Oude luister met modern design
Philippe Starck-stoeltjes gecombineerd met hoogpoligrood. De 'pronkkamer', de nieuwe receptieruimte in hetAcademiegebouw is klaar. Nu de rest nog.
En dan nu de pronkkamer. Twee grote zware bruine deuren zwaaienopen. Met een glunderend gezicht laten Bas Nugteren en Jan Veldhuisde journalisten binnen in de nieuwe receptieruimte van hetAcademiegebouw op de eerste verdieping. Een rood, nog door slechtsweinig voeten betreden, vloerkleed lokt de bezoeker naar binnen alseen maagdelijke sneeuwlaag die om voetsporen roept.
"Is het hier niet mooi?" Vragende ogen. Nou ja, smakenverschillen nu eenmaal, dus een absoluut antwoord bestaat in dezeniet. Het stucwerk is wit, het ooit donkere hout vanlambriseringen, deuren en kozijnen is wit, het hoge met ornamentenversierde plafond is wit. Voor de vitrageloze ramen hangen rodevelours overgordijnen die reiken tot het dikke tapijt. Aan hetplafond hangen speciaal ontworpen bolvormige lampen die doen denkenaan de jaren zeventig. Aan de raamloze wand, onder het fresco datvorig jaar op deze muur is aangebracht, staan kunststoffen PhilippeStarck-stoeltjes op een rij. Het is zeker een zaal die gezien magworden, en dat zal ook gebeuren, want de verwachting is dat hierhonderden gasten per jaar het glas zullen heffen na het bijwonenvan een feestelijke universitaire gebeurtenis.
Het Academiegebouw wordt verbouwd. Kosten: 7,5 miljoen gulden.Het oudste pand van de universiteit moet in zijn geheel eenceremoniele functie krijgen. Oraties en promoties zullen erplaatsvinden en daarnaast moeten zoveel mogelijk studenten hierstijlvol kunnen afstuderen. Het verwachtte aantal gasten opjaarbasis is twee- tot driehonderdduizend. Daartoe moet het gebouwwel worden aangepast, want de 'routing' deugt niet, er is geengoede ontvangstruimte, de garderobe en de toiletten zitten op deverkeerde plaats ten opzichte van elkaar, de keuken was te klein ener is onvoldoende receptieruimte. Om alles een plek te geven, heefthet onderwijs de wijk moeten nemen. De collegeruimtes zijn nodigvoor recepties en kleine ceremonies. Het gebruik van zalen voorstudieverenigingen is daardoor ook minder gemakkelijk geworden.
Uitpakken
Deze zomer is begonnen met de eerste fase. Hieronder viel deingrijpende verbouwing van de keuken, waar ook de facultyclub zijnmaaltijden uit betrekt. Daarnaast zijn collegezalen leeggehaald enis gewerkt aan de pronkkamer: de eerste receptieruimte nieuwe stijldie onlangs al in gebruik is genomen. Tijdens het academisch jaarzal er alleen geklust worden indien dat enigszins onopvallend kan.Het ceremoniele jaar mag niet door bouwwerkzaamheden wordengefrustreerd.
Voor de verbouwing is architect Maarten Fritz uit Hilversum inde arm genomen. Hij is gespecialiseerd in het aanpassen vanhistorische panden, zegt collegevoorzitter Veldhuis. "Zijn mottois: het gebouw heeft alles, we moeten het alleen nog uitpakken." Debedoeling is niet het pand terug te brengen in oude staat. "Hetgaat om het herstellen van de oude luister." Modern design past indat beeld.
Veldhuis en de projectleider van de verbouwing, Bas Nugterenlaten zien waar zoal verbeteringen gepland zijn. Geergerd zijn zijdoor de slechte 'routing' waardoor het pand een ongastvrije indrukmaakt. Veldhuis: "Als mensen hier binnenkomen, moet in eenoogopslag duidelijk zijn waar ze heen moeten. Ook moet de stroomkomende en gaande gasten zich niet door dezelfde gang hoeven tepersen langs een koord. De bedoeling is dat de binnenkomende mensenhier meteen links van de ingang met koffie worden ontvangen, dangeleid worden naar de zaal waar de ceremonie plaats heeft en daarnanog kunnen borrelen in een van de receptieruimtes op de eersteverdieping. Als ze vertrekken, gaat dat via de trap waarachter degarderobe moet komen."
Om het aanzien van het gebouw op te halen, zullen er anderekleuren op de muren worden gebruikt, moet er meer licht binnenkomenen moet er betere verlichting worden aangebracht. Zo krijgt hettrappenhuis recht tegenover de ingang zijn authentieke lampenterug. Blinde muren krijgen ramen, drie nu nog onbereikbarebinnentuintjes worden toegankelijk gemaakt. Waar dat mogelijk ismoet ook het zicht op de Domkerk, op de oudste architectonischedelen van het pand, en op het Domplein beter worden.
Alle wensen kunnen niet ineens worden vervuld. Gekozen is om deverbouwing in drie zomervakanties uit te voeren. Daarna moet hetAcademiegebouw voldoen aan de arbo-normen - Nugteren: "Na de TweedeWereldoorlog is daar niets meer aan gedaan." - en moet het pandklaar zijn voor nog meer gasten. "Momenteel", zegt Veldhuis, "wordthet gebouw voor 40-45 procent gebruikt. Dat mag meer."
Gwenda Knobel
De geschiedenis van de Academie aan hetDomplein
Een kruitmagazijn en een stinkende vleesmarkt in de aula
Wie nu door de kloostertuin van de Domkerk wandelt,realiseert zich waarschijnlijk niet dat dit eeuwenlang het hart vande Utrechtse Academie was. Hier zetelde het bestuur en werden allecolleges gegeven. De tuin was het domein van de pauzerende student.Pas na de Tweede Wereldoorlog werden andere panden in de stad nodigom alle studenten en stafleden onderdak te bieden.
De universiteit werd opgericht in 1636. In wat nu de aula is,waren twee jaar eerder al twee collegezalen voor de voorloper vande universiteit: de Illustre School. De muur die middenin demiddeleeuwse vergaderzaal was gebouwd, scheidde de theologie- enrechtenstudenten die net als de wiskundigen, natuurwetenschappersen letterenstudenten tot de filosofische faculteit behoorden.
Het was vaak behelpen, in de eerste decennia. De colleges werdenbijvoorbeeld regelmatig verstoord door bezoekers die voor de bodeof het bestuur kwamen. De woning van de bode en de senaatskamerlagen achter de aula en waren alleen te bereiken via de grootstecollegezaal. De studenten waren snel afgeleid door het bezoek.Vooral wanneer er vrouwen en meisjes voorbij kwamen, zorgde datvoor groot tumult en voetgestamp, met name bij rechten entheologie.
Omdat vrouwen nog niet welkom waren aan de universiteit, werdhoog tegen de grote collegezaal een speciaal vertrekje gebouwd voorde beroemde dichteres Anna Maria Schuurman die graag de collegesvan de vermaarde theologieprofessor Voetius bijwoonde. Deze logewas alleen van buiten en via een aparte trap bereikbaar. Ook defilosoof Descartes maakte gebruik van deze ruimte.
Voor officiele gelegenheden, zoals promoties en oraties, was hetkoor van de Domkerk ingericht. Bij de oprichting van de academiestond deze chique locatie leeg en daarbij was het lekker dichtbijen ook nog eenvoudig toegankelijk vanuit de kloostergang. Na deverwoesting van het schip door een orkaan in 1674, was er in deDomkerk geen plaats meer voor de universiteit, die de plechtighedentoen maar in de grootste collegezaal hield.
Bier
Een kantine of iets dergelijks was er niet. Als de studententussen of na de colleges dorst hadden, konden ze terecht bij dekroeg naast de ingang. Dit cafe zat naast het poortje dat vanaf hetDomplein toegang gaf tot de universiteit, in een van de gebouwendie toen nog tegen de muur van de kloostergang stonden.
Er waren wel meer Utrechtse inwoners die van een glaasje hieldenen daar profiteerde de universiteit flink van. Wie als studentstond ingeschreven, kon veel goedkoper aan wijn en bier komen. Toendeze maatregel werd afgeschaft, daalde het aantal studentendrastisch. In plaats van de jaarlijkse tweehonderd inschrijvingenwerden er nu nog maar vijf ontvangen. Velen, onder wie soldaten,afgestudeerden en handwerklieden, zagen er geen brood meer in zichals student aan te melden.
De twee collegezalen in de aula, waren al snel te krap. In 1644werd begonnen met de bouw van een nieuwe collegezaal, boven op hetdak van de kloostergang. De net opgerichte medische faculteit kreegde beschikking over dit Theatrum Chirurgicum dat vanaf deachttiende eeuw ook bekend stond als de Hongaarse kapel. Dit omdateen groep Hongaarse studenten de zaal vanaf de achttiende eeuw alskerk gebruikte. In de negentiende eeuw is dit gebouwtje bij eengrootscheepse restauratie gesloopt.
Collegegeven raakte in de loop van de achttiende eeuw uit demode. De hoogleraren begeleidden de studenten liever individueel,of gaven les aan kleine groepen die ze thuis ontvingen. Dekloostergang, eerder ook wel de 'wandelplaets van d'academie'genoemd, werd daarom jarenlang voor rommel- en curiosamarktengebruikt en daarnaast oefende de burgerwacht er. In de collegezalenwas een tijdlang een kruitmagazijn gevestigd en aan het eind van deachttiende eeuw was er een jaar lang zelfs een 'stinkende enhinderlijke' vleesmarkt. Ook werden er nog mensen begraven in dekloostergang.
In de negentiende eeuw veranderde er veel. De universiteit werdopgewaardeerd tot Rijksuniversiteit en groeide snel. Wat lange tijdeen kleinschalig instituut was geweest, verspreidde zich nu over destad. Om een waardige, representatieve ruimte te creeren die bij denieuwe allure paste, werd de muur in de aula weggehaald en de zaalopgeknapt. De twee collegezalen die het hart van de universiteithadden gevormd, behoorden hiermee tot het verleden.
Het Domplein bleef nog wel lange tijd het centrum van deuniversiteit. In 1836 -bij het tweehonderdjarig bestaan- werd ereen nieuw pand bijgebouwd dat geschonken was door de gemeente.Rondom de aula werden ook andere gebouwen door de universiteit ingebruik genomen. Het huidige Academiegebouw werd in 1894 gebouwd enwas wederom een cadeau van de stad Utrecht aan de universiteit tergelegenheid van haar 250-jarige bestaan.
De bouw van dit nieuwe Academiegebouw had heel wat voeten in deaarde. Het oorspronkelijke ontwerp van een groots,neorenaissancistisch gebouw naast de Dom, werd door aanhangers vande neogotiek afgekeurd omdat het niet zou passen naast de gotischeDom. De Neogoten (te vinden bij het Rijk) en de Neorenaissancisten(de gemeente Utrecht) voerden een jarenlange strijd. Uiteindelijktrokken de Neorenaissancisten min of meer aan het langste eind. Zijmochten de stijl bepalen. Als compromis werd alleen de plek van hetgebouw veranderd. In plaats van naadloos aan te sluiten bij degotische Dom, werd het nieuwe Academiegebouw in de hoek van hetDomplein geplaatst. Het ontwerp werd daarvoor aangepast, waardoorhet veel bescheidener uitviel dan de bedoeling was.
De functie van het Academiegebouw is door de jaren heen sterkveranderd. Tot en met de Tweede Wereldoorlog was het het centrumvan de universiteit: bestuur, onderwijs en representatie onder eendak. In de loop van de jaren vijftig vertrokken de meestebestuurlijke functies, eerst naar de Kromme Nieuwegracht en laternaar De Uithof. Onderwijs werd tot voor kort nog gegeven, maar deenige functie die het gebouw nu nog heeft, is die van visitekaartjevan de universiteit.
Joost van der Spek