Achtergrond

Tuinensoap is een beetje saai: "Al die stoelen, tafels en dan nog dat fonteintje'

Tuinensoap is een beetje saai: "Al die stoelen, tafels en dannog dat fonteintje'

"Vorig jaar mei vroeg een overbuurman ons of we mee wilden doenaan een tuinensoap van de NCRV", vertelt bewoonster en derdejaarsstudente geneeskunde Maaike. "Aangezien het in onze tuin zo'nenorme troep was dat we er nauwelijks konden zitten, hoefde ik nietlang na te denken. Elke verandering zou een verbetering zijn."Huisgenoot Rutger, zesdejaars student rechten en filosofie, stondiets sceptischer tegenover deelname. "Ik had niet zo'n zin om tweeweken lang continu gevolgd te worden door camera's. Verder leek hetme ook geen geweldig vooruitzicht om een paar weken in de troep tezitten."

Uiteindelijk wisten zijn huisgenoten Rutger toch over te halen.Ondertussen maakten de studenten in het aangrenzende studentenhuiszich meer zorgen over het financiele gedeelte. "Het eerste wat ikme afvroeg was hoeveel dit grapje ons zou gaan kosten," zegtRogier, vierdejaars student communicatiekunde. "Een mooie tuin isleuk, maar ik weet helemaal niet hoe lang ik nog in ditstudentenhuis blijf wonen." Zijn huisgenote Irma knikt instemmend."Ik ben net afgestudeerd en de kans is groot dat ik binnenkortergens anders ga wonen. Vandaar dat ik het eerste aanbod vanvijftienhonderd gulden per huis ook niet echt zag zitten."

De NCRV was begripvol en verlaagde de prijs voor de studentennaar driehonderd gulden per huis. "Dat komt neer op vijfenzeventiggulden de man", rekent Irma snel uit. "Dat is wel een enorm koopjegeweest. We hebben zelf wel twee weken lang een beetje meegeholpen,maar het meeste werk is gedaan door een hoveniersbedrijf. Diemannen zijn hier echt continu bezig geweest. Verder hebben we voornop een houten tafel gekregen, mooie stoelen en tuinverlichting.Dat koop je normaal echt niet allemaal voor dat geld hoor", lachtze vrolijk.

Onder leiding van een tuinarchitect werden concrete plannengemaakt voor de invulling van de studententuinen. "Het was voor onseen uitgemaakte zaak dat we een onderhoudsvriendelijke tuin wilden"vertelt Maaike, "want anders wordt het binnen de kortste keren weereen troep." Andere wensen van de studenten waren een watertje, eengezamenlijke zithoek en een plek om rustig te kunnen studeren.Oftewel een echte 'loungetuin'. "Tsja, zo heeft de NCRV hetgenoemd. Het klinkt lekker hip natuurlijk, dat vonden ze blijkbaarwel bij studenten passen."

Uiteindelijk is de tuin na twee weken ploeteren en zwoegenprecies geworden waar de studenten op hoopten. "We hebben een kleinfonteintje, een mooie zitplek, een paar bomen en het belangrijkste:alle oude stinkende troep is verwijderd", beschrijft Maaike. "Op degrond is expres niet gekozen voor gras of plantjes, maar voor grinten houtsnippers. Daar heb je helemaal geen omkijken naar." Ook deandere studenten praten enthousiast over het eindresultaat, behalvemisschien Rutger. "Ik vind de tuin best aardig geworden hoor, maarhet is wel erg vol" zucht hij. "Al die stoelen, tafels en dan ooknog dat fonteintje. Van mij had het wel iets minder gemogen."

Over de eerste aflevering van de tuinensoap die 12 januari werduitgezonden, zijn de meningen van de studenten verdeeld. "Ik kijknooit naar tuinenprogramma's en vond het een beetje saai" zegtRutger. "Wij kwamen de eerste aflevering trouwens ook helemaal nietin beeld." Het valt verder op dat de studenten het niet erg eenszijn met de benaming 'tuinensoap'. "Dat is een beetje uit de luchtkomen vallen, want het programma heeft helemaal geen kenmerken vaneen soap" zegt Maaike. "Het is eerder het zoveelstemetamorfoseprogramma, alleen dit keer niet met mensen maar mettuinen." Geen ruzies, rellen of liefdes in deze soap dus? "Neehoor" beaamt Rogier, "je ziet voornamelijk de ontwikkeling van detuinen. Het is en blijft natuurlijk wel een NCRV-programma."

Fleur Baxmeier

Buren, bulldozers en begonia's is elke zaterdagom 19.00 uur te zien op Nederland 1.

Het Minnertgebouw als decor voor opera Ravel: Prinses schrijdt over water

Het Minnertgebouw als decor voor opera Ravel: Prinses schrijdtover water

Regie-assistent Harm Langenkamp (21) is gespannen. Devierdejaars student muziekwetenschappen loopt stage bij deproductie van de korte opera en is al een jaar bezig met devoorbereidingen. "Het heeft al zoveel bloed, zweet en tranengekost", legt hij uit terwijl hij met twee treden tegelijk de trapoprent. "En er moet nog zoveel gebeuren." Vandaag vindt devoorgenerale repetitie plaats, de eerste doorloop van devoorstelling waarbij iedereen in kostuum aanwezig is.

'L'enfant et les sortileges' (vrij vertaald: het kind en detovenarijen) is een theaterstuk van 55 minuten, geschreven door deFranse schrijfster Colette en gecomponeerd door Ravel. De operadraait om een boos kind, dat genoeg heeft van huiswerk maken. Alshij kwaad door zijn kamer ijsbeert komen de objecten in de kamerineens tot leven. De meeste spullen zijn boos op het kind, dat zijnboeken verscheurde en de pendel uit de klok rukte. Tot levengekomen, laten ze hun boosheid merken.

Het UMA-orkest (Utrechtse Muziek Academie) nam het initiatief omdeze bijzondere opera op te voeren. PR-medewerkster BertheSchoonman: "De opera wordt bijna nooit helemaal geensceneerdopgevoerd. Er zijn achttien solorollen, er doet een gemengd koorvan ongeveer 30 personen en een kinderkoor aan mee en het orkestbestaat uit ongeveer 75 mannen en vrouwen die samen 93 instrumentenbespelen." Schoonman werkt voor Bureau Buitenland en werd gevraagdom mee te werken aan de productie. "Het was zo'n enthousiaste groepmensen en ik vond het zo'n leuk initiatief; daar wilde ik best tijdaan besteden."

De voorstelling wordt vanaf 23 januari in totaal negen keeropgevoerd. Na elke voorstelling is er een zogenoemde Ravelsalon. Debezoekers kunnen dan nader kennis maken met de verschillendefacetten van de voorstelling. Zo spreken de architect van hetMinnaertgebouw en de regisseur de bezoekers toe en zijn er na demiddagvoorstellingen speciale salons voor kinderen die danbijvoorbeeld zelf op het podium mogen lopen.

Op de speelvloer wordt druk heen en weer gelopen. De dirigentgeeft instructies aan het orkest. De fis moet wat langerdoorklinken. De fagotten laten hun stukje nog een keer horen.Enkele solisten zingen vast wat voor naast de dirigent. Anderenoefenen op het podium en verdwijnen daarna snel naar de schmink.Het kinderkoor dat meedoet bestaat uit groep 7 en 8 van deUtrechtse Kathedrale Koorschool. Ayla (11) en Free (12) zitten opde tribune te kijken naar de drukte. "Het is niet alleen zingen,maar ook dansen en toneelspelen" vertelt Free die het bijzondervindt om mee te doen aan een opera.

Dansende theepot

Universitair hoofddocent Arjen Vredenberg is inmiddels fulltimemet de productie bezig en heeft verlof opgenomen van zijn regulierebaan. Vredenberg is productieleider van de voorstelling. "Ik werkbij de faculteit Natuur- en Sterrenkunde als natuurkundige dus ikvind het natuurlijk geweldig dat de opera hier wordt opgevoerd. HetMinnaertgebouw is zo bijzonder, het leent zich uitstekend voor eentheatervoorstelling."

Tijdens de voorstelling wordt de hele ruimte op de eersteverdieping gebruikt. Uit de klavervormige loges komt een deel vanhet koor, over de stenen in het waterbassin komt de prinsesaangeschreden en de poes en de kater gaan af door langs de tribunenaar beneden te klauteren. Het magische verhaal wordt daardoor heeldynamisch.

De theepot heeft de wijduitstaande rok van zijn kostuum al aanen probeert de verhoging in het midden van de zaal op te klimmen.Daarbovenop moet hij dansen met het Chinese theekopje. Met eentweede trapje lukt het uiteindelijk omhoog te klauteren. Hijcontroleert of hij niet op zijn voering staat, komt overeind entrekt zijn rok recht. Nog maar een keer oefenen. In de kostuumkamerliggen nog twee andere kostuums op hem te wachten. Omdat de operazoveel rollen heeft, spelen de meeste solisten meer dan eenpersonage.

Harm Langenkamp heeft als stagiair vele taken. Hij is onder meerverantwoordelijk voor de rekwisieten. "Het kost zoveel tijd omdingen te vinden. Ik ben tijden op zoek geweest naar een witteknuffelpoes met een lange staart, waar het kind op moet gaan staan.Het lijkt makkelijk, maar ineens kun je nergens vinden wat jezoekt. Uiteindelijk is het me toch gelukt, daar ben ik wel trotsop. Maar ik ben nog steeds op zoek naar een klassieke, kunststofinktpot."

Het gemengde koor begint zenuwachtig te worden. De dertig ledenmoeten tijdens het moeilijkste zangstukje van de opera het podiumopstormen en een rol spelen. "Ze kennen de tekst uit hun hoofd,maar vergeten die als ze moeten acteren," zegt dirigent DirkjanHorringa. "De tekst is lastig, heel fragmentarisch. Dat leidtweleens tot frustatie." Horringa heeft zelf muziekwetenschappen inUtrecht gestudeerd en mocht in 1988 drs. voor zijn naam zetten. Hetgemengd koor dat meedoet aan de opera heeft hij bij elkaar'verzameld'. "Het is veel werk om alles voor elkaar te krijgen enik vind het ongelooflijk wat mensen er voor over hebben. Ze komenuit heel Nederland maar willen er gewoon bij zijn." Het gemengdekoor bestaat, net als het orkest, voornamelijk uit vrijwilligeamateurs. Dit in tegenstelling tot de solisten, die professionalszijn en dus ook betaald worden voor hun prestaties.

Student Humanistiek aan de Universiteit voor Humanistiek inUtrecht Kristien Zijderveld (22) zingt mee in het gemengd koor.Horringa dirigeert haar hobbykoor en vroeg aan de leden wie er meewilde doen. "Ik had wel zin in zo' n productie" vertelt Kristien."Het is de eerste keer dat ik op deze manier optreed in een grotevoorstelling. Het is wel moeilijk. Zingen en spelen tegelijk islastig en het koor is groot en log. Ik kende dit stuk niet eens, ikheb ook niks met opera want ik vind het meestal zo bombastisch.Maar dit stuk vind ik echt heel mooi."

Eva Houtsma

Meer info op http://www.booskind.nl. DeU-blad-kortingsbon is te vinden in de U-blad-bijlage 'U-Volgt' van6 december 2001

Kaarten zijn te krijgen via de volgendeverkooppunten:

*Uithof, hal Bestuursgebouw

Heidelberglaan 8, werkdagen van 11.30 - 13.00uur (vanaf 21 januari).

*AUB ticketlijn, http://www.uitlijn.nl tel 0900-0191(O,40cpm)

*VVV Utrecht

*en andere grote VVV kantoren.

Gouden voornemens van topsporters

De meest in het oog springende universitaire topsporter op ditmoment is schaatsprof en medicijnenstudent CARL VERHEIJEN. Zijngoede voornemen voor 2002 is een Olympische medaille. En datvoornemen is zeker haalbaar. Op 9 februari kan Verheijen zijn droomwerkelijkheid maken als in Salt Lake City de Olympische vijfkilometer wordt verreden.

Verheijen stelde afgelopen zondag in Heerenveen heel duidelijkzijn kandidatuur voor een medaille op die afstand. Hij won dewereldbekerwedstrijd ver voor de vaderlandse concurrentie. Tochwordt hij zelf niet euforisch van zo'n topprestatie. Heel nuchterzegt hij: "Als ik goed ben, heb ik heel veel kans om op het podiumte komen. Als het niet loopt, kun je zomaar achtste worden."

Verheijen was tijdens de spelen ook graag op de tien kilometeruitgekomen, want op die afstand is de buitenlandse concurrentieveel kleiner en zijn de medaillekansen groter. Vorig jaar werd hijin Salt Lake City zelfs al wereldkampioen op de langste afstand.Maar tijdens het veel besproken Olympisch kwalificatietoernooi werdhij afgebluft door Bob de Jong en net verslagen door Romme en deUtrechtse Uytdehaage. "Die nederlaag was een enorme domper. Ik ginger helemaal voor, maar ik had die dag net mijn benen niet en ik hadpech met de loting. Een week later zou de uitslag heel anders zijngeweest." Toch horen we Verheijen daar niet over klagen. "Had ikmaar harder moeten rijden. Nu heb ik maar een kans op olympischsucces. En de volgende krijg ik pas weer over vier jaar." Als hijin Salt Lake echter goed rijdt, mag hij ook meedoen aan hetWK-allround in Heerenveen. "En dat was eigenlijk pas eendoelstelling voor de komende jaren." Een ander goed voornemenbegint pas na het schaatsseizoen. Hij heeft met zijn nieuwe sponsorTVM, afgesproken om drie maanden per jaar aan zijn studie tebesteden. In april, mei en juni van de komende twee jaar zit hijdaarom achter zijn boeken om zijn doctoraal nog in het oudecurriculum te kunnen afronden.

Het nieuwe curriculum van geneeskunde achtervolgt ook roeierGEERT CIRKEL. Ook voor Cirkel wordt 2001 een bijzonder jaar. Cirkelmaakte twee jaar geleden deel uit van de Holland 8 die in Sydneybuiten de prijzen viel. Vorig jaar stapte hij in een dubbel vierdie op de wereldkampioenschappen een zilveren medaille scoorde. Metdrie van deze roeiers en een verse aanwinst is hij aan een nieuwproject begonnen. Ze proberen het dit jaar in een 'vierzonder'.

Zijn doelstelling is vooralsnog bescheiden. In september zijn dewereldkampioenschappen in Sevilla. Cirkel hoopt daar op eenfinaleplaats. De tweede plaats van vorig jaar biedt geen garanties."Degene die ermee gestopt is, was de beste. Bovendien is het altijdmaar afwachten hoe dat met zo'n nieuw project loopt, maar we haddenbehoefte aan een nieuwe prikkel. Een andere vorm van roeien. Dieandere twee jongens hebben tijdens de Olympische Spelen in Sydneyook al zilver gehaald. En je zoekt net zo lang tot je een kansrijkproject vindt. Als we nu een finaleplaats halen, hebben we eengoede positie om door te bouwen voor Athene."

En die Olympische Spelen van 2004 zijn een belangrijk doel voorCirkel die in Sydney al graag een medaille had gehaald. Voor eenOlympische medaille mag zelfs zijn studie wijken. Tot nu toe heefthet vele trainen hem nog geen minuut studievertraging opgeleverd.Hij loopt een jaar voor dat 'irritante' nieuwe curriculum uit. "Ikmoet wel. Ik heb geen buffer." Alleen voor de Olympische Spelen inAthene wil hij wel een uitzondering maken. "Dan zal ik misschienmijn co-schappen een beetje op moeten schuiven."

Zwemster SUZE VALEN, ook al geneeskunde-student, kan binnenkortaan Cirkel uitleggen of co-schappen met topsport te combinerenzijn. Zij begint in augustus aan die fase van haar studie. Hetcombineren van zwemmen en studie vindt ze haar belangrijkste enmoeilijkste doel voor 2002. Valen was zelfs van plan te stoppen alsze aan haar co-schappen moest beginnen. Haar zwemcarrire leek eenbeetje in het slop te zitten tot vorig jaar haar prestaties opeensverbeterden. Ze haalde een zilveren medaille op de Universiade inPeking en op het afgelopen EK-kortebaan in Sheffield schopte ze hettot de finale. Valen heeft voor dit jaar twee toptoernooien om zichop te richten. Ze gaat in april naar het WK-kortebaan in Moskou.Daar is ze bijzonder gelukkig mee, want ze is nog nooit eerder opeen 'WK-persoonlijk' uitgekomen En als ze vormbehoud toont, mag zekomende zomer ook nog meedoen aan het Europees Kampioenschap inBerlijn.

Ook voetbalster ANNEMIEKE GRIFFIOEN -die vorig jaar eveneenszilver haalde op de Universiade- krijgt dit jaar de kans om voorhet eerst aan een wereldkampioenschap mee te doen. Op dit moment iszij met het Nederlands vrouwenvoetbalteam in een zwaar, maarbeslist nog niet kansloos gevecht gewikkeld. Het team moet dekomende thuiswedstrijden tegen Engeland en Portugal winnen om eenstapje verder te komen in de kwalificatie. Wordt er ook nog vanDuitsland gewonnen dan lonkt zelfs rechtstreekse kwalificatie. Maardie kans is bijzonder klein. Dat WK in China is overigens niet heteinddoel, want de vrouwen hebben afgesproken om samen te blijventot de Olympische Spelen in 2004.

Ook met haar club Saestum staat Griffioen dit jaar voor eenmijlpaal. Als Saestum landskampioen wordt -en de vrouwen liggen opkoers- mag de club Champions League spelen. Vorig jaar misteSaestum heel teleurstellend de Champions League doordat het teamtweede werd in de Nederlandse competitie.

Verder wil Griffioen dit jaar afstuderen. Ze werkt al een aantaluren per week als onderwijskundig adviseur. Naast haar werk wil zezeker blijven voetballen. "Ik heb een hele flexibele werkgever diegelukkig ook van voetbal houdt."

Jurgen Swart

Corpshuis viert honderdste verjaardag: 'In huis is het nog steeds gezellig'

Corpshuis viert honderdste verjaardag: 'In huis is het nogsteeds gezellig'

Een doordeweekse dag in het pand aan de Oudegracht. Rond ditmiddaguur is het in de keuken behoorlijk druk. Een bewoner staateieren te bakken voor zichzelf en zijn vriendin. Een aantal zitfrisgewassen achter een bak koffie, een ander aantal wrijft gehezenin het huistenue (oude trainingsbroek en trui) de slaap uit deogen. Rosco de huishond kwispelt om aandacht. Lars 'Sliert' van deFliert, student geschiedenis, komt binnen. De 24-jarige heeftzojuist het kunstwerk opgehaald dat het huis aan de vereniging wilaanbieden ter ere van het honderdjarig bestaan. "Ik heb wel drieuur verhalen moeten aanhoren over alle technieken die diekunstenares gebruikte, maar daardoor kreeg ik wel een flinkekorting."

De huisgenoten bewonderen het stenen relief dat van hun huis isgemaakt. Ze speculeren of het kunststukje kans maakt een plaats tekrijgen aan de muur van De Kroeg, zoals de societeit van het USCwordt genoemd. Van de Fliert: "Anders hangen we hem gewoon hierthuis op". De muren van de gemeenschappelijke keuken zijn al bedektmet aandenkens aan het huis en de bewoners. Talloze foto's vankerstdiners door de jaren heen, posters van feesten uitverschillende decennia op De Kroeg en op een van de keukenkastjeshangt een poster met alle huishonden van corpshuizen. "Elk jaar iser op De Kroeg een hondenborrel. Daarom hebben we natuurlijk ookzo'n grote hond, je kunt niet met een tekkeltje aankomen", zegtMarinus 'Schwanz' van der Hooft (25), student geneeskunde. Omrustig tot een goed gesprek te komen, moet je duidelijk niet in dekeuken zijn. Steeds lopen andere huisgenoten in en uit. Een jongenkomt net terug van de wintersport. "Het was super relaxed. En nudrie keer per week onder de zonnebank om bij te bruinen."

In een kamer van een van de huisgenoten is het rustiger. Eenoude koffer vol foto's, dagboeken en briefkaarten (het huisarchief)wordt erbij gepakt om de rijke traditie van het huis aan te tonen.De geschiedenis van OG 345bis - zoals het huis bekend staat - wordtgekoesterd. "Dit is een van de meest strenge huizen van het corps'"zegt Van der Hooft. Toen hij hier vijf jaar geleden kwam wonen, washij zich amper van al de huisregels bewust. "Voor ik hier kwamwonen, had ik al een kamer. Toen iemand me had aangeraden in eencorpshuis te gaan wonen, wist ik van tevoren niet wat me te wachtenstond. Maar als er al dertien gasten wonen, ben jij degene die jeaan moet passen." Ook voor Van de Fliert gold dat. "Ik was er voormijn studie nog niet echt mee bezig dat ik in dit huis wilde wonen.Ik logeerde hier tijdens de UIT-dagen. Toen was het heel gezellig.Tijdens de ontgroening was dat behoorlijk anders. Echt even eenkoude douche."

De opvatting over wonen in een traditioneel huis is duidelijk:je vindt het leuk of niet leuk en vind je het niet leuk, dan ben jezo vertrokken. Het gebeurt dan ook regelmatig dan een bewonerweggaat. "Het eerste jaar was toch wel een grote shock", zegt Peter'Pino' Vogels (22), student rechten. "Je bent samen met de andereeerstejaars de huisjongsten. Dan moet je alles in huis organiseren.Het is soms vervelend, maar als je gewoon je werk doet, ben je vanhet gezeur af. En natuurlijk is iedereen huisjongste geweest. Na jeeerste jaar ben je daarvan af."

Het belang van wonen in een gaaf huis, werd hun alledrie al snelduidelijk. "Je hebt niet zoveel verplichtingen bij het corps,alleen het eerste jaar is heel intensief. Dan zit je veel op DeKroeg, moet je een jaarclub vormen en word je ook echt door jehuisgenoten naar de societeit geschopt." In de hierarchie binnenhun vereniging staat het huis op nummer een, dan de jaarclub, dancommissiegenoten en vervolgens losse mensen die ze op de verenigingleren kennen. Van der Fliert: "Ik ben inmiddels niet meer zo'ncorpsfan, maar in huis vind ik het nog steeds heel gezellig."

Een rondleiding door het huis leert dat de gangen en kamersopvallend netjes zijn. Hoewel de kamers allemaal behoorlijk grootzijn, zijn de kamers rond de keuken het minst geliefd. Van derHooft: "Dat heeft vooral met lawaai te maken." Het zijn de kamersvan de huisjongsten. Die mogen officieel geen sloten op de deurenhebben en er hangt op een van de kamers een dartbord waarmee allehuisgenoten zich vermaken. Schoonmaken wordt door alle bewonersgedaan, en grondig ook. Anders hoor je het wel op dehuisvergadering. De boete is standaard het aanschaffen van eenpornoboekje voor op het toilet. "We hebben nu eenmaal viezerikenhier in huis", zegt Van der Hooft.

"Natuurlijk zijn er in huis allerlei grappige en nuttelozetradities", zegt hij, "maar in principe zijn er ook gewoon heelveel praktische regels die ervoor zorgen dat je in een huis goedsamen kunt leven en elkaar minimaal tot last bent. Het is altijdduidelijk wie wat moet doen en je kunt daar ook op aangesprokenworden. En al zijn de regels nog altijd dezelfde als jaren geleden,er wordt wel soepeler mee omgesprongen."

Het intensieve sociale leven in huis beknelt deze studentenniet. "Het is in de keuken altijd druk, maar je kamer is echt jeeigen plek", zegt Van der Fliert. En Van der Hooft merkt schertsendop: "We zijn hier soms net een gezinnetje. Maar de regel is datalles wat in huis besproken wordt, binnenskamers blijft. Anders kunje elkaar echt gek maken." Vogel: "Vaak hoor je dat mensen vanbuitenaf het a-relaxed vinden om zo te wonen, maar je kiestervoor."

Omdat ze vooral vrienden hebben binnen de eigen club, hebben debewoners ook geen last van de vooroordelen die er heersen overcorpsballen. "Het idee dat hier tot diep in de nacht wordt gezopen,is echt een fabeltje", zegt Van der Hooft. "Veel vooroordelen zijnmisschien ook wel waar. Wij drinken veel op De Kroeg. Dertig bierhalen we dan wel op een avond. Maar hier in huis gaan er per weekniet veel meer dan twee kratten bier op." Maar natuurlijk kent ookhij talloze anekdotes over feesten en drank. "Twee jaar geleden bijhet kerstdiner is er nog iemand uit het raam gevallen. Maar datzijn verhalen die steeds weer herhaald worden."

Hoewel zij in het dagelijks leven dus niet veel merken vankritiek op hun lullo-imago, heeft Van de Fliert er wel een meningover. "Wij krijgen vaak te horen dat we vooroordelen over anderenhebben, maar dat valt reuze mee. Andersom is het zeker zo erg." Zedrijven zelf ook graag de spot met hun Timberlandsschoenen,huisdassen en taalgebruik. Veel contacten met andere mensen dancorpsleden hebben ze doorgaans niet. Ook de huisvriendinnen komenveelal uit dezelfde gelederen. Een meisje uit Leiden, een vanVeritas en zeven vrouwen van het vrouwencorps UVSV. "Je hebtveertien man in huis, dan nog achttien jaarclubleden en nog anderemensen die je kent van de kroeg. Dan ben je toch minder geneigd ombijvoorbeeld bij werkgroepen contacten te gaan leggen", zegt Vogel."Maar stel dat je een half jaar weg bent, dan is het volgens mijnet als bij andere studenten. Dan bel je ook gewoon de drie of viergoede vrienden die je hebt als eerste."


OG 345bis

Oudegracht 345 bis werd in 1902 een studentenhuis. Toentertijdwoonden er drie tot vier studenten in bij een hospita. Dat was indie tijd verplicht. Later werd de inmiddels tot legendegebombardeerde mevrouw Van Kooten de hospita. In de jaren vijftigkocht opa Pulles het huis waar zijn zoon en later ook zijnkleinzoon woonden. Pas veel later werd het pand overgenomen door deSSH (Stichting Studenten Huisvesting), onder de voorwaarde dat destudenten zelf hun huisgenoten mochten kiezen.

In het huis wonen standaard veertien bewoners en een huishond.Iedereen mag vijf, maximaal zes jaar blijven wonen. In de zomerschuiven de tweede tot zesdejaars bewoners allemaal door naar eenbetere kamer, zodat de minst geliefde kamers vrijkomen voor twee ofdrie nieuwe eerstejaars bewoners. Deze worden democratisch gekozen.Deze huisjongsten doen alle huisboodschappen, brengen het oudpapier en vuilnis weg en verzorgen de huishond. Daarna leggen zijeen 'huistentamen' af en als zij genoeg van het huis blijken teweten, zijn het echte huisgenoten geworden. Na zes jaar wonen op deOudegracht vertrekken huisgenoten naar een eigen woning, of trekkenin een ouwe-lullen-huis van het USC. Wie twee jaar niet meer dan 21studiepunten haalt, moet het huis ook verlaten. Stipt om zeven uurwordt er gegeten, de huisoudste neemt de eerste hap voordat de restbegint. Boven de eettafel hant een portret van mevrouw vanKooten.

Christie Hofmeester

Utrechtse geologen 'vechten' tegen de Mobiele Eenheid: 'Vandaag gaan jullie rotzooi trappen'

Utrechtse geologen 'vechten' tegen de Mobiele Eenheid: 'Vandaaggaan jullie rotzooi trappen'

Dinsdagochtend, half elf. In de bestuurskamer van de UtrechtseGeologen Vereniging (UGV) hangt een ontspannen sfeer. Er wordtenthousiast gesproken over de dag die komen gaat. Vandaag gaan degeologiestudenten de ME tegenspel bieden. Meer dan dertig studentenhebben zich aangemeld voor een middagje vrijwillig relschoppen inOssendrecht, West-Brabant.

Steven (22), bestuurslid van de UGV, legt uit: "Het plan om meete werken aan oefeningen van ME'ers in opleiding speelt al eentijdje. Toen studentenvereniging Unitas, die het avontuur eentijdje terug heeft ondernomen, positieve verhalen vertelde,besloten wij ons ook aan te melden."

Alle vrijwilligers lijken zich oprecht te verheugen op de blauweplekken. Een dagje bij de ME is immers niet geheel zonder risico.Natuurlijk zal er niet echt gevochten gaan worden, maar eenschrammetje hier en daar behoort op zijn minst tot demogelijkheden. De buschauffeur ziet de ironie er wel van in. "Ikheb nog nooit zulke blije gezichten gezien van mensen die zich inelkaar laten slaan." En: "Dat jullie het weten, ik heb geenEHBO-doos aan boord."

Na een rit van anderhalf uur naderen de geologen in opleidinghet politie-instituut in Ossendrecht. Na een korte zoektocht kunnende voorbereidingen gaan beginnen in het hoofdgebouw. In de halhangt een wel heel aparte vorm van decoratie. Een glasplaat, waaringaten en barsten zijn geschoten, siert de muur.

Mietjes

"Vandaag gaan jullie rotzooi trappen", begint Hans, debegeleider van de dag z'n verhaal. "Je bepaalt zelf wat jeincasseert. Als je je uitdagend gedraagt, kan je wellicht een knalmet de knuppel verwachten." De studenten lachen. Aan drieoefeningen zullen ze meewerken. In nagebouwde wijkjes moeten ze deME het leven zuur proberen te maken.

Aangekomen op de relplek, een grauw dorpje, liggen grote mandenmet blokken hout klaar, waarmee op de agenten gegooid mag worden.Ook ligt er ruim voldoende materiaal om enkele barrires op tewerpen. Hiermee moet de doorgang van de ME'ers versperd worden.Banden, grote tonnen en houten spaanders: alles mag gebruikt wordenom de muur tegen de ME zo hoog mogelijk op te bouwen. Het doel vande agenten is, de relschoppers zo georganiseerd mogelijk het dorpuit te drijven.

Dan wordt het spannend. De piepende banden van de ME-busjesverraden de komst van de agenten. De meeste studenten zijnzichtbaar opgeladen voor het naderende geweld. De houten blokkenworden stevig vastgeklemd als de lijn ME'ers dichterbij komt. Heteerste blok vliegt door de lucht, al snel gevolgd door een houtenregen. 'Zijn dit nu nette studenten?', zie je de ME'ers zichafvragen.

Eerst worden de houten blokjes met een boogje geworpen, maar danbeginnen enkele studenten het hout vanaf slechts enkele metersafstand keihard naar de agenten te smijten. Steeds meer studentenwagen zich wel heel dichtbij de boze gezichten. De blauwe lijn komtsteeds dreigender naar voren. Toch blijft de sfeer ontspannen. Hetgeologenlied wordt ingezet. Iedereen jelt mee. "Mietjes, kom danals je durft", klinkt luid uit de groep.

De ME'ers besluiten dat het genoeg is geweest. Razendsnelverplaatsen ze zich in de richting van de studenten. De stoerejongens die vooraan stonden, worden door een knuppel op de ruggeraakt. De rest ontkomt aan de charges van de brigade.

Begeleider Hans is niet geheel tevreden met de eerste oefening.Hij raadt de studenten af om de blokjes van een korte afstand tegooien. "Dat zal in de werkelijkheid ook niet gebeuren", is zijnmotivatie. De studenten besluiten zijn advies op te volgen. Zezullen zich tijdens de komende oefeningen iets meer op de vlaktehouden.

Tijdens de tweede oefening verspreiden de geologen zich in desteegjes van het spookachtige dorpje. Hier krijgt Douwe (24), oudbestuurder van de UGV, het voor elkaar om een agent zijn knuppel teontfutselen. Hij moet het bekopen met een schop in zijn gezicht.Douwe glundert van trots als hij z'n bloedlip aan zijnmedestudenten toont. Iedereen heeft zichtbaar lol in hetrelschoppen. "Dat geweld zo leuk kan zijn", wordt er enthousiastgeroepen.

Na nog enkele felle oefeningen is het tijd voor de terugreis. Inde bus volgt de ontlading. Stoere verhalen passeren de revue. Alsafsluiting van de dag reikt het bestuur nog een fles Bokma uit aande meest heldhaftige relschopper. Douwe wint met vlag enwimpel.

Pim Sedee

Onderzoek naar ouderdomsdiabetes onder 316 paren van broers en zussen: 'Zitten, vet eten, en genen'

Onderzoek naar ouderdomsdiabetes onder 316 paren van broers enzussen: 'Zitten, vet eten, en genen'

In Arizona wonen Pima-indianen die tweeduizend jaar eenrondtrekkend leven leidden maar in de vorige eeuw de geneugten vaneen Westerse levenstijl ontdekten. Van landbouw tot auto's enhamburgers. Daar betalen ze een hoge prijs voor: vijftig procentvan de bevolking heeft ouderdomssuikerziekte, het hoogstepercentage ter wereld. Bij stamgenoten in Mexico die detraditionele levensstijl trouw zijn gebleven, komt de ziektenauwelijks voor. De combinatie van genetische vatbaarheid voorsuikerziekte en vet eten met weinig bewegen is de verwesterdePima-indianen fataal geworden.

"In Nederland is ouderdomssuikerziekte de belangrijkste oorzaakvan blindheid, voetamputaties en nierfalen bij ouderen", zegtmedisch bioloog Jonathan van Tilburg, aio bij de divisie MedischeGenetica van het UMC.

Wereldwijd lijden 150 miljoen mensen aan ouderdomssuikerziekteen dit aantal verdubbelt de komende twintig jaar. De patientenleven vooral in het Westen. "Het is een welvaartsziekte", zegt VanTilburg. "Slechte voeding, te vet eten, en te weinig bewegen zijnde belangrijkste oorzaken van diabetes type II. Maar de grootsterisicofactor is ouder worden. Vanaf een leeftijd van tachtig heb jeal een kans van vijftien procent om de ziekte te krijgen."

Broers

Om twee redenen ligt het voor de hand dat ouderen meer kanshebben op de ziekte. Ten eerste hebben de slechteomgevingsinvloeden, zoals vet eten en weinig bewegen, langerinvloed gehad op het lichaam. Bovendien bewegen gepensioneerdenmeestal nog minder dan tijdens hun arbeidzame leven.

Hoewel ouderdomssuikerziekte - zoals de naam al doet vermoeden -vooral bij ouderen voorkomt, is de trend dat mensen de ziektesteeds eerder krijgen. "Tegenwoordig krijgen mensen een auto van dezaak. 's Ochtends rijden ze naar hun werk en gaan achter hun bureauzitten. 's Avonds rijden ze weer terug en vallen thuis op de bank",zegt Van Tilburg. "Tien jaar geleden was dat patroon van minderbewegen en sporten nog niet zo sterk. We worden steedsimmobieler."

Wat met de Pima-indianen gebeurd is, vindt nu op grotere schaalplaats in de Westerse samenleving. Suikerziekte is 'booming'. Uithet geval van de Pima-indianen blijkt het belang van omgeving engenetische achtergrond. De vraag is natuurlijk: welke genen leidensamen met vet eten tot suikerziekte?

Van Tilburg probeert met subsidie van het Diabetesfonds eenstukje van de genetische puzzel op te lossen. Samen met PeterPearson en Cisca Wijmenga van de afdeling Medische Genetica enUMC-internist Timon van Haeften heeft hij 316 paren van broers enzussen onderzocht die allebei ouderdomssuikerziekte hebben. Doorhun DNA te vergelijken probeert hij erachter te komen welke stukkenverband houden met suikerziekte.

Van Tilburg ging uit van 290 bekende merkpunten die voorkomen inhet menselijk DNA. Bij de suikerziekte-paren bracht hij van beidepersonen in kaart welke merkpunten in hn DNA zaten. De kans dat eenbroer en een zus van hun ouders allebei eenzelfde stuk DNA metbepaalde merkpunten erven is een half. Als nu blijkt dat 'heelveel' broer-zus-paren met suikerziekte een bepaald stuk DNA'allebei' hebben, dan heeft dat stuk DNA kennelijk iets te makenmet een eigenschap die beide individuen hebben: suikerziekte.

Zo ontdekte Van Tilburg drie regio's in ons erfelijk materiaaldie verband houden met suikerziekte. "Al deze gebieden hebbenandere onderzoekers in andere landen ook al gevonden", zegt hijtevreden. "Dat maakt het heel aannemelijk dat daar genen liggen dieinvloed hebben op suikerziekte."

Vetzucht

Een van de drie gebieden, op chromosoom 18, is extrainteressant. Uit Fins/Zweeds onderzoek blijkt dat als de patienteningedeeld worden naar gewicht, het statistische verband tussen hetstuk DNA en suikerziekte veel sterker wordt. "Ik heb ook dedikkerds, de dikste twintig procent van de onderzoeksgroep, apartgeanalyseerd en bij mij wordt het verband ook sterker", zegt VanTilburg. "Dat kan betekenen dat daar op het DNA een gen ligt datonder invloed van vetzucht suikerziekte veroorzaakt of doorsuikerziekte obesitas in de hand werkt." De volgende stap van VanTilburg is dan ook om uit te zoeken of de 'body mass index', eenmaat voor dikheid, in verband te brengen is met suikerziekte.

Het gen voor suikerziekte bestaat overigens niet. "Het is eencomplexe aandoening die veroorzaakt wordt door meerdere genen enmeerdere omgevingsfactoren", zegt Van Tilburg. Bovendien is hetgeen simpele aan-uit kwestie. "Stel dat er tien genen betrokkenzijn bij diabetes", zegt Van Tilburg. "En zeg dat persoon A vanwegeeen variatie in gen 1 suikerziekte krijgt. Persoon B kan dezelfdevariatie hebben, maar als hij in gen 6 tot en met 10 ookafwijkingen heeft, hoeft hij toch niet ziek te worden." De etnischeachtergrond kan ook nog uitmaken. Een genvariatie die bij eenPima-indiaan diabetes veroorzaakt, hoeft dat niet te doen bij eenkaukasier door de 'beschermende' werking van de rest van deerfelijke eigenschappen.

Voorspellen op basis van DNA of iemand het risico looptsuikerziekte te krijgen is dus nog niet mogelijk. Maar het is welwaar de geneeskunde heen wil. Van Tilburg: "Het zou mooi zijn alsje bij je geboorte te horen kreeg of je een kans maakt diabetes tekrijgen. Met een vetarm dieet en door veel te sporten zou je dan dekans daarop enorm kunnen verkleinen."

Rinze Benedictus


Suikerziekte

In Nederland lijdt 2,5 procent van de bevolking aanouderdomssuikerziekte, diabetes mellitus type II. Bij deze mensenproduceren de betacellen in de alvleesklier te weinig insuline enreageren cellen die suiker moeten opnemen slecht op insuline. Omdathet hormoon ervoor zorgt dat na het eten suiker uit het bloed wordtopgenomen, loopt bij diabeten de glucosehuishouding van twee kantenin de soep waardoor de suikerspiegel in het bloed stijgt.

Dat heeft nare gevolgen. De bloeddruk stijgt, aders verkalken,wonden genezen slecht, de nieren gaan ontsteken en het periferezenuwstelsel wordt aangetast. Gevolg: verlies van fijne tastzin envan pijnwaarneming. Door het verlies van pijnsensatie stotenpatienten vaker hun benen en voeten. De blauwe plekken en wondendie zo ontstaan, helen weer slecht. Diabetici kampen daardoor vaakmet chronische ontstekingen van de voeten. Ook kleine bloedvaatjesin het oog hebben te lijden onder de hoge glucosespiegel.Uiteindelijk gaan de vaatjes kapot en wordt de patient blind.

Het is niet duidelijk hoe suikerziekte ontstaat. Derisicofactoren zijn wel bekend, vooral overgewicht vergroot de kansop de ziekte enorm. Het lijkt erop of jarenlang te vet eten een tezwaar beroep doet op de insulineproducerende cellen die deglucosehuishouding sturen. Uiteindelijk geven de cellen de moed open ontstaat suikerziekte.

Sommige wetenschappers zien de vatbaarheid voor suikerziekte alseen aanpassing aan tijden van wisselvallige voedselvoorziening.Insuline zorgt namelijk voor het opnemen van suiker en het snelbeschikbaar maken van energie. Zijn tegenhanger glucagon, dieautomatisch de overhand krijgt als er te weinig insuline is,stimuleert juist de aanmaak van vetten. Dat is energie opslaan voorlater gebruik.

Van Tilburg: "Er is een hypothese die zegt dat het in tijden vanschaarste nuttig is om als het ware aan suikerziekte te lijden. Hetlichaam zorgt er op die manier voor dat als er een beetje eten is,dat meteen wordt opgeslagen. In de evolutie van de mens was dat eenhandige eigenschap. Tegenwoordig is er eten in overvloed en komt deschaarste maar niet."

Minister Loek Hermans over het Calimerogevoel: 'Niet weglopen voor keuzes maar de concurrentie aangaan'

Minister Loek Hermans over het Calimerogevoel: 'Niet weglopenvoor keuzes maar de concurrentie aangaan'

Net als de vorige drie jaar ging de Kamerbehandeling van deonderwijsbegroting deze maand vooral over het basis- en voortgezetonderwijs. Is het hoger onderwijs nog steeds een politiekstiefkindje?

"Die achterstelling van het hoger onderwijs is meer eenCalimero-gevoel dan realiteit. Er is de afgelopen jaren veelgedaan. In het regeerakkoord van 1998 had onderwijs als geheelprioriteit, maar op het hoger onderwijs werd 600 miljoen bezuinigd.Toch is er daarna fors genvesteerd. Zo is er in hetwetenschappelijk onderzoek extra geld voor de Vernieuwingsimpuls.Incidenteel en structureel."

Het hoger onderwijs loopt dus gelijk op?

"De politieke discussie gaat tot nu toe vooral over hetfunderend onderwijs. Maar daar moest ook veel gebeuren. Ik vind weldat het hoger onderwijs mee moet delen in de extra financieleruimte. Want je kun geen uitstekend funderend onderwijs hebben enslecht hoger onderwijs. Evenmin als andersom."

Is het hoger onderwijs wel zo uitstekend? Er wordt veelgeklaagd over de hoge werkdruk en het gebrek aan jongedocenten.

"Dat is ook het politieke seizoen. Wie zich niet laat horen,krijgt niets. Maar het hoger onderwijs moet ook prioriteitenaangeven. Een algemene claim van twee miljard wordt nietgehonoreerd, dat kan ik u nu al vertellen. Ik heb overigens extrageld beschikbaar gesteld voor personeel; instellingen moeten dieruimte dan ook gebruiken. Wie op eigen benen staat, moet zelfkeuzes maken. Je kunt Zoetermeer niet overal de schuld meer vangeven."

Is het niet zorgelijk dat veertig procent van de docenten 50+is? Terwijl er nu nauwelijks doorstroom is?

"Natuurlijk. Maar je moet flexibel met de mogelijkheden omgaan.Jong gepromoveerden kunnen bijvoorbeeld een dag per week in dienstblijven voor onderzoek, terwijl ze aan de middelbare schoollesgeven. Dan staan ze straks klaar zodra er vacatures komen."

Klagende instellingen vinden nog wel eens een gewillig oorbij de Tweede Kamer.

"Dat is waar. Maar ook daar geldt: meer eigenverantwoordelijkheid voor de instellingen. Dus als de universiteitLeiden ervoor kiest om biologie te sluiten en daarvoor samenwerkingte zoeken met andere universiteiten, dan is het antwoord opKamervragen voor behoud van de opleiding: neen."

Met uw wetsontwerpen over bachelors-masters ('bama') en hetkeurmerksysteem in het hoger onderwijs staan er nog flinkeonderwerpen op de agenda. Wordt dat niet lastig zo kort voor deverkiezingen?

"Vier jaar is kort. Je legt een wet niet zomaar in de Kamer.Daar gaan beleidsnota's aan vooraf. Naast de Raad van State moetenwij bovendien langs de Onderwijsraad. Plus gecompliceerde zaken alsartikel 23, de vrijheid van onderwijs. Maar bij de EersteKamerbehandeling bleek over die keurmerken een grote consensus tebestaan. Voor bama geldt hetzelfde, misschien wel unanimiteit."

Het is voor bama kort dag. Er komen steeds meer klachten vanmensen die zich een slag in de rondte werken om de invoering inseptember te halen. Had het niet moeten wachten?

"Integendeel. De druk komt er pas op als iets echt moet. Met deverkiezingen ben je zo weer een jaar verder. Dan heb je totinvoering in 2010 geen enkele speelruimte meer. Bovendien kregen wealtijd het verwijt achter Europa aan te hobbelen. Nu willen anderelanden ons accreditatiesysteem al overnemen. Ik zit liever aan hetstuur dan dat ik lijdzaam volg."

Een belangrijk discussiepunt is verder het onderscheid tussenhbo en wetenschappelijk onderwijs. Is dat in het bama-stelsel geenachterhoedegevecht?

"Voor fusies van hbo- en wo-instellingen wel. Maar de tweedelingtussen de twee soorten opleidingen moet er blijven, want desamenleving vraagt er om. De werkgevers van VNO/NCW pleiten zelfsvoor herinvoering van de verschillende titulatuur.""

Is minister Hermans in voor nog vier jaar Onderwijs?

"De VVD moet eerst in het kabinet komen, en men moet mij vragenvoor onderwijs. Maar los daarvan: persoonlijk weet ik nog nietzeker of ik verder wil. Want ik ben al heel lang actief in delandelijke politiek. Aan de andere kant: het hoger onderwijsbeleidwordt de komende jaren wel interessant, met discussies over degrenzen van het overheidshandelen. Wat doe je met buitenlandsespelers op de Nederlandse markt, welke strippenkaart geef je destudent? Daar wil ik best nog vier jaar mee bezig. Zie daar tweezielen in een borst. De komende weken wil ik zelf de afwegingmaken."

Thijs den Otter en Wilmar Kortleever(HOP)


Hermans kan niet spellen

Of het nu de 'chipolatapudding' was of de 'geciseleerde etagre'die hem fataal werd, onderwijsminister Hermans was opmerkelijk snelvertrokken uit de vergaderzaal van de Eerste Kamer. Krankjorumewoorden natuurlijk, waarvan hij schoorvoetend toegaf er elf meerverkeerd gespeld te hebben dan de gemiddelde deelnemer. En diescoorde bij Het Groot Dictee der Nederlandse Taal 31 fouten.

In de aanloop naar de verkiezingen was een goed resultaataardige reclame geweest voor de bewindsman. Niettemin was deelnameaan de jaarlijkse slachtpartij hem vanwege het hoge afbreukrisicodoor al zijn dierbaren ontraden. Maar Hermans nam afgelopen maandagonverschrokken plaats in de banken van de Senaat.

De gehoopte stunt bleef uit. Boze tongen beweerden in deochtendbladen zelfs dat de 'rococoachtige kalligrafieen' van debewindsman meer dan vijftig onvolkomenheden vertoonden. Eenwoordvoerder laat desgevraagd weten dat Hermans' werkstuk nietonder de Wet op Openbaarheid van Bestuur valt, "omdat hij het nietop het ministerie heeft geschreven."

Wieland van Dijk (HOP)

Schaatscrack Carl Verheijen: via Heerenveen naar Salt Lake City

Schaatscrack Carl Verheijen: via Heerenveen naar Salt LakeCity

'Vorig jaar viel alles op zijn plek'

Toen Carl Verheijen drie jaar geleden besloot zich vooral op hetschaatsen te richten en zijn studie op een laag pitje te zetten wasdat allerminst een gemakkelijke keuze. De student geneeskunde waseen goede subtopper in het Nederlandse langebaanschaatsen, maarniet veel meer dan dat. "Ik zette een veilige carriere als arts ophet spel om te slagen in de topsport. Maar ik moest wel, al mijnconcurrenten waren fulltime bezig."

Vorig jaar volgde uiteindelijk de beloning. De student-schaatserwerd op de Olympische baan van Salt Lake City wereldkampioen op detien kilometer, na eerder in hetzelfde toernooi al tweede te zijngeworden op de vijf kilometer. Sindsdien mag hij zich tot deabsolute cracks van het internationale schaatsen rekenen. "Vorigjaar viel alles op zijn plek. Het was een optelsom van kleinedingen. Geen ziekte, geen blessures, het zat goed in mijn hoofd;alles klopte."

Wereldkampioen Verheijen heeft nu een nominatie voor de Spelenop zak, maar garanties worden in de Nederlandse schaatswereld nietgegeven. Hij zal tijdens de selectiewedstrijden dit weekeinde inHeerenveen gewoon bij de beste drie moeten rijden op de vijf of detien kilometer wil hij in februari aan de start staan.

Toch vindt Verheijen dat de kwalificatie dit keer beter isgeregeld dan bij voorgaande gelegenheden. "We hebben in Nederlandnu eenmaal een luxe-probleem. Daar wordt nu eindelijk goed meeomgegaan. Iedereen weet wanneer het echt moet gebeuren. Voorheenmoesten schaatsers wel zes keer per jaar pieken om uiteindelijkkort voor een WK of Olympische Spelen alsnog een allesbeslissendeselectiewedstrijd te moeten schaatsen. En als het er dan echt opaankwam zat iedereen kapot."

Zuurstof

Voor de sporter die deelname aan de Spelen in Nagano op hetnippertje misliep zou met de kwalificatie voor Salt Lake City eendroom uitkomen. "Dat is toch wat elke schaatser wil bereiken, waarje het eigenlijk allemaal om doet en waarop je ook wordtafgerekend. Salt Lake City is bovendien een snelle baan, diebehoorlijk hoog ligt. Dat is in mijn voordeel. Ik kan heel goedtegen een tekort aan zuurstof. Maar om eerlijk te zijn denk ik nualleen aan Heerenveen. Verder vooruitkijken wil ik niet."

Tot voor kort verwachtte Verheijen nog dat hij zich na eenOlympische deelname weer op zijn studie zou gaan richten, maar ookvolgend jaar zal de schaatser Verheijen op topniveau terug tevinden zijn. Zijn ploeg die nu nog is verbonden aan de schaatsbonden waarvan ook zijn vriendin, de sprintster Andrea Nuyt, deeluitmaakt gaat volgend jaar collectief over naar de nieuwe sponsorTVM.

Trainer Kemkers zei onlangs dat vooral Verheijen en UtrechterJochem Uytdehaage hun sportieve hoogtepunt moeten bereiken tijdensde Olympische Spelen van 2008 in Turijn. "Er zijn nog genoegambities om te verwezenlijken", meent ook Verheijen.

Dat TVM behoorlijk met de geldbuidel heeft gezwaaid is volgensVerheijen een aardige bijkomstigheid. "Maar mij gaat het er vooralom dat de faciliteiten en de begeleiding in orde is. Ik heb er niksaan om met een dikgevulde portemonnee thuis op de bank naar degrote toernooien te moeten kijken."

Toch is de geneeskundestudent vastbesloten af te studeren. Metde nieuwe sponsor en de coaches heeft hij inmiddels goede afsprakenweten te maken om toch zijn doctoraalprogramma te voltooien. Op deijsbaan probeert Verheijen de concurrentie voor te blijven, in zijnstudie wordt hij achtervolgd door het nieuwe curriculum. Verheijenhoopt vooral in het voorjaar tijd te vinden om te studeren. "Ik hebhet nu zo geregeld dat ik in die periode niet meega optrainingskampen, maar hier in Nederland mijn trainingsprogrammaafwerk en tegelijkertijd vakken volg."

De binding met de universiteit is er altijd gebleven. Afgelopenvoorjaar verscheen Verheijen nog op posters om studenten op teroepen te gaan stemmen voor de u-raad. Het voelde als een moreleverplichting, want Verheijen laat niet af de ondersteuning van deuniversiteit en haar studieadviseurs te bejubelen. "Zonder diemensen zou het me echt niet lukken. Nu wordt er weer eenpersoonlijk studiepad voor me uitgestippeld. Alleen al voor hen wilik net even harder mijn best te doen."

Xander Bronkhorst

Internet: http://www.carlverheijen.nl/


Records

Persoonlijke records:

500 m..........37,40..........Calgary...........03-03-2001

1000 m..........1.12,54..........Calgary..........24-02-2001

1500m..........1.49,56..........Calgary...........21-03-1999

5000m............6.22,08..........Calgary...........02-03-2001

10.000 m............13.12,49............Salt LakeCity...........11-03-2001

Beste prestaties:

WK-Afstanden

2001 Salt Lake City, 1e tien kilometer en 2e vijf kilometer

NK-Afstanden

2001 Den Haag, 1e tien kilometer

NK-Allround

1998 Deventer, 2e eindklassement

Met een gammel busje, medicijnen en kleding naar Sarajevo

Op 25 oktober reden Patrick Smelt (23), Louise van Nispen (21)en Nicky Ali (26) van de stichting Mara Utrecht in een oud busjemet medicijen, kleding en speelgoed richting voormalig Joegoslavieom die spullen persoonlijk af te geven bij twee ziekenhuizen inSarajevo.

De Utrechtse afdeling van de studentenstichting Mara leidde eenslapend bestaan na een transport van hulpgoederen aan Belgrado in1998. Patrick, vijfdejaars rechten, is een van de studenten die deafdeling nieuw leven in heeft geblazen. "Het heeft te maken meteergevoel. Waarom lukt het in andere steden wel en in Utrecht niet?Bovendien had ik lang genoeg zinloze dingen gedaan, ik wilde weereens wat nuttigs doen."

Via een contactpersoon in Sarajevo kregen ze een medicijnenlijstbestemd voor een ziekenhuis in Sarajevo. Er werd tweedehandskledingingezameld en de verplichte documenten voor de reis naar Bosniemoesten aangevraagd.

In Kroatie zorgde de zon, de blauwe zee en de palmbomen voor eenvakantiesfeer bij de studenten. Maar dat was gauw over toen deeerste uitgebrande huizen werden ontdekt waar de etnischezuiveringen hadden plaatsgevonden. Van Nispen: "Tijdens de ritwordt het steeds erger. Eerst zie je n uitgebrand huis dat jeschokt maar voorbij de grens met Bosnie zie je een hele vallei dieis verwoest en waar een doodse stilte heerst." Smelt vult aan: "Jeziet aan de rand van een dorp een enorme begraafplaats met versebloemen en je realiseert je dat het hele dorp daar ligtbegraven."

Toch voelden de studenten zich wel veilig, regelmatig kwamen zepolitie en militairen tegen. Nicky Ali, derdejaars personeel enarbeid: "De enige keer dat ik schrok was toen ik met kinderlijkeenthousiasme uit het busje sprong om een foto te maken. Eenmilitair zei toen: 'Zou je dat wel doen? Er liggen mijnen in deberm'. En ja hoor een paar kilometer verderop zag ik ze mijnenruimen."

Aangekomen in Sarajevo bezochtten ze de twee ziekenhuizen. VanNispen: "Ze vertelden ons dat ze drie maanden met de medicijnenkunnen doen. Het is weinig, een druppel op een gloeiende plaat.Maar die druppel is wel raak."

Ondanks hun werk voor Mara vinden de drie studenten zichzelfniet idealistisch. Ali:" Ik ga bijvoorbeeld geen Ali foundationoprichten. Ik ben geen goedzak, ik wilde gewoon weer eens ietsorganiseren". Toch wordt er bij Mara Utrecht gedacht aan weer eentransport in april. Inmiddels is besloten dat alle leden van hetUtrechtsch Studenten Corps per jaar een tientje aan Mara doneren."Nu loopt het in Utrecht", zegt Patrick "Bovendien hebben dedonateurs op onze informatieavond twee weken geleden gezien wat wemet hun geld hebben gedaan. Dat ene tientje dat ze afstaan heeftimpact, dat zien ze."

MF


Mara

Enthousiaste lofzang op de 'anti-poezie' van de Zestigers : Ha ha ha ha ha ha ha ha

Enthousiaste lofzang op de 'anti-poezie' van de Zestigers : Haha ha ha ha ha ha ha

In 1958 publiceerde de dichter K. Schippers in het tijdschriftBarbarber het korte gedicht Twee gezegdes:

'Na regen komt zonneschijn

Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht'

"Mooi he", zegt Bertram Mourits, "gewoon twee spreekwoordenachter elkaar plakken en je hebt een gedicht. Dat is wel zoongeveer het minimum aan je best doen dat je als dichter kuntbereiken. In Barbarber-kringen vond men het een zeer geslaagdgedicht, maar voor veel serieuze critici was het 'the limit'. Zeproberen het niet eens meer, die dichters. En die jongens vanBarbarber maar lachen."

Kroketten

Zestig is de alleszeggende titel van het proefschrift waaropMourits vrijdag 7 december promoveert. Onderwerp van zijn boek zijnde zogeheten Zestigers, de dichters rond de tijdschriften Barbarberen Gard Sivik die literair Nederland tussen 1958 en 1971 op zijnkop zetten door te spotten met alle denkbare literaire conventies.Geen tekst zo banaal of de Zestigers zagen er poezie in, zoalsCornelis Bastiaan Vaandrager die in de cyclus Made in Madurodam uit1963 met een brede grijns om de lippen dichtte:

'De kroketten in het restaurant

Zijn aan de kleine kant. '

Dat is geen literatuur, was het vernietigende oordeel vanvrijwel alle critici uit die tijd, dezelfde critici die over deBeatles en de Rolling Stones riepen: Dat is geen muziek. Eenmisverstand vindt Mourits, die de omstreden Zestigers in zijnproefschrift in de schijnwerpers zet met een pleidooi om hen nueindelijk serieus te nemen en te zien als de belangrijke literairevernieuwers die zij waren.

Mourits: "Wat de Zestigers deden was het verwachtingspatroon vande lezer ondergraven. Die lezer was gewend aan het idee dat poezieserieus was, moeilijk en vol diepe betekenis. Daarin paste geenmededeling over kleine kroketten. Om zon mededeling als poezie tekunnen accepteren, moest de lezer zijn definitie van literatuuraanzienlijk verruimen en daartoe waren maar weinig lezers instaat."

Nu lijkt dat ook niet verwonderlijk voor wie de gedichten eldersop deze pagina leest. In zijn proefschrift noemt Mourits het versvan Vaandrager zelfs een grap, gepresenteerd als poezie en eengedicht, gepresenteerd als grap. Dat klinkt niet alsof hij het werkvan de Rotterdamse Zestiger erg serieus neemt, maar dat is eenvergissing beklemtoont de promovendus. "Ik moet toegeven dat ik hetaanvankelijk vooral heel leuk vond wat mensen als Schippers enVaandrager, maar ook Bernlef en Armando, in de jaren zestig oppapier hadden gezet. Pas later zag ik hoe dubbelzinnig die teksteneigenlijk zijn. Neem een gedicht als Ja van Schippers. Dat is aande ene kant natuurlijk een komische afrekening met de belegenbeeldspraak van veel traditionele dichters, maar tegelijkertijd ishet ook gewoon een mooi, lichtvoetig liefdesgedicht."

Urinoir

Toch is het vooral de frisse wind die de Zestigers door hetliteraire establishment lieten waaien die Mourits als hun grootsteverdienste beschouwt. "In de literatuurkritiek worden de Zestigersbijna standaard afgedaan als dichters die zich afzetten tegen hunvoorgangers, de Vijftigers. Ik vind dat een veel te beperkteopvatting. Ik betoog dat je de Zestigers meer recht doet door ze tebeschouwen als de eerste vertegenwoordigers van het postmodernisme,de stroming in de kunst die de kunstenaar uit het middelpunt wilhalen en daar de toeschouwer of de lezer voor in de plaats wilzetten."

"De Dadaisten hadden dat veertig jaar eerder al in de beeldendekunst gedaan. Marcel Duchamp had in 1917 een urinoir tentoongesteldals kunstvoorwerp, zonder er ook maar iets aan toe of af te doen.Duchamp legde uit dat hij met zijn zogeheten 'readymades' decreatieve daad die tot dan toe altijd het exclusieve voorrecht vande kunstenaar was geweest naar de toeschouwer wilde verschuiven.Merkwaardig genoeg heeft dat toen geen navolging in de literatuurgekregen. Daarvoor moesten we wachten totdat in Amerika een dichterals William Carlos Williams en in Nederland de Zestigers op hettoneel verschenen."

Hoepla

Een veel voorkomend woord in het proefschrift is het woordparadox. Lachend zegt Mourits: "Ik ben voordat het naar de drukkerging nog maar een keer met Ctrl-F door het manuscript gegaan om tevoorkomen dat dat woord op elke bladzij opdook. Want ja, in feitewas die hele onderneming van de Zestigers natuurlijk tamelijkbizar: ze wilden de poezie ondergraven, maar deden dat wel doormiddel van de poezie. Dat blijft een paradox waar ze zelf ook nietgoed uitkwamen. Vandaar dat iemand als Hans Verhagen zich in dejaren zestig zo gretig op het nieuwe medium televisie stortte.Samen met Wim T. Schippers en Wim van der Linden bedacht hij hetspraakmakende programma Hoepla, in feite een soort beeldgewordenZestiger-ironie. In dat programma traden niet alleen legendarischepopsterren zoals Janis Joplin, Mick Jagger en Jimi Hendrix op, maarzat fotomodel Phil Bloom doodgemoedereerd in haar blootje de krantte lezen."

Hoezeer de Zestigers inmiddels school hebben gemaakt, laatMourits zien in het slothoofdstuk van zijn boek. Hij wijst op eenin 1999 verschenen bloemlezing van nieuwe dichters, waarin zowelLernert Engelberts als Mustafa Stitou teksten produceren die nietin Barbarber of Gard Sivik zouden hebben misstaan. Maar hetverschil is duidelijk. Wat in 1967 voor Bernlef nog ondenkbaar was(een mop in een bloemlezing) is nu iets vanzelfsprekends. Mourits:"Terwijl de Zestigers lang door de critici werden uitgekotst ofgenegeerd, is het werk van Engelberts en Stitou van meet af aangewaardeerd en geciteerd. Het is tegenwoordig doodnormaal datdichters gebruik maken van spreektaal en van alledaagse beelden.Maar dat dat zo is, is voor een belangrijk deel te danken aan hetbaanbrekende werk van de Zestigers."

Erik Hardeman

Zestig. Een nieuwe datum in de poezie(Uitgeverij Podium, 16,75 Euro = fl. 36,91).


Ja

Ik heb je lief zoals je soms

gelijk een gouden zomerdag bent

nee nee nee

ik heb je lief zoals je bent

nee nee

ik heb je lief zoals

nee

ik heb je lief

(K. Schippers)


Receptie

Poezie, sta ik te beweren

tegen een paar ongelovige klootzakken

in wandeltoilet, komt niet uit de lucht vallen.

En ineens zeg komt er, je zou het

poetiseren kunnen noemen, poezie

uit de lucht vallen.

Gelukkig dat niemand het zag verder.

(Cornelis Bastiaan Vaandrager)


This is just to say

I have eaten

the plums

that were in

the ice-box

and which

you were probably

saving

for breakfast

Forgive me

they were delicious

so sweet

and so cold

(William Carlos Williams)

(De inhoud van een briefje dat Williams thuis op de koelkast hadachtergelaten en dat hij later als gedicht in een bundel heeftopgenomen. Het was dit gedicht dat Mourits op het idee bracht omeen studie te wijden aan Nederlandse dichters van'readymades'.)


Zonder grenzen

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

(Cornelis Bastiaan Vaandrager)

(De VARA had dichters gevraagd om voor vijftig gulden eengedicht van 150 lettergrepen te schrijven met als thema zondergrenzen. Vaandrager stuurde dit gedicht in en publiceerde het laterin Gard Sivik met de pesterige mededeling dat hij nog steedswachtte op zijn vijftig gulden.)