Achtergrond

'Tijdschrift voor Absurdistische Geografie' neemt geografie op de hak: 'Er is meer absurditeit in de echte wereld dan je zou denken'

'Tijdschrift voor Absurdistische Geografie' neemt geografie opde hak: 'Er is meer absurditeit in de echte wereld dan je zoudenken'

"Tja, hoe kom ik op ideeen?", peinst Daniel van Middelkoop,vierdejaars student sociale geografie en een van de redacteuren vanhet 'Tijdschrift voor Absurdistische Geografie' (in de wandelgangen'de TAG'). "Eigenlijk kan alles een inspiratiebron zijn. Mijnbijdrage aan de laatste TAG is ontstaan toen ik de scooter van mijnbroertje had geleend om wat in de buurt rond te crossen."

Van Middelkoops 'mobiliteitsimpotentie onder hanggroepjongeren'is illustratief voor de kolderieke artikelen in het tijdschrift dathij samen met vier andere studenten sociale geografie onregelmatiglaat verschijnen en waarvan vorige week het nieuwste nummer in DeUithof werd verspreid. Heel sociaal geografisch verantwoord brengtMiddelkoop eerst het demografische aspect (de onderzoeksgroep) inkaart, alvorens over te gaan tot een uitvoerige analyse van hetprobleem. Een portie postmoderne nonsens is het resultaat.

In de TAG wordt vaker de draak gestoken met 'de sociaalgeografische neiging overal de ruimtelijke aspecten van te zien'.Zo is er een artikel waarin de geografische spreiding van devoetballers van het Nederlands elftal in kaart wordt gebrachtwaarna een link wordt gelegd met het gebrek aan succes van Oranje.Ook in de serie nutteloze stromingen in de geografie, waaronder de'folkloristische geografie' en de 'pedofiele geografie', wordt desociaal geografische 'beau monde' te kijk gezet.

Hersenspinsels

De verbazing over de sociale geografische wetenschap en haarbeoefenaars was aanvankelijk de belangrijkste voedingsbodem voor deschrijfdrift van de TAG-redacteuren. "Wij vonden aan het begin vanonze studie al snel dat de sociale geografie zichzelf te serieusnam", zegt Van Middelkoop. "Vooral het Koninklijk NederlandsAardrijkskundig Genootschap, de KNAG, blinkt uit in hoogdravendetaal. Waar zou de wereld zijn zonder geografen? Dat is soms eenbeetje de houding van dat gezelschap."

Mederedacteur Maarten Hogenstijn: "Aanvankelijk dachten we metde TAG zelfs een tegenbeweging te kunnen vormen voor de KNAG, maardie ambitie hebben we snel laten varen. De vereniging die we haddenopgericht voor de uitgave van het tijdschrift heette in eersteinstantie de Vereniging voor Absurdistische en Asociale Geografie(V.AA.G, let op de interpunctie). Maar we bleken veel minderasociaal dan we dachten. Dat 'Asociale' hebben we daarom na tweenummers vervangen door 'Alternatieve'. We zien de TAG nu vooral alseen prachtig instrument om onze belachelijke hersenspinsels kwijtte kunnen." Van Middelkoop: "In ons manifest staat ook dat we onsniets ten doel stellen en dat we onze wetenschappelijke waarde vaaghouden. Ik geloof ook niet dat we ergens op tenen gaan staan."

"Het meest verbazende is dat mensen het nog leuk vinden om telezen ook", vertelt het derde redactielid Remco van der Hoogt(Marco Eimermann en Mathijs Witte waren niet bij het gesprekaanwezig). "De honderdvijftig exemplaren die we her en der in DeUithof neerleggen zijn altijd binnen een aantal dagen weg. Maar erblijven natuurlijk altijd mensen die niet doorhebben dat het nietallemaal even serieus is."

Samen met Hogenstijn haalt Van der Hoogt herinneringen op aan detijd dat ze samen in Noorwegen studeerden. "We hadden toen eenartikel over de neo-marxistische feministische geografie, diebestaat overigens echt, naar het Engels vertaald. Onze conclusiewas iets in de trant van 'de fysieke kracht van het mannelijkgeslacht zal altijd de doorslag blijven geven'. Een studente washet niet met ons eens en wilde 'er toch nog eens over praten'. Diewas de knipoog dus ontgaan."

Jiskefet

De Noorse studente was onmiddellijk geexcuseerd toen bleek dathet Jiskefet-drietal, absurdisten pur sang, de toon van de V.AA.Gniet wisten te herkennen. Hogenstijn vertelt: "We hadden een aantalmensen gevraagd deel uit te maken van ons comite van aanbeveling.In een brief lieten we weten dat we ervan uit gingen dat ze geenbezwaar maakten wanneer ze niet binnen twee weken zouden reageren.Heel incorrect en allemaal flauwekul natuurlijk. Maar van Jiskefetkregen we een uitermate serieus telefoontje dat ze afzagen van deeer. Gelukkig liet Peter van Vossen, die we benaderden vanwege zijngeografisch absurdistische transfercarriere niets van zichhoren."

De leden van de redactie hebben overigens bij tijd en wijlebehoorlijk last van hun 'vage' imago, dat groeiende is binnen deopleiding. Zo gaven de plannen van Hogenstijn en Middelkoop voorhun afstudeeronderzoek bij docenten aanleiding tot fronsendewenkbrauwen. Hogenstijn, zonder een spoor van ironie: "Wij willengraag de relatie tussen ruimtelijke identiteit en ruimtelijk gedragonderzoeken bij de bewoners van St. Helena, een eiland midden in deAtlantische Oceaan. We zijn benieuwd naar het beeld dat daarbestaat van de buitenwereld. Het enige probleem is dat we nog nietweten hoe we er moeten komen. Er is immers geen vliegveld op heteiland. Weliswaar legt er zes keer per jaar een boot aan, maar datis zo'n duur cruiseschip. Dat kunnen we niet betalen."

Topografilie

De student benadrukt desgevraagd nog maar eens volledig serieuste zijn. Maar wie bekend is met zijn werk in de TAG kan begrijpendat er docenten zijn die enige aarzeling hebben het verhaal van hettweetal te geloven. Hogenstijn maakt in zijn tijdschrift geengeheim van zijn geneigdheid tot wat we maar 'topografilie' zullennoemen. Zo is er zijn serie 'invloedloze wereldleiders' overonbeduidende presidenten en leidsmannen waarvan in eerste instantiede indruk bestaat dat ze uit de duim zijn gezogen. De atlas moeterop na worden geslagen om te achterhalen dat het eiland DiegoGarcia en de republiek Kiribati wel degelijk werkelijk bestaan. Netzoals de deerniswekkende 'commissioner' David Ross MacLennan en depopulaire, maar internationaal totaal niets voorstellende,president Teburoro Tito van Kiribati van vlees en bloed zijn.

"Er is meer absurditeit in de echte wereld dan je zou denken",stelt Hogenstijn. "Laatst kwam ik in de 'Bosatlas' op een kaart uit1937 op de grens van Mongolie en de, toen nog, Sovjet-Unie de naamTannoe Toewa tegen. Op de kaart van 1948 was die weer verdwenen.Dat soort dingen fascineert me. En als je dan op internet gaatzoeken stuit je al snel op de Friends of Tuva en blijkt er zelfseen gek in Amsterdam te zitten die zich met dat land bezighoudt.Fantastisch."

Het drietal beseft dat de TAG voor een heel groot deel gedrevenworden door 'jongensboekenromantiek'. Hogenstijn: "Het is gewoonheel erg leuk een eigen blaadje te maken, al is het in feite nietveel meer dan wat gestencilde A4-tjes. Ik vind het echt een enormeprestatie dat we al zeven nummers hebben gemaakt. Meer kunnen wegewoon niet behappen. Daar hebben we de tijd niet voor." De grootseplannen voor een V.AA.G-congres en een V.AA.G-atlas die in devoorbije jaren tijdens de kroeg/brainstormavonden werden ontwikkeldstaan dan ook al weer tijden in de koelkast en zullen daarvoorlopig ook blijven.

Van der Hoogt heeft nog een absurdistische vergelijking in huis."Wist je dat Khadaffi kort geleden de USA, de United States ofAfrica, heeft opgericht als tegenwicht voor de Verenigde Staten.Misschien zou je de V.AA.G een beetje kunnen vergelijken met datinitiatief. Naar ik heb vernomen doet ook Khadaffi nog weinigpraktisch met die USA."

Xander Bronkhorst

Het Tijdschrift voor Absurdistische Geografie(TAG) is te vinden via http://www.vaag.ontheweb.nl

Bibliotheekmedewerker Aris Jan van Ek naar Wereldspelen voor Getransplanteerden: Wat ben je? Nier, hart, long?

Bibliotheekmedewerker Aris Jan van Ek naar Wereldspelen voorGetransplanteerden: Wat ben je? Nier, hart, long?

De 'World Transplant Games 'vinden eens in de twee jaar plaats.De deelnemers hebben allemaal een orgaantransplantatie ofbeenmergtransplantatie ondergaan. Het doel achter dit op het eerstegezicht enigszins lugubere evenement is simpel: zo veel mogelijkpubliciteit krijgen om orgaandonoren te werven. "Het idee is telaten zien hoe hoog de kwaliteit van leven is na eentransplantatie, om mensen aan te zetten om donor te worden", legtVan Ek uit. "Dus is er ook bewust voor gekozen om niet aan te hakenbij bijvoorbeeld de Paralympics."

Tijdens de Spelen, die gericht zijn op serieuze competitie,strijden deelnemers uit zon 35 landen in tien takken van sport,waaronder golf, atletiek, volleybal en zwemmen. De 39-jarige VanEk, die in 1988 een donornier kreeg, zwom vier jaar geleden ook almee tijdens de Spelen, die toen in Sydney werden gehouden. Hij vondhet een "indrukwekkende" ervaring. "Er liepen daar twaalfhonderdgetransplanteerden rond. Dat schept een verbondenheid. Je bent tweedagen bezig met je eigen sport, maar de rest van de tijd kom je incontact met allerlei andere sporters, uit verschillende delen vande wereld." Transplantatie bleek het gespreksonderwerp onder dedeelnemers. "De meest gestelde vraag was toch wel: 'Wat ben je?Nier, hart, long?'. Daarna volgde meestal de vraag of het orgaanvan een levende donor was of niet. En welke medicijnen je gebruiktwas ook een belangrijk gespreksonderwerp".

Vooral een praatje met een deelnemer uit India staat Van Ek noghelder voor de geest. "Hij vroeg me zonder blikken of blozen of ikmijn nier had gekregen of gekocht. Dat is voor ons onvoorstelbaar,het kopen van donororganen is een enorm taboe. Maar voor hem washet kennelijk gewoon." Ook de aanwezigheid van ouders van overledenkinderen, van wie organen waren gebruikt voor transplantatie,maakte veel indruk op Van Ek. "Voor die ouders was een het eenonderdeel van de verwerking. Maar ze zagen ook dat andere mensendoor de transplantatie weer een leven konden opbouwen. Een van henhield een toespraak, waarvan de rillingen me over de rug liepen."Het inspireerde een Nederlandse deelnemer om zijn gewonnen medailleaf te staan aan het ouderpaar.

Spierkracht

Van Ek werd in Sydney respectievelijk vijfde en vierde op zijnfavoriete onderdelen, de 200 en 400 meter vrije slag. "Toen was ikeigenlijk vooral recreatief bezig. Ik zwom twee keer per week driekwartier. Afgelopen oktober besloot ik om er echt voor te gaan."Dus is hij nu drie keer per week in het zwembad te vinden, waar hijmeestal trainingen van anderhalf uur afwerkt. Hij traint mee met deplaatselijke jeugdselectie, van kinderen rond de twaalf jaar."Volwassenen gaan echt te hard voor mij. De medicijnen die ik slikom afstoting van de nier te voorkomen, worden vaak als dopinggebruikt, omdat ze op korte termijn spierversterkend werken. Maarals je ze langdurig slikt, dan tasten ze je spierweefsel juistaan", legt hij uit.

Ondanks zijn verhoogde inspanningen, laat zijn vooruitgang tewensen over. "Ik ben nu, met al die extra trainingen, een paarseconden sneller dan vier jaar geleden. Ik had gehoopt dat dat meerzou zijn. Ik word conditioneel wel beter, maar het vertaalt zichniet in extra spierkracht. Waarschijnlijk belemmeren mijnmedicijnen dat."

Toch probeert hij positief te blijven: "Ik denk dat het nog weliets gaat verbeteren, ik heb nog tijd tot augustus. En het trainenis in ieder geval goed voor me. Waarschijnlijk zou mijnspierweefsel echt achteruit zijn gegaan als ik niet had gesport, deafgelopen vier jaar."

Maar, geeft hij toe, het is niet altijd eenvoudig omoptimistisch te blijven. "Als die jeugd klaar is met een training,dan gaan ze naar de kant en kletsen wat. Ik ben daarna echthelemaal uitgeput. Ik heb echt wel een paar keer gehad dat ik overeen drempel moest om er mee door te gaan. De snelste 200 meter-tijdin Sydney was 2 minuut 33. Daar zit ik toch echt nog een halveminuut boven."

Publiciteit

Van Ek is niet alleen deelnemer, maar ook secretaris vanStichting World Transplant Games Nederland. In die hoedanigheid zathij in de selectie-commissie, die beslist welke deelnemers wordenuitgezonden. Het aantal Nederlandse deelnemers dat naar Kobe af kanreizen is afhankelijk van de sponsorgelden die beschikbaar komen.De Nier- en Hartstichting leveren de grootste bijdragen, maar ookenkele farmaceutische bedrijven zijn sponsors. Vermoedelijk zullendit jaar zon 35 Nederlandse deelnemers worden uitgezonden

"We hebben als Nederlandse stichting wel overwogen om limietenin te stellen, maar we hinken toch een beetje op twee gedachten.Want iedere deelnemer die meegaat, verplicht zich om zijn best tedoen om zo veel mogelijk publiciteit te krijgen. Dus hoe meerdeelnemers, hoe meer publiciteit." In Sydney wisten uiteindelijk 24van de 35 Nederlandse deelnemers een medaille in de wacht teslepen, waardoor Nederland de vijfde plaats innam in demedaille-lijst. "We hopen op een evenaring van die plek, maar hetis toch moeilijk in te schatten, omdat je van tevoren weinig weetover andere deelnemers. We moeten het gewoon maar zien", aldus VanEk.

Hanneke Slotboom

Meer informatie over de World Transplant Gamesis te vinden via http://www.wtgn.nl

Vier Utrechtse studenten naar Beijing: 'De universiade is echt een buitenkans'

Vier Utrechtse studenten naar Beijing: 'De universiade is echteen buitenkans'

"De universiade is voor mij echt een buitenkans", zegt studentegeofysica Karin Ruckstuhl. "Ik ben pas twintig en ik heb nog nietveel toernooi-ervaring." De zevenkampster vestigde eind mei een eenpersoonlijk record tijdens wedstrijden in Emmeloord. Dit leverdehaar niet alleen een startbewijs op voor de EuropeseKampioenschappen over twee weken in het Olympisch Stadion inAmsterdam, maar verrassend genoeg ook een ticket naar Beijing. "Ikweet niet wat ik kan verwachten. Maar zo'n evenement met meerderesporten en allerlei officiele dingen heeft natuurlijk wel wat."

De Universiade is de laatste jaren uitgegroeid tot het grootstesportieve evenemenent voor studenten. In China worden destudentenkampioenschappen gezien als voorbereiding op de echteOlympische Spelen in 2008. Volgende week beslissen de leden van hetInternationaal Olympisch Comite (IOC) of deze in Beijing gehoudenmogen worden. Vooral de ongemakkelijke mensenrechtensituatie kan deChinezen wel eens parten gaan spelen.

Ruckstuhl ziet in de trip naar het 'exotische' Beijing vooraleen extraatje. "Ik ben wel benieuwd hoe het daar is, maar ik gatoch in de eerste plaats om te presteren. Ik heb geen idee wat mijnniveau is tussen al die andere studenten. Mijn vriend is er weleens geweest. Volgens hem is het er behoorlijk heet en benauwd eindaugustus, maar daar ben ik niet echt bang voor. Ik houd wel van watwarmte."

Inmiddels wordt het Ruckstuhl steeds duidelijker dat ze met eenserieuze internationale bijeenkomst te maken krijgt. DeUniversiadeploeg wordt geheel in het nieuw gestoken door eenChinese kledingsponsor. "Ik heb nog geen idee hoe dat er uitziet.Vorige week zijn mijn maten opgenomen. We krijgen in ieder gevaleen colbertje voor tijdens de opening en trainingspakken."

XB

De winnende verhalen van de lezersprijsvraag 'Eens maar nooit weer'.

De winnende verhalen van de lezersprijsvraag 'Eens maar nooitweer'.

Expeditie

Daar stond ik dan, trillend op mijn benen. Hoe had ik ooit zostom kunnen zijn? Hoe kwam ik erbij te denken dat het vast nooit zoerg kon zijn als ik dacht? Ze zeggen wel dat je je angsten onderogen moet zien om ze te kunnen overwinnen, maar mooi dat dat nietwerkt! Ik had het stomme idee dat op mijn leeftijd -ik was een jaarof vijftien, zestien toen- het toch wel tijd was dat ik het eenkeer probeerde. Oh, hoe stom had ik kunnen zijn, ik had naar mijnmoeder moeten luisteren. Omdat je bij zon expeditie als dit tochliever niet alleen bent, had ik een vriendin meegevraagd. Het wasrustig dus we hoefden niet zo lang te wachten. Op dat moment sloegde twijfel toch wel toe. Zal ik dit nu wel doen, ik kan nu nogterug? Stel dat er ergens een schroefje los zit? Zal ik er dan nietuitvallen? Stel dat ik halverwege de neiging krijg om eruit tespringen? Wat als we blijven hangen in de lucht? Was het wel zoslim om dit te probereeenn???... Daar gingen we, er was geen uitwegmeer, ik had geen keus, ik moest mee tot het eind. We gingenlangzaam omhoog. Dit viel nog wel mee. Ik had me vast weer eens tedruk gemaakt om niets. Ze zullen je er vast niet inlaten als hetniet veilig is. Het uitzicht is te gek, je kan kilometers verkijken. Misschien ga ik dit toch wel leuk viiindeen... aaaahhh.!!!We waren op het hoogste punt, ik keek naar beneden, zag de afgrond,voelde elke cel in mijn lichaam gillen en alles werd donker. Pastoen we eindelijk stilstonden durfde ik weer te kijken. Honderdkeer liever een vliegend paard dan nog een keer deze nachtmerrie.Dat was de eerste en de laatste keer....in de Python!

Heleen Visser


Taxirit

Ik ben op vakantie en dans met een lange, goedgebouwde jongen.Vorige week heb ik in ditzelfde discotheekje met hem staan zoenen,maar ik weet eigenlijk alleen hoe hij heet (Daniel) en dat hij hierin de buurt in een hotel werkt.

We dansen dicht bij elkaar, toch ga ik op een gegeven moment watvan hem afstaan, want het is al laat en ik merk dat mijnvriendinnen niet meer in de buurt aan het dansen zijn. En zijhebben mijn geld; in mijn rokje zitten geen zakken.

Oeps. Ons hotel ligt vier kilometer verderop en is alleen pertaxi bereikbaar.

Ik ga even mijn vriendinnen zoeken, zeg ik dus tegen Daniel.

Maar ze zijn nergens te vinden.

Je kan met mij mee, biedt hij aan, we gaan toch dezelfde kantop. Ik betaal wel.

Goed dan.

In de taxi zoenen we verder, de taxichauffeur lijkt niks temerken of misschien let ik daar zelf gewoon niet op.

Eenmaal bij mijn hotel kan ik twee dingen doen. Of uitstappen enhem door laten gaan naar zijn kamer, of samen uitstappen.

Ik kies voor het laatste, ben avontuurlijk ingesteld en zou hetlullig vinden om hem zonder 'beloning' weg te sturen.

Als je wilt, pijp ik je, stel ik voor in een andere taal klinkthet minder erg.

Ik zoek een beschut plekje muur op (mijn kamer deel ik tenslottemet meer mensen) achter wat struiken en we beginnen weer tezoenen.

Hij blijkt nogal grootgeschapen en als ik begin met pijpen ooknogal onwelriekend. Tja.

Hij begint me steeds meer tegen te staan. Eigenlijk wil ikgewoon weg, heb ik spijt van mijn keuze.

Maar voor hem geldt dat niet. Hij wil juist meer.

De cliches rollen uit zijn mond, en die klinken zelfs in eenandere taal even erg als altijd.

Je wilt het zelf, ik voel het.

Je hebt nog nooit een echte man gehad alle vrouwen willen eenechte man.

Inmiddels heb ik duidelijk gemaakt dat ik net met hem wilneuken, maar hij trekt voor de vierde keer mijn broekje omlaag. Iktrek het voor de vierde keer omhoog en stap naar achter.

Ik wil dit niet! Ik ga weg, zeg ik.

Hij trekt me terug tegen de muur. Nu word ik me pas echt bewustvan de situatie waarin ik terecht ben gekomen. Snel pak ik zijn piken druk mijn nagels er met kracht in. Een kreet.

Ik loop gehaast weg en hij komt me niet achterna.

In mijn hotelkamer neem ik een lange, hete douche.

De volgende ochtend maalt het. Was hij gewoon een klootzak? Wasik niet duidelijk genoeg? Ik vraag me af hoe ik hier a la OprahWinfrey een 'learning experience' van kan maken.

Uiteindelijk besluit ik dat hij weliswaar een klootzak was, maardat ik mezelf nooit in zon situatie had moeten brengen.

Waarin ik een jongen eigenlijk 'beloon' voor een taxirit,drankjes, of wat dan ook. Waarin hij makkelijk kan denken dat ikveel meer wil dan ik wil. Waarin ik bang ben en dit soort middelenmoet gebruiken om weg te komen.

Eens, maar nooit weer.

J.J. (naam bij redactie bekend)


Foamparty!

De mededeling 'Lotje komt ook' was genoeg aanleiding om naar hetverjaardagsfeestje van Floris te gaan. Lotje is leuk. Floris hadgerekend op een opkomstpercentage van vijftig. Het werd tachtig enom half twee was het bier op. Stress! Collegelopers zagen eenmogelijkheid om af te haken en de rest, waaronder Lotje en dus ik,besloot in de stad bier te gaan drinken. We kwamen langs eendiscotheek waar heel groot 'Foamparty' stond aangeplakt. Iemandriep Joepie!! Schuim!, zoals ze in 'Debiteuren, crediteuren'Joepie! IJsvrij! roepen. Een schuimfeest. Daar had de meute weloren naar. Voor de ingang was het echter een uitdragerij vanrinkelende tweedehands BMW-sleuteltjes, trainingsjasjes, laarzen,matjes en zonnebrillen.

"Wel erg veel schuim daarbinnen. Daar ga ik echt niettussenstaan", zei ik.

"Ik wil schuim", zei Floris.

"Ik ook", zei Lotje.

"Floris is jarig en hij mag beslissen", zei iemand.

"Klopt", zei Lotje.

"Ik ben hier nog nooit binnen geweest en wil dat graag zohouden", zei ik.

"Je bent dichtgetikt. Dan ga je toch lekker niet."

Ik berustte in mijn lot. Na een kwartier mochten we al naarbinnen, waar we werden opgewacht door een kolossale portier.Vergeleken bij deze 'big motherfucker' was Fredje uit de Woo denatte teddybeer van een huilend kind. Wat zou ik me veilig voelendaarbinnen!

"Dansen?", vroeg Lotje. Als er iets is wat ik grondig haat, ishet wel dansen.

"Nee, ik heb pleinvrees. Ik blijf liever een beetje aan dezijkant." Lotje keek me aan.

"Hou je mijn kruk bezet?", vroeg ze en verdween. Gefrustreerdover het algehele verloop van de avond besloot ik sterke drank tebestellen voor mij en Lotje. Des te sneller zouden we hier hopelijkvandaan zijn. Toen ik me met mijn drank weer omdraaide zat er eengeblondeerd iemand op Lotjes kruk. Ze was in een drukke conversatiegewikkeld met een getatoeerd persoon. Ik tikte op haar schouder.Het stel keek me verstoord aan.

"Die kruk was bezet."

"Nou en?"

"Ik wil m terug." Het bepoederde gezicht lachte me uit, draaidezich om en stootte en passant 'per ongeluk' mijn baco om. Ikbestelde een vaatdoek en veegde het stuk bar voor me weer droog, erdaarbij zorg voor dragend dat het grootste deel van mijn baco op dekleren van het gepoederde meisje terecht kwam. Ze draaide zichwoedend om en slaakte kreten als 'Kankerlijer!' en 'Kutstudent!'.Het werd nu gevaarlijk, want de getatoeerde baas kwam van zn kruk.Helaas, ik was niet meer te houden.

"Zeg, jij bent geblondeerd he? Ik heb een raadsel voor je. Aanwelke kant wordt je haar het eerst weer donker, aan de puntjesof"

BAF! Tattoo had me een rake klap gegeven. Toen snapte ik waaromzegelringen zo populair zijn. Mn wenkbrauw lag open en het bloedstroomde langs mijn ooghoek. Opeens was Lotje er weer. "Wat is ergebeurd?" Het wijf zat nog steeds te krijsen en de kerel had hetover zn mes en mij kapot maken. "We gaan", besliste Lotje.

De portier wilde nog fooi.

"Sodemieter op, dikzak!" Ik had het gehad.

"Ssssssst!!", zei Lotje wijs.

Wat later stonden we buiten.

"Godverdomme! Paupers! Ik had hier nooit"

"Jaja, en het was allemaal hun schuld he? Kom nou maar."

Uiteindelijk waren we bij mij thuis. Ik werd niet bepaaldvakkundig maar wel liefdevol verbonden door Lotje. Onder hetmotto'Nu wil ik jouw littekens ook zien werd het zelfs noggezellig.

Ik werd wakker van het dichtslaan van de voordeur. Het was halfacht, Lotje was weg. De pleisters waren losgegaan en mijn bed wasknalrood. Bovendien had ik hoofdpijn. Kutdiscotheek.

Arjen Benedictus


Biertje

Nooit gaat het meer gebeuren. Barstende koppijn, niet in staattot iets. Zweterig klim ik uit bed, wat al enige uren kost. Dan dehandelingen van het opstaan. Ik wankel naar de wc. Mmm alcohol.Terug mijn bed in. Als een steen. De aspirine is niet te bereiken.Had ik die maar gepakt op de terugweg van de wc. Zal ik? Ach nee.Tv aan? Kan niet, geen afstandsbediening. Muziek aan? Echt niet! Almijn pogingen zijn gedoemd te mislukken.

In een vlaag van frisheid besluit ik tot ondernemen.Tandenpoetsend bedenk ik verbaasd dat er veel aan vast zit, aanopstaan. En wat een cordinatievermogen heeft een mens. En wat kanhij veel tegelijk. Kleren aan. Welke? Doe maar die van gisteren.Eten? Mijn maag borrelt, bevindt zich in mijn keel. Ik dwing mezelfom water en karnemelk te drinken. Uit het dal klimmend doe ikvoorzichtig boodschappen. Altijd al vrij bedachtzaam, blijf ikhangen in cirkelredeneringen. Die conclusie zit er voor vandaag ookniet meer in.

Met mijn goede vrienden Stress en Kater breng ik de rest van dedag door. Want natuurlijk is het bijna tentamentijd en moet ik overtwee dagen een essay inleveren en moet mijn paspoort wordenverlengd en is de hond laatst van het dak gevallen en moet ik mijnband gaan plakken.

s Avonds afgesproken om te eten. We kunnen slechts slapouwehoeren en giechelen. Maar, met een goed maal klaart alles eenbeetje op. We zitten vlak bij de stad. En weer is er eenfestival... Laten we een ijsje halen. Richting stad lopendbesluiten we toch nog even op het Neude te gaan kijken. Wat eenleuke muziek. Wat een hoop mensen. Wat een leven...

Later, in de kroeg met vrienden. Want die hingen ook rond. Brakvan de dag ervoor. Effe een biertje doen? Okee, eentje dan. Maarhelaas, mijn hand kent zijn stand, mijn schouder weet hoe tescharnieren. Gezelligheid kent geen brakheid.

Anneke Laverman

Cryptofiel Kees Volkers stopt ermee

"Van jongs af aan maak ik al puzzles voor anderen. Dat is leukom te doen en met het maken van het U-blad cryptogram kon er eenpaar centen aan overhouden. Voor het U-blad ben ik begonnen toen ikzelf nog aan het geografisch instituut werkte. Niet lang daarna benik freelance journalist geworden maar hier gewoon meedoorgegaan.

Er zijn algemene cryptogrammaticaregels, maar elkecryptogrammenmaker heeft toch zijn eigen stijl. Ik houd wel van decryptogrammen van de Volkskrant. Ik vind dat er niet teveel grappenin moeten of rare kronkels. Ik ga uit van een diagram van 14 bij 14hokjes. Daar vul ik woorden in. Vervolgens leg ik het weg en gadaarna de omschrijvingen erbij bedenken. Gemiddeld ben ik er vier,vijf uur mee bezig. Het verschilt, want het is een creatief procesen soms heb je geen inspiratie.

Per week krijg ik ongeveer zestig inzendingen. Sommige mensensnappen niets van cryptogrammen, maar blijven toch insturen. Ikkrijg toezendingen uit heel Nederland. Soms heb ik het idee datstudenten het U-blad in het weekend mee naar huis nemen en dat dande moeder de crypto maakt. Op de universiteit stuurt vooral hetondersteunende personeel, de secretariaten, de crypto's in. Diehebben blijkbaar het meeste tijd en interesse. Het is een grappigidee dat ze het gezamelijk doen. Zo'n groepsgebeuren had ik vroegermet mijn studentenhuis ook op zaterdagochtend. De lol van eencryptogram is moeilijk uit te leggen. Iemand die houdt vancryptogrammen wordt toch raar gevonden.

Waarom ik ermee stop? Het kost teveel tijd en na elf jaar heb ikeen punt van verzadiging bereikt. Ik heb alle woorden welgehad."


Arjen Kramer, vierdejaars aio bijscheikunde:

"Ik doe het cryptogram sinds ik hier studeer, vanaf 1992. Maarik stuur hem lang niet altijd in. Als je niets wint, doe je datminder snel. Ik probeer het cryptogram eerst altijd alleen en danga ik overleggen. Het is leuker dan kruiswoordpuzzles omdat je namoet denken. Als je de antwoorden ziet, is het vanzelfsprekend.Ooit heb ik geprobeerd zelf een cryptogram te maken, maar dat vielme nog behoorlijk tegen. Ik vind het jammer dat dezecryptogrammaker stopt, maar voor mij persoonlijk is het niet zoerg. Mijn contract bij de universiteit loopt bijna af dus daarnazou ik het toch niet meer doen."

Annelies Dankbaar, vijfdejaars taal- encultuurstudies:

"Sinds ik mijn huidige vriend heb, maak ik samen met hem decryptogrammen. Meestal begin ik meteen donderdag en zondagochtendis 'ie meestal af. Ik vind het wel leuk, je moet echt evennadenken. Alleen vind ik het jammer dat er af en toe foutjes in deopmaak zitten. Als ik de oplossing inlever, doe ik dat meteen intweevoud op mijn naam en die van mijn vriend. Maken we twee keerzoveel kans om te winnen."

Frank Schuemie, student sterrenkunde:

"Al jarenlang maken we aan de bar bij Biton samen het cryptotijdens de borrel op donderdagavond. Het is echt traditie geworden.De oplossing insturen komt er meestal niet van, na een avondjestappen."

Heleen Hoekstra, wetenschappelijk medewerkster bij defaculteit Letteren:

"Elke donderdagmiddag heb ik samen met mijn kamergenootcryptolunch. Toen ik een nieuwe kamergenoot kreeg, bleek diegelukkig ook van crypto's te houden. Tijdens het eten maken we hetcrypto, dikwijls met de stopwatch ernaast om te kijken hoe snel wehet kunnen. Twaalf minuten is onze recordtijd. Het cryptogram maakik al zolang die in het U-blad staat. De snelheid komt vooral omdatwe de stijl gewend zijn van de maker. Wat dat betreft zal het weleen uitdaging zijn als na de vakantie een andere cryptomaker komt,maar wat mij betreft had deze niet weg gehoeven. Ik vond decryptogrammen prima."

CH

Letterenstudenten exposeren met kruidenboek en liefdestover in Academiegebouw

Letterenstudenten exposeren met kruidenboek en liefdestover inAcademiegebouw

In de tentoonstelling 'Van Magie tot Instructie'worden Viagra en appeltaart in een historische context geplaatst.Achttien letterenstudenten onderzochten de ontwikkeling vaninstructieteksten en recepten. Het resultaat is nog tot en metvolgende week vrijdag te bewonderen in het Academiegebouw.

"Over de mandragora gingen allerlei verhalen de ronde. Hetplantje zou ondermeer potentieverhogende kwaliteiten hebben omdathet groeide onder de galg op de plek waar de spontane zaadlozingvan de gehangenen terechtkwam. De vorm van de knol versterkte diemythe." Studente historische letterkunde Lisabeth Keizer staattussen de dille en kamille in een klein kruidentuintje in de halvan het academiegebouw. De knol van de mandragora is te zien op eenfoto. De gelijkenis met een klein manspersoon met een enorme fallusis treffend.

Keizer is een van de studenten die meewerkten aan de inrichtingvan de tentoonstelling Van Magie tot Instructie waarin deontwikkeling van instructieteksten en recepten centraal staat. Deexpositie, waarvoor subsidie beschikbaar werd gesteld in het kadervan de lustrumviering, vormt de afsluiting van een collegereekswaarin dit soort teksten werd behandeld. Keizer bekeek met drieandere studenten oude en nieuwe beschrijvingen in de kruidenboeken,een van de vijf thema's van de tentoonstelling. Andere onderwerpenzijn de magie (over 'liefdestover'), geneeskunde (over'melancholie'), koken en gynaecologie.

De groep studenten die werkte aan teksten uit de gynaecologieheeft naast de kruidentuin van Lisabeth Keizer de kansel in de halomgetoverd tot een verloskamer. Twee roomblanke benen steken optwee meter hoogte uit het spreekgestoelte. In een vitrine wordtaandacht besteed aan oude teksten over geslachtsbeinvloeding en-bepaling. Een wijntje met gestampte hazenbaarmoeder scheen nogaleens een zoon op te leveren.

Appeltaart

Van Magie tot Instructie behelst echter meer dan oudevolkswijsheden en heksentrucjes. De bedoeling was niet alleen decultuurhistorische achtergrond van de teksten weer te geven, maarook de ontwikkeling in de structuur van de teksten te analyseren,vertellen de universitair hoofddocenten Orlanda Lie en Leo Lentz,initiatiefnemers van de collegereeks. Lentz: "Wij wilden die tweeinvalshoeken die heel erg met elkaar samenhangen graag samenbrengenin een collegereeks waarin studenten historische letterkunde encommunicatiekunde samenwerkten."

Volgens Matty Dankers, ook studente historische letterkunde enmet Keizer verantwoordelijk voor het thema 'kruidenleer' in detentoonstelling, is de conclusie te trekken dat de opbouw enstructuur van de tekst door de eeuwen heen steeds helderder isgeworden. "Je ziet steeds meer kopjes en witregels. Vroeger was heteen grote brei van woorden."

Volgens Lentz is dat een meer algemeen beeld. "Recepten eninstructies waren vroeger alleen bedoeld voor de geletterdebovenlaag van de bevolking. Een kok in 1514 kon niet lezen. Tochwerd zijn appeltaartrecept op schrift gesteld. Er was immers nietsergers dan dat een kok bij zijn overlijden een geliefd receptmeenam het graf in. Maar een nieuwe kok hoefde je niet uit teleggen hoe je appels schilt of deeg kneedt. Tegenwoordig zijn deteksten vrijwel altijd gericht op een lekenpubliek. Dat vraagt omuitvoerige en gedetailleerde informatie, waarbij het hele processtap voor stap wordt beschreven, met de ingredienten enhoeveelheden apart vermeld."

Almanak

Dat de deelnemers aan de collegereeks over de instructietekstengeacht werden een heuse tentoonstelling in te richten gaf overigensnog een behoorlijke schok. MattyDankers: "De aanpak is heel anders.Je gaat veel minder de diepte in. Alles gaat om het visualiseren enpopulariseren. We mochten hier twee A4-tjes tekst voor aanleveren.En als het gaat om het vormgeven van een tentoonstelling zijn wenatuurlijk echte amateurs. We moesten zelf de opzet, logistiek enpr verzorgen. Maar de voldoening is groot. Het is toch iets andersdan dat je een nota moet schrijven, die vervolgens ergens in eenkast verdwijnt. Hier komt iedereen kijken."

Lie: "De opening vorige week werd door de studenten, maar ookdoor ons, als een enorme opluchting ervaren. En de reacties zijnpositief. In het gastenboek laten we bezoekers hun eigen middeltjesen recepten beschrijven. Het begint al een beetje op de EnkhuizerAlmanak te lijken. Wist je dat je 's nachts een ui onder je okselmoet houden als je geen zin hebt om naar college of naar je werk tegaan? Daar schijn je heel ziek van te worden."

XB

Website van de tentoonstelling: http://www.let.uu.nl/~Leo.Lentz/personal/instructie/homepage.html

Bezemklasjes: makkelijke tentamens en een hete adem in je nek

Bezemklasjes: makkelijke tentamens en een hete adem in jenek

Als een studie wordt opgeheven of drastischveranderd, heeft dat onherroepelijk gevolgen voor de studenten dietot de laatste lichting 'oude stijl' behoren. In een bezemklasjezitten heeft veel nadelen, maar ook voordelen. "Sommige docentenmaakten de hertentamens makkelijker omdat ze van je afwilden."

Normaal gesproken maakt het niet zoveel uit hoeveelste jaarsstudent je bent. Haal je het ene jaar een vak niet, dan probeer jehet gewoon een jaar later opnieuw. Voor studenten die in eenbezemklasje zitten, werkt dat anders. Maarten Corpeleijn is studentNatuurwetenschappen en Bedrijf & Bestuur, een studie die vanaf1998 is omgetoverd tot Natuurwetenschap & Innovatiemanagement.De communicatie over het stoppen van de opleiding is volgensCorpeleijn op z'n minst merkwaardig te noemen. "In maart 1998 werdons vrij plotseling meegedeeld dat de opleiding stopte en er werdgevraagd of we voort wilden maken. Wij kregen ook steeds brieventhuisgestuurd met daarin de boodschap dat we flink moestendoorstuderen omdat we zo 'lastig' waren. Terwijl wij gemiddeld eenhoger rendement hadden dan de jaren voor ons. Halverwege het derdejaar ontstond de lastige situatie dat we alle colleges voor hetlaatst konden volgen. Studenten hadden twee tactieken. Of jeprobeerde zoveel mogelijk onderwijs en colleges te volgen zodat jealle aantekeningen in ieder geval had en keek dan later wel wanneerje de tentamens haalde, of je haalde wat je halen kon en lietsommige vakken zitten en zag later wel wat ervan kwam. Gelukkigheeft niemand pfeiffer of een andere ziekte gekregen, want dat hadzeker grote problemen gegeven."

In een bezemklas zitten heeft vooral nadelen. Corpeleijn:"Plannen voor wereldreizen werden afgezegd. Besturen of commissiesdeed bijna niemand meer. Je moest nu eenmaal de vakken volgen dievoor het laatst werden gegeven. Ook vond ik het een nadeel dat hetnauwelijks zin had om feedback op het onderwijs te geven. Je kuntwel een fout in een dictaat doorgeven, maar daar wordt daarna tochniets meer mee gedaan. De motivatie van docenten die een vak voorhet laatst geven is vaak ook niet erg hoog."

Vakken halen werd wel veel makkelijker. "Sommige docentenmaakten de hertentamens makkelijker omdat ze van je af wilden,bijvoorbeeld door het oude tentamen nogmaals te geven. Op diemanier ben ik ongeveer vijf tentamens van erg saaie vakken voorsamen twintig studiepunten gemazzeld."

Voorgekauwd

Het komt vaker voor dat er inhoudelijk iets verandert en veelstudenten blijken daarmee al problemen te hebben. Je moet andereboeken aanschaffen, de nadruk ligt op andere stof en je krijgt eenandere tentamen. Behoorlijk ingrijpend is het dan ook als een heelcurriculum wordt omgegooid. Zo hebben alle betaopleidingen deswitch van een vier- naar een vijfjarige opleiding gemaakt en zijnandere opleidingen overgegaan op probleemgestuurd onderwijs.

Geneeskunde is zo'n opleiding waarbij het hele oude systeem isafgeschaft. Derdejaars Afke Terwisscha van Scheltinga: "De vakkenkomen niet eens overeen. Wij moesten gewoon nog stampen bij vakkenover weefsels of bloedvaten. Bij probleemgestuurd onderwijs gaan zedaarentegen uit van het hart en bespreken dan wat daar allemaal bijkomt kijken. Totaal niet vergelijkbaar, dus. In het nieuwecurriculum gaan studenten veel sneller de praktijk in. Eerstejaarshebben bijna meteen een week verpleegstage. Wij kregen alles gewoonvoorgekauwd."

De gevolgen van de invoering van probleemgestuud onderwijs warenvoor studenten geneeskunde aanzienlijk. Studenten die niet genoegpunten hadden gehaald, moesten helemaal opnieuw instromen in hetnieuwe curriculum. Dat betekende voor sommigen twee jaar helemaalopnieuw doen. Terwisscha van Scheltinga: "In die gevallen kun jenog zeggen dat het aan de studenten zelf ligt. Maar ook voor mensendie vanwege ziekte uitvielen was dit het gevolg. Zelf heb ik bijnaalles gehaald, maar ik kan eigenlijk niet een jaar ziek worden. Danzou ik ook nog helemaal opnieuw moeten beginnen."

Het grootste probleem van de herstructurering van de studie moetechter nog komen. "Wij gaan na vier jaar co-schappen lopen, maar denieuwe lichting krijgt in het derde jaar al twee co-schappen. Bijhen worden co-schappen en lessen afgewisseld. Omdat zij lessenmoeten volgen, moeten hun co-schappen op vaste tijden ingaan. Dewachttijden zullen niet alleen veel langer worden, maar ik ben bangdat wij moeten wijken voor de jongerejaars die vastzitten aanlesperioden. Behoorlijk zuur om daarom vertraging op te lopen.Bovendien is de kans groot dat wij onze co-schappen buiten het UMCmoeten lopen, omdat ze daar de nieuwe lichting willen hebben.Daarbij komt nog dat de co-schappen niet te vergelijken zijn. Zijzijn waarschijnlijk praktischer, maar hebben minder theoretischekennis. Op een informatiemiddag met de studieadviseur hebben we ditaan de orde gesteld, maar op bijna al onze vragen kregen we geenantwoord."

Uitzondering

Dat gebrek aan goede voorlichting over bezemklasjes is nietvoorbehouden aan geneeskunde. Het is bijna overal zo. Faculteitenzijn namelijk niet verplicht om aan nieuwe eerstejaars studentenmee te delen dat ze in een bezemklas terechtkomen. Vreemd, want hetheeft grote gevolgen. Volgens studieadviseur van Farmacie M.Thijssen valt het met de voorlichting en verwarring bij studentenwel mee. Bij Farmacie gaan ze per 1 september ook over opprobleemgestuurd onderwijs, maar voor de studenten die gewoon hetprogramma volgen zullen er volgens Thijssen niet zoveel problemenzijn. "Studenten hebben lang genoeg de tijd om tentamens in de oudestijl alsnog af te ronden."

Lastiger is het voor de studenten die er een jaar tussenuitgaan. Als zij terugkeren, is er een hoop veranderd. "Voor specialegevallen wordt er daarom een uitzondering gemaakt." Alleen voor deeerstejaars van dit jaar heeft het 'laatste lichting-zijn' echtconsequenties gehad. "Je moet een behoorlijke basis hebben om aande practica in het tweede jaar te kunnen beginnen. Vroeger moest jedaar 31 punten voor hebben. Of je die in je eerste of tweede jaarhad gehaald, maakte niet uit. Maar nu hebben we de richtlijngesteld dat eerstejaars aan het eind van het eerste jaar die 31studiepunten moeten hebben, zodat ze kunnen doorstromen. Als er nogmeer dan drie of vier vakken open staan, wordt het te moeilijk.Maar het levert niet echt grote problemen op, want voor dieeerstejaars voelt het niet anders. Zij hebben geenvergelijkingsmateriaal omdat ze de andere vorm niet hebbenmeegemaakt."

Christie Hofmeester


Bezemklasjes en bachelor-master

Hoe vervelend ook voor de betrokken studenten, de problemen rondbezemklasjes zijn redelijk te behappen en kleinschalig. Tenminste,als je het vergelijkt met de hoeveelheid bezemklasjes die zullenontstaan als eenmaal het bachelor-mastersysteem wordt ingevoerd.Veel studenten en ook studie-adviseurs zien dan pas echt groteverwarring ontstaan.

Student Maarten Corpeleijn: "Alle opleidingen gaan op de schopen dan krijg je overal bezemklasjes. Als elke opleiding dat zelfregelt ontstaat er grote rechtsongelijkheid tussen studenten vanverschillende opleidingen. Vooral bij kleine opleidingen met kleineklasjes kost het immers handenvol geld om iedereen herkansingen tegeven: er zal dus reden genoeg zijn om druk uit te oefenen oplangzame studenten om te stoppen met de studie. Ik vind daarom dater vanuit centraal niveau gestandaardiseerde regels moeten wordengemaakt voor elke opleiding: je moet de oude club studentenproduktgarantie geven en ze vooraf vertellen waar ze aan toe zijn:hoeveel herkansingen komen er nog? Is herhalingsonderwijs mogelijk?Dat is marketingtechnisch misschien niet zo handig, maar hetvoorkomt een hoop gezeur later."

Volgens K. Kammen van het Universitair Strategisch Programmawordt er alles aan gedaan om problemen met bezemklasjes tevoorkomen. Juist omdat het probleem bij de 'bama'-introductieuniversiteitsbreed speelt, is het volgens haar makkelijker er goedeafspraken over te maken. "We zijn er al een jaar over aan hetnadenken. Studenten hebben het recht om af te studeren in derichting waarvoor ze zich hebben ingeschreven. Hoe hetstudieprogramma eruit gaat zien is, en hoeveel herkansingen erkomen wordt bepaald door de faculteiten zelf, maar we proberenhierover zoveel mogelijk afspraken te maken zodat er geen al tegrote verschillen komen."

Hormoondeskundige Jos Thijssen over de arbitraire grens bij nandrolonmetingen: 'In het geval De Boer deugt het bewijs niet'

Hormoondeskundige Jos Thijssen over de arbitraire grens bijnandrolonmetingen: 'In het geval De Boer deugt het bewijsniet'

Theunisse bleek later minder onschuldig dan zijn grote betraandebruine ogen op televisie suggereerden. De echtgenote van Thijssenheeft dan ook al gevraagd: 'Hoe weet je dat je niet weer voor degek wordt gehouden'. "Ik weet nooit honderd procent zeker dat Frankde Boer niet gebruikt heeft. Maar De Boer is een nette vent dieheel betrouwbaar overkomt."

Toch is Thijssen niet bang voor zijn reputatie. Hij steunt opzijn wetenschappelijke aanpak. Of Gert-Jan Theunisse schoon was ofniet, is minder belangrijk. "Ik heb toen de bewijsvoering aangepakten ik heb uiteindelijk gelijk gekregen. Dat was mijn taak. Het IOCheeft de regels aangepast op basis van mijn onderzoek. Dat heeftGert-Jan niet meer geholpen. Maar andere onschuldige sporters komennu niet meer in de verdachtenbank terecht."

"Wij hadden in ons onderzoek bij Theunisse wel allerleizekerheden ingebouwd om te voorkomen dat wij belazerd zoudenworden. Want ik ben een wetenschapper. Ik weet veel van hormonen enik moet voorkomen dat ik allerlei onzin ga uitkramen. Als ik denkdat een atleet heeft gebruikt dan begin ik er niet aan. Ik kan nietliegen."

Ook in het geval De Boer deugt het bewijs niet, vindt Thijssen.De grenswaarde is volgens hem niet nauwkeurig genoeg te meten.Zoals heel Nederland inmiddels weet ligt die op 2 nanogram en isbij De Boer 7,1 gemeten. "De grens is vrij arbitrair op twee gezet.Volgens het Nederlands Meetinstituut is de onnauwkeurigheid bij demetingen zo groot dat die 7,1-meting van De Boer niet eens boven de2,0 hoeft te liggen. We hebben het dan over een kans van een ophonderd en dat is juridisch veel te laag.'

Als de meting bij De Boer wel correct is dan is het niet eensdoping, stelt Thijssen. Hij vertelt dat De Boer in het vonnis vande tuchtcommissie van de UEFA al wordt vrijgesproken van hetinjecteren van nandrolon. "Dat spul werkt vrijwel niet via de mond.Het zou dan nog uit zijn eigen lichaam kunnen komen. Diegrenswaarde is gebaseerd op tests bij redelijk gezonde jongemannen. Er is later onderzoek onder voetballers gedaan en dan komteen aantal mensen na een inspanning al boven die waarde. Onbelastis er niets te vinden, matige belasting levert een paar positievegevallen op, maar wat gebeurt er bij echte toppers na een zwareinspanning? Daar zijn geen cijfers over."

Vrijspraak

Ook vervuilde voeding is een mogelijkheid, maar met dedreigbrieven van de fabrikanten inmiddels op zijn bureau doetThijssen geen al te stellige uitspraken over voedingssupplementen.Maar uit een onderzoek van het dopinglab in Keulen blijkt dat erwel degelijk vervuilde voedingssupplementen op de markt zijn.

Frank de Boer vertelde voor de zitting dat zijn verdedigers overeen geheim wapen beschikten. Het effect van dat wapen bleef echterbeperkt, want de tuchtcommissie van de UEFA schorste De Boer vooreen jaar. Het tegenargument van IOC en UEFA luidde: als je nunandrolon gebruikt, heb je over een week ook lage waarden.

In de kranten werd daarop gesuggereerd dat de benadering van RobCohen, zaakwaarnemer van Frank en schoonvader van Ronald, die almet schadeclaims dreigde, iets te stevig was geweest. Thijssennuanceert dat beeld. "Cohen is een iemand met een zeernadrukkelijke mening waar hij ook nadrukkelijk voor uitkomt. Als wewinnen is dit een Bosman-arrest, dacht hij. Dat is natuurlijkoverdreven."

Maar Cohen is bang voor wat Troy Douglas is overkomen. Douglashad een score van 6,1 en werd eerst geschorst maar latervrijgesproken door de Nederlandse bond. De InternationaleAtletiekbond stelt de beroepsprocedures echter steeds uit, waardoorDouglas al twee jaar niet heeft kunnen hardlopen en de OlympischeSpelen miste. Voor de 31-jarige De Boer zou dat funest zijn voorzijn carrire.

Volgens Thijssen was de UEFA wel degelijk onder de indruk van deargumenten van de verdediging."Wij zijn heel vriendelijk ontvangenen er is heel goed naar ons geluisterd. De Boer is ook maar vooreen jaar geschorst. Van zo'n tuchtcommissie kun je nu eenmaal nietverwachten dat ze een vrijspraak aandurven. Die kijken alleen of dekans groot is dat hij boven de twee zat. Bij de beroepsproceduremoet echt geknokt worden en daar krijg je ook te maken met mensendie erg deskundig zijn op dit gebied."

Thijssen is ervan overtuigd dat al die lage nandrolon-positievenvan de afgelopen jaren zoals Troy Douglas en Marlene Ottey geennandrolon hebben gebruikt. Nandrolon is een spiergroeibevorderendmiddel dat in de jaren zestig is ontwikkeld. Er is toen tevergeefsgeprobeerd om een verschil aan te brengen tussen devermannelijkende werking, zoals acne en baardgroei, en despieropbouwende werking. In de jaren zeventig is het doorgedrongentot de sport, omdat het zo goed werkte. De Spelen van Montreal in1976 zijn volgens alle insiders getekend door enorme hoeveelhedendoping. Toen is besloten in te grijpen. Nandrolon heeft eigenlijkaan de wieg gestaan van het hele anti-dopingbeleid.

Misdadig

Als wetenschapper is Thijssen er van overtuigd dat bepaaldemannelijke hormonen bij volwassen mannen weinig kwaad kunnen. Hijvindt ook dat professionals hun eigen keuzes moeten kunnen maken."Als we naar een concert gaan, vragen we toch ook niet wat degenedie op het podium zit heeft geslikt." In de professioneleAmerikaanse sport wordt helemaal niet gecontroleerd. Van dehonkballer die vorig jaar in de 'major league' een record aantal'homeruns' sloeg, is zelfs bekend dat hij hormoonpreparaten heeftgeslikt.

Maar toch: controle moet er blijven, vindt Thijssen. Hij ziet deexcessen al voor zich. "Het is nooit genoeg". Hij wijst op deexperimenten met EPO in het wielerpeloton waarbij zelfs doden zijngevallen. "In Amerika kun je erg rijk worden van basketbal. Als jeeen talentvolle zoon hebt, kun je die op jonge leeftijdgroeihormonen toedienen. Dat is natuurlijk misdadig."

Ook het fabeltje dat de sporters van niets weten mag wat hembetreft de wereld uit. "De begeleiding weet bijna altijd veel."Maar ook de kennis onder de sporters is groot. "De Nederlandsesport is ook niet schoon. De Nederlandse sporters gebruikenmiddelen die niet verboden zijn of ze zorgen dat ze niet gepaktworden." De dopingkennis onder voetballers is hem weertegengevallen. "Die zijn nog niet zo gepokt en gemazzeld in hetdopingcircuit."

Dopinggebruik wordt ook veroorzaakt doordat het belang van desport zo groot is geworden, vindt Thijssen. "Als Nederland veelgouden medailles haalt op de Olympische Spelen is het hele landblij. Je moet er dus naar streven dat er veel goud wordt gehaald.Dan is voor sommige mensen alles geoorloofd. Maar het publiek magook de hand in eigen boezem steken. Dat wil steeds nieuwe recordszien. Dat wil die voetballers drie keer per week een topwedstrijdzien spelen. Ik durf de stelling wel aan dat het publiekmedeschuldig is aan het dopinggebruik."

Jurgen Swart

Fysisch geografe Esther Stouthamer begrijpt ontwikkeling deltagebied dankzij werk van generaties studenten

Fysisch geografe Esther Stouthamer begrijpt ontwikkelingdeltagebied dankzij werk van generaties studenten

Alle fysisch geografen die in Utrecht zijnafgestudeerd hebben het gedaan: Veldwerk Laaglandgenese. Met behulpvan de gegevens die de ruim veertienhonderd studenten in de loopvan veertig jaar verzamelden, reconstrueerden dr. Henk Berendsen endr. Esther Stouthamer onlangs de ontwikkeling van het landschap inde Rijn-Maas delta.

Achteraf gezien is het een geniaal idee. Als studenten fysischegeografie nou toch moeten oefenen in veldonderzoek, laat ze dansystematisch een heel gebied afwerken. Verzamel uiteindelijk allegegevens en zie: zon veertig jaar na de eerste lichting studentenheb je een overzicht dat zijn gelijke niet kent. "Dit is misschienhet meest gedetailleerd beschreven gebied ter wereld, maar in iedergeval de meest gedetailleerd beschreven delta ter wereld", verteltde afgelopen maand gepromoveerde dr. Esther Stouthamer.

Vanaf 1959 trok ieder jaar een lichting studenten voor een maandde delta in. In groepjes van twee moesten zij de bodem van eenvooraf uitgezet gebied van zon zes tot tien vierkante kilometer inkaart brengen. Hun werk bestond grotendeels uit het doen vangrondboringen, dat wil zeggen het per tien centimeter opdiepen vaneen beetje aarde, en bepalen wat voor materiaal dat bevat.

"Het was best zwaar hoor, voor de studenten. Dat boren isbehoorlijk fysiek werk", vertelt Stouthamer, die het vak zelfvolgde, maar ook als studentassistent betrokken was bij debegeleiding. "Bovendien kampeerden ze op een prikboerderij, enmoesten ze met elkaar het eten regelen, de computer delen en goedsamenwerken. Om acht uur s ochtends zaten ze op de fiets naar hungebiedje, tot een uur of vijf a zes s avonds waren ze in het veld,en daarna moesten ze zelf voor het eten zorgen. s Avonds zaten zeaan hun werkstukken, maakten ze tekeningen en werkten hunboorgegevens uit."

Ondanks de ontberingen kent Stouthamer weinig negatieve verhalenover het veldwerk. "Meestal vonden ze het tijdens die maand zwaar,en hoorde je vaak dat ze het helemaal hadden gehad. Maar achterafwaren ze vaak toch wel trots, en werd er in lengte van jaren nogover gepraat. Over hoe zwaar het was, maar ook over wat er allemaalgebeurd was. Het was voor de meesten toch ook de eerste keer dat zezo intensief met anderen moesten samenwerken. Ook nu, nu het boekover het onderzoek uit is, zie je dat mensen gelijk 'hun' gebiedjeopzoeken."

Knarsen

Volgens Stouthamer waren in iedere lichting wel een aantal'natuurtalenten' te onderscheiden. Bijvoorbeeld op het gebied vande bemonstering, het beschrijven en benoemen van de boormonsters."We konden dat natuurlijk niet allemaal naar het lab sturen, dusmoesten de studenten dat zelf doen. Door te ruiken, te voelen ensoms ook te proeven kun je er achter komen wat voor materiaal jeophaalt. Hoe is de structuur, is het zanderig of juist niet, is hetmisschien veen, hoe elastisch is de klei. Dat laatste kun je ondermeer bepalen door op het materiaal te kauwen. Als het tussen jetanden knarst, weet je dat er veel zand in zit."

Een andere 'test' voor de studenten, was hun ruimtelijk inzicht."Als fysisch geograaf moet je in staat zijn om de gegevens van dieverschillende boringen uiteindelijk te vertalen in een beeld vanhoe het er vroeger uit moet hebben gezien. Waar liep destroomgordel, waar waren de oevers precies, hoe ver liepen deuiterwaarden. Het waren er niet veel die dat niet konden, maar hetis inderdaad voorgekomen dat we studenten hebben afgeraden verderte gaan met de studie, omdat ze dat ruimtelijk inzicht echt niethadden."

Monsterklus

De gezamenlijke inspanning van de studenten resulteerdeuiteindelijk in tweehonderdduizend 'boorstaten', die in zo'n dertigkasten in de kelder van de Van Zonneveldvleugel staan opgeslagen.Henk Berendsen, die het veldwerk vanaf 1973 begeleid, was al langervan plan om de gegevens te analyseren en te publiceren. De startvan het promotieonderzoek van Stouthamer (zie kader) was dedefinitieve aanleiding om aan de monsterklus te beginnen. Voor haaronderzoek naar rivierverleggingen in de laatste tienduizend jaar inde Rijn-Maas delta, was het noodzakelijk om een overzicht tekrijgen van de ligging van rivieren in het gebied op bepaaldemomenten in die periode. "Eerder hadden verschillende medewerkerswel overzichten gemaakt voor onderdelen van de delta, maar hettotale overzicht was er niet", legt Stouthamer uit. Naast deduizenden boorstaten gebruikten Berendsen en Stouthamer ook nogzo'n twaalfhonderd zogenoemde 'Koolstof 14'-dateringen, dateringenaan de hand van organisch materiaal.

"Ik kan je wel vertellen, het was echt een hele grote klus omdit allemaal kloppend te krijgen. Maar ik houd op zich wel van ditsoort uitdagingen", vertelt Stouthamer. "Als ik ergens het nut vaninzie, en dat was in dit geval zo, dan is mijn motto: van hardwerken krijg je niks. Maar we hebben ons er toch echt wel opverkeken. We dachten dat het in een jaar wel ongeveer te doen moestzijn, maar we zijn er toch zo'n twee jaar full time mee beziggeweest". In totaal werden de ligging en loop van ruim tweehonderd'stroomgordelfragmenten' gereconstrueerd, die uiteindelijk opkaarten werden aangegeven.

De publicatie van het boek betekent echter niet dat hetonderzoek nu helemaal klaar is. Er wordt inmiddels hard gewerkt aanhet digitaliseren van de gegevens. En er zijn plannen om in detoekomst een simulatiemodel op te stellen voor het ontstaan van vaneen deltagebied, met behulp van de nu beschikbare gegevens.Bovendien, zo meldt Stouthamer, is ook nog aanvullend veldonderzoeknodig voor bepaalde delen van het gebied. Toekomstige Utrechtsefysisch geografen hoeven niet te vrezen: ook zij kunnen nog volopbijdragen aan het onderzoek.

Avulsie

De verandering van de loop van een stroom of rivier wordt een'avulsie' genoemd, of ook wel 'rivierverleggingspunt'. Stouthamerspromotie-onderzoek geeft een inzicht in waar en wanneer dergelijkeavulsies hebben opgetreden in de laatste tienduizend jaar, in hetgebied tussen en rond de Rijn en de Maas. Een andere vraag die defysisch geografe wilde beantwoorden was waarom dergelijkeveranderingen optreden. Uit het onderzoek blijkt dat de opslibbingvan het land na de laatste IJstijd een belangrijke factor was.Daarnaast bleek dat ook tectonische veranderingen (verschuivingenvan de aardkorst) in het rivierengebied voor een groot deelverantwoordelijk zijn voor avulsies.

Dergelijk paleogeografisch onderzoek (onderzoek naar degeschiedenis van het landschap) is van belang voor de winning vanolie, gas en water. Deze stoffen liggen opgeslagen in door denatuur gevormde reservoirs. Het vroegere landschap bepaalt de vormvan het reservoir. Kennis over de vorming van het vroegerelandschap wordt gebruikt bij het bepalen van de plaatsen waar en demanier waarop geboord kan worden. Daarnaast kan de kennis over het'gedrag' van rivieren in het verleden worden gebruikt voorrivierbeheer en voor het voorspellen van de gevolgen voor rivierenvan bijvoorbeeld stijging van de zeespiegel.

Hanneke Slotboom

Gemeenschapszin centraal in Afrikaanse Ubuntu-filosofie

Wie aan Zuid-Afrika denkt, denkt vaak het eerst aangeweld. Niet onlogisch, vindt filosoof Dirk Louw, wel onterecht.Dankzij de leer van ubuntu spelen respect en mededogen voor anderenin Afrika een grote en sterk onderschatte rol. "Ik vind het heelbelangrijk om Europeanen dat duidelijk te maken."

"Als in de westerse wereld over Afrika wordt gesproken, dangebeurt dat vaak vanuit een negatief standpunt. Afrika is voor veelEuropeanen synoniem met etnische conflicten en bloedigeburgeroorlogen. Natuurlijk zal ik niet ontkennen dat de situatie insommige landen tamelijk uitzichtloos is. Maar wie alleen maardaarnaar kijkt, miskent de positieve ontwikkelingen elders. Kijkbijvoorbeeld maar eens naar de geweldloze manier waarop Zuid-Afrikazich in korte tijd heeft omgevormd van een totalitaireapartheidsstaat naar een democratie. Ik ben ervan overtuigd dat datmede te danken is aan de invloed van ubuntu."

Een kale werkkamer op de vierde verdieping van hetBestuursgebouw is niet de meest ideale omgeving om te praten overeen filosofie die de nadruk legt op warmte en saamhorigheid. MaarDirk Louw heeft er in deze zakelijke omgeving geen moeite mee. Metgroot enthousiasme vertelt hij over de leer die in zijngeboorteland zon grote rol speelt in het dagelijks leven. Begin ditjaar kwam hij naar Utrecht om Nederlandse studenten zes maandenlang college te geven over Afrikaanse filosofie. Zijn belangrijksteboodschap: Afrika is veel meer dan het politieke geweld in dekranten en een belangrijk aspect van dat andere Afrika isubuntu.

Rituelen

"Een mens is een mens tussen andere mensen. Dat is niet alleende letterlijke vertaling van de Zulu-uitspraak Umuntu ngumuntungabantu; het is ook de kern van de ubuntu-filosofie," legt Louwuit. "Centraal in die leer staat de gedachte dat je pas echt menswordt in het contact met je medemensen. Menszijn ismet-de-ander-zijn, zoals de Franse existentialisten dat in de jarenvijftig noemden, en dat is ook de kern van ubuntu. Maar terwijl hetexistentialisme puur een wijsgerige stroming was, heeft ubuntu veelmeer een levensbeschouwelijk karakter en geeft het voorschriftenvoor een goed leven."

Al eeuwenlang wordt ubuntu in zwart Afrika via verhalen vangeneratie op generatie overgedragen. Het is ontstaan intraditionele agrarische gemeenschappen maar heeft zich met demigratie van die gemeenschappen naar meer verstedelijkte gebiedeninmiddels ook daar een duidelijke eigen plaats veroverd. HoewelLouw ubuntu een filosofie noemt, zij het een filosofie die heeldicht staat bij wat wij in het westen toegepaste ethiek zoudennoemen, erkent hij dat er daarnaast ook sprake is van een sterkreligieus getinte leer met veel aandacht voor rituelen.

"Dat je mens tussen andere mensen bent betekent voor eenwesterling niet veel meer dan dat je andere mensen moet respecterenen fatsoenlijk moet behandelen. In de traditie van ubuntu betekentdiezelfde uitspraak echter veel meer. De andere mensen kunnen ookje voorouders zijn en daarmee komt in ubuntu een sterke nadruk teliggen op het belang van de gemeenschap, van de groep, van de stam.Vandaar dat in meer traditionele zwarte gemeenschappeninitiatieriten zoals besnijdenis en clitoridectomie ook nu nog eengrote rol spelen. Door het bloed dat vloeit wordt het besneden kindopgenomen in de gemeenschap."

Die nadruk op de groep brengt ook een andere visie op democratieen op individualisme met zich mee, stelt Louw. "Omdat de groep inubuntu centraal staat en het individu alleen kan worden begrepen inzijn relatie tot andere leden van de groep, is het bereiken vanconcensus voor veel Afrikanen van groot belang. Democratie is voorhen dan ook veel meer dan het westerse tellen van stemmen.Democratie in de geest van ubuntu is een oprechte poging omovereenstemming te bereiken door individuen die zichzelf niet alshet centrum van het universum zien maar als deel van een collectiefbeschouwen."

Consensus

Louw is zich terdege bewust van de gevaren die deze houding metzich mee kan brengen. In een sfeer waarin zoveel nadruk ligt op hetcollectief, dreigen groepssolidariteit en conformisme de overhandte krijgen op de eigen verantwoordelijkheid. Daardoor zou ubuntuvolgens critici totalitaire leiders helpen bij het in stand houdenvan een conservatief bewind waarin afwijkende standpunten nietworden getolereerd. De Afrikaanse filosoof erkent dat dat gevaarbestaat, maar geeft er de voorkeur aan om de nadruk te leggen op depositieve kanten. In zijn meer filosofische gedaante vormt ubuntuvolgens hem namelijk een volwaardig Afrikaanse equivalent voor dewesterse humanistische ethiek.

"Ubuntu is in mijn ogen voor Afrika vooral zo belangrijk omdathet op een specifiek Afrikaanse manier de universele boodschaponder de mensen brengt dat een goed leven niet mogelijk is zonderrespect en mededogen voor anderen. Ook de kerk heeft diezelfdeboodschap hier proberen te verkondigen, maar ik ben ervan overtuigddat hij in deze eigen vorm veel beter bij zwarte Afrikanenaanslaat. Dat dat inderdaad het geval is, blijkt wel uit derelatief vreedzame manier waarop Zuid-Afrika zich de laatste jarenontwikkelt.

"Het is waar dat met name in KwaZulu-Natal tot voor kort nogregelmatig etnische conflicten werden uitgevochten, het is waar datin Zuid-Afrika ook nu nog racistische moorden worden gepleegd. Maardaar staat tegenover dat de overgang naar een democratie na heteinde van de apartheid in ons land opvallend geweldloos isverlopen. Volgens sommigen is dat uitsluitend te danken aan de doorpolitici gesloten compromissen, maar daar geloof ik niets van. Ikdenk eerder dat het een bewijs is dat Zuid-Afrikanen ondanks huntegenstellingen een sterke neiging hebben tot vreedzameco-existentie. En dat wordt zeker mede gestimuleerd door een geloofin ubuntu.

"Ik vind het heel belangrijk om dat aan Europeanen duidelijk temaken. Je hoort en leest hier in het westen zoveel negatiefs overAfrika, dat het hoognodig is om dat beeld een beetje bij tekleuren. Ik ben weliswaar niet zwart, maar ik ben wel een geborenZuid-Afrikaan. Dat ben ik hier sterker dan ooit gaan voelen. Juistals Afrikaans filosoof wil ik aan de hand van ubuntu heel graaglaten zien dat onderlinge solidariteit en gemeenschapszin ook inonze cultuur wel degelijk een grote plaats innemen."

EH