Achtergrond

Parasieten troeven wetenschappers af

In Nederland is een op de drie mensen besmet met eenparasiet. Aars- en lintwormen zijn wellicht de bekendsten.Parasitoloog Lodewijk Tielens bestudeert al jaren vele van dezeverschillende gasten. Hij vraagt zich af waarom gastheren deparasieten niet zo gemakkelijk de deur kunnen wijzen. "Als we wetenwat de parasieten wel hebben en wij niet, kunnen we zeaanpakken."

In een grote glazen fles kruipen tientallen leverbotparasietenlangs de wand. "Deze zijn vanochtend uit de lever van een schaapgehaald", zegt biochemicus prof. dr. Lodewijk Tielens. De beestjeszien er uit als miniatuur platvissen. Ze schuiven hun achterlijfnaar voren en zetten dan hun kop met zuignappen weer een paarmillimeter vooruit. Ze zijn - vruchteloos - op zoek naar een levervan bijvoorbeeld een schaap, koe, haas of mens.

Tielens is parasitoloog bij de afdeling biochemie van defaculteit Diergeneeskunde. Het onderzoek van zijn groep staat vooreen belangrijk deel in het teken van slakken. Geheel in stijldraagt hij een stropdas met afbeeldingen van slakken erop en staanverspreid over zijn kamer verschillende beeldjes van dezeslijmerige wezens. Op de afdeling worden slakken in grotehoeveelheden gekweekt. "Slakken zijn heel vaak tussengastheer voorparasieten", vertelt hij. "Bovendien zijn de slakken vaak heelspecifiek voor een bepaalde parasiet."

De leverbotparasiet heeft bijvoorbeeld een Lymnea truncatulaoftewel leverbotslak nodig om zijn larven levensvatbaar te houden.Als de larven de slak verlaten, gaan ze op een grasspriet zittenwachten tot een koe of schaap een hap neemt. In het zoogdier gaanze op zoek naar de lever, nestelen zich in de galgang en doen zichte goed aan de voedingsstoffen die de gastheer te bieden heeft.Ondertussen leggen ze duizenden eieren per dag. Deze worden door degastheer uitgepoept. In een sloot komen de eieren uit en groeien zeuit tot larven, die weer op zoek gaan naar een leverbotslak.

De leverbotparasiet komt meestal terecht in een dier, maar inFrankrijk duikt de ziekte leverbot, die door de parasiet wordtveroorzaakt, af en toe ook nog op bij mensen. "Fransen eten dan ookveel lekkerder dan wij!", zegt Tielens enthousiast. "Als ze aan hetpicknicken zijn en een paar blaadjes waterkers afknippen voor ophun broodje brie, gebeurt het nog wel eens dat ze een paarleverbotlarven binnen krijgen." De ziekte leverbot, waardoor delever ernstig wordt aangetast, kan worden voorkomen door deleverbotslak uit te roeien en zo de parasiet-gastheer cyclus teonderbreken.

Belastingontduiking

Tielens is gefascineerd door parasieten. "Parasieten zijn geendoodlopend spoor van de evolutie", zegt hij. Ondanks het feit datparasieten vaak bepaalde eigenschappen zijn 'verloren' in de loopvan de evolutie, "zijn het zeker geen primitieve levensvormen",legt hij uit. "Ze zijn juist gespecialiseerd. Zoals bedrijvenbepaalde onderdelen afstoten, kunnen parasieten processen afstoten.Sommige parasieten kunnen geen cholesterol meer maken."

Meer dan de helft van alle levensvormen is parasiet. "Een helelegitieme manier van bestaan", zegt Tielens droogjes. In Nederlandis een op de drie mensen besmet met een parasiet. Vaak zijn datwormen, zoals meterslange lintwormen of kleine aarsmades die veelbij kinderen voorkomen. Wereldwijd zijn miljarden mensen besmet mettoxoplasma, een eencellige die zich in cystes in de hersenen enspieren ophoudt. Pas als het immuunsysteem erg verzwakt, zoals bijaids-patienten,vermenigvuldigt toxoplasma zich en richt hij schadeaan in de hersenen.

Parasieten zijn extreem goed aangepast aan hun gastheer. Tielensvertelt over de trypanosoom, de veroorzaker van slaapziekte insub-Sahara Afrika. De tseetseevlieg brengt de ziekteverwekker naarzijn gastheer, een mens of een koe. De trypanosoom nestelt zich inverschillende organen waaronder de hersenen. Daar verstoort het debiologische klok en ontstaan slaapstoornissen. Uiteindelijkoverlijdt de gastheer aan de gevolgen van ontstekingen die deparasiet veroorzaakt.

Tielens: "De trypanosoom doet aan heel slimmebelastingontduiking. Aan zijn oppervlak heeft hij een bepaald soorteiwit. Als hij het lichaam binnenkomt zal het immuunsysteemreageren op deze buitenkant. Maar tegen de tijd dat hetimmuunsysteem op volle kracht draait, en parasieten met diebuitenkant het loodje leggen, verwisselt de parasiet van jas. Inplaats van een geel jasje, draagt hij nu een rood jasje. En dusmoet het immuunsysteem helemaal opnieuw beginnen met het maken vanafweerstoffen. Dat gaat zo door, want de trypanosoom kan heel veelkleuren jasjes maken."

Machteloos

De veroorzaker van de slaapziekte zet het immuunsysteem van demens mooi voor paal. In de wapenwedloop tussen gastheer enparasiet, staat de trypanosoom dus voor. "Deze wedloop noemen we deRed Queen", zegt Tielens. Net zoals Alice in Wonderland moestrennen om op dezelfde plaats te kunnen blijven, moeten organismentelkens nieuwe methoden bedenken om zich parasieten van het lijf tehouden. "Maar de onderlinge verhoudingen blijven gelijk!"

"Het immuunsysteem met al zijn verschillende onderdelen,complement-eiwitten, anti-lichamen, cellulaire respons, iswaarschijnlijk ontstaan door deze wedloop", zegt Tielens.Parasieten zijn daardoor een drijvende kracht in de evolutie.

De geneeskunde staat in veel gevallen machteloos tegenover deziekteverwekkers. "Er bestaat nog geen enkel afdoende vaccin tegenparasieten", zegt Tielens met nadruk. "De biologie van parasietenis gewoon te moeilijk." Dat in tegenstelling tot bacterin envirussen, die niet tot de parasieten gerekend worden, en die metantibiotica en vaccins onder de duim gehouden worden.

Tielens pluist de moeilijke biologie van parasieten uit,bijvoorbeeld van schistosomen. Deze zuigworm die in Afrika enZuid-Amerika voorkomt, graaft zich een weg door de mensenhuid endoet zich in de bloedvaten van de lever te goed aan al het lekkersdat voorbijkomt. Als een mannetje en een vrouwtje elkaartegenkomen, leggen ze eieren die weer in de lever terecht komen ofhet lichaam verlaten. "Maar hoe maakt dat beest nu lipiden, deingredinten voor de celmembraan die de grens vormt tussen debinnenkant en de boze buitenwereld", vraagt Tielens zich af. "Diemembraan bepaalt of de parasiet het immunsysteem van de gastheerkan ontwijken en zich dus kan handhaven." Tielens onderzoekt daaromhoe de vetsynthese werkt bij schistosomen.

De al eerder voorbijgekomen leverbotparasieten hebben weer eenandere zwakke plek. "Parasieten kunnen alles stelen van hungasthee: glucose, vetten en cholesterol, maar geen ATP, de dragervan energie." Tielens onderzoekt bijvoorbeeld welke eiwitten deleverbotten gebruiken om in de zuurstofloze galgang van een koe teoverleven. Dat zijn fundamenteel andere eiwitten dan ademendedieren hebben.

Het onderzoek van Tielens zal uiteindelijk mechanismen eneiwitten aan het licht brengen die uniek zijn voor parasieten zoalsde leverbot of de trypanosoom. "Als we weten wat zij wel hebben enwij niet, dan kunnen we ze aanpakken." Geen overbodige luxe wantvan het totale aantal verkochte veterinaire geneesmiddelen,inclusief middelen tegen vlooien en luizen, is ongeveer 45 procentbedoeld tegen parasieten."

Rinze Benedictus


Parasite Rex

In zijn boek 'Parasite Rex' of 'Koning Parasiet' beschrijft deAmerikaanse wetenschapsjournalist Carl Zimmer talloze intrigerendeen huiveringwekkende voorbeelden van parasieten. Een van de meesttot nadenken stemmende voorbeelden is wel de levenscyclus van dezuigworm Euhaplorchis californiensis. In de darm van een waadvogelstelen deze zuigwormen voedsel en leggen ze eieren. Via devogel-uitwerpselen komen die in het water terecht. Een wier-etendewadslak eet de eieren. De eieren castreren de slak. Na een aantalgeneraties in de slak, verlaten de wormen deze tussengastheer engaan ze op zoek naar een Californische tandkarper. Via de kieuwendringen ze bij deze vis binnen en kruipen omhoog naar de hersenen.Als de tandkarper ten prooi valt aan een waadvogel, is de cyclusrond.

Zonder de zuigworm zou het ecosysteem er in de Californischekwelder er dramatisch anders uitzien. De slakken-populatie zouwelig tieren en de waadvogels zouden minder makkelijk aan etenkomen. Want, zo blijkt uit onderzoek, de parasiet zorgt ervoor datde tandkarper vaker naar de oppervlakte zwemt en zo een makkelijkerprooi vormt voor waadvogels.

Utrechtse psychonoom De Haan slaat brug naar beta: Gedrag verklaren door exact hersenonderzoek

Utrechtse psychonoom De Haan slaat brug naar beta: Gedragverklaren door exact hersenonderzoek

Wie in het Van Unnik bij psychonomie de lift uitkomt, looptonmiddellijk op tegen een bord met verwijzingen naar onder meer eenreactietijden-experiment, een lees-experiment en eenaandachts-experiment. Het is duidelijk: we zijn op een afdelingwaar meetgegevens een belangrijke rol spelen. "Maar", waarschuwt DeHaan, "trek daaruit niet de conclusie dat wij een soort verkaptebetas zijn. Wij hebben weliswaar een bijzondere belangstelling voorde natuurwetenschappelijke basis van zintuiglijke processen voorhetgeen precies in de hersenen van mensen gebeurt als zij dingenzien of horen of onthouden. Maar wij zijn wel psychologen. Dat wilzeggen dat het ons in wezen gaat om de vraag hoe zintuiglijkestimuli tot bepaalde vormen van gedrag leiden."

De Haan kwam in 1991 naar Utrecht als nieuwe hoogleraar in devakgroep Psychonomie van Piet Vroon die er op dat moment vooral oponderzoekgebied weinig florissant voorstond. "Ik ben begonnen methet ontwikkelen van een heel nieuwe onderzoeksmissie. Gegeven hetfeit dat psychologie de studie is van menselijk gedrag en dat allegedrag voortkomt uit activiteit in de hersenen, wilde ik denatuurwetenschappelijke kant van de psychologie meer gaanbenadrukken. Wil je storingen in het gedrag van mensen begrijpen,dat zul je moeten weten wat er precies in de hersenen gebeurt.Vandaar dat ik de banden met de beta-faculteiten en met hetziekenhuis ben gaan aanhalen."

Hij besloot om het onderzoek in Utrecht te concentreren op deterreinen van waarneming en geheugen. Centraal in dat onderzoekstaat het in kaart brengen van de hersenen van proefpersonenterwijl die taken uitvoeren. Via tal van scans worden de plaatsenin de hersenen gedentificeerd waar bepaalde zintuiglijkeactiviteiten zijn gelokaliseerd. Op die manier hoopt de Utrechtsepsychonoom meer inzicht te krijgen in de biologische achtergrondvan stoornissen in de waarneming en in het geheugen, maar ook vantal van psychiatrische problemen.

Freud

Voor lezers die bij psychologen vooral denken aan invoelendedames en heren die het verstoorde zielenleven van hun op een sofagelegen clienten analyseren, lijkt het hersenonderzoek van deUtrechtse cognitiewetenschappers nog maar weinig met psychologievan doen te hebben. Maar dat is een vergissing, stelt De Haan."Alleen historisch al zitten zulke mensen ernaast. Het aardige isnamelijk dat de psychologie van de relaties tussen hersenen engedrag tot aan het eind van de negentiende eeuw een medischediscipline was die gedragsstoornissen in eerste instantieverklaarde uit puur fysiologische afwijkingen in de hersenen. Freudwas in Wenen opgeleid als neuroloog en besloot alleen maar tot eenandere aanpak, omdat hij met de toen beschikbare kennis van dehersenen niet verder kwam."

Ook inhoudelijk deugt het verwijt volgens De Haan echter niet."Wij bestuderen hier weliswaar de biologische basis vanhersen-gedrag relaties, maar om echt goed te begrijpen wat ergebeurt, kunnen we niet zonder een theoretisch model dat duidelijkmaakt hoe de verschillende processen die een rol spelen bij hetuitvoeren van een bepaalde functie, onderling samenhangen."

Bij deze theorievorming en de ontwikkeling van methoden vanonderzoek speelt de cognitieve psychologie een centrale rol. "Neemhet geheugen. Door middel van moderne scanningstechnieken is hetmogelijk om activiteit in de hersenen te registreren. Dit lijkt ineerste instantie een makkelijke methode om de hersengebieden teidentificeren die betrokken zijn bij het geheugen: geef een persooneen geheugentaakje terwijl hij in de scanner ligt en kijk welkehersenstructuur oplicht. Het probleem is echter dat er dan veelverschillende gebieden tegelijk oplichten, omdat het geheugenbestaat uit een groot aantal aparte processen die elk een deel vanhet geheel uitvoeren. Wil je meer over al die verschillendeprocessen weten, dan kom je dus weinig verder door uitsluitend temeten. Dan kun je niet zonder inzicht in de cognitieve architectuurvan het geheugen en dat is bij uitstek psychologische kennis."

Hoewel fundamenteel van aard, kent de door de Utrechtsepsychonomen ontwikkelde kennis inmiddels ook tal van praktischetoepassingen. Enerzijds moet het onderzoek meer inzicht geven in degevolgen van beschadigingen in de hersenen op cognitieveactiviteiten zoals waarnemen en onthouden. Daarnaast kan bijbepaalde geneesmiddelen worden bekeken in hoeverre zij schadelijkzijn voor de cognitieve vaardigheden. Zo is recent vastgesteld datde angst voor beschadiging van het geheugen bij een bepaalde vormvan chemotherapie bij borstkanker, ongegrond is.

FC Donders

De Haan is trots op de recente ontwikkelingen bij psychonomie."In de jaren tachtig was de meer natuurwetenschappelijke kant vande psychologie kennelijk niet erg populair bij de machthebbers vande faculteit, maar daar is nu een kentering in opgetreden."Inmiddels hebben hij en zijn medewerkers een bloeiendresearch-centrum opgebouwd dat recent een pioniersubsidie en tweevernieuwingsimpulsen in de wacht wist te slepen. En als het aan DeHaan ligt zal het centrum in de wereldtop van het onderzoek naarwaarneming en geheugen gaan meedraaien.

Naast het goede onderzoeksklimaat ois misschien ook de goedesfeer in de groep een verklaring voor de successen. Als een van deweinige Utrechtse onderzoeksgroepen doen de psychonomen in dezaalvoetbalcompetitie van Olympos mee met een eigen team, waarinook De Haan zijn partijtje vol enthousiasme meeblaast. "Ons teamheet FC Donders", zegt hij lachend. "We zijn niet erg goed, maar denaam is wel heel toepasselijk, want Donders was in de negentiendeeeuw een van de eerste Utrechtse hoogleraren die is gaan kijkennaar de biologische aspecten van visuele informatieverwerking. Enwat is voor een voetballer nou belangrijker dan dat? Nog afgezienvan zijn twee voorletters is F.C. Donders dus ook vanwege zijnonderzoek een ideale naamgever voor een voetbalteam vancognitiewetenschappers."

Erik Hardeman

Tuinensoap is een beetje saai: "Al die stoelen, tafels en dan nog dat fonteintje'

Tuinensoap is een beetje saai: "Al die stoelen, tafels en dannog dat fonteintje'

"Vorig jaar mei vroeg een overbuurman ons of we mee wilden doenaan een tuinensoap van de NCRV", vertelt bewoonster en derdejaarsstudente geneeskunde Maaike. "Aangezien het in onze tuin zo'nenorme troep was dat we er nauwelijks konden zitten, hoefde ik nietlang na te denken. Elke verandering zou een verbetering zijn."Huisgenoot Rutger, zesdejaars student rechten en filosofie, stondiets sceptischer tegenover deelname. "Ik had niet zo'n zin om tweeweken lang continu gevolgd te worden door camera's. Verder leek hetme ook geen geweldig vooruitzicht om een paar weken in de troep tezitten."

Uiteindelijk wisten zijn huisgenoten Rutger toch over te halen.Ondertussen maakten de studenten in het aangrenzende studentenhuiszich meer zorgen over het financiele gedeelte. "Het eerste wat ikme afvroeg was hoeveel dit grapje ons zou gaan kosten," zegtRogier, vierdejaars student communicatiekunde. "Een mooie tuin isleuk, maar ik weet helemaal niet hoe lang ik nog in ditstudentenhuis blijf wonen." Zijn huisgenote Irma knikt instemmend."Ik ben net afgestudeerd en de kans is groot dat ik binnenkortergens anders ga wonen. Vandaar dat ik het eerste aanbod vanvijftienhonderd gulden per huis ook niet echt zag zitten."

De NCRV was begripvol en verlaagde de prijs voor de studentennaar driehonderd gulden per huis. "Dat komt neer op vijfenzeventiggulden de man", rekent Irma snel uit. "Dat is wel een enorm koopjegeweest. We hebben zelf wel twee weken lang een beetje meegeholpen,maar het meeste werk is gedaan door een hoveniersbedrijf. Diemannen zijn hier echt continu bezig geweest. Verder hebben we voornop een houten tafel gekregen, mooie stoelen en tuinverlichting.Dat koop je normaal echt niet allemaal voor dat geld hoor", lachtze vrolijk.

Onder leiding van een tuinarchitect werden concrete plannengemaakt voor de invulling van de studententuinen. "Het was voor onseen uitgemaakte zaak dat we een onderhoudsvriendelijke tuin wilden"vertelt Maaike, "want anders wordt het binnen de kortste keren weereen troep." Andere wensen van de studenten waren een watertje, eengezamenlijke zithoek en een plek om rustig te kunnen studeren.Oftewel een echte 'loungetuin'. "Tsja, zo heeft de NCRV hetgenoemd. Het klinkt lekker hip natuurlijk, dat vonden ze blijkbaarwel bij studenten passen."

Uiteindelijk is de tuin na twee weken ploeteren en zwoegenprecies geworden waar de studenten op hoopten. "We hebben een kleinfonteintje, een mooie zitplek, een paar bomen en het belangrijkste:alle oude stinkende troep is verwijderd", beschrijft Maaike. "Op degrond is expres niet gekozen voor gras of plantjes, maar voor grinten houtsnippers. Daar heb je helemaal geen omkijken naar." Ook deandere studenten praten enthousiast over het eindresultaat, behalvemisschien Rutger. "Ik vind de tuin best aardig geworden hoor, maarhet is wel erg vol" zucht hij. "Al die stoelen, tafels en dan ooknog dat fonteintje. Van mij had het wel iets minder gemogen."

Over de eerste aflevering van de tuinensoap die 12 januari werduitgezonden, zijn de meningen van de studenten verdeeld. "Ik kijknooit naar tuinenprogramma's en vond het een beetje saai" zegtRutger. "Wij kwamen de eerste aflevering trouwens ook helemaal nietin beeld." Het valt verder op dat de studenten het niet erg eenszijn met de benaming 'tuinensoap'. "Dat is een beetje uit de luchtkomen vallen, want het programma heeft helemaal geen kenmerken vaneen soap" zegt Maaike. "Het is eerder het zoveelstemetamorfoseprogramma, alleen dit keer niet met mensen maar mettuinen." Geen ruzies, rellen of liefdes in deze soap dus? "Neehoor" beaamt Rogier, "je ziet voornamelijk de ontwikkeling van detuinen. Het is en blijft natuurlijk wel een NCRV-programma."

Fleur Baxmeier

Buren, bulldozers en begonia's is elke zaterdagom 19.00 uur te zien op Nederland 1.

Het Minnertgebouw als decor voor opera Ravel: Prinses schrijdt over water

Het Minnertgebouw als decor voor opera Ravel: Prinses schrijdtover water

Regie-assistent Harm Langenkamp (21) is gespannen. Devierdejaars student muziekwetenschappen loopt stage bij deproductie van de korte opera en is al een jaar bezig met devoorbereidingen. "Het heeft al zoveel bloed, zweet en tranengekost", legt hij uit terwijl hij met twee treden tegelijk de trapoprent. "En er moet nog zoveel gebeuren." Vandaag vindt devoorgenerale repetitie plaats, de eerste doorloop van devoorstelling waarbij iedereen in kostuum aanwezig is.

'L'enfant et les sortileges' (vrij vertaald: het kind en detovenarijen) is een theaterstuk van 55 minuten, geschreven door deFranse schrijfster Colette en gecomponeerd door Ravel. De operadraait om een boos kind, dat genoeg heeft van huiswerk maken. Alshij kwaad door zijn kamer ijsbeert komen de objecten in de kamerineens tot leven. De meeste spullen zijn boos op het kind, dat zijnboeken verscheurde en de pendel uit de klok rukte. Tot levengekomen, laten ze hun boosheid merken.

Het UMA-orkest (Utrechtse Muziek Academie) nam het initiatief omdeze bijzondere opera op te voeren. PR-medewerkster BertheSchoonman: "De opera wordt bijna nooit helemaal geensceneerdopgevoerd. Er zijn achttien solorollen, er doet een gemengd koorvan ongeveer 30 personen en een kinderkoor aan mee en het orkestbestaat uit ongeveer 75 mannen en vrouwen die samen 93 instrumentenbespelen." Schoonman werkt voor Bureau Buitenland en werd gevraagdom mee te werken aan de productie. "Het was zo'n enthousiaste groepmensen en ik vond het zo'n leuk initiatief; daar wilde ik best tijdaan besteden."

De voorstelling wordt vanaf 23 januari in totaal negen keeropgevoerd. Na elke voorstelling is er een zogenoemde Ravelsalon. Debezoekers kunnen dan nader kennis maken met de verschillendefacetten van de voorstelling. Zo spreken de architect van hetMinnaertgebouw en de regisseur de bezoekers toe en zijn er na demiddagvoorstellingen speciale salons voor kinderen die danbijvoorbeeld zelf op het podium mogen lopen.

Op de speelvloer wordt druk heen en weer gelopen. De dirigentgeeft instructies aan het orkest. De fis moet wat langerdoorklinken. De fagotten laten hun stukje nog een keer horen.Enkele solisten zingen vast wat voor naast de dirigent. Anderenoefenen op het podium en verdwijnen daarna snel naar de schmink.Het kinderkoor dat meedoet bestaat uit groep 7 en 8 van deUtrechtse Kathedrale Koorschool. Ayla (11) en Free (12) zitten opde tribune te kijken naar de drukte. "Het is niet alleen zingen,maar ook dansen en toneelspelen" vertelt Free die het bijzondervindt om mee te doen aan een opera.

Dansende theepot

Universitair hoofddocent Arjen Vredenberg is inmiddels fulltimemet de productie bezig en heeft verlof opgenomen van zijn regulierebaan. Vredenberg is productieleider van de voorstelling. "Ik werkbij de faculteit Natuur- en Sterrenkunde als natuurkundige dus ikvind het natuurlijk geweldig dat de opera hier wordt opgevoerd. HetMinnaertgebouw is zo bijzonder, het leent zich uitstekend voor eentheatervoorstelling."

Tijdens de voorstelling wordt de hele ruimte op de eersteverdieping gebruikt. Uit de klavervormige loges komt een deel vanhet koor, over de stenen in het waterbassin komt de prinsesaangeschreden en de poes en de kater gaan af door langs de tribunenaar beneden te klauteren. Het magische verhaal wordt daardoor heeldynamisch.

De theepot heeft de wijduitstaande rok van zijn kostuum al aanen probeert de verhoging in het midden van de zaal op te klimmen.Daarbovenop moet hij dansen met het Chinese theekopje. Met eentweede trapje lukt het uiteindelijk omhoog te klauteren. Hijcontroleert of hij niet op zijn voering staat, komt overeind entrekt zijn rok recht. Nog maar een keer oefenen. In de kostuumkamerliggen nog twee andere kostuums op hem te wachten. Omdat de operazoveel rollen heeft, spelen de meeste solisten meer dan eenpersonage.

Harm Langenkamp heeft als stagiair vele taken. Hij is onder meerverantwoordelijk voor de rekwisieten. "Het kost zoveel tijd omdingen te vinden. Ik ben tijden op zoek geweest naar een witteknuffelpoes met een lange staart, waar het kind op moet gaan staan.Het lijkt makkelijk, maar ineens kun je nergens vinden wat jezoekt. Uiteindelijk is het me toch gelukt, daar ben ik wel trotsop. Maar ik ben nog steeds op zoek naar een klassieke, kunststofinktpot."

Het gemengde koor begint zenuwachtig te worden. De dertig ledenmoeten tijdens het moeilijkste zangstukje van de opera het podiumopstormen en een rol spelen. "Ze kennen de tekst uit hun hoofd,maar vergeten die als ze moeten acteren," zegt dirigent DirkjanHorringa. "De tekst is lastig, heel fragmentarisch. Dat leidtweleens tot frustatie." Horringa heeft zelf muziekwetenschappen inUtrecht gestudeerd en mocht in 1988 drs. voor zijn naam zetten. Hetgemengd koor dat meedoet aan de opera heeft hij bij elkaar'verzameld'. "Het is veel werk om alles voor elkaar te krijgen enik vind het ongelooflijk wat mensen er voor over hebben. Ze komenuit heel Nederland maar willen er gewoon bij zijn." Het gemengdekoor bestaat, net als het orkest, voornamelijk uit vrijwilligeamateurs. Dit in tegenstelling tot de solisten, die professionalszijn en dus ook betaald worden voor hun prestaties.

Student Humanistiek aan de Universiteit voor Humanistiek inUtrecht Kristien Zijderveld (22) zingt mee in het gemengd koor.Horringa dirigeert haar hobbykoor en vroeg aan de leden wie er meewilde doen. "Ik had wel zin in zo' n productie" vertelt Kristien."Het is de eerste keer dat ik op deze manier optreed in een grotevoorstelling. Het is wel moeilijk. Zingen en spelen tegelijk islastig en het koor is groot en log. Ik kende dit stuk niet eens, ikheb ook niks met opera want ik vind het meestal zo bombastisch.Maar dit stuk vind ik echt heel mooi."

Eva Houtsma

Meer info op http://www.booskind.nl. DeU-blad-kortingsbon is te vinden in de U-blad-bijlage 'U-Volgt' van6 december 2001

Kaarten zijn te krijgen via de volgendeverkooppunten:

*Uithof, hal Bestuursgebouw

Heidelberglaan 8, werkdagen van 11.30 - 13.00uur (vanaf 21 januari).

*AUB ticketlijn, http://www.uitlijn.nl tel 0900-0191(O,40cpm)

*VVV Utrecht

*en andere grote VVV kantoren.

Gouden voornemens van topsporters

De meest in het oog springende universitaire topsporter op ditmoment is schaatsprof en medicijnenstudent CARL VERHEIJEN. Zijngoede voornemen voor 2002 is een Olympische medaille. En datvoornemen is zeker haalbaar. Op 9 februari kan Verheijen zijn droomwerkelijkheid maken als in Salt Lake City de Olympische vijfkilometer wordt verreden.

Verheijen stelde afgelopen zondag in Heerenveen heel duidelijkzijn kandidatuur voor een medaille op die afstand. Hij won dewereldbekerwedstrijd ver voor de vaderlandse concurrentie. Tochwordt hij zelf niet euforisch van zo'n topprestatie. Heel nuchterzegt hij: "Als ik goed ben, heb ik heel veel kans om op het podiumte komen. Als het niet loopt, kun je zomaar achtste worden."

Verheijen was tijdens de spelen ook graag op de tien kilometeruitgekomen, want op die afstand is de buitenlandse concurrentieveel kleiner en zijn de medaillekansen groter. Vorig jaar werd hijin Salt Lake City zelfs al wereldkampioen op de langste afstand.Maar tijdens het veel besproken Olympisch kwalificatietoernooi werdhij afgebluft door Bob de Jong en net verslagen door Romme en deUtrechtse Uytdehaage. "Die nederlaag was een enorme domper. Ik ginger helemaal voor, maar ik had die dag net mijn benen niet en ik hadpech met de loting. Een week later zou de uitslag heel anders zijngeweest." Toch horen we Verheijen daar niet over klagen. "Had ikmaar harder moeten rijden. Nu heb ik maar een kans op olympischsucces. En de volgende krijg ik pas weer over vier jaar." Als hijin Salt Lake echter goed rijdt, mag hij ook meedoen aan hetWK-allround in Heerenveen. "En dat was eigenlijk pas eendoelstelling voor de komende jaren." Een ander goed voornemenbegint pas na het schaatsseizoen. Hij heeft met zijn nieuwe sponsorTVM, afgesproken om drie maanden per jaar aan zijn studie tebesteden. In april, mei en juni van de komende twee jaar zit hijdaarom achter zijn boeken om zijn doctoraal nog in het oudecurriculum te kunnen afronden.

Het nieuwe curriculum van geneeskunde achtervolgt ook roeierGEERT CIRKEL. Ook voor Cirkel wordt 2001 een bijzonder jaar. Cirkelmaakte twee jaar geleden deel uit van de Holland 8 die in Sydneybuiten de prijzen viel. Vorig jaar stapte hij in een dubbel vierdie op de wereldkampioenschappen een zilveren medaille scoorde. Metdrie van deze roeiers en een verse aanwinst is hij aan een nieuwproject begonnen. Ze proberen het dit jaar in een 'vierzonder'.

Zijn doelstelling is vooralsnog bescheiden. In september zijn dewereldkampioenschappen in Sevilla. Cirkel hoopt daar op eenfinaleplaats. De tweede plaats van vorig jaar biedt geen garanties."Degene die ermee gestopt is, was de beste. Bovendien is het altijdmaar afwachten hoe dat met zo'n nieuw project loopt, maar we haddenbehoefte aan een nieuwe prikkel. Een andere vorm van roeien. Dieandere twee jongens hebben tijdens de Olympische Spelen in Sydneyook al zilver gehaald. En je zoekt net zo lang tot je een kansrijkproject vindt. Als we nu een finaleplaats halen, hebben we eengoede positie om door te bouwen voor Athene."

En die Olympische Spelen van 2004 zijn een belangrijk doel voorCirkel die in Sydney al graag een medaille had gehaald. Voor eenOlympische medaille mag zelfs zijn studie wijken. Tot nu toe heefthet vele trainen hem nog geen minuut studievertraging opgeleverd.Hij loopt een jaar voor dat 'irritante' nieuwe curriculum uit. "Ikmoet wel. Ik heb geen buffer." Alleen voor de Olympische Spelen inAthene wil hij wel een uitzondering maken. "Dan zal ik misschienmijn co-schappen een beetje op moeten schuiven."

Zwemster SUZE VALEN, ook al geneeskunde-student, kan binnenkortaan Cirkel uitleggen of co-schappen met topsport te combinerenzijn. Zij begint in augustus aan die fase van haar studie. Hetcombineren van zwemmen en studie vindt ze haar belangrijkste enmoeilijkste doel voor 2002. Valen was zelfs van plan te stoppen alsze aan haar co-schappen moest beginnen. Haar zwemcarrire leek eenbeetje in het slop te zitten tot vorig jaar haar prestaties opeensverbeterden. Ze haalde een zilveren medaille op de Universiade inPeking en op het afgelopen EK-kortebaan in Sheffield schopte ze hettot de finale. Valen heeft voor dit jaar twee toptoernooien om zichop te richten. Ze gaat in april naar het WK-kortebaan in Moskou.Daar is ze bijzonder gelukkig mee, want ze is nog nooit eerder opeen 'WK-persoonlijk' uitgekomen En als ze vormbehoud toont, mag zekomende zomer ook nog meedoen aan het Europees Kampioenschap inBerlijn.

Ook voetbalster ANNEMIEKE GRIFFIOEN -die vorig jaar eveneenszilver haalde op de Universiade- krijgt dit jaar de kans om voorhet eerst aan een wereldkampioenschap mee te doen. Op dit moment iszij met het Nederlands vrouwenvoetbalteam in een zwaar, maarbeslist nog niet kansloos gevecht gewikkeld. Het team moet dekomende thuiswedstrijden tegen Engeland en Portugal winnen om eenstapje verder te komen in de kwalificatie. Wordt er ook nog vanDuitsland gewonnen dan lonkt zelfs rechtstreekse kwalificatie. Maardie kans is bijzonder klein. Dat WK in China is overigens niet heteinddoel, want de vrouwen hebben afgesproken om samen te blijventot de Olympische Spelen in 2004.

Ook met haar club Saestum staat Griffioen dit jaar voor eenmijlpaal. Als Saestum landskampioen wordt -en de vrouwen liggen opkoers- mag de club Champions League spelen. Vorig jaar misteSaestum heel teleurstellend de Champions League doordat het teamtweede werd in de Nederlandse competitie.

Verder wil Griffioen dit jaar afstuderen. Ze werkt al een aantaluren per week als onderwijskundig adviseur. Naast haar werk wil zezeker blijven voetballen. "Ik heb een hele flexibele werkgever diegelukkig ook van voetbal houdt."

Jurgen Swart

Corpshuis viert honderdste verjaardag: 'In huis is het nog steeds gezellig'

Corpshuis viert honderdste verjaardag: 'In huis is het nogsteeds gezellig'

Een doordeweekse dag in het pand aan de Oudegracht. Rond ditmiddaguur is het in de keuken behoorlijk druk. Een bewoner staateieren te bakken voor zichzelf en zijn vriendin. Een aantal zitfrisgewassen achter een bak koffie, een ander aantal wrijft gehezenin het huistenue (oude trainingsbroek en trui) de slaap uit deogen. Rosco de huishond kwispelt om aandacht. Lars 'Sliert' van deFliert, student geschiedenis, komt binnen. De 24-jarige heeftzojuist het kunstwerk opgehaald dat het huis aan de vereniging wilaanbieden ter ere van het honderdjarig bestaan. "Ik heb wel drieuur verhalen moeten aanhoren over alle technieken die diekunstenares gebruikte, maar daardoor kreeg ik wel een flinkekorting."

De huisgenoten bewonderen het stenen relief dat van hun huis isgemaakt. Ze speculeren of het kunststukje kans maakt een plaats tekrijgen aan de muur van De Kroeg, zoals de societeit van het USCwordt genoemd. Van de Fliert: "Anders hangen we hem gewoon hierthuis op". De muren van de gemeenschappelijke keuken zijn al bedektmet aandenkens aan het huis en de bewoners. Talloze foto's vankerstdiners door de jaren heen, posters van feesten uitverschillende decennia op De Kroeg en op een van de keukenkastjeshangt een poster met alle huishonden van corpshuizen. "Elk jaar iser op De Kroeg een hondenborrel. Daarom hebben we natuurlijk ookzo'n grote hond, je kunt niet met een tekkeltje aankomen", zegtMarinus 'Schwanz' van der Hooft (25), student geneeskunde. Omrustig tot een goed gesprek te komen, moet je duidelijk niet in dekeuken zijn. Steeds lopen andere huisgenoten in en uit. Een jongenkomt net terug van de wintersport. "Het was super relaxed. En nudrie keer per week onder de zonnebank om bij te bruinen."

In een kamer van een van de huisgenoten is het rustiger. Eenoude koffer vol foto's, dagboeken en briefkaarten (het huisarchief)wordt erbij gepakt om de rijke traditie van het huis aan te tonen.De geschiedenis van OG 345bis - zoals het huis bekend staat - wordtgekoesterd. "Dit is een van de meest strenge huizen van het corps'"zegt Van der Hooft. Toen hij hier vijf jaar geleden kwam wonen, washij zich amper van al de huisregels bewust. "Voor ik hier kwamwonen, had ik al een kamer. Toen iemand me had aangeraden in eencorpshuis te gaan wonen, wist ik van tevoren niet wat me te wachtenstond. Maar als er al dertien gasten wonen, ben jij degene die jeaan moet passen." Ook voor Van de Fliert gold dat. "Ik was er voormijn studie nog niet echt mee bezig dat ik in dit huis wilde wonen.Ik logeerde hier tijdens de UIT-dagen. Toen was het heel gezellig.Tijdens de ontgroening was dat behoorlijk anders. Echt even eenkoude douche."

De opvatting over wonen in een traditioneel huis is duidelijk:je vindt het leuk of niet leuk en vind je het niet leuk, dan ben jezo vertrokken. Het gebeurt dan ook regelmatig dan een bewonerweggaat. "Het eerste jaar was toch wel een grote shock", zegt Peter'Pino' Vogels (22), student rechten. "Je bent samen met de andereeerstejaars de huisjongsten. Dan moet je alles in huis organiseren.Het is soms vervelend, maar als je gewoon je werk doet, ben je vanhet gezeur af. En natuurlijk is iedereen huisjongste geweest. Na jeeerste jaar ben je daarvan af."

Het belang van wonen in een gaaf huis, werd hun alledrie al snelduidelijk. "Je hebt niet zoveel verplichtingen bij het corps,alleen het eerste jaar is heel intensief. Dan zit je veel op DeKroeg, moet je een jaarclub vormen en word je ook echt door jehuisgenoten naar de societeit geschopt." In de hierarchie binnenhun vereniging staat het huis op nummer een, dan de jaarclub, dancommissiegenoten en vervolgens losse mensen die ze op de verenigingleren kennen. Van der Fliert: "Ik ben inmiddels niet meer zo'ncorpsfan, maar in huis vind ik het nog steeds heel gezellig."

Een rondleiding door het huis leert dat de gangen en kamersopvallend netjes zijn. Hoewel de kamers allemaal behoorlijk grootzijn, zijn de kamers rond de keuken het minst geliefd. Van derHooft: "Dat heeft vooral met lawaai te maken." Het zijn de kamersvan de huisjongsten. Die mogen officieel geen sloten op de deurenhebben en er hangt op een van de kamers een dartbord waarmee allehuisgenoten zich vermaken. Schoonmaken wordt door alle bewonersgedaan, en grondig ook. Anders hoor je het wel op dehuisvergadering. De boete is standaard het aanschaffen van eenpornoboekje voor op het toilet. "We hebben nu eenmaal viezerikenhier in huis", zegt Van der Hooft.

"Natuurlijk zijn er in huis allerlei grappige en nuttelozetradities", zegt hij, "maar in principe zijn er ook gewoon heelveel praktische regels die ervoor zorgen dat je in een huis goedsamen kunt leven en elkaar minimaal tot last bent. Het is altijdduidelijk wie wat moet doen en je kunt daar ook op aangesprokenworden. En al zijn de regels nog altijd dezelfde als jaren geleden,er wordt wel soepeler mee omgesprongen."

Het intensieve sociale leven in huis beknelt deze studentenniet. "Het is in de keuken altijd druk, maar je kamer is echt jeeigen plek", zegt Van der Fliert. En Van der Hooft merkt schertsendop: "We zijn hier soms net een gezinnetje. Maar de regel is datalles wat in huis besproken wordt, binnenskamers blijft. Anders kunje elkaar echt gek maken." Vogel: "Vaak hoor je dat mensen vanbuitenaf het a-relaxed vinden om zo te wonen, maar je kiestervoor."

Omdat ze vooral vrienden hebben binnen de eigen club, hebben debewoners ook geen last van de vooroordelen die er heersen overcorpsballen. "Het idee dat hier tot diep in de nacht wordt gezopen,is echt een fabeltje", zegt Van der Hooft. "Veel vooroordelen zijnmisschien ook wel waar. Wij drinken veel op De Kroeg. Dertig bierhalen we dan wel op een avond. Maar hier in huis gaan er per weekniet veel meer dan twee kratten bier op." Maar natuurlijk kent ookhij talloze anekdotes over feesten en drank. "Twee jaar geleden bijhet kerstdiner is er nog iemand uit het raam gevallen. Maar datzijn verhalen die steeds weer herhaald worden."

Hoewel zij in het dagelijks leven dus niet veel merken vankritiek op hun lullo-imago, heeft Van de Fliert er wel een meningover. "Wij krijgen vaak te horen dat we vooroordelen over anderenhebben, maar dat valt reuze mee. Andersom is het zeker zo erg." Zedrijven zelf ook graag de spot met hun Timberlandsschoenen,huisdassen en taalgebruik. Veel contacten met andere mensen dancorpsleden hebben ze doorgaans niet. Ook de huisvriendinnen komenveelal uit dezelfde gelederen. Een meisje uit Leiden, een vanVeritas en zeven vrouwen van het vrouwencorps UVSV. "Je hebtveertien man in huis, dan nog achttien jaarclubleden en nog anderemensen die je kent van de kroeg. Dan ben je toch minder geneigd ombijvoorbeeld bij werkgroepen contacten te gaan leggen", zegt Vogel."Maar stel dat je een half jaar weg bent, dan is het volgens mijnet als bij andere studenten. Dan bel je ook gewoon de drie of viergoede vrienden die je hebt als eerste."


OG 345bis

Oudegracht 345 bis werd in 1902 een studentenhuis. Toentertijdwoonden er drie tot vier studenten in bij een hospita. Dat was indie tijd verplicht. Later werd de inmiddels tot legendegebombardeerde mevrouw Van Kooten de hospita. In de jaren vijftigkocht opa Pulles het huis waar zijn zoon en later ook zijnkleinzoon woonden. Pas veel later werd het pand overgenomen door deSSH (Stichting Studenten Huisvesting), onder de voorwaarde dat destudenten zelf hun huisgenoten mochten kiezen.

In het huis wonen standaard veertien bewoners en een huishond.Iedereen mag vijf, maximaal zes jaar blijven wonen. In de zomerschuiven de tweede tot zesdejaars bewoners allemaal door naar eenbetere kamer, zodat de minst geliefde kamers vrijkomen voor twee ofdrie nieuwe eerstejaars bewoners. Deze worden democratisch gekozen.Deze huisjongsten doen alle huisboodschappen, brengen het oudpapier en vuilnis weg en verzorgen de huishond. Daarna leggen zijeen 'huistentamen' af en als zij genoeg van het huis blijken teweten, zijn het echte huisgenoten geworden. Na zes jaar wonen op deOudegracht vertrekken huisgenoten naar een eigen woning, of trekkenin een ouwe-lullen-huis van het USC. Wie twee jaar niet meer dan 21studiepunten haalt, moet het huis ook verlaten. Stipt om zeven uurwordt er gegeten, de huisoudste neemt de eerste hap voordat de restbegint. Boven de eettafel hant een portret van mevrouw vanKooten.

Christie Hofmeester

Utrechtse geologen 'vechten' tegen de Mobiele Eenheid: 'Vandaag gaan jullie rotzooi trappen'

Utrechtse geologen 'vechten' tegen de Mobiele Eenheid: 'Vandaaggaan jullie rotzooi trappen'

Dinsdagochtend, half elf. In de bestuurskamer van de UtrechtseGeologen Vereniging (UGV) hangt een ontspannen sfeer. Er wordtenthousiast gesproken over de dag die komen gaat. Vandaag gaan degeologiestudenten de ME tegenspel bieden. Meer dan dertig studentenhebben zich aangemeld voor een middagje vrijwillig relschoppen inOssendrecht, West-Brabant.

Steven (22), bestuurslid van de UGV, legt uit: "Het plan om meete werken aan oefeningen van ME'ers in opleiding speelt al eentijdje. Toen studentenvereniging Unitas, die het avontuur eentijdje terug heeft ondernomen, positieve verhalen vertelde,besloten wij ons ook aan te melden."

Alle vrijwilligers lijken zich oprecht te verheugen op de blauweplekken. Een dagje bij de ME is immers niet geheel zonder risico.Natuurlijk zal er niet echt gevochten gaan worden, maar eenschrammetje hier en daar behoort op zijn minst tot demogelijkheden. De buschauffeur ziet de ironie er wel van in. "Ikheb nog nooit zulke blije gezichten gezien van mensen die zich inelkaar laten slaan." En: "Dat jullie het weten, ik heb geenEHBO-doos aan boord."

Na een rit van anderhalf uur naderen de geologen in opleidinghet politie-instituut in Ossendrecht. Na een korte zoektocht kunnende voorbereidingen gaan beginnen in het hoofdgebouw. In de halhangt een wel heel aparte vorm van decoratie. Een glasplaat, waaringaten en barsten zijn geschoten, siert de muur.

Mietjes

"Vandaag gaan jullie rotzooi trappen", begint Hans, debegeleider van de dag z'n verhaal. "Je bepaalt zelf wat jeincasseert. Als je je uitdagend gedraagt, kan je wellicht een knalmet de knuppel verwachten." De studenten lachen. Aan drieoefeningen zullen ze meewerken. In nagebouwde wijkjes moeten ze deME het leven zuur proberen te maken.

Aangekomen op de relplek, een grauw dorpje, liggen grote mandenmet blokken hout klaar, waarmee op de agenten gegooid mag worden.Ook ligt er ruim voldoende materiaal om enkele barrires op tewerpen. Hiermee moet de doorgang van de ME'ers versperd worden.Banden, grote tonnen en houten spaanders: alles mag gebruikt wordenom de muur tegen de ME zo hoog mogelijk op te bouwen. Het doel vande agenten is, de relschoppers zo georganiseerd mogelijk het dorpuit te drijven.

Dan wordt het spannend. De piepende banden van de ME-busjesverraden de komst van de agenten. De meeste studenten zijnzichtbaar opgeladen voor het naderende geweld. De houten blokkenworden stevig vastgeklemd als de lijn ME'ers dichterbij komt. Heteerste blok vliegt door de lucht, al snel gevolgd door een houtenregen. 'Zijn dit nu nette studenten?', zie je de ME'ers zichafvragen.

Eerst worden de houten blokjes met een boogje geworpen, maar danbeginnen enkele studenten het hout vanaf slechts enkele metersafstand keihard naar de agenten te smijten. Steeds meer studentenwagen zich wel heel dichtbij de boze gezichten. De blauwe lijn komtsteeds dreigender naar voren. Toch blijft de sfeer ontspannen. Hetgeologenlied wordt ingezet. Iedereen jelt mee. "Mietjes, kom danals je durft", klinkt luid uit de groep.

De ME'ers besluiten dat het genoeg is geweest. Razendsnelverplaatsen ze zich in de richting van de studenten. De stoerejongens die vooraan stonden, worden door een knuppel op de ruggeraakt. De rest ontkomt aan de charges van de brigade.

Begeleider Hans is niet geheel tevreden met de eerste oefening.Hij raadt de studenten af om de blokjes van een korte afstand tegooien. "Dat zal in de werkelijkheid ook niet gebeuren", is zijnmotivatie. De studenten besluiten zijn advies op te volgen. Zezullen zich tijdens de komende oefeningen iets meer op de vlaktehouden.

Tijdens de tweede oefening verspreiden de geologen zich in desteegjes van het spookachtige dorpje. Hier krijgt Douwe (24), oudbestuurder van de UGV, het voor elkaar om een agent zijn knuppel teontfutselen. Hij moet het bekopen met een schop in zijn gezicht.Douwe glundert van trots als hij z'n bloedlip aan zijnmedestudenten toont. Iedereen heeft zichtbaar lol in hetrelschoppen. "Dat geweld zo leuk kan zijn", wordt er enthousiastgeroepen.

Na nog enkele felle oefeningen is het tijd voor de terugreis. Inde bus volgt de ontlading. Stoere verhalen passeren de revue. Alsafsluiting van de dag reikt het bestuur nog een fles Bokma uit aande meest heldhaftige relschopper. Douwe wint met vlag enwimpel.

Pim Sedee

Onderzoek naar ouderdomsdiabetes onder 316 paren van broers en zussen: 'Zitten, vet eten, en genen'

Onderzoek naar ouderdomsdiabetes onder 316 paren van broers enzussen: 'Zitten, vet eten, en genen'

In Arizona wonen Pima-indianen die tweeduizend jaar eenrondtrekkend leven leidden maar in de vorige eeuw de geneugten vaneen Westerse levenstijl ontdekten. Van landbouw tot auto's enhamburgers. Daar betalen ze een hoge prijs voor: vijftig procentvan de bevolking heeft ouderdomssuikerziekte, het hoogstepercentage ter wereld. Bij stamgenoten in Mexico die detraditionele levensstijl trouw zijn gebleven, komt de ziektenauwelijks voor. De combinatie van genetische vatbaarheid voorsuikerziekte en vet eten met weinig bewegen is de verwesterdePima-indianen fataal geworden.

"In Nederland is ouderdomssuikerziekte de belangrijkste oorzaakvan blindheid, voetamputaties en nierfalen bij ouderen", zegtmedisch bioloog Jonathan van Tilburg, aio bij de divisie MedischeGenetica van het UMC.

Wereldwijd lijden 150 miljoen mensen aan ouderdomssuikerziekteen dit aantal verdubbelt de komende twintig jaar. De patientenleven vooral in het Westen. "Het is een welvaartsziekte", zegt VanTilburg. "Slechte voeding, te vet eten, en te weinig bewegen zijnde belangrijkste oorzaken van diabetes type II. Maar de grootsterisicofactor is ouder worden. Vanaf een leeftijd van tachtig heb jeal een kans van vijftien procent om de ziekte te krijgen."

Broers

Om twee redenen ligt het voor de hand dat ouderen meer kanshebben op de ziekte. Ten eerste hebben de slechteomgevingsinvloeden, zoals vet eten en weinig bewegen, langerinvloed gehad op het lichaam. Bovendien bewegen gepensioneerdenmeestal nog minder dan tijdens hun arbeidzame leven.

Hoewel ouderdomssuikerziekte - zoals de naam al doet vermoeden -vooral bij ouderen voorkomt, is de trend dat mensen de ziektesteeds eerder krijgen. "Tegenwoordig krijgen mensen een auto van dezaak. 's Ochtends rijden ze naar hun werk en gaan achter hun bureauzitten. 's Avonds rijden ze weer terug en vallen thuis op de bank",zegt Van Tilburg. "Tien jaar geleden was dat patroon van minderbewegen en sporten nog niet zo sterk. We worden steedsimmobieler."

Wat met de Pima-indianen gebeurd is, vindt nu op grotere schaalplaats in de Westerse samenleving. Suikerziekte is 'booming'. Uithet geval van de Pima-indianen blijkt het belang van omgeving engenetische achtergrond. De vraag is natuurlijk: welke genen leidensamen met vet eten tot suikerziekte?

Van Tilburg probeert met subsidie van het Diabetesfonds eenstukje van de genetische puzzel op te lossen. Samen met PeterPearson en Cisca Wijmenga van de afdeling Medische Genetica enUMC-internist Timon van Haeften heeft hij 316 paren van broers enzussen onderzocht die allebei ouderdomssuikerziekte hebben. Doorhun DNA te vergelijken probeert hij erachter te komen welke stukkenverband houden met suikerziekte.

Van Tilburg ging uit van 290 bekende merkpunten die voorkomen inhet menselijk DNA. Bij de suikerziekte-paren bracht hij van beidepersonen in kaart welke merkpunten in hn DNA zaten. De kans dat eenbroer en een zus van hun ouders allebei eenzelfde stuk DNA metbepaalde merkpunten erven is een half. Als nu blijkt dat 'heelveel' broer-zus-paren met suikerziekte een bepaald stuk DNA'allebei' hebben, dan heeft dat stuk DNA kennelijk iets te makenmet een eigenschap die beide individuen hebben: suikerziekte.

Zo ontdekte Van Tilburg drie regio's in ons erfelijk materiaaldie verband houden met suikerziekte. "Al deze gebieden hebbenandere onderzoekers in andere landen ook al gevonden", zegt hijtevreden. "Dat maakt het heel aannemelijk dat daar genen liggen dieinvloed hebben op suikerziekte."

Vetzucht

Een van de drie gebieden, op chromosoom 18, is extrainteressant. Uit Fins/Zweeds onderzoek blijkt dat als de patienteningedeeld worden naar gewicht, het statistische verband tussen hetstuk DNA en suikerziekte veel sterker wordt. "Ik heb ook dedikkerds, de dikste twintig procent van de onderzoeksgroep, apartgeanalyseerd en bij mij wordt het verband ook sterker", zegt VanTilburg. "Dat kan betekenen dat daar op het DNA een gen ligt datonder invloed van vetzucht suikerziekte veroorzaakt of doorsuikerziekte obesitas in de hand werkt." De volgende stap van VanTilburg is dan ook om uit te zoeken of de 'body mass index', eenmaat voor dikheid, in verband te brengen is met suikerziekte.

Het gen voor suikerziekte bestaat overigens niet. "Het is eencomplexe aandoening die veroorzaakt wordt door meerdere genen enmeerdere omgevingsfactoren", zegt Van Tilburg. Bovendien is hetgeen simpele aan-uit kwestie. "Stel dat er tien genen betrokkenzijn bij diabetes", zegt Van Tilburg. "En zeg dat persoon A vanwegeeen variatie in gen 1 suikerziekte krijgt. Persoon B kan dezelfdevariatie hebben, maar als hij in gen 6 tot en met 10 ookafwijkingen heeft, hoeft hij toch niet ziek te worden." De etnischeachtergrond kan ook nog uitmaken. Een genvariatie die bij eenPima-indiaan diabetes veroorzaakt, hoeft dat niet te doen bij eenkaukasier door de 'beschermende' werking van de rest van deerfelijke eigenschappen.

Voorspellen op basis van DNA of iemand het risico looptsuikerziekte te krijgen is dus nog niet mogelijk. Maar het is welwaar de geneeskunde heen wil. Van Tilburg: "Het zou mooi zijn alsje bij je geboorte te horen kreeg of je een kans maakt diabetes tekrijgen. Met een vetarm dieet en door veel te sporten zou je dan dekans daarop enorm kunnen verkleinen."

Rinze Benedictus


Suikerziekte

In Nederland lijdt 2,5 procent van de bevolking aanouderdomssuikerziekte, diabetes mellitus type II. Bij deze mensenproduceren de betacellen in de alvleesklier te weinig insuline enreageren cellen die suiker moeten opnemen slecht op insuline. Omdathet hormoon ervoor zorgt dat na het eten suiker uit het bloed wordtopgenomen, loopt bij diabeten de glucosehuishouding van twee kantenin de soep waardoor de suikerspiegel in het bloed stijgt.

Dat heeft nare gevolgen. De bloeddruk stijgt, aders verkalken,wonden genezen slecht, de nieren gaan ontsteken en het periferezenuwstelsel wordt aangetast. Gevolg: verlies van fijne tastzin envan pijnwaarneming. Door het verlies van pijnsensatie stotenpatienten vaker hun benen en voeten. De blauwe plekken en wondendie zo ontstaan, helen weer slecht. Diabetici kampen daardoor vaakmet chronische ontstekingen van de voeten. Ook kleine bloedvaatjesin het oog hebben te lijden onder de hoge glucosespiegel.Uiteindelijk gaan de vaatjes kapot en wordt de patient blind.

Het is niet duidelijk hoe suikerziekte ontstaat. Derisicofactoren zijn wel bekend, vooral overgewicht vergroot de kansop de ziekte enorm. Het lijkt erop of jarenlang te vet eten een tezwaar beroep doet op de insulineproducerende cellen die deglucosehuishouding sturen. Uiteindelijk geven de cellen de moed open ontstaat suikerziekte.

Sommige wetenschappers zien de vatbaarheid voor suikerziekte alseen aanpassing aan tijden van wisselvallige voedselvoorziening.Insuline zorgt namelijk voor het opnemen van suiker en het snelbeschikbaar maken van energie. Zijn tegenhanger glucagon, dieautomatisch de overhand krijgt als er te weinig insuline is,stimuleert juist de aanmaak van vetten. Dat is energie opslaan voorlater gebruik.

Van Tilburg: "Er is een hypothese die zegt dat het in tijden vanschaarste nuttig is om als het ware aan suikerziekte te lijden. Hetlichaam zorgt er op die manier voor dat als er een beetje eten is,dat meteen wordt opgeslagen. In de evolutie van de mens was dat eenhandige eigenschap. Tegenwoordig is er eten in overvloed en komt deschaarste maar niet."

Minister Loek Hermans over het Calimerogevoel: 'Niet weglopen voor keuzes maar de concurrentie aangaan'

Minister Loek Hermans over het Calimerogevoel: 'Niet weglopenvoor keuzes maar de concurrentie aangaan'

Net als de vorige drie jaar ging de Kamerbehandeling van deonderwijsbegroting deze maand vooral over het basis- en voortgezetonderwijs. Is het hoger onderwijs nog steeds een politiekstiefkindje?

"Die achterstelling van het hoger onderwijs is meer eenCalimero-gevoel dan realiteit. Er is de afgelopen jaren veelgedaan. In het regeerakkoord van 1998 had onderwijs als geheelprioriteit, maar op het hoger onderwijs werd 600 miljoen bezuinigd.Toch is er daarna fors genvesteerd. Zo is er in hetwetenschappelijk onderzoek extra geld voor de Vernieuwingsimpuls.Incidenteel en structureel."

Het hoger onderwijs loopt dus gelijk op?

"De politieke discussie gaat tot nu toe vooral over hetfunderend onderwijs. Maar daar moest ook veel gebeuren. Ik vind weldat het hoger onderwijs mee moet delen in de extra financieleruimte. Want je kun geen uitstekend funderend onderwijs hebben enslecht hoger onderwijs. Evenmin als andersom."

Is het hoger onderwijs wel zo uitstekend? Er wordt veelgeklaagd over de hoge werkdruk en het gebrek aan jongedocenten.

"Dat is ook het politieke seizoen. Wie zich niet laat horen,krijgt niets. Maar het hoger onderwijs moet ook prioriteitenaangeven. Een algemene claim van twee miljard wordt nietgehonoreerd, dat kan ik u nu al vertellen. Ik heb overigens extrageld beschikbaar gesteld voor personeel; instellingen moeten dieruimte dan ook gebruiken. Wie op eigen benen staat, moet zelfkeuzes maken. Je kunt Zoetermeer niet overal de schuld meer vangeven."

Is het niet zorgelijk dat veertig procent van de docenten 50+is? Terwijl er nu nauwelijks doorstroom is?

"Natuurlijk. Maar je moet flexibel met de mogelijkheden omgaan.Jong gepromoveerden kunnen bijvoorbeeld een dag per week in dienstblijven voor onderzoek, terwijl ze aan de middelbare schoollesgeven. Dan staan ze straks klaar zodra er vacatures komen."

Klagende instellingen vinden nog wel eens een gewillig oorbij de Tweede Kamer.

"Dat is waar. Maar ook daar geldt: meer eigenverantwoordelijkheid voor de instellingen. Dus als de universiteitLeiden ervoor kiest om biologie te sluiten en daarvoor samenwerkingte zoeken met andere universiteiten, dan is het antwoord opKamervragen voor behoud van de opleiding: neen."

Met uw wetsontwerpen over bachelors-masters ('bama') en hetkeurmerksysteem in het hoger onderwijs staan er nog flinkeonderwerpen op de agenda. Wordt dat niet lastig zo kort voor deverkiezingen?

"Vier jaar is kort. Je legt een wet niet zomaar in de Kamer.Daar gaan beleidsnota's aan vooraf. Naast de Raad van State moetenwij bovendien langs de Onderwijsraad. Plus gecompliceerde zaken alsartikel 23, de vrijheid van onderwijs. Maar bij de EersteKamerbehandeling bleek over die keurmerken een grote consensus tebestaan. Voor bama geldt hetzelfde, misschien wel unanimiteit."

Het is voor bama kort dag. Er komen steeds meer klachten vanmensen die zich een slag in de rondte werken om de invoering inseptember te halen. Had het niet moeten wachten?

"Integendeel. De druk komt er pas op als iets echt moet. Met deverkiezingen ben je zo weer een jaar verder. Dan heb je totinvoering in 2010 geen enkele speelruimte meer. Bovendien kregen wealtijd het verwijt achter Europa aan te hobbelen. Nu willen anderelanden ons accreditatiesysteem al overnemen. Ik zit liever aan hetstuur dan dat ik lijdzaam volg."

Een belangrijk discussiepunt is verder het onderscheid tussenhbo en wetenschappelijk onderwijs. Is dat in het bama-stelsel geenachterhoedegevecht?

"Voor fusies van hbo- en wo-instellingen wel. Maar de tweedelingtussen de twee soorten opleidingen moet er blijven, want desamenleving vraagt er om. De werkgevers van VNO/NCW pleiten zelfsvoor herinvoering van de verschillende titulatuur.""

Is minister Hermans in voor nog vier jaar Onderwijs?

"De VVD moet eerst in het kabinet komen, en men moet mij vragenvoor onderwijs. Maar los daarvan: persoonlijk weet ik nog nietzeker of ik verder wil. Want ik ben al heel lang actief in delandelijke politiek. Aan de andere kant: het hoger onderwijsbeleidwordt de komende jaren wel interessant, met discussies over degrenzen van het overheidshandelen. Wat doe je met buitenlandsespelers op de Nederlandse markt, welke strippenkaart geef je destudent? Daar wil ik best nog vier jaar mee bezig. Zie daar tweezielen in een borst. De komende weken wil ik zelf de afwegingmaken."

Thijs den Otter en Wilmar Kortleever(HOP)


Hermans kan niet spellen

Of het nu de 'chipolatapudding' was of de 'geciseleerde etagre'die hem fataal werd, onderwijsminister Hermans was opmerkelijk snelvertrokken uit de vergaderzaal van de Eerste Kamer. Krankjorumewoorden natuurlijk, waarvan hij schoorvoetend toegaf er elf meerverkeerd gespeld te hebben dan de gemiddelde deelnemer. En diescoorde bij Het Groot Dictee der Nederlandse Taal 31 fouten.

In de aanloop naar de verkiezingen was een goed resultaataardige reclame geweest voor de bewindsman. Niettemin was deelnameaan de jaarlijkse slachtpartij hem vanwege het hoge afbreukrisicodoor al zijn dierbaren ontraden. Maar Hermans nam afgelopen maandagonverschrokken plaats in de banken van de Senaat.

De gehoopte stunt bleef uit. Boze tongen beweerden in deochtendbladen zelfs dat de 'rococoachtige kalligrafieen' van debewindsman meer dan vijftig onvolkomenheden vertoonden. Eenwoordvoerder laat desgevraagd weten dat Hermans' werkstuk nietonder de Wet op Openbaarheid van Bestuur valt, "omdat hij het nietop het ministerie heeft geschreven."

Wieland van Dijk (HOP)

Schaatscrack Carl Verheijen: via Heerenveen naar Salt Lake City

Schaatscrack Carl Verheijen: via Heerenveen naar Salt LakeCity

'Vorig jaar viel alles op zijn plek'

Toen Carl Verheijen drie jaar geleden besloot zich vooral op hetschaatsen te richten en zijn studie op een laag pitje te zetten wasdat allerminst een gemakkelijke keuze. De student geneeskunde waseen goede subtopper in het Nederlandse langebaanschaatsen, maarniet veel meer dan dat. "Ik zette een veilige carriere als arts ophet spel om te slagen in de topsport. Maar ik moest wel, al mijnconcurrenten waren fulltime bezig."

Vorig jaar volgde uiteindelijk de beloning. De student-schaatserwerd op de Olympische baan van Salt Lake City wereldkampioen op detien kilometer, na eerder in hetzelfde toernooi al tweede te zijngeworden op de vijf kilometer. Sindsdien mag hij zich tot deabsolute cracks van het internationale schaatsen rekenen. "Vorigjaar viel alles op zijn plek. Het was een optelsom van kleinedingen. Geen ziekte, geen blessures, het zat goed in mijn hoofd;alles klopte."

Wereldkampioen Verheijen heeft nu een nominatie voor de Spelenop zak, maar garanties worden in de Nederlandse schaatswereld nietgegeven. Hij zal tijdens de selectiewedstrijden dit weekeinde inHeerenveen gewoon bij de beste drie moeten rijden op de vijf of detien kilometer wil hij in februari aan de start staan.

Toch vindt Verheijen dat de kwalificatie dit keer beter isgeregeld dan bij voorgaande gelegenheden. "We hebben in Nederlandnu eenmaal een luxe-probleem. Daar wordt nu eindelijk goed meeomgegaan. Iedereen weet wanneer het echt moet gebeuren. Voorheenmoesten schaatsers wel zes keer per jaar pieken om uiteindelijkkort voor een WK of Olympische Spelen alsnog een allesbeslissendeselectiewedstrijd te moeten schaatsen. En als het er dan echt opaankwam zat iedereen kapot."

Zuurstof

Voor de sporter die deelname aan de Spelen in Nagano op hetnippertje misliep zou met de kwalificatie voor Salt Lake City eendroom uitkomen. "Dat is toch wat elke schaatser wil bereiken, waarje het eigenlijk allemaal om doet en waarop je ook wordtafgerekend. Salt Lake City is bovendien een snelle baan, diebehoorlijk hoog ligt. Dat is in mijn voordeel. Ik kan heel goedtegen een tekort aan zuurstof. Maar om eerlijk te zijn denk ik nualleen aan Heerenveen. Verder vooruitkijken wil ik niet."

Tot voor kort verwachtte Verheijen nog dat hij zich na eenOlympische deelname weer op zijn studie zou gaan richten, maar ookvolgend jaar zal de schaatser Verheijen op topniveau terug tevinden zijn. Zijn ploeg die nu nog is verbonden aan de schaatsbonden waarvan ook zijn vriendin, de sprintster Andrea Nuyt, deeluitmaakt gaat volgend jaar collectief over naar de nieuwe sponsorTVM.

Trainer Kemkers zei onlangs dat vooral Verheijen en UtrechterJochem Uytdehaage hun sportieve hoogtepunt moeten bereiken tijdensde Olympische Spelen van 2008 in Turijn. "Er zijn nog genoegambities om te verwezenlijken", meent ook Verheijen.

Dat TVM behoorlijk met de geldbuidel heeft gezwaaid is volgensVerheijen een aardige bijkomstigheid. "Maar mij gaat het er vooralom dat de faciliteiten en de begeleiding in orde is. Ik heb er niksaan om met een dikgevulde portemonnee thuis op de bank naar degrote toernooien te moeten kijken."

Toch is de geneeskundestudent vastbesloten af te studeren. Metde nieuwe sponsor en de coaches heeft hij inmiddels goede afsprakenweten te maken om toch zijn doctoraalprogramma te voltooien. Op deijsbaan probeert Verheijen de concurrentie voor te blijven, in zijnstudie wordt hij achtervolgd door het nieuwe curriculum. Verheijenhoopt vooral in het voorjaar tijd te vinden om te studeren. "Ik hebhet nu zo geregeld dat ik in die periode niet meega optrainingskampen, maar hier in Nederland mijn trainingsprogrammaafwerk en tegelijkertijd vakken volg."

De binding met de universiteit is er altijd gebleven. Afgelopenvoorjaar verscheen Verheijen nog op posters om studenten op teroepen te gaan stemmen voor de u-raad. Het voelde als een moreleverplichting, want Verheijen laat niet af de ondersteuning van deuniversiteit en haar studieadviseurs te bejubelen. "Zonder diemensen zou het me echt niet lukken. Nu wordt er weer eenpersoonlijk studiepad voor me uitgestippeld. Alleen al voor hen wilik net even harder mijn best te doen."

Xander Bronkhorst

Internet: http://www.carlverheijen.nl/


Records

Persoonlijke records:

500 m..........37,40..........Calgary...........03-03-2001

1000 m..........1.12,54..........Calgary..........24-02-2001

1500m..........1.49,56..........Calgary...........21-03-1999

5000m............6.22,08..........Calgary...........02-03-2001

10.000 m............13.12,49............Salt LakeCity...........11-03-2001

Beste prestaties:

WK-Afstanden

2001 Salt Lake City, 1e tien kilometer en 2e vijf kilometer

NK-Afstanden

2001 Den Haag, 1e tien kilometer

NK-Allround

1998 Deventer, 2e eindklassement