Achtergrond

Buitenlandse student huurt liever ongemeubileerde kamer

Het U-blad heeft een enquEte gehouden onder 150buitenlandse studenten die wonen in de grootste studentencomplexenvan Utrecht. Uit het onderzoek blijkt dat er nogal wat klachtenzijn over deze huisvesting van de SSH. De meeste buitenlandsestudenten (84,7 procent) vinden de huurprijs die ze moeten betalente hoog. Bovendien wil de meerderheid liever een ongemeubileerde,en daarmee goedkopere kamer (78 procent). Daarnaast zou bijnadriekwart liever ook met Nederlanders willen wonen (71,8procent).

Klachten

Meest voorkomende klachten van de ondervraagdebuitenlandse studenten (met reactie van directeur J. Torenbeek vanhet servicecentrum Huisvesting):

1) 91,8 procent vindt het te veel om de eerste en de laatstemaand huur te moeten betalen.

Buitenlandse studenten betalen bij aankomst inderdaad ook alde laatste maand huur. Dat is om te voorkomen dat gasten bij hunvertrek openstaande rekeningen achterlaten, zoals vroeger nogaleens voorkwam. Het is veel geld ineens, maar alle Utrechtsecontactpersonen weten ervan.

2) 90,9 procent keurt het af niet de betreffende woning te mogenzien voordat het contract ondertekend wordt en de huur betaald.

Wat mij betreft mag iedereen zijn of haar kamer van tevorenzien. Ik zou alleen niet weten wat ik moest doen als iemand hem zouweigeren. Wij zijn elk jaar weer blij als wij voldoende kamers bijelkaar hebben geschraapt. We kunnen echt niet zo maar eenalternatief uit de hoge hoed toveren.

3) 78 procent van de studenten wil liever een (goedkopere) kamerzonder meubilair huren. Met name studenten uit de omringende landenals Duitsland, Belgie en Luxemburg vinden het teleurstellend datzij niet met een verhuisbusje hun eigen spullen kunnenmeebrengen.

Vroeger hebben wij ook ongemeubileerde kamers aangeboden,maar toen kregen wij daar juist regelmatig klachten over. Men vonddat zeer ongastvrij van ons.

4) 77,2 procent heeft problemen met de betaling van de eerstehuur op het postkantoor op de dag van aankomst.

Dat is inderdaad een punt, al geldt het alleen voor kamersvan de SSH.

5) 75,4 procent klaagt over het niet mogen ophangen vanposters.

Men mag wel posters ophangen. Men mag alleen geen spijkers inde muur slaan.

6) 71,8 procent vindt de tweemaandelijkse schoonmaak onnodig enheeft liever een lagere huur

Voordat wij deze regel overigens alleen in SSH-kamers haddeningevoerd, werden veel kamers zo vies en goor dat wij regelmatigklachten kregen. Ik zal de periodieke schoonmaak dan ook te vuur ente zwaard verdedigen. Iets anders is of het redelijk is dat onzegasten dat moeten betalen. Maar dan kom je al snel op de vraag watberhaupt een redelijke huur is voor een gemeubileerde kamer.Buitenlandse studenten betalen nu rond 650 gulden per maand. Erzijn mensen die dat veel geld vinden, maar als we honderd guldenminder zouden vragen, zou dat de universiteit wel drie tonkosten.

7) 71,8 procent betreurt het dat er geen Nederlanders in huiswonen

Ik betreur dat ook. Als er straks vierhonderd nieuwe woningenin De Uithof bijkomen, zullen we zeker streven naar meer gemengdewoonvormen.

8) 64,5 procent klaagt over te weinig ruimte in de koelkast

Tja....

9) 51,8 procent vindt de wekelijkse controle van de SSHstorend

Dat lijkt me een zaak voor de SSH.


Klacht 1

Buitenlandse studenten mogen niet eerst hun kamer zienvoordat ze hun huurcontract ondertekenen. Dat keurt 90,9 procentvan de ondervraagden af.

"Ik mocht van de SSH mijn kamer niet zien, voordat ik de huurhad betaald en het contract ondertekend. Er werd niet eensuitgelegd waar ik precies zou komen te wonen. Ik vond dat zeeronvriendelijk en ongastvrij. Waarom mogen Nederlandse studenten weleerst hun kamer zien?

"Toen ik zei dat ik mijn kamer te duur vond, werd er gelachen.Ik kreeg te horen hoeveel geluk ik had met zon grote kamer en alhet meubilair. Het leek erop dat de medewerker van de SSH probeerdemij zo snel mogelijk het contract te laten ondertekenen. Op vragenreageerde hij vermoeid en gerriteerd.

"Ik kwam op de Cambridgelaan terecht, in een 'brug' op detwaalfde verdieping, waar bijna alleen buitenlandse studentengeplaatst worden. Daar was ik niet blij mee. Met slecht weer of bijeen feestje gaat de woning heen een weer als een zeilboot in eenstorm."

Igor Jurcic (23) studeert werktuigbouwkunde aande Hogeschool en is afkomstig uit Slovenie, studeert daar aan deHPS- Celje


Klacht 2

De wekelijkse controle van de SSH is storend (51,8procent)

Op een middag, toen ik rustig op mijn bed zat, hoorde ik iemandbinnenkomen. Het was iemand van de SSH, die zonder aankondiging onsappartement binnenliep. Voordat ik op kon staan, stond de beheerderal bij mij in de deuropening. Ik schrok, zei hem dat hij me banghad gemaakt en dat ik dit niet gewend was. 'Wij doen de dingen eenbeetje anders hier in Nederland', antwoordde hij.

"Van alle SSH-panden waar buitenlandse gasten wonen hebben debeheerders een sleutel waarmee ze alle algemene ruimten vanappartementen kunnen betreden. Ook de schoonmaakdienst heeft diebevoegdheid. Mijn huisgenoot schrok een paar weken geleden enormtoen ze 's morgens vroeg in de badkamer was en er schoonmakeronaangekondigd naar binnen wilde gaan. Vervolgens schrok haarvriendin heel erg toen zij de schoonmaker zag voor de openstaandedeur van de kamer waar zij logeerde.

"Ik wil helemaal geen schoonmaakservice waar ik voor moetbetalen. Ik kan zelf mijn woning wel schoonhouden. Ik wil dezemensen niet in mijn huis hebben."

Addie Homburg (39) studeert geografie, afkomstiguit de Verenigde Staten, studeert daar aan de FT. Hays StateUniversity (Kansas)


Klacht 3

Het is te veel geld om de eerste en de laatste maandhuur vooraf te betalen, vindt 91,8 procent van de ondervraagdebuitenlandse studenten.

Toen ik in Utrecht aankwam, had de universiteit nog geen kamervoor mij geregeld. Ik heb eerst meer dan twee weken in eenjeugdherberg overnacht, voordat ik een kamer kreeg op deCambridgelaan. Dat heeft me in totaal ruim vierhonderd guldengekost. Vervolgens verplichtte de SSH mij de eerste en de laatstemaand huur te betalen, bij elkaar zon 1200 gulden. Ik moest geldlenen van een vriend om de SSH te kunnen betalen.

"Ik had daardoor ook geen geld meer om studieboeken te kopen. Ikkwam in de jeugdherberg toch al niet niet aan studeren toe doordater meer mensen op n kamer zaten. Na een maand kon ikstudiemateriaal aanschaffen en begon ik eigenlijk pas echt met mijnstudie in Utrecht."

Stefano Battaglia (22), studeert rechten,afkomtig uit Italie, studeert daar aan de universiteit vanBologna

Ranjen Pathmamanoharan

Wat doen we met de kerst?

Leen Dorsman, docent bij het Instituut voor Geschiedenisvan de Letterenfaculteit en tevens Docent van het Jaar2000:

"Door die Docentprijs kan ik in december en januari een reisnaar India maken. Ik zal daar onder andere collega's in New Delhibezoeken in het kader van uitwisseling en om me verder te verdiepenin niet-Westerse geschiedschrijving. Mede vanwege mijnbelangstelling voor dit onderwerp werd ik genomineerd als Docentvan het Jaar. Na mijn werkbezoek maak ik samen met mijn vrouw eenrondreis door India. Tijdens de kerstdagen verblijven we in Kochi,aan de Westkust van Zuid-India. Je vindt daar een interessantemengeling van koloniale stijlen, een weerspiegeling van degeschiedenis daar. Onder andere is er een Joodse synagoge, eenNederlands kerkhof, en er wonen nu veel Chinese vissers. Ik denkdat we naar de nachtmis gaan in een Portugese kerk, vol met Indirswaarschijnlijk. Wat we daar eten? Geen idee, ik sluit me bij deplaatselijke gebruiken aan!"

Gerda Eskens, assistent bedrijfsleider van de kantine inhet Centrumgebouw Zuid:

"Kerst zie ik vooral als een familiefeest. Vorig jaar waren mijnman en ik tijdens de kerstdagen op vakantie met zijn familie. Hetwas een sprookjesachtige kerst in de sneeuw, maar dit jaar gaan wehet weer lekker ouderwets vieren. De ene dag komt mijn familie ennemen we uitgebreid de tijd om bij te praten, terwijl mijn mankookt. Misschien maakt hij een chinese of indische rijsttafel, maarik hoop eigenlijk op een viergangendiner! Tweede kerstdag zijn weiets actiever: wandelen en spelletjes doen met mijn man's familie,die een huisje in de bossen gehuurd heeft. Mijn man en ik hebbenallebei vakantie tussen kerst en oud-en-nieuw. We gaanwaarschijnlijk een dagje naar Maastricht en nog wat andereuitstapjes maken. Eindelijk wat leuke dingen samen doen waar weanders gewoon geen tijd voor hebben. Voor het nieuwe jaar heb ik ngoed voornemen: lekker doorgaan!"

Tineke Bahlmann, deeltijdhoogleraar Bedrijfseconomie bijde faculteit Rechtsgeleerdheid:

"In de kerstperiode trek ik mij altijd een beetje terug uit dewereld. Ik maak geen afspraken, maar neem de tijd om in alle rustte lezen en schrijven. Ik lees dan vakliteratuur waar ik nog nietaan toegekomen ben, maar ook romans liefst van vrouwelijkeschrijvers. De kerstdagen zelf breng ik met familie en vriendendoor, altijd erg gezellig. Mijn man kookt, meestal zeer uitgebreideen traditionele kerstmenu's. Deze kerst wordt voor het eerst andersdan anders: er zijn het afgelopen jaar een aantal mensen uit denabije kring overleden, en mijn ouders kunnen wegens hun gezondheidvoor het eerst ook niet meer bij ons komen. Dat stemt aan de enekant wel verdrietig, maar het geeft me ook het gevoel dat het zovreselijk belangrijk is om het leven met familie en vrienden tevieren zolang je het kan. En kerstmis is daar zeer geschiktvoor..."

Arie Mink, gebouwbeheerder van het F.A.F.C.Wentgebouw

"Hoogtepunt van kerst is voor mij kerstavond, met het koorzingen in de kerstnachtdienst. Aansluitend hebben we traditioneelhet kerstontbijt met de buren. Vroeger, toen de kerstnachtdienst omvijf uur 's ochtends werd gehouden, was dat echt een ontbijt, nudoen we dat 's avonds laat maar we noemen het nog steeds ontbijt.De kerstdagen brengen we verder in huiselijke kring door metfamilie en vrienden. Ik hou niet van al die opgefokte toestanden;we eten wel lekker, maar niet overdreven. De sfeer is voor mijbelangrijker dan uiterlijkheden. Zo hebben we ooit een Kerst-ingeorganiseerd. Het was zo druk dat we gewoon boerenkool hebbengegeten, maar het was wel hartstikke gezellig. Ik vind kerst eenleuk feest en hou wel van de tradities eromheen. Zo maak ik iederjaar een kerststal onder de kerstboom, iets wat al generaties langin mijn familie gebeurt."

Margot van der Kamp

Osiris: Utrechtse studentendossiers op internet: 'Je kan nooit alle hackers buiten de deur houden'

Osiris: Utrechtse studentendossiers op internet: 'Je kan nooitalle hackers buiten de deur houden'

Bijna alle faculteiten draaien nu op Osiris, een speciaal voorUtrecht ontworpen studievoortgangssysteem. In Osiris staan alleingeschreven studenten met hun persoonlijke gegevens, het heleuniversitaire cursusaanbod, alle studieresultaten, alleroostergegevens, examens en stages. "Osiris ondersteunt het heleonderwijsproces", zegt projectleidster Wies de Haas.

De laatste faculteiten moeten volgens planning volgende maandovergaan. Zij moeten direct ook de online versie installerenwaarmee het systeem interactief wordt. Via Osiris Online is eendeel van de eigen gegevens voor studenten toegankelijk. De Haas:"Je kan je adres wijzigingen, je inschrijven voor cursussen ententamens, je tentamenresultaten zien, en je eigen roosteropzoeken. Alle studenten hebben of krijgen hievoor eengebruikersnaam en een eigen wachtwoord."

Osiris staat voor Onderwijs en Studenten Informatie, Registratieen Inschrijfsysteem. Het kent een lange geschiedenis. Zo'n twaalfjaar geleden besloot het college van bestuur dat er zo'n dergelijkstudievoortgangssysteem moest komen. Er werd toen een Amerikaanssysteem aangekocht dat niet bleek te voldoen. Faculteiten gingendaarom hun eigen weg. In 1997 heropende het CvB opnieuw dediscussie over een centraal systeem.

Onder leiding van De Haas werden alle faculteiten om tafelgeroepen. Samen werd een wensenlijst opgesteld waarmee onder meerhet Amsterdamse bedrijf PSB werd benaderd dat al eenstudentenvolgsysteem voor Letteren en Sociale Wetenschappen hadontworpen. In goed overleg, zo zegt De Haas, is toen Osirisgeboren.

Eind vorig jaar mocht de faculteit Wiskunde en Informatica hetsysteem als eerste uitproberen. Nog voordat hetstudievoortgangssysteem volledig in gebruik was, toonden andereuniversiteiten al interesse in Osiris. Elke universiteit, zo zegtDe Haas, worstelt namelijk met het probleem dat er op de markt geenkant-en-klaar systeem is dat voldoet aan de wensen van deopleidingen. Momenteel wordt daarom in Utrecht onderzocht inhoeverre Osiris is te 'commercialiseren'.

Privacy

In Osiris staat veel privacygevoelige informatie en daarom ishet systeem volgens De Haas aan alle kanten beveiligd. Osiris enOsiris Online hebben bijvoorbeeld allebei een andere databasewaardoor studenten niet zelf hun cijfers kunnen veranderen. Eeninbreker zou misschien nog via Osiris Online kunnen binnendringenom tentamencijfers te veranderen, maar via de database van Osirisworden deze na 24 uur weer door de werkelijke getallen vervangen.Daar blijven de cijfers namelijk zoals ze waren.

"Je kan nooit een systeem hebben dat alle hackers buiten de deurhoudt, maar de beveiliging is van een hoog niveau." Het echterisico, zegt De Haas, zit bij medewerkers die hun wachtwoord op depc hebben geplakt, waar gelegenheidsdieven gebruik van kunnenmaken. "Maar niet alle gebruikers hebben dezelfde bevoegdheden encijfers zullen ook altijd op papier bewaard blijven."

Zeer vertrouwelijke informatie die bijvoorbeeld alleen bijstudieadviseurs bekend zijn, kunnen ook alleen door hen wordengeraadpleegd. Studenten die willen weten wat in hun dossier staat,moeten dit via de studieadviseur doen. Anderen krijgen geentoegang."

Het voordeel van een studievoortgangssysteem is behalve gemak enminder papieren rompslomp ook dat er een bestand vol gegevensbeschikbaar is voor analyse, zegt de Haas. Gewerkt wordt nu aan hetsysteem Horus dat de gegevens anonimiseert, gelijkschakelt enanalyseert. Zo kan onderzocht worden of hoog scorende scholierenook hoog scorende studenten zijn, of bepaalde vakkenpakketteninvloed hebben op studieresultaten en waarom studenten bijvoorbeeldvan studie switchen. Dit systeem moet in de voorzomer van 2001worden opgeleverd.

Gwenda Knobel

Zie http://www.osiris.uu.nl


Reacties

Rudy Knaap, 4e jaars Sterrenkunde:

"Ik heb nog niet zoveel mensen gehoord over Osiris Online. Onzefaculteit zit er sinds half november op. Ik heb er zelf niet zoveelproblemen mee dat mijn gegevens op een netwerk staan. Ik ga ereigenlijk voetstoots vanuit dat niemand anders daarbij kan komen.Ik ben niet echt bang voor hackers of vrienden of zo die eengeintje met me willen uithalen en dus mijn cijfers gaan veranderen.Ik denk niet dat dat zo interessant is."

Henk Mos, facultair systeembeheerder natuur- ensterrenkunde:

"Het is een verbetering dat het nieuwe systeem universitairbreed is waardoor je gegevens met elkaar kan vergelijken. Deprivacy is wel een punt. Ergens moet er een bestand zijn waar aldie wachtwoorden instaan. Ze worden ook naar huisadressen gestuurdof via de mail bekend gemaakt. Je kunt je afvragen hoe veilig datis. Ik denk dat de beveiliging beter kan. Er bestaat bijvoorbeeldeen systeem waarbij iedereen een chipkaart krijgt waar een klokjein zit en een display heeft waarop nummers verschijnen. Als je daneen bepaald netwerk in wilt, moet je het nummer van je kaartintoetsen en dan kijken wat de chipkaart op dat moment voor nummergeeft: dat is dan je toegangscode. Als er iemand per ongeluk overje schouder meekijkt, heeft die niks aan de code want die is na eenminuut weer anders. Je bent natuurlijk wel de pineut als je jekaart verliest."

H. te Riet, afdeling studentenadministratie enonderwijslogistiek bij rechten:

"Binnen onze faculteit zijn we altijd heel voorzichtig metstudenteninformatie. Tentamenuitslagen worden bijvoorbeeld nietonder naam maar onder collegekaartnummer vrijgegeven. Wij moeten deovergang naar Osiris nog maken, en om de beveiliging is wel veel tedoen geweest. Het zal niet waterproof zijn. Studenten kunnen hetnet op met hun stoladres en wachtwoord. Hun stolwachtwoord is zelfte wijzigen. In principe ben ik wel voor een gecentraliseerdsysteem, maar of het zo goed is voor studenten? In mijn tijd moestje gewoon naar de universiteit fietsen om je in te schrijven. Nukan alles vanachter de computer worden geregeld."

Elise Goeree medewerkster bij wiskunde:

"Ja, wij kregen de pilot en zijn daar nu ongeveer een jaar meebezig. Daar hebben we heel wat mee doorstaan. Het werken ermee valtmee, dat moet je gewoon even onder de knie krijgen, maar aan hetsysteem zelf ontbrak het n en ander. Dat was nog een heel gedoe.Maar het gaat steeds beter hoor. Online zijn we pas sinds een paardagen."

Mark Klein, directeur rechten:

"Met Osiris moeten studenten gedisciplineerder worden, want alsde inschrijftermijn voor tentamens voorbij is, kan je je echt nietmeer inschrijven. Dat zal dan alleen nog lukken voor een enkeling.Nu gaat inschrijven ook wel volautomatisch, maar dan is er nog eenna-inschrijving."

Johan Kool, vierdejaars geochemicus en bestuurslid vande Utrechtse Geologen Vereniging:

"Osiris is in september of oktober ingevoerd. Ik heb er zelf nuniet zo veel mee te maken. Ik weet wel dat er in het UGV gesprokenis over tentamenuitslagen. Velen vinden het onhandig dat je geenbrief meer thuis krijgt met je cijfer. Nu heb je geen echt bewijsmeer in handen en moet je er maar vanuit gaan dat het cijfer inOsiris klopt. We hebben de kwestie doorgespeeld aan leden van defaculteitsraad en zij zouden er over praten."

Boudewijn 't Hart, faculteitsraadslidAardwetenschappen:

"Oh, ik wist niet dat we al op Osiris zaten. Interessant. Nee,in de raad is er nog niet over gesproken dus."

Studium Generale blikt terug op 100 jaar Max Planck: Quantumwaanzin en quantumcomputers

Studium Generale blikt terug op 100 jaar Max Planck:Quantumwaanzin en quantumcomputers

"Oh ja? Nou ik ga er niet heen, ik heb het veel te druk", bromtPhilip Stamp in een van de hoogste kamertjes, uitkijkend op degroene velden rond de Uithof. De Canadese professor Stamp is eendeskundige op het gebied van de meest recente ontwikkelingen in dequantummechanica.

"De quantummechanica is de meest krachtige natuurkundige theoriedie er is. Ik kan je bijna alles uitleggen met behulp van dequantummechanica", zegt Stamp. Waarom de universitaire stoelenvies-groen zijn, waarom een spiegel licht reflecteert, waarom eenCD-speler werkt, en waarom DNA de dubbele helixstructuur heeft, diehem in staat stelt zichzelf in tweeen te delen. De quantummechanicais voor praktisch gebruik een super-theorie. De krachtigste die demensheid ooit gekend heeft. `Er is alleen een een kleinprobleempje. Niemand begrijpt de quantummechanica. De fysicusRichard Feynman zei ooit: 'Toen Einstein met zijnrelativiteitstheorie kwam was er een dozijn mensen die de theoriemeteen doorzag, maar ik durf zonder angst te zeggen dat er niemandis die de quantummechanica begrijpt'."

Misschien wel het grootste mysterie van de quantummechanica isdat iets in meerdere toestanden tegelijk kan bestaan. Een gegevendat in strijd is met onze ervaringen. Een kopje staat op tafel, ofeen kopje ligt kapot op de grond. In de quantummechanica is ditallemaal niet meer zo eenduidig. Een quantum-object kan in twee ofmeer toestanden tegelijk zijn. Op tafel en op de grond tegelijk.Een superpositie, zo noemen de natuurkundigen dat.

De bizarre quantumwereld is mathematisch goed te beschrijven.Wiskundigen zitten niet vast aan de drie ruimtedimensies, en dieene tijddimensie waar gewone stervelingen mee worstelen. Met eenpaar Griekse symbolen zetten ze een oneindig dimensionale wereldneer, waarin van alles tegelijkertijd kan bestaan. En dezequantummechanische beschrijving, die verder gebruik maakt van eenvreemd soort kansberekening, werkt perfect.

Met deze wiskundige technieken kunnen wetenschappers ook latenzien dat de quantumgekte verdwijnt als je van eenvoudige naaringewikkelder systemen gaat. In de macroscopische wereld merken weniets van de waanzin, vanwege een verschijnsel dat wetenschappersdecoherentie noemen. Door interactie met andere systemen verdwijnende quantummechanische superposities. Hierbij komt een anderonbegrijpelijk wonder te hulp. 'Entanglement' wordt hetgenoemd.

Verstrengeling zeg maar. Deeltjes met een gemeenschappelijkegeschiedenis hebben kennis van elkaars toestanden. Twee van deze`verstrengelde deeltjes liggen bijvoorbeeld allebei op de tafel enop de grond tegelijk. Als nu de op tafel liggende component van eenvan de twee deeltjes interactie heeft met het licht uit eenbureaulamp, dan ligt dat ene deeltje vanaf dat moment op tafel. Enhet andere deeltje ligt vanaf dat moment definitief op de grond. Dequantum-onzin is verdwenen: het systeem is decoherent geworden.

Spin

Dit is het domein van Philip Stamp, die heeft laten zien dat metname de spin-interacties van subatomaire deeltjes coherentietegenwerken. Spin is ook weer zoiets dat alleen maar in dequantummechanica bestaat. Je kunt denken aan een bal die op tweemanieren om zijn as kan draaien: rechtsom en linksom. "De spins vandeeltjes hebben interactie met elkaar, op grote afstand. Eenberoemde toepassing is dat van de MRI-scanner, het apparaat inziekenhuizen dat doorsnede-fotos maakt van het menselijklichaam."

Met name de spininteractie tussen deeltjes maakt het in depraktijk moeilijk om een systeem coherent te houden. Met een paaratomen is het nog wel mogelijk, maar bij grotere systemen is heteen drama. Er is altijd wel interactie met de buitenwereld. Het iste vergelijken met jongleren. Drie ballen lukt nog wel, en met heelveel oefening hou je ook nog wel zes ballen in de lucht, maar eenmiljoen ballen, dat lijkt onmogelijk.

Toch is Delftse wetenschappers iets dergelijks gelukt, doorgebruik te maken van de unieke eigenschappen van supergeleiders.Stamp zijdelings betrokken bij de Delftse experimenten vertelt hetmet glinsterende ogen: "Ze kregen het voor elkaar om eensuperpositie van twee elektrische stromen te laten bestaan, in een'groot object, een cirkelvormig supergeleidertje met een doorsneevan een paar micrometer. Een stroompje linksom, en een stroompjerechtsom." Allebei tegelijk! Iets wat dus eigenlijk niet kan.

De doorbraak heeft in potentie fascinerende toepassingen. Dewetenschapper David Deutsch realiseerde zich midden jaren tachtigdat de logische theorie waarop computers gebaseerd zijn puurklassiek zijn. De basiselementen van een computer, de bits, hebbeneen lading, of hebben geen lading. Ze zijn een of nul. Deutschfilosofeerde over de theoretische mogelijkheid van zogenaamdequbits, die de waarde een en nul tegelijk kunnen hebben. De Delftsesupergeidertjes zijn op te vatten als qubits.

Als een computer de getallen 0, 1, 2 en 3 nodig heeft voor eenbepaalde berekening gebruikt hij vier keer twee bits: 00, 01, 10 en11. Een quantumcomputer hoeft maar n keer de twee bits aan tewenden. Twee qubits komen overeen met de getallen, 0, 1, 2 en 3tegelijk. Drie qubits komen overeen met de getallen 0,1,2,3,4,5,6en 7 tegelijk. Zeker als het om grotegetallen gaat kan eenquantumcomputer een conventionele computer in zijn hemd zetten.Heel veel grote getallen kunnen in n enkele handeling gemanipuleerdworden.

Quantumcomputer

De belangrijke vraag is of het mogelijk is om bewerkingen uit tevoeren met de qubits, zonder de coherentie te verstoren. Als datmogelijk is ligt de weg vrij voor een quantumcomputer die uitermategeschikt zijn om zware computercoderingen van Zwitserse banken,terroristische organisaties en geheime diensten te kraken. Het isniet voor niets dat in Amerika de 'National Security Agency', hetenge neefje van de CIA, veel geld pompt in het onderzoek naarquantumcomputers.

Het gezicht van Stamp verstrakt bij het onderwerp dequantumcomputers. Helemaal als de naam David Deutsch valt.Demonstratief gaat Stamp zijn mail checken. "Ha Deutsch, die hangteen beetje de profeet uit. Goed, Jezus Christus en Mohammed kwamenermee weg, maar van Deutsch moet ik het nog zien. Hij is de GeorgeW. Bush van de quantumtechnologie. Hij weet niks maar wil toch depresident uithangen."

Stamps grootste bezwaar tegen profeten als Deutsch is dat ze temakkelijk over de kwestie van de decoherentie heenstappen. Zewuiven het weg, als een klein praktisch probleempje, terwijl hetdat niet is. Alsof je tegen een jongleur zegt dat hij honderdballen in de lucht moet houden terwijl hij door een wasstraatloopt.

Quantumcomputers zijn kortom nog steeds het domein van deX-files, en dat zal nog wel even zo blijven. Toch geeft ook Stamptoe dat er reden is voor optimisme. "Er lijkt niets principieels tezijn dat quantumcomputers verbiedt. En als het lukt om werkelijkquantumcomputers te maken, dan is dat het begin van een nieuwtijdperk. Als je alleen al denkt aan het soortcomputerprogrammatuur dat mogelijk is. We zijn dan op een puntvergelijkbaar met dat van Archimedes in de klassiekenatuurkunde."

Gerard Janssen

Het Studium Generale symposium vindt plaats opdonderdag 21 december in de Megaronzaal van het Educatorium, vanaf13.30 uur. Speciaal aan te bevelen is de lezing van Artur Ekert(University of Oxford):: Quantum, Ciphers and Computers (tussen19.45 en 20.45 uur)

'Het verschil tussen gezond en ziek is bij ADHD een glijdende schaal'

'Het verschil tussen gezond en ziek is bij ADHD een glijdendeschaal'

In Amerika slikt een op de zeven kinderen hetkalmerende middel ritalin tegen hyperactiviteit. Nederland doetleuk mee met 22 miljoen verkochte tabletten vorig jaar. Slechts eendeel van die kinderen heeft echt de hyperactiviteitsstoornis ADHD,stellen critici. En heeft het medicijn nou bijwerkingen of niet?Kinderpsychiater prof. dr. Buitelaar legt uit waar toch al datgedoe rond ADHD vandaan komt.

"Voor ADHD geldt hetzelfde als voor alle andere psychiatrischestoornissen, de afgrenzing tussen gezond en ziek is arbitrair", zobegint prof dr Jan Buitelaar zijn verhaal over ADHD. En hij kan hetweten, want in zijn functie als kinderpsychiater aan het UMC en alslid van de gezondheidsraad-commissie ADHD heeft hij veel onderzoekgedaan naar de hyperactiviteits-stoornis.

Wat is ADHD om te beginnen eigenlijk? De afkorting staat voor'attention deficit / hyperactivity disorder'. Kinderen die lasthebben van de ziekte, kunnen zich moeilijk concentreren en hebbenaltijd overal energie voor, ze zijn erg druk en impulsief. InNederland lijdt drie tot vijf procent van de kinderen en eenprocent van de volwassenen aan de ziekte. Het is daarmee een van demeest voorkomende gedragsstoornissen.

Maar dan de afgrenzing. Een kind kan natuurlijk ook druk zijnzonder ADHD te hebben, legt Buitelaar uit: "Een hyperactief kindvertoont symptomen die gezonde kinderen in mindere mate ook hebben.Het verschil tussen gezond en ziek is bij ADHD een glijdendeschaal. Als een kind op een aantal schalen hoog genoeg scoort, hijwordt onder andere geplaagd op school en hij is erg druk, dan luidtde diagnose: ADHD."

Verschillen in hersenstructuur tussen gezonde en zieke kinderen,onderstrepen de diagnose. "Kinderen met ADHD hebben een ietskleiner hersenvolume en ze doen het slechter bijneuropsychologische testen" verklaart Buitelaar. "Maar",relativeert hij, "deze verschillen in de hersenen kun je nietgebruiken om te voorspellen welk kind ADHD heeft of niet. Daarvoorzijn de hersenafwijkingen niet specifiek genoeg, normale kinderenkunnen deze afwijkingen ook hebben."

Onderhandelingscultuur

ADHD is goed te behandelen met het medicijn ritalin. De werkzamestof daarvan is methylfenidaat, dat zorgt ervoor dat deneurotransmitter dopamine beter zijn werk doet. Als gevolg daarvanworden behandelde kinderen een stuk rustiger. Ritalin helpt goedtegen ADHD, maar ook tegen 'ADHD-achtige verschijnselen', zoals deGezondheidsraad het uitdrukt in zijn recente rapportage aan deminister van Volksgezondheid. Lees: ritalin kalmeert lastige,drukke kinderen.

En daar wringt de schoen. Ten eerste is het niet makkelijk om dediagnose ADHD te stellen. Tel daarbij op dat drukke kinderen -metADHD-achtige verschijnselen- voor ouders en leraren erg lastigkunnen zijn en het is duidelijk waarom de verkoop van ritalin inNederland de spuigaten uitloopt. Volgens het rapport van deGezondheidsraad is het aantal voorgeschreven tabletten ritalinsinds 1995 van 2,2 miljoen gestegen naar 22 miljoen in 1999. Dat isbijna een vertienvoudiging.

"Deze explosieve stijging kan voor een deel komen door deonderhandelingscultuur die is ontstaan bij artsen", steltBuitelaar. "Tegenwoordig laten mensen zich niet meer allesvoorschrijven door hun dokter. Onder andere via internet maakt demoderne consument zich veel medische kennis eigen. Als ouders zelfal de diagnose AHDH hebben gesteld, dan is het voor de arts vaakmoeilijk om die mensen daar vanaf te praten."

Mensen zijn mondiger dan vroeger, maar artsen laten het ooknogal eens afweten. Buitelaar: "Het stellen van de diagnose ADHDkost tijd. Je bent er al gauw een uur mee bezig. De praktijkvoeringvan huisartsen en kinderartsen is daar niet op berekend. Zij zienhun patienten maar tien, hooguit twintig minuten per keer. Daarstaat tegenover dat ze de achtergronden en de ontwikkeling van depatient al kennen."

Psychiatrie

Kortom, veel drukke kinderen in Nederland slikken ritalin,terwijl het maar de vraag is of ze allemaal ADHD hebben. Is daterg? De Gezondheidsraad vindt in ieder geval van wel. Buitelaar,een van de samenstellers van het Gezondheidsraad-rapport, verteltwat er volgens hem moet veranderen. "Kinder- en huisartsen zullenin samenwerking met de Vereniging voor Psychiatrie richtlijnenmoeten opstellen voor de diagnostiek en behandeling van ADHD.Verder zouden kinder- en huisartsen bij kinderen jonger dan vijfjaar en bij (jong)volwassenen de diagnose ADHD alleen nog maarmogen stellen in samenspraak met (kinder)psychiaters. Bovendienmoeten huis- en kinderartsen bijgeschoold worden in de psychiatrie.Zo voorkom je enerzijds dat de diagnose ADHD onterecht wordtvastgesteld. Aan de andere kant zorg je er zo voor dat huisartsende beste behandelmethode gebruiken. Dat betekent dat ze depatienten vaker terug moeten zien dan ze nu doen. Ze moeten ookniet kiezen voor een makkelijke lage dosering, maar ze moeten hetmiddel driemaal daags voorschrijven."

En uiteindelijk draait het om geld. Buitelaar: "Een goedebehandeling van ADHD is duur, het kost veel tijd van debehandelende artsen. In het ideale geval zou een patient elke maandweer bij een psychiater langs moeten. Het is aan de politiek om tebeslissen of we daar met zijn allen het geld voor over hebben."

Rinze Benedictus


Hoogleraren zijn het oneens over de bijwerkingen vanritalin

"Als een farmaceutisch bedrijf nu aspirine op de markt zouwillen brengen, dan zou het waarschijnlijk niet worden goedgekeurd.Maar iedereen gebruikt het", zo pareert Buitelaar kritiek overmogelijke bijwerkingen van ritalin. "Al sinds de jaren zestiggebruiken we het middel tegen ADHD. In al die tijd zijn er nooitschadelijke bijwerkingen beschreven. Er is dus heel veelpraktijkervaring met ritalin, hoewel gedegen klinische studies naarde bijwerkingen op lange termijn ontbreken. Het is wel onderzochtwat de effecten zijn van twee jaar lang ritalin slikken. Dat blijktniet schadelijk te zijn."

Maar Buitelaar heeft nog wel vragen: "Ik moet overigens toegevendat ik wel benieuwd ben naar bijvoorbeeld de gevolgen voor destructuur van de hersenen van tien jaar ritalin-gebruik."

Ondanks dat niet al het mogelijke onderzoek naar de bijwerkingenvan ritalin is gedaan, is Buitelaar ervan overtuigd dat ritalin eenvolkomen veilig medicijn is. Collega-hoogleraar van het UMC,psychiater prof. dr. Willem Nolen is een andere mening toegedaan.Nolen: "Uit onderzoek van onze groep blijkt dat kinderen met eendepressieve ouder in Amerika een veel grotere kans hebben om voorhun twintigste manisch depressief te worden dan in Nederland. Deverklaring daarvoor schuilt mogelijk in het meest opmerkelijkeverschil tussen de onderzochte kinderen in Amerika en Nederland:het ritalin-gebruik. In de Verenigde Staten slikt zo'n zevenprocent van de schoolgaande kinderen ritalin, terwijl in Nederlandnet twee procent dat doet."

Dat verschil is natuurlijk nog geen keihard bewijs voor deschadelijkheid van ritalin bij de onderzochte kinderen. Maar Nolengaat verder: "Daar komt bij dat in de Amerikaanse literatuur veelgevallen zijn beschreven van kinderen die zowel ADHD hebben alsdepressief zijn. De manisch-depressieve stoornis is vaak ontstaannadat de kinderen jaren ritalin slikten. Maar misschien is hetdrukke gedrag waartegen deze kinderen ritalin kregen, eigenlijk weleen voorteken van manische depressiviteit en helemaal geen ADHD. Ikdenk daarom dat we terughoudend moeten zijn met het voorschrijvenvan ritalin bij kinderen die een verhoogde kans hebben opmanisch-depressieve stoornis, zoals kinderen met depressieveouders. Het zou heel goed kunnen dat het medicijn depressiviteitopwekt."

Een forse waarschuwing, maar kinderpsychiater Buitelaar is nietonder de indruk. "Het is volstrekte onzin dat ritalin manischedepressiviteit zou kunnen opwekken. Ik vind dat het onderzoek waarNolen het over heeft, onvoldoende tegengesproken is. Het iswetenschappelijk te kort door de bocht om ritalin te koppelen aanmanische depressiviteit alleen omdat in Amerika meer kinderen hetmedicijn slikken dan in Nederland. Ik ken dan ook geen onderzoekdat de stelling van Nolen ondersteunt. Daarentegen ken ik welonderzoek waaruit blijkt dat een eventuele behandeling met ritalingeen invloed heeft op het beloop van manische depressiviteit bijjongeren."

Schaatster Tijn Ponjee krijgt wedstrijdstress langzaam onder controle: 'Nu kan ik op onbelangrijke wedstrijden heel hard rijden'

Schaatster Tijn Ponjee krijgt wedstrijdstress langzaam ondercontrole: 'Nu kan ik op onbelangrijke wedstrijden heel hardrijden'

Op de NK afstanden in november in Den Haag, verknalde Ponjee heteerste gedeelte van haar seizoen. "Ik was in bloedvorm. Op tachtigprocent van mijn kunnen was ik nog bij de eerste vijf geindigd.Maar ik maak me onbewust zo verschrikkelijk druk voor zo'nkampioenschap. Die wedstrijdzenuwen zuigen me helemaal leeg. Ik doetijdens de wedstrijden technisch niets verkeerd, maar ik heb nietsmeer over. Het is zwaar klote."

Met die zenuwen gaat het inmiddels wel beter dan vorig jaar,vindt Ponjee. "Ik heb nu iemand die daar bovenop zit." Wie datprecies is, wil ze niet zeggen. Een haptonoom? "Zoiets. Vorig jaarwas ik voor een trainingswedstrijd al zenuwachtig. Maar nu kan ikop onbelangrijke wedstrijden heel hard rijden."

Dat bewees Ponjee een week na de nationaleafstandskampioenschappen op een toernooi in het ItaliaanseCollalbo. Onder vergelijkbare omstandigheden reed ze tijden diehaar op de afstandskampioenschappen een derde plaats zouden hebbenopgeleverd. In Den Haag eindigde de Utrechtse sociologiestudenteChristine Heins op die derde plaats. Zij rijdt nu wel deWorldcupwedstrijden in Azie. Ponjee vindt zichzelf minstens evengoed.

In Collalbo won ze het sprinttoernooi met overmacht. "Ik kan hetwel. Er deed een Italiaanse mee die tot de subtop van de wereldbehoort. Die heb ik er dik afgereden." Haar tweede toernooi van hetjaar won Ponjee in het eerste weekend van december in Boedapest. Inde stad waar in februari het wereldkampioenschap allround wordtverreden, won zij de voorwedstrijd bij de dames, een kleinemeerkamp. Op slecht ijs vestigde ze twee baanrecords.

Ze vindt die B-toernooien een nuttige ervaring. "Het ishartstikke mooi om in vorm te komen in een wedstrijdcyclus van tweedagen. Het moet natuurlijk niet zo zijn dat je de eerste dag goedrijdt en de tweede dag zo moe bent dat je niet meer kuntpresteren."

Voor Ponjee is het te hopen dat ze deze vorm en beheersingvasthoudt tot en met het NK-sprint van 28 tot 30 december inHeerenveen. Daar krijgt ze een nieuwe kans om nog iets van haarseizoen te maken en moet de kwalificatie volgen voor de laatstedrie Worldcupwedstrijden van het seizoen. Dat zijn de wedstrijdenin plaatsen zoals Calgary. "Het fijne aan Calgary is dat je daarecht op je hardst kunt gaan. Niets is zo frustrerend als op eenbaan rijden waar je op je hardst gaat en een slechte tijdneerzet."

Studeren

Het moet ook eigenlijk wel gebeuren dit jaar. Als het inHeerenveen niet lukt, zit haar seizoen er zo'n beetje op. Danresten haar B-toernooien tot de recordwedstrijden in maart inCalgary. In mei beginnen dan de trainingen weer. In juni gaat deploeg meestal naar Oostenrijk om te fietsen en te skeeleren in debergen. En daarna volgt trainingskamp op trainingskamp. Vanaf eindoktober rijdt Ponjee bijna ieder weekend wedstrijden.

Veel tijd om te studeren, blijft er dus niet over. Maar deLimburgse wist de afgelopen jaren tussen de trainingen door eenhbo-opleiding marketing en communicatie in Eindhoven af te ronden."Er zijn mensen die zich alleen op het schaatsen focussen. Dat kanik niet. Als je op trainingskamp bent, lig je tussen de ochtend- ende middagtraining normaal gesproken in bed. Ik vind het leuk om daniets te studeren." Dat studeren lukt overigens niet altijd. "Vlakvoor een NK kun je in je boek staren wat je wilt, maar dan neem jetoch niets op."

Ook het vele reizen wordt haar wel eens teveel. "Als ik maartwee dagen thuis ben, weet ik van de stress niet waar ik moetbeginnen. Er ligt zo ontzettend veel op me te wachten. Gelukkig benik na Boedapest twee weken in Utrecht. Daar was ik echt aantoe."

Kift

Daarna zijn de Nederlands Kampioenschappen. Ponjee verheugt zicher op. "Het is tegelijk met het NK- allround. Dat wordt eenfantastisch toernooi. Ik hoop dat ze weer net zulk goed ijs hebbenals tijdens de World Cup." Ze vindt vooral haar persoonlijk recordop de 500 meter voor verbetering vatbaar. "Die 39,83 staat al tweejaar. Die moet eraan."

Haar landgenoten moet ze er ook afrijden, maar daar zal ze nietwakker van liggen. "Met de meeste meiden heb ik helemaal niets. Hetis heel jammer, maar het is haat en nijd onderling. Die meidengunnen elkaar het licht in de ogen niet. Er is zo'n kift als ereentje toevallig harder rijdt. Ze strooien allerlei verhalen overelkaar de wereld in. Daar houd ik helemaal niet van."

Ponjee spiegelt zich liever aan de mannen Ritsma en Romme. Enaan Gunda Niemann. "Gunda is altijd hartelijk tegen iedereen. Toenik in Inzell mijn enkelbanden had gescheurd kwam ze aan mij vragenhoe het ging. Moet je voorstellen, Gunda die al die belangrijkewedstrijden heeft gewonnen, vraagt aan mij hoe het gaat."

Jurgen Swart

Drie nieuwe opleidingen: druk, druk, druk

Annemiek Harreman, docent/adviseur Bestuurs- enorganisatiewetenschappen:

Bij zon nieuwe opleiding gaat iedereen er echt voor. Het is dusalles behalve een ingekakte zooi. Heerlijk. Zelf ben ik pas netafgestudeerd in Recht, Bestuur & Management. Al tijdens mijnstudie werkte ik samen met een groep docenten aan het lesprogrammavan Bestuurs- en organisatiewetenschappen. En nu begeleid ik eengroep van dertig leerlingen. Ik leid bijeenkomsten en ben een soortaanspreekpunt, maar ik controleer ook hun vorderingen. Omdat ze bijmij terecht moeten kunnen met vragen, moet ik de totale cursusstofbijhouden. Zodoende verdiep ik me nu in Plato en Machiavelli. Leuk,maar wel erg veel.

De studie valt onder het instituut Utrecht School of Governancevan de faculteiten Rechtsgeleerdheid en Sociale Wetenschappen. Hetinstituut heeft naast een onderzoeksveld ook een eigenadviesbureau, het Centrum voor Management en CommunicatieOnderzoek, waar ik ook voor werk. Bij Interpolis evalueerden webijvoorbeeld de interne communicatie. We vinden het heel belangrijkdat een docent ook elders werkt. Dan kan hij de theorie vanuit depraktijk aanbieden.

Het onderwijs is dan ook heel praktisch. Studenten krijgen bijbestuurswetenschappen bijvoorbeeld een case over voetbalvandalisme.Iedere student speelt n van de betrokken partijen zoals de politieof de hooligans. Samen moeten ze dan tot een oplossing komen. Bijorganisatiewetenschappen ligt de nadruk meer op de structuur en decultuur binnen een organisatie. Studenten krijgen bijvoorbeeld tweeweken de tijd om een eigen bedrijfje op te zetten. Binnen ditfictieve bedrijf speelt ieder zijn rol van bijvoorbeeld directeurof personeelslid. Zo leer je welke rollen er zijn en wat zon rolinhoudt.

De opleiding loopt bijna t goed. Dit jaar moesten we al veertigvan de honderddertig aangemelde studenten teleurstellen. Dat kanhelaas niet anders omdat we de studenten intensief willenbegeleiden.

Marinda de Smidt, docent/onderzoeker DomeingerichteEconomie:

Anderhalf jaar geleden studeerde ik af in InternationaleEconomie en Economische Geografie. Toen kreeg ik nog twee keerzoveel geografie als economie. Bij de nieuwe studie ligt het accentprecies andersom. Als ik toen had kunnen kiezen, was het zekerDomeingerichte Economie geworden.

Een student kan kiezen voor een domein. Bijvoorbeeld: socialewetenschappen, geografie, recht of geschiedenis. De domeinvakkenzijn heel erg op de economievakken afgestemd. Bij het vak Economieen Maatschappij behandelen we bijvoorbeeld de case Schiphol, watkost t en wat levert t op? Studenten leren om dit economischevraagstuk vanuit de verschillende invalshoeken te bekijken. Zomoeten ze als journalist de historische achtergronden van Schipholbeschrijven.

Een nieuwe studie biedt ook kansen voor een nieuwe manier vanlesgeven. Active learning is daar een mooi voorbeeld van. Neem nogeen keer die case van Schiphol. Studenten vervullen een bepaalderol, bijvoorbeeld die van beleidsambtenaar bij het VROM. Die rolmoeten ze verdedigen tegenover andere belangengroepen. Dat is veelmeer probleemgericht leren.

Het gaat nu al hartstikke goed met deze opleiding. We dachtenaan 150 eerstejaars, maar we begonnen met 220 nieuwe mensen.Volgens mij is deze opleiding echt een gat in de markt.

Ik ben ook aangenomen om les te geven. Nu ben ik mentor van zesstudenten. Maar in het tweede trimester geef ik misschien deInleiding Geografie van Domeingerichte Economie. Daarnaast moet ikook beginnen met mijn promotieonderzoek. Dus dat wordt druk, druk,druk

Robbert-Jan Beun, docent/onderzoekerInformatiekunde:

De nadruk bij informatica ligt op de technische en theoretischekant. Maar dat is niet genoeg. Dankzij Informatiekunde krijgen demenselijke communicatie en informatieverwerking nu ook voldoendeaandacht. We merken dat er volop vraag naar deze opleiding is. Voordit eerste jaar hebben we al 82 studenten. Erg veel meer moeten heter ook niet worden. We willen echt voor persoonlijke begeleidinggaan.

De studie is heel sterk gericht op toepassen. Zo ontwikkelenstudenten tijdens een cursus een eenvoudige advies-agent voorsoftware die gebruikers van e-commerce door de informatiebrijloodst. Zon advies-agent kun je vergelijken met het mannetje dat inbeeld komt bij de helpfunctie van Office 2000 van Microsoft. Om dejuiste informatie te geven moet de agent weten of de gebruikerbijvoorbeeld meer van een rode of van een witte auto houdt. Deagent moet de gebruiker dus kennen om met hem te communiceren.

Hiervoor woonde en werkte ik in Eindhoven en gaf ondermeerErgonomie aan de Technische Universiteit. Maar omdat mijn vrouw inAmsterdam werkte, dachten we erover om naar Utrecht te verhuizen.Toen ik deze baan kon krijgen, was de stap snel gezet. Dit jaargeef ik

samen met anderen - de cursus Basisbegrippen: Communicatie &Informatie en volgend jaar start de cursus Computer MediatedCommunication. Dat gaat bijvoorbeeld over de vraag welke vormen vancommunicatie via de computer kunnen. Een sollicitatiegesprekbijvoorbeeld wordt toch een beetje lastig. Een live ontmoetingtussen sollicitant en werkgever biedt veel meer dan informatie opeen scherm. De vraag is echter waar het verschil precies inzit.

Onderzoek doe ik ook. Ik wil graag weten hoe je de computer zokunt sturen dat hij gerichte informatie geeft. Daarbij onderzoek ikonder andere hoe mensen dat precies doen. Als iemand aan me vraagtof ik weet hoe laat het is, kan ik eigenlijk alleen met ja of neeantwoorden. Toch zeg ik natuurlijk hoe laat is het. Mijn reactie isdus afhankelijk van het doel van de vragensteller. Zulke menselijkecommunicatiemanieren pas ik dan weer toe op de software. Kortom,door al die afwisseling blijft het voorlopig leuk bijInformatiekunde.

Maartje van der WIlt

Minutieuze analyse van Leven van Lutgard: 'Nu es dit boec ten inde comen'

Minutieuze analyse van Leven van Lutgard: 'Nu es dit boec teninde comen'

'Nu reste wi en lettelkijn

Onss selven, want wi moede sijn

Ende onss gemakes plegen gaen

Eer wi dat derde boek bestaen

Van derre viten.

...

Nu gaet en wech, Got si met u.'

(Laten wij onszelf nu een beetje rust geven, want wij zijn moeen gaan ons gemak ervan nemen voordat we met het derde boek vanhaar leven beginnen. Gaat u nu weg, God zij met u.)


Met deze woorden beeindigt de monnik Willem van Affligem hettweede deel van zijn' Leven van Lutgart', een dertiende-eeuwsheiligenleven. De regels suggereren dat de tekst bedoeld was omvoorgelezen te worden en dat was, in de Middeleeuwen nogaluitzonderlijk, zeker voor een Nederlandstalige tekst. Vandaar dattot nu toe altijd werd aangenomen dat de auteur een literaire truchad toegepast voor ervaren lezers. Maar op grond van een uitputtendtekstonderzoek denkt de Utrechtse promovendus Erwin Mantingh daarinmiddels heel anders over.

Het 'Leven van Lutgart' verscheen rond 1248 in het Latijn onderde titel 'Vita piae dominae Lutgardis'. In drie delen wordt in datboek het leven belicht van Lutgard, dochter van een koopman uitTongeren, die op haar twaalfde non werd in het Benedictijnerklooster van Sint-Truiden, in 1246 overleed en bekend stond om haarvroomheid. Twintig jaar later was door een zekere Willem vanAffligem een Dietsche vertaling van het boek gemaakt, zo wasbekend, maar pas in 1897 dook een handschrift met deze tekst op inde Koninklijke Bibliotheek van Kopenhagen. Daarmee is het een vande oudste Middelnederlandse manuscripten van een dergelijkeomvang.

Hoewel alleen de delen twee en drie in Kopenhagen werdenaangetroffen, viel onderzoekers meteen het enorme verschil optussen de twee teksten. Terwijl het leven van Lutgard in hetLatijnse manuscript op een droge en zakelijke manier wordt verteld,verliest Willem zich zijn vertaling in lange lofredes op de abdijvan Affligem, waar hij monnik was. Maar nog opvallender zijn deuitgebreide pro- en epiloog van beide boeken waarin de toehoordersop een directe manier bij de vertelling worden betrokken. Deschrijver legt niet alleen uit dat een pauze na deel twee dringendnodig is, maar verontschuldigt zich ook voor zijn langdradigheidtot dan toe. Het is hem opgevallen dat sommige toehoorders zaten tedutten en hij belooft dat hij de volgende dag korter en bondigerzal proberen te zijn.

In het proefschrift 'Een monnik met een rol', waarop hijdonderdag acht december promoveert, onderwerpt Erwin Mantingh detekst aan een nauwkeurige analyse. Niet alleen werpt hij nieuwlicht op de identiteit van de auteur, maar ook conlcudeert hij uittal van details dat het niet anders kan of de tekst was medebedoeld om voorgelezen te worden. Uit de woorden van Willem blijktdat hij zowel schreef voor zijn mede-kloosterlingen die het Latijngoed beheersten, als voor gasten van de abdij. Aan die laatstenwerd de tekst volgens Mantingh in een drie dagen durende sessievoorgelezen om het het stichtelijke leven van Lutgard ten voorbeeldte stellen.

Om zijn stelling kracht bij te zetten, onderzoekt Mantinghminutieus hoe andere voorleesteksten uit de geschiedenis eruitzien. Opmerkelijk daarbij is dat hij niet alleen te rade gaat bijde Romeinse schrijver Plinius de Jonge maar ook bij diensnaamgenoot Freek. Die las tussen 1990 en 1993 enkele van zijnromans waaronder 'Neerlands bloed' en 'Opas wijsvinger' in eenaantal sessies integraal aan een Amsterdams publiek voor. Mantinghhoorde van De Jonge dat de plaatsing van de pauzes in het programmaniet zozeer werd ingegeven door de indeling van het boek alsweldoor de momenten waarop het gehoor dorst kreeg of naar de wc moest.Veel langer dan anderhalf uur houdt het publiek het niet vol, aldusDe Jonge (Freek).

Ook Simon van Affligem lijkt zijn pauzes vooral op die grondente hebben gekozen, zo blijkt uit de tekst. Reden te meer om aan tenemen dat het 'Leven van Lutgard' indertijd is voorgelezen, aldusMantingh, die het uniek noemt dat een medievist bij zijn onderzoekgebruik kan maken van zulke eigentijdse bronnen als eentwintigste-eeuwse cabaretier.

Erik Hardeman

Expers vinden nieuwe website niks


Ruud de Bruyn, Carp Online:

De rest volgt later

Zo voert het begrip 'later' ook de boventoon bij het via BasicOrange op de kop getikte content management systeem Octopussy. Deverantwoording voor de aanschaf van dit systeem: Iedereen kan opeenvoudige wijze de site onderhouden. Maar op de pagina vanveelgestelde vragen is het nog verre van duidelijk wt men zoal kanonderhouden. Meerdere malen wordt de vragensteller met een kluitjein het riet gestuurd door vaagheden als in de toekomst; het strevenis; dit moet bekeken worden et cetera.

Het project is overduidelijk nog lang niet afgelopen. De basisis gelegd, maar de bruikbare instellingen moeten nog volgen. Tochhebben de bouwers zich al flink beperkt. Zo blijkt uit deveelgestelde vragen dat er geen gebruik gemaakt wordt van XML (deopvolger van HTML). Niet dat dat een 'must 'is om een sitedraaiende te krijgen, maar als je gegevens uit een databasemakkelijk en snel wilt koppelen is juist XML daar handiggereedschap voor.

Gelukkig zal een argeloze bezoeker in eerste instantie niets vandit alles merken. De grootste groep komt netjes via de homepagebinnen en ziet een eenvoudige pagina. Weinig poeha, geen zinlooswelkomstwoord; slechts een navigatiebalk om zich te begeven naar debelangrijkste rubrieken. Dan kun je vervolgens discussiren of diepagina mooi is of niet, maar als je naar de universiteitssites vande collega's kijkt, sluit men netjes aan in de rij van eenvoudigeen grijze gedrochten (met als positieve uitzondering de homepagevan de TU Delft (http://www.tudelft.nl).

Onvermijdelijke is echter dat als de eerder genoemde argelozebezoeker ook maar even verder gaat, deze stuit op onsamenhangendepaginas en subrubrieken. Uiteindelijk zal alles wel op zijn plaatskomen. Maar het had allemaal veel gemakkelijker gekund: zorg eerstachter de schermen dat alles draait, experimenteer naar hartelusten laat dan, wanneer alles naar tevredenheid is, het publiekproeven van de geneugten van een afgeronde site.

Carp Online: http://www.carp.nl


Marie-Jose Klaver, internetjournalist

De site is erg traag

Ook bezoekers met een langzaam modem kunnen http://www.uu.nl beter mijden. De site iserg traag. Even snel er doorheen browsen is er niet bij. Eenbekende fout. Websitebouwers en universitaire medewerkersbeschikken over verbindingen die vele malen sneller zijn dan dievan de gemiddelde gebruiker die vanaf zijn pc thuis wat informatiewil opvragen. Van de Nederlandse internetgebruikers heeft 67procent een modem, slechts dertien procent beschikt over eenkabelaansluiting.

Een snelle website was overigens geen doel van devernieuwingsoperatie. De nieuwe website moest vooral een beterenavigatiestructuur hebben, zo blijkt uit de projectbeschrijving. Deoude site was bovendien te saai en vertoonde te weinig eenheid. Denieuwe site, gebouwd door webbedrijf Basic Orange, kent echter eenzeer verwarrende navigatie. De hoofdcategorieen op deopeningspagina zijn niet meer terug te vinden als je wat dieper inde site zit. De subnavigatie is een rommeltje van menus enopeningspaginas. Soms verschijnt er een openingstekst, soms alleeneen lege pagina, dan weer verschijnt er een extra submenu aan delinkerkant. Een enkele keer verdwijnt een belangrijke link, zoals'Uitleg over zoeken', in een piepklein lettertje naar een kleinhoekje boven in het scherm.

Is de nieuwe site minder saai dan de oude? De vormgeving ziet ernu iets moderner uit. Eigenlijk is saai trouwens geen goedcriterium voor een website. Het gaat erom dat de informatie die deuniversiteit aan studenten, docenten en buitenstaanders wilaanbieden op een overzichtelijke manier is verpakt en dat is nietgelukt.

Dat de nieuwe site van de universiteit niet zo goed gelukt is,had iedereen kunnen voorspellen die de moeite had genomen de sitevan Basic Orange (http://www.basicorange.nl) zelf tebezoeken. Die site kent een buitengewone vage navigatiestructuurdie bestaat uit nietszeggende plaatjes en witte bolletjes.

Marie-Jose Klaver is onder andere werkzaam voorNRC Handelsblad, Internet in Business en I & I. Zie haarpersoonlijke homepage: http://www.marie-joseklaver.nl


Vincent Everts, venture capitalist bij RoelPieper

Maak links die je nodig hebt

De website http://www.uu.nl iseen weldadige rust. Hier geen schreeuwige drukke pagina vol metnieuws, en acties, niemand vraagt om je aandacht. Het komt eenbeetje over als een bastion van wetenschappelijke bedachtzaamheid.Dat kan positief zijn, veel mensen houden niet van het nieuwejachtige leven. Voor mij is het zonde, mijn brein wil meer. Hetlijkt eigenlijk op een advertentie in een heel duur exclusief blad,groot wit met een heel klein mooi gerecht.

Even een vergelijk met wat universiteiten in Nederland. DeErasmus Universiteit heeft al wat meer op een pagina 'gepushed'.Het is eigenlijk een beetje lelijk maar dat past wel bij deRotterdammers als werkers. De http://www.vu.nl/ is echt het toppunt vanlelijkheid. De ww.uva.nl is strak en bevat niets meer en nietsminder dan wat je verwacht. De http://www.rug.nl heeft een aardigebenadering. Ze geven informatie vanuit het perspectief van degebruiker en de aanbieder, netjes gescheiden en overzichtelijk. Ikvind http://www.berkeley.edu/ prettig.Niet te veel 'corperate' uitstraling; hier wordt gewerkt en demensen moeten snel geholpen worden.

Even verder kijken op de home-pagina van de UU-site. De letterszijn veel te klein en vooral de submenu's zijn veel te flets. Ikdenk dat ze willen dat ik een bril koop. Verder duren eenvoudigedingen te lang. Ik denk dat tachtig procent van de mensen die opdeze site komen een persoon wil vinden of een faculteit. Doe daneen lijstje van de faculteiten direct op de voorpagina! Toen ik eennicht van mij zocht, prof. Everts van diergeneeskunde, moest ik ookweer twee maal clicken voordat ik het adressenboek had. Er bleekbovendien bijzonder weinig informatie over haar te vinden, alleene-mailadres en de URL die erbij zat was foutief (http://quetzal.uu.nl:8889/*)

Dan ga ik naar de onderwijssite van scheikunde. Url: http://www.chem.uu.nl/chempublish/onderwijs/studeren/onderwijssite/3178… dat is makkelijk te onthouden. De vakken zijn enkel eenbeschrijving, sommige hebben wel een link naar wat leerstof maarhet lijkt alsof de site niet echt is gentegreerd in het contentmanagement systeem.

Voor mij is de conclusie: naar deze site en subsite ga je nooitmeer terug. Het moet anders. Maak om te beginnen een startpaginavan de Utrechtse universiteit met alle links die iedereen altijdnodig heeft en zorg dat je weet wat de gebruikers willen. Verder isnatuurlijk de inbedding van het onderwijs in deze webmiddellenessentieel voor de toekomst.

Vincent Everts bekleedt ook verschillendeadvies- en bestuursfuncties op het gebied van internet. Zie zijnpersoonlijke homepage: http://www.vincente.nl

Voetballiefhebber Ton van Rietbergen strijdt in zijn columns tegen dikdoenerij: 'Ik moet om heen kunnen slaan'

Voetballiefhebber Ton van Rietbergen strijdt in zijn columnstegen dikdoenerij: 'Ik moet om heen kunnen slaan'

"Voetbal is altijd onvoorstelbaar belangrijk voor mij geweest.Ik speel nu bij de veteranen van Kampong, maar zelfs op dat niveaugeeft voetbal me de gelegenheid om even boven mijn armzalige'debiteuren-crediteuren' bestaan uit te stijgen. De euforie na eenoverwinning, maar ook het verschrikkelijke leed na een nederlaag,die intense beleving heb ik eigenlijk nooit ergens andersgevonden.

"Het tegenstrijdige is dat ik in mijn columns juist vaak mensenkoester die een gezonde distantie tot sport aan de dag leggen. Wanthoe fanatiek ik als voetballer ook ben, ik heb tegelijk eenverschrikkelijke hekel aan al die types die nu opeens met oranjepetjes op hun kop de supporter lopen uit te hangen, omdat dat inis. Van die mensen die dan bovendien nog vanachter een grote zakchips menen te moeten roepen dat het weer helemaal niks was metonze jongens. Kankeren prima, maar neem jezelf alsjeblieft niet teserieus.

"Ik ben al sinds jaar en dag supporter van Coventry, net zonclub als DOS vroeger was. Elk jaar weer vechten tegen de degradatieen verdomd, elk jaar redden ze het weer. Ik ben daar indertijd ookeen paar keer naar een wedstrijd geweest met een paarCoventry-supporter. Prachtige lui: een advocaat, een tandarts ennog wat van dat soort volk. Elke twee weken gingen ze in het blauwnaar de wedstrijd, maar in de trein ging het wel altijd op hoogniveau over politiek en filosofie. Eenmaal op de tribune werd desupporter in ze wakker, met een gezonde portie galgenhumor.Coventry speelde toen van dat ouderwetse Engelse voetbal met langehalen op de spits. Dus als een speler de bal per ongeluk een keerbreed legde, was het meteen: 'He, laat je niet provoceren tot echtvoetbal. Je weet toch dat we dat niet kunnen.' Het was altijdlachen, maar als we gewonnen hadden, waren ze wel tot tranen toegeroerd.

"Die houding mis ik als ik om heen kijk, iets belangrijk vindenen er tegelijk toch stevig de spot mee kunnen drijven. Allereerstmet jezelf natuurlijk. Kom daar tegenwoordig nog maar eens om.Iedereen vindt zichzelf zo vreselijk gewichtig. Dat ergert me zoaan iemand als Anton Geesink, die vroeger toch een held voor mewas. Johan Cruijff, die heeft er ook een handje van. En danpresteert Kees Fens het om Cruijff een a priori-denker te noemen enzijn uitspraken pure mystiek. Willem van Hanegem zei het anders.Die zei: Die Cruijff lult gewoon uit zijn nek. He he, denk ik dan,tenminste iemand die zichzelf is gebleven en die niet meedoet aanal die opgeklopte dikdoenerij.

"Dat is wat me ook zo irriteert op de universiteit en dan vooralin de gammahoek. Ik kom hier heel wat mensen tegen die uitgebreidklagen over de kwaliteit van de instanties waarmee ze te makenhebben, en die om de haverklap roepen dat studenten er niets vankunnen. Als je vervolgens naar hun eigen publicaties kijkt, is datmeestal niet veel meer dan wat knippen en plakken uit andermansartikelen. Misschien heb k mijn wetenschappelijk werk altijd wat teveel gerelativeerd, maar ik ben blij dat ik mezelf nooit zo heblopen overschreeuwen als sommige van mijn collegas doen.

"Ja inderdaad, over dit soort dingen kan ik mij enorm opwinden.En dankzij die columns van mij heb ik een goede uitlaatklep. Somsheb ik wel eens de neiging om bij de universiteit weg te gaan. Alsik dan goed nadenk, merk ik echter dat ik het hier ondanks allestoch erg naar mijn zin heb. Er lopen op de universiteit veel leukemensen rond en met de meeste studenten is het lachen, hoor. Maarmisschien is het belangrijkste dat je op de universiteit nog alleskunt zeggen wat je wilt. Een paar jaar geleden heb ik bij Verkeeren Waterstaat gesolliciteerd. Tijdens het gesprek zei een van decommissieleden: 'U publiceert wel heel erg veel in kranten. U zultbegrijpen dat dat niet meer kan als u eenmaal hier werkt.' Ik bennog even blijven zitten, maar op dat moment was het wat mij betreftover. Ja hoor eens, ik moet wel onvervaard om heen kunnen blijvenslaan."

Erik Hardeman


"Vroeger was de voetballiefhebber, zeker in academische kringen,een bedreigde diersoort. in tal van gremia moest hij zichverdedigen tegen de vertegenwoordigers van de hoge cultuur die hetvoetbal maar niets vonden. Mooie tijden waren dat. Niets is leukerdan de schoonheid van de een-twee uitleggen aan een opera- ofballetliefhebber. Tegenworodig is dat niet meer nodig. Iedereenlult de godsganse dag over voetbal. Studenten komen invoetbalshirts naar college en het academisch debat wordt inmiddelsgedomineerd door Johan Cruijff en Louis van Gaal".

"Bij de uitvallen van Geesink valt op dat zijn verbale gavennauwelijks een gele band verdienen. Dat is ook helemaal niet erg.Geesink is nu eenmaal geen Brugman, maar een fantastische judoka.Wat wel erg is, is dat Geesink zo graag bij de bobo's wil horen dathij voortdurend woorden gebruikt die zo uit de mond van concurrentWouter Huibregtsen zouden kunnen komen. Met als enig verschil datGeesink de feitelijke betekenis van de bobo prietpraat niet kent endaardoor steevast andere dingen zegt dan hij eigenlijkbedoelt."

Uit: 'Misdaad en Strafschoppen', Ton vanRietbergen. Uitgeverij Poseidon Pers, prijs 17,50