Die theoretische diepgang van CKI gaat in denieuwe opzet onherroepelijk verloren. Ook als we wel een apartlabel master kunstmatige intelligentie mogen gaan voeren. Ik vindhet niet alleen teleurstellend, maar ook erg kortzichtig dat hetcollege van bestuur dit negeert."

Erik Hardeman


Masters

Op 26 februari neemt het college van bestuur een beslissing overde masteropleidingen die Utrecht dit voorjaar gaat aanmelden bijhet CROHO, het orgaan dat namens minister Hermans registreert welkeopleidingen de Nederlandse universiteiten aanbieden. Het Utrechtsecollege van bestuur heeft als uitgangspunt dat de in te dienenmasters zo breed mogelijk dienen te zijn. Zo komt er in debio-medische hoek een master voor het totale ABC-cluster. Debeta-faculteiten zullen per faculteit slechts een of twee mastersaanmelden.

Ook studentrijke faculteiten Sociale Wetenschappen en Rechtenwillen een relatief beperkt aantal masters aanmelden. Hoofdargumentvoor deze keuze is het zoveel mogelijk beperken van debureaucratie. Ook is de verwachting dat studenten in brede mastersmeer kans zullen krijgen om een aantrekkelijk vakkenpakket samen testellen. Om aanstaande studenten duidelijk te maken dat Utrechtondanks het geringe aantal masters wel degelijk beschikt over eenbreed pallet aan afstudeermogelijkheden, zal elke master een aantalprogrammas omvatten. Dit zijn deels de huidige afstudeerrichtingen,deels nieuwe vaak interfacultaire combinaties. In de publiciteitzullen die programmas, waarover later dit voorjaar een beslissingvalt, gezichtsbepalend worden voor het Utrechtse aanbod.

Hoewel kleine opleidingen als sterrenkunde en meteorologieaanvankelijk vreesden zonder eigen master-label onherkenbaar teworden voor studenten, hebben zij zich ervan laten overtuigen datzij ook als programma binnen de master Physical Sciences zichtbaarkunnen blijven, mits zij zorgen voor goede en gerichtepubliciteit.

Alleen de letterenfaculteit lijkt uit de pas te lopen. Letterenwil ook de huidige interdisciplinaire specialisaties graag eenmasterstatus geven. In totaal heeft de faculteit 28 masteraanvrageningediend. Daarnaast staan in alfa-gammaverband nog een tientalinterfacultaire masters op stapel.

EH, XB

Mailen met bobster Pennings in Salt Lake: 'Wat een leven'

Zondag 3 februari

We zitten nu in Calgary, Canada voor de laatste trainingen. Weproberen 's avonds zolang mogelijk op te blijven om maar aan hettijdsverschil te wennen. Ik moet zeggen dat het me dit keer goedafgaat. Niet dat mijn wallen niet tot mijn kin reiken, maar ik voelme niet heel de dag meer moe. Die paar dagen thuis hebben me weerhelemaal opgeladen. We hebben dit keer heel luxe een eigen kamer.Jammer genoeg hebben we wel alles gemist rond het huwelijk van onzeprins. Ik zal zo eens op het net gaan rondkijken naar defoto's!

Zaterdag 9 februari

Ik heb net een groot deel van de openingsceremonie gezien. Ikmoet zeggen dat ik kippenvel kreeg toen de eerste atleten hetstadion binnenliepen. Toch wel jammer dat wij het achter de buismoesten volgen. Die sfeer die het uitstraalde..... geweldig. Het isnu eindelijk begonnen.

Zondag 10 februari

Ik zit met een laptop achter de tv. Een beetje mailen en naar de3000 meter van de vrouwen kijken. Dit is de laatste dag in Calgary.Ik heb zin om te vertrekken en zelf eens een kijkje te nemen daarwaar het allemaal gebeurt!!! De eerste medaille is binnen...geweldig van Jochem. Vanmiddag nog een laatste krachttraining hier.Al onze bagage gaat met een vrachtwagen vandaag al naar Salt LakeCity, zodat we morgen alleen handbagage hebben. Hoeven we ook nieturen van te voren op het vliegveld te zijn. Is wel handig zo...

Dinsdag 12 februari

Eindelijk we zijn aangekomen. De beveiliging viel redelijk mee.Alleen onze auto werd van binnen en buiten gecheckt. Metspiegeltjes onder de auto en onder de motorkap. Toen Eline (pilotevan ander bobteam red.) er een foto van wilde maken werd ze bijnade auto uit gesleurd. Ze wilden weten hoeveel foto's ze al hadgenomen.... gelukkig nog geen.

We hebben met z'n vijven een woon-unit. De rest van deNederlandse ploeg zit ergens op dezelfde gang. Wat betreft eten iser veel te veel keus. Dus na lang rondkijken eindig je toch met watbrood en beleg. Natuurlijk is er ook een McDonalds, maar dat isvoor na de negentiende! Renate (Groenewold red.) heeft ons na heteten een tour door Het Dorp gegeven. Overal winkeltjes. Je kuntzelfs gratis naar de kapper... wie weet een oranje kleurtje, haha.We hebben ook een klein colaflesje opgehaald waarmee je gratisdrinken uit de automaten kunt halen. Wat een leven!

Het is gelukkig niet al te lastig om in Park City te komen. Daarligt de bobbaan. Het duurt maar een half uur, mooi zo. Morgenwillen we onze bobs uitladen en de baan bekijken. We moeten noguitzoeken waar we kunnen trainen.

Woensdag 13 februari

Vanmorgen zijn we eerst op pad gegaan om een loophal enkrachtruimte te organiseren. Er is wel een krachtruimte in het dorpmaar daar is het stikdruk. De mannen hadden wel ergens gelopen maardaar konden ze niet met spikes terecht. Maar voor ons was hetbinnen vijf minuten geregeld voor de rest van de week. Daarna zijnwe naar Park City gereden om de baan te bekijken....die zag er ergsnel uit!! Gelukkig konden we onze bobs uit de vliegkisten laden.De security check kon meteen gebeuren. Een probleempje: niemand hadde sleutels bij zich om de kisten te openen. Maar onze materiaalmanspande z'n biceps en brak de slotjes met een stuk gereedschapopen.

Na het eten zijn we gaan trainen. Heel rustig om te wennen aande hoogte. Maar het voelde wel lekker.

Donderdag 14 februari

Normaal gaan we altijd met de trap naar boven. Maar de lift gingnet open dus ... We drukken op 3.... er gebeurt niks.....nog eenkeer 3....niks.. .alle andere verdiepingeningedrukt............niks............. We proberen of het dak erafkan, zoals in de films........ja dat lukt. We drukken op hetalarmknopje en vertellen dat we vast zitten. Er wordt gevraagdhoelang we al vastzitten.... Iemand grapt: "Two hours and we arealmost out of breathe." Na een paar minuten horen we iemand aan deandere kant van de liftdeur vragen of alles ok is. Wat hebben wegeleerd? Op de wedstrijddag zeker geen lift nemen!!!

Zondag 17 februari

De eerste afdalingen zijn achter de rug en zijn redelijk gegaan.Meestal starten we heel rustig als we weer op een andere baansleen. Maar dit zijn de Spelen en dan willen we hetgewenningsproces wat versnellen. We zijn overigens blij dat we tweekeer heel beneden zijn aangekomen. Bij de mannen waren er elfgecrasht tijdens de eerste training.

De baan voelt heel soepel. In Calgary was het de ene bobbel nade andere en had ik veel last van mijn nek- en rugspieren. Het komtnu allemaal wel steeds dichterbij. Ik heb er heel veel zin in.

Gaaf he, gisteren van Gerard? Iedereen gunde het hem zo. Hij isnog niet in Het Dorp gesignaleerd.... die is dus flink aan hetfeesten. Dat gaan wij ook doen over drie dagen. Eerst nog evenhelemaal concentreren!!!

Groetjes van Jeannette

NB: Bij de wedstrijd in de nacht van dinsdag op woensdag werdhet vrouwenbobteam tiende.

Doe mee met clinic Carl Verheijen. Zie http://www.ublad.uu.nl

Oud-studente antropologie woonde in vluchtelingenkamp: 'Vluchtelingen zijn niet allemaal arm of geldbelust'

Oud-studente antropologie woonde in vluchtelingenkamp:'Vluchtelingen zijn niet allemaal arm of geldbelust'

"Ik vind het intrigerend wat er gebeurt met mensen als ze op devlucht slaan", zegt Jody de Blois die haar afstudeerscriptie overvluchtelingen wilde doen. "Ik wilde het verhaal laten zien achterde vluchtelingen. Er zijn zoveel verschillende verhalen. Ze zijnniet allemaal arm of geldbelust." Haar tweede eis voor hetonderzoek was dat ze naar Afrika wilde, waar haar man wasopgegroeid.

Van ZAO Vluchtelingenzorg kreeg ze een aanbod in eenvluchtelingenkamp in het Westen van Ethiopie te gaan wonen. Haarman nam voor een half jaar onbetaald verlof en samen reisden ze inoktober 1999 naar Addis Ababa, de hoofdstad van Ethiopie. Ze blevendaar twee weken bij Nederlander Gerrit Jan van Uffelen van ZOA.Ondertussen sprak De Blois met medewerkers van verschillendehulporganisaties. "In die twee weken wilde ik mijn onderzoeksvraagaanscherpen, maar ik wist totaal niet wat ik moest verwachten.Gerrit Jan zei: 'ga maar gewoon naar Bonga en kijk daarverder'."

Het was voor De Blois een hele overgang van Addis Abeba naar hetvluchtelingenkamp in Bonga. Het kamp dat gerund werd doorEthiopiers was primitief. Er was geen stromend water en geenelektriciteit en het was er de hele dag door warm. "Het eten dat deEthiopische staf maakte, vond ik echt niet lekker. Het wasbehoorlijk heet en vet."

Het duurde even voordat De Blois een goed contact had met hetteam waarmee ze werkte. "De eerste avond in het kamp werden we doorde baas aan alle Ethiopische medewerkers voorgesteld. Er werd hallogezegd, maar daarna zeiden ze niets meer tegen ons. Als ik alleenwas geweest was ik na de eerste week gillend weggelopen." Met deUduk vluchtelingen raakte ze daarentegen meteen aan de praat. Zewerden vaak uitgenodigd voor een kerkdienst en de aansluitendemaaltijd.

De Blois had een goede verstandhouding nodig voor haaronderzoek. Ze wilde weten hoe de Uduk omgingen met hun status vanvluchteling. Het team had de Nederlandse onderzoekster echtergewaarschuwd dat de vluchtelingen waarschijnlijk niet zaten tewachten op haar vragen, omdat eerder ook al onderzoekers langswaren geweest. De Blois: "Maar de Uduk waren juist erg enthousiast.Als ik met een chief van een dorpje zat te praten, stonden al sneltien mensen om mij heen om ook hun verhaal te vertellen. Ze warenblij dat iemand van de hulporganisaties naar hen luisterde."

Na twee maanden gingen Jody en Mark voor de jaarwisseling naarde hoofdstad. Ze waren blij dat ze even weg konden. "Kijk, dat jewater uit een put moet halen en dat de wc een gat in de grond is,daar wen je wel aan. Maar het gebrek aan privacy, dat niet. Bleefik op zaterdag wat langer in bed liggen, dan kwam er iemand vragenof ik ziek was. De grootste frustratie voor beiden was dat ze deeerste twee maanden niet zeker waren dat hun werk relevant was."Maar vlak voordat we naar de hoofdstad gingen, zei het team dathet goed was dat wij er waren en ze vroegen zelfs of we langer danvier maanden konden blijven."

Ondertussen zijn twee jaar verstreken, is Jody de Bloisafgelopen zomer afgestudeerd en heeft ze een zoontje van een halfjaar oud. "Er is daarna zoveel gebeurt dat alles even wasweggezakt", vertelt De Blois. "Maar nu ik eraan terugdenk,realiseer ik me weer dat het een bijzondere ervaring was." Daarblijft het niet bij. Jody en Mark weten nu zeker dat ze verderwillen in het ontwikkelingswerk.

Marieke Feringa


Uduk

De Uduk vluchtten eind jaren tachtig uit Soedan. De Islamitischeoverheid van Soedan viel de christelijke Uduk aan omdat zij zoudensamenwerken met de rebellen. Sinds 1993 wonen er ruim 14.000 Udukin het vluchtelingenkamp in Ethiopie. Het kamp is 460 hectaresgroot en er stromen twee rivieren langs. De vluchtelingen leven inzelfgebouwde hutjes met strooien daken. Ze krijgen onderwijs enverschillende praktische trainingen. De Uduk zijn van oudsheragrariers. Hen was beloofd dat ze genoeg land zouden krijgen om huneigen eten te verbouwen. Deze belofte is niet nagekomen waardoor devluchtelingen nog steeds afhankelijk zijn van voedsel-hulp. De Udukkunnen waarschijnlijk niet terugkeren naar Soedan, toch wordt daar's avonds rond het kampvuur na 15 jaar nog steeds hoopvol overgezongen.

De vrienden van Verheijen sterven een beetje mee: 'Dan moet Jochem het maar doen'

De vrienden van Verheijen sterven een beetje mee: 'Dan moetJochem het maar doen'

In een huiskamer op een Vinexlocatie in IJsselstein zittentwaalf vrienden van Carl Verheijen rondom de televisie. De avondkomt traag op gang. Sommige vrienden hebben zich getooid met oranjepetjes en zwaaien met vlaggetjes. Maar voor een echtecarnavalssfeer is iedereen voorlopig veel te nerveus.

Het voorprogramma met Duitsers, Canadezen en een enkeleAmerikaan wordt doorstaan. Men kijkt verbaasd naar de afgang vanBart Veldkamp. "Hij zit te hoog", hebben de kenners al na drierondjes in de gaten. En Bart verklaart na afloop inderdaad dat hijzijn hoek niet kon houden. Het commentaar van Bart is inktzwart ende huiskamer lijdt met hem mee. Maar 'Carl kan het halen', daarblijft iedereen van overtuigd.

De voormalige studie- en klasgenoten met hun aanhang zien in hunvriend een groot kanshebber. Zelf hebben ze stevig doorgestudeerdtoen Carl uren op de ijsbaan stond.

Allemaal hebben ze inmiddels een diploma op zak en zijn zevoorzien van werk. Toch proberen ze zoveel mogelijk samen dewedstrijden van hun vriend Verheijen te bezoeken. Aan de laatstetwee wedstrijden in Heerenveen bewaren ze natuurlijk bijzondergoede herinneringen en als Salt Lake niet zo ver weg was, waren zedaar ook heen gegaan.

Carl Wijburg, werkzaam in een ziekenhuis in Den Bosch en dewebmaster van Verheijen's site wilde eigenlijk wel. "Het wasmoeilijk", vertelt hij. De wedstrijden waren snel uitverkocht endoor de Nederlandse selectieperikelen was pas heel laat bekend opwelke afstand Verheijen zou uitkomen. Wijburg: "Ik zou dan wel voorCarl gaan." Hij hoeft niet per se tussen de hossende schaatsfans testaan. Over vier jaar is Wijburg in Turijn zeker van de partij; alsCarl dan nog schaatst tenminste.

Het duurt nog wel even voordat Verheijen aan de start moetverschijnen, maar nu is hij al veel in beeld. De Amerikaanseregisseur is blijkbaar goed op de hoogte van de Nederlandsekanshebber op een Olympische medaille. Carl schaatst op debinnenbaan en ziet er ontspannen uit. "Maar aan de telefoon klonkhij gerriteerd. En dat betekent dat het wel goed zit."

Hoewel Verheijen vaak weg is, hebben zijn vrienden veel contactmet hem. En dat komt omdat Verheijen een bijzonder sociaal mens is,zeggen zijn vrienden. Hij schrijft, belt of mailt zeker eens in detwee weken. En biedt dan steevast zijn excuses aan voor het feitdat hij nooit eens ergens bij kan zijn.

De tweede groep gaat na de dweilpauze van start en de rittenduren lang, heel lang. Er wordt maar met een half oog gekeken naarde mislukte race van de Duitser Frank Dittrich. De gesprekken overde naderende wintersport overstemmen de voortkabbelende vijfkilometer. Het instorten van de immer constante Duitser had eenwaarschuwingmoeten zijn: de omstandigheden in Salt Lake zijn nietvoor iedereen fantastisch.

"Eigenlijk kijk ik liever niet", zegt Jorinde Renooij. Ze kentVerheijen al heel lang, want ze zaten op dezelfde middelbareschool. Zijn vader was haar gymleraar. Ze raakte echt met Carlbevriend toen ze tegelijkertijd in Utrecht medicijnen gingenstuderen. "Ik heb liever iets anders te doen, dan hoor ik 's avondsthuis wel hoe het is afgelopen." Maar op deze vooralsnogfeestelijke avond is er geen ontsnappen aan voor Rennooij.

Na de tweede dweil is Parra aan de beurt. Een Amerikaan opAmerikaans ijs. Parra 'rises to the occasion' zoals alleenAmerikaanse sportlieden dat kunnen. Hij krijgt de vrienden stilmaar wordt nog niet als een echt gevaar voor hun vriend bekeken. Ergaat zelfs een spontaan applaus op als Parra over de finish glijdten Rommes wereldrecord sneuvelt. Iedereen heeft in de gaten dat dekleine Amerikaan een topprestatie heeft geleverd. En iedereenbeseft tegelijkertijd dat Verheijen vreselijk hard zal moetenschaatsen.

Carl moet een wereldrecord rijden om Parra te verslaan. EnVerheijen rooit het niet. Hij moet te snel vertrekken en sterftduizend doden tijdens die hele lange vijf kilometer. De rondjes29,3 worden te snel gevolgd door rondjes dertig. Na drie kilometerweet iedereen dat hij het niet meer kan halen. De stille huiskamersterft een beetje met hem mee. De chips en het bier blijvenonaangeroerd. De gezichtsuitdrukkingen veranderen van hoop inangst, van ongeloof in diepe teleurstelling. "Hij reed nooitlekker", beseft iedereen na zes minuten en 24 seconden. "Wat erg",klinkt het. Daarna blijft het weer een tijdje stil. "Dan moet jijhet maar doen Jochem".

De teleurstelling in de prestatie van hun vriend blijft, maar dehuiskamer hoopt wel dat Jochem Uytdehaage in ieder geval dievervelende Amerikaan van de eerste plaats schaatst. Iedereen kentUytdehaage. Ze hebben hem ontmoet op de verjaardag van Carl."Jochem is wel aardig, maar een beetje erg gek op publiciteit."

Jochem stelt niet teleur, maar hij kan de kater niet verdrijven.Er wordt met grote stille ogen naar zijn flitsende rondjes gekekendie zo snel zijn dat hij een nieuw wereldrecord vestigt. Als daarnaBob de Jong rondes rijdt die in het vrouwentoernooi thuishoren,wordt de verbazing nog groter. Verheijen verovert met zijn zesdeplaats gelukkig nog een Olympisch diploma. Dat is een hele schraletroost voor de IJsselsteinse huiskamer, waar het geen carnavalwordt die avond.

Jurgen Swart

Website, http://www.carlverheijen.nl.


Carlos van Kats wint clinic

De meest sombere voorspelling was goed voor de winst in deOlympische poll van het U-blad. Carlos van Kats, werkzaam bij defaculteit Natuur-en Sterrenkunde, zat met 6.20,14 uiteindelijk hetdichtst bij de teleurstellende eindtijd van geneeskundestudent CarlVerheijen.

Voor wie toch graag nog eens een clinic met Carl Verheijen wilmeemaken: bij voldoende belangstelling wordt op vrijdagmiddag 22maart a.s. exclusief voor U-blad-lezers tegen gereduceerd tarief (49 p.p.) een schaatsclinic met Carl Verheijen georganiseerd. Meerinfo: zie http://www.ublad.uu.nl

Studentes sociaal wenselijk goed in bed

In de Nationale Sekstest van jongerenomroep BNN werd 'het'Nederlandse volk in ludieke groepen onderverdeeld. Zo waren daar dedomme blondjes, de homo's, de kale mannen en natuurlijk destudentes. Alle deelnemers moesten vele vragen beantwoorden waaruitmoest blijken of ze goed scoorden tussen de lakens. Van alleparticipanten haalden de studentes de meeste punten: zij zijn hetbest in seks.

"Gefeliciteerd, jullie zijn studentes en jullie zijn goed inbed." De eerstejaars antropologen kijken verstoord op van hunspelletje Stratego in Cultureel Studentencentrum De Uitwijk in DeUithof. Charlot (20) voelt zich niet echt aangesproken, maar denktdat uitkomst van de sekstest best kan kloppen. "Tijdens deUIT-dagen heb ik gehoord dat ze bij de verenigingen erg seksueelactief zijn. Door kwantiteit krijg je misschien wel kwaliteit. Zelfheb ik er weinig ervaring mee. "

Haar spelletjespartner zet zich schrap voor een partijtjeStratego al zegt ze nog geen strategie te hebben. "En nee, ik hebook geen mening over seks en studenten."

Merijn Timp (26) horecamedewerker in het Educatorium en studentBedrijfskader aan de Hogeschool baalt dat hij de sekstest heeftgemist. Hij is niet verbaasd dat studentes als winnaar uit de buskomen. "Tijdens je studententijd heb je de meeste tijd om teexperimenteren, maar belangrijker nog is dat goede seks metintelligentie te maken heeft. Met die intelligentie kun jegevoelens beter inschatten. Je kunt je beter inleven in je partner.Verder heeft goede seks alles met het voorspel te maken."

Gehorige studentenkamers hebben hem overigens wel belemmerd inzijn seksuele prestaties. "Ik voelde me aardig geremd toen ikerachter kwam dat mijn huisgenoten konden meegenieten. Gelukkig hebik sinds kort met mijn vriendin een appartement." Hij kijkt daarheel gelukkig bij. Zijn vriendin is een studente, dus wat voorconclusie zou je daaruit kunnen trekken?

De Utrechtse psycholoog en seksuoloog dr. Liesbeth Woertman kentgeen onderzoek waarin de kwaliteit tussen de lakens ooit isonderzocht. Maar ze sluit niet uit dat zo'n onderzoek levensvatbaarzou kunnen zijn. De uitkomst van BNN's test slaat ze echter niethoog aan. "Ik heb een deel van het programma gezien en ik had zelfde indruk dat alle deelnemers vooral sociaal wenselijk reageerden.Als het om seks gaat en je bent ook nog eens op televisie, danwerkt sociale wenselijkheid bijna dubbel. En ik denk dat destudentes daarom hebben gewonnen. Ze zien als geen ander wat hetbeste antwoord moet zijn."

Dat blijkt ook uit de ontnuchterende reacties van tweevijfdejaars-studentes sociale wetenschap Heske en Tanja. Heske:"Bij de sekstest werden er vooral vragen gesteld waarvoorinlevingsvermogen nodig is. Daar zijn vrouwen nu eenmaal goed in.Ik heb thuis meegedaan en ik had ook een hele hoge score." Tanja:"Ik vond het een Vivatest met weinig technische en gewaagdevragen."

Diergeneeskundestudente Bregje (24) mengt zich in het gesprek:"Het feit dat studentes weten wat het goede antwoord is, wil nietzeggen dat ze het ook in de praktijk brengen. Misschien doen zeveel ervaring op tijdens het afluisteren van seksende huisgenoten."Haar Biton-collega Jasper weet uit ervaring dat het af en toe goedvrijen is met studenten maar dat niet alle seks met studentessubliem is.

Jornt (19), eerstejaars Cognitieve Kunstmatige Intelligentiereageert verbaast op de uitslag van de BNN-test: "Zijn studentesgoed in bed? Nou, dat vraag ik me af. Ik heb er nog niet een inmijn bed gevonden. Daar heb ik trouwens ook weinig tijd voor. Iklees vooral in bed."

Carina Nijssen

Studenten dringen door in gemeentepolitiek: 'Het beste middel om dingen te veranderen'

Studenten dringen door in gemeentepolitiek: 'Het beste middelom dingen te veranderen'

Lijsttrekker van lijst elf in de Eindhovensegemeenteraadsverkiezingen is geen sigarenrokende, grijze, oude man,maar de Biomedische Technologie-student Machiel Resink. Samen mettien medestudenten van de Technische Universiteit Eindhoven enFontys Hogeschool hoopt Resink een zetel te bemachtigen in degemeenteraad van Eindhoven.

Deelname aan de verkiezingen was lange tijd onzeker. Er was eenprobleem met de partijnaam waardoor de studenten niet mee mochtendoen. Inmiddels is dit opgelost en zijn de studenten verkiesbaar.Onder de naam Lijst Resink, naar de lijsttrekker. "Vanuit depolitiek klonk het geluid dat studenten nooit iets van zich lietenhoren", zegt de student van de TU in lampengat, zoals de stad vanPhilips de afgelopen week heette. "En dat terwijl studenten eenonderdeel zijn van de maatschappij. En wij hebben ook een meningover gemeentezaken en zeker over onderwerpen die studentenaangaan."

Resink vindt het niet iets voor studenten om zich aan te sluitenbij bestaande partijen. "Studenten kunnen kiezen voor de partijwaar hun ouders op stemmen, maar dan moeten zij zich inpassen inhet belang van de partij. En waarom geen eigen partij oprichten?"Het succes van de Studenten Techniek In Politiek (STIP) uit Delftgaf de studenten uit Eindhoven het laatste zetje om eenstudentenpartij op te richten. Daar veroverde bij de laatsteverkiezingen een student de plek als wethouder. Leden van dezepartij wilden zich ook niet aansluiten bij bestaande partijen.

Student Bouwkunde Matthijs Mahler beheert nu bijna twee jaar deportefeuille Jongerenbeleid. Cultuur, ICT en Burgerzaken in hetDelftse college van burgemeester en wethouders. Hij zit er op zijnplek. "De andere raadsleden nemen mij serieus, want ik heb toch eenbepaalde macht. Ze moeten dus wel."

De studentenpartij is opgericht voor alle inwoners van Delft,aldus STIP zelf. Maar ze richten zich vooral op de studenten in destad. Ook wil de politieke partij studentenorganisaties helpen diemet de Delftse gemeente in aanraking komen.

Mick de Goeij van de Groningse 'zusterpartij' Student en Stadheeft ook het idee dat studentenpartijen serieus genomen worden."Het is niet zo dat als wij het woord nemen, de andere partijenachterover gaan hangen", zegt het 23-jarige Groningse raadslid.

Student en Stad heeft de gemeente laten zien datstudentenproblematiek een rol speelt in stad. "Voorheen wist degemeente alleen dat er studenten bestonden", zegt De Goeij. Deafgelopen jaren heeft de studentenpartij verenigingen geholpen methet krijgen van nieuwe huisvesting en het opzetten vanhorecabeleid.

Student en Stad is in 1993 opgericht uit onvrede over hetbestuur van de stad. De kloof tussen de studenten en Groningen waste groot, volgens de partij. "Een op de vier inwoners is student.Hun stem moet ook worden gehoord."

De macht van de studentenpartijen is wel beperkt, vindt hetjongste Eerste Kamerlid Driek van Vugt (22). "Ik ben niet zo'nvoorstander van dit soort partijen", zegt de politicologiestudent."Ze richten zich speciaal op een groep in plaats van op een helesamenleving. Straks komt er ook een partij voor mensen met bruineogen."

De Delftse wethouder is het niet helemaal met Van Vugt eens.Mahler: "We merken in de aanloop naar de verkiezingen dat ookniet-studenten de partij steunen. De partij heeft ook punten op hetprogramma waar meer inwoners van Delft achter staan."

De verschillende verkiezingsprogramma's laten zien dat destudentenpartijen zich duidelijk richten op de jongeren enstudenten in hun gemeente. Problemen rond de huisvesting,nachttreinen, maar ook algemene zaken komen aan bod zoals beterebusverbindingen en fietsvoorzieningen.

Over een paar weken wordt het verkiezingsprogramma van deEindhovense Lijst Resink bekend. Uiteraard staan net als bij deandere studentenpartijen studentenzaken centraal. Definitievepunten zijn nog niet op papier gezet.

Een typisch studentenprogramma is ook een reden voor studentenom zich niet aan te sluiten bij een bestaande partij. "Allepartijen hebben wel goede punten", zegt Machiel Resink. "Maar erspringt er geen uit."

Een carriere in de politiek zien de studenten niet zitten.Alleen het 22-jarige Eerste Kamerlid ziet een toekomst in depolitiek. Van Vugt: "Ik wil dingen veranderen en daarvoor is depolitiek het beste middel."

HOP, Marije van Kortenhof

In Utrecht zijn de eerstvolgendegemeenteraadsverkiezingen in 2006.

Schuivers, stappers en stoppers: Over studenten die voor februari kappen met hun studie

Schuivers, stappers en stoppers: Over studenten die voorfebruari kappen met hun studie

Bij het Studenten Service Centrum (SSC) op De Uithof is het inelk geval weer flink druk. Van de ruim twintigduizend studenten diejaarlijks beginnen aan hun opleiding aan de Universiteit Utrecht,stoppen er gemiddeld dik tweehonderd. De meeste studiestakers komeneven langs bij het SSC voor informatie en eventueel advies. "Hetloopt hier storm", beaamt baliemedewerkster Cathelijne Habets,terwijl zij de afvinklijst nog eens doorneemt. "Ik tel er nu alzowat honderd die hier zijn geweest en dat aantal zal zekeroplopen."

Een van de studiestakers die in de rij wacht voor de balie vanhet SSC is de twintigjarige Laurens Berger, student aan defaculteit Natuur- en Sterrenkunde. Hij steekt zijn mening nietonder stoelen of banken: "Ik had iets heel anders verwacht van destudie sterrenkunde. De studie bestaat alleen uit simpelweg stampenvan saaie theorie. Mijn medestudenten zijn bijna allemaal een nerd.De realtiteit over de studie is heel anders dan ik kreegvoorgeschoteld tijdens de open dagen op de universiteit."

Berger verhuisde dit jaar van Almelo naar Utrecht om hier tekomen studeren. Op de open dag nam hij definitief de beslissing omin de Domstad sterrenkunde te komen doen. "Het praatje dat je tehoren krijgt op een open dag is bedoeld voor een leek. Je krijgt detheorie te horen, zonder de wiskunde. Dat klinkt hartstikkeinteressant. Het spreekt allemaal enorm tot je verbeelding. Maar dedeceptie die je te wachten staat als je dan uiteindelijk deopleiding gaat volgen! Al bij de eerste lessen merk je dat er vanalle interessante verhalen die je op de introductiedag hoorde,niets overblijft. Zware differentiaalvergelijkingen en andereellende krijg je voor je kiezen. Dat is nooit mijn wensgeweest.

Duffe lessen

De faculteiten Wiskunde en Natuur- en Sterrenkunde hebben aljaren de grootste lijst van studenten die er de brui aan geven. Alin de eerste weken wordt het kaf van het koren gescheiden. "En datis te merken", reageert Berger lachend. Je ziet de resultaten dieje medestudenten halen en dat is vaak bedroevend. Een kwart vanalle eerstejaars had minder dan negen studiepunten, die zullen dusnet als ik kappen met de duffe lessen. Misschien had ik hetallemaal wel kunnen redden, maar dan had ik echt hard moetenblokken."

"Helaas voor mijn studie heb ik het veel te leuk in Utrecht. Ikben lid van Unitas en ik wil zeker een tof sociaal leven blijvenhouden. Dat wordt dus een andere studie. Daar komt trouwens net eenstudiegenoot van me, Jonas Matser, die is ook gestopt metsterrenkunde."

De 22-jarige Matser had ongeveer dezelfde redenen als Berger omde sterrenkundelessen voorgoed vaarwel te zeggen. "Dus je benterachter gekomen dat sterrenkunde inderdaad drie keer niets is?",reageert hij lachend. "Ik ben een paar maanden geleden al gestopt.Weet je al wat je gaat doen?" Matser is er zelf nog niet zeker van."Nu ik ben gestopt met die rotlessen wil ik even niet meer aan eenstudie denken. Ik ga in elk geval werken en misschien ga ik volgendjaar cognitieve kunstmatige intelligentie studeren, maar ik weetniet of dat gaat lukken. De aankomende tijd ga ik in ieder gevalgenieten van het leven in Utrecht."

Zelfanalyse

Naast de studiestakers zijn er ook een hoop studenten dietwijfelen en het liefst van opleiding zouden switchen. Bijna zevenprocent van alle eerstejaars maakt een ommezwaai naar een anderestudie. Voor deze eerstejaars is de maand februari een net zobelangrijke maand. Wie wil 'schuiven' naar een andere opleiding kande reeds ontvangen stufi in een gift laten omzetten.

Bij deze groep switchers heerst er vaak grote twijfel. Moeten zenou wel of niet doorgaan met de opleiding? En wat anders?Studieloopbaanadviseur Jacky Limvers heeft er haar handen vol aan.Ze probeert middels zelfanalyse de studenten meer zekerheid tegeven. "Zelfkennis is belangrijk voor een goede keuze. Wie ben jeen wat kun je? Twijfelaars moeten bij zichzelf te rade gaan of eenbepaalde studie niet te hoog gegrepen is. Daar is zelfkennis voornodig." En dat blijkt, want alleen al dit jaar kwamen er bij hetStudenten Service Center (SSC) 170 studenten om zich aan te meldenbij haar 'workshop studiekeuze'. "Ja, het is altijd een volle bak.Maar in werkelijkheid zijn er natuurlijk nog veel meer twijfelaars.De meeste zie je niet, die zoeken zelf naar iets nieuws viainternet of brochures."

Een van de twijfelaars die bij de workshop aanwezig was, is de18-jarige ex-rechtenstudente Hanneke van der Molen. "De lessen bijrechten waren om van te walgen", reageert ze met afgrijzen. "Al natwee weken begon ik te twijfelen." De studieadviseur stuurde haarnaar de studieloopbaanadviseur. "En daar zat ik dan. Met nog eenhele club twijfelaars. Maar het heeft wel geholpen. We moestentests doen en we hebben veel gepraat. Naast mij zat een jongen dietoch maar rechten wilde gaan studeren. Die heb ik weer flink aanhet twijfelen gebracht met mijn verhaal", reageert zij lachend."Maar mijn droom om in de toekomst pro deo armen te helpen heb ikniet meer, al wil ik nog steeds iets sociaals doen." Van der Molenzegde de huur op van haar kamer en keerde terug naar haar ouders inHeiloo. Daar werkt zij momenteel in een revalidatiecentrum. Welkestudie het volgend jaar wordt is halfzeker. "Psychologie. Dat wordthet denk ik, of pedagogiek."

Kroegtijger

Naast de studieswitchers en -stakers zijn er ook nog deeerstejaars stappers. Ze zijn moeilijk in een hokje te plaatsen,maar de groep is allerminst klein en niet onbelangrijk als het gaatom statistieken voor behaalde studieresultaten. Neem nu eenfeestbeest van de christelijke studentenvereniging SSR-NU. Dat zedaar kunnen feesten wordt duidelijk uit het verhaal van de22-jarige 'kroegtijger' Petra de Lede uit Amersfoort.

Anders dan vele andere studenten kwam zij eerst bij destudentenvereniging terecht en koos daarna pas een studie inUtrecht. "Na een half jaar Utrecht via de vereniging verkend tehebben, besloot ik in september 1999 geschiedenis te gaan studeren.Maar algauw ging de studie bergafwaarts. Mijn verenigingsleven bijSSR-NU zal mijn studieresultaten geen goed hebben gedaan, maardaarentegen was de studie niet echt interessant. SSR-NU daarentegenweer wel en daar breng ik de meeste tijd door. Op dinsdag is er debijbelkring, waarna we steevast wat drinken. Er zijn dispuutavondenop woensdag en natuurlijk de stapavonden op donderdag. Er valt dusgenoeg te beleven."

Haar uitgaansdrang en aanwezigheid binnen de societeit is nietonopgemerkt gebleven. "Ik ben vorig jaar tot kroegtijger gekroonddoor alle leden van de SSR-NU!" Helaas verliep de studie mindersuccesvol. Geschiedenis werd psychologie en psychologie werduiteindelijk de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening."Deze studie verloopt eindelijk beter, maar toch moet ik mijnsociale leven een beetje intomen, want anders blijf ik switchen vanopleiding."

Sebastien Kraaijeveld