Oude teksten in een nieuw jasje: middeleeuwse poezie voor demoderne lezer
Hoe gevoelig is de moderne lezer voor liederen engedichten uit het middeleeuwse Europa? "Het zintuig is absoluutaanwezig", meent mediëvist Wim Gerritsen, "alleen detaalbarriëre moet geslecht worden, zodat je als lezer echt aangenieten toekomt." Samen met de schrijver Willem Wilmink brachtGerritsen de bundel 'Lyrische Lente' uit. De taakverdeling wasduidelijk: wetenschapper Gerritsen koos 45 zeer gevarieerdegedichten uit en voorzag ze van commentaar, terwijl dichter Wilminker een moderne vertaling van maakte.
"Het gaat erom mensen te laten zien dat de hedendaagsepoëzie een historische dimensie heeft. Alle formele parametersdie de moderne dichtkunst bepalen, zoals rijm, metrum enstrofenbouw, dateren immers uit de middeleeuwen. De eerstebloeitijd van het Europese lyrische gedicht vond plaats in deperiode 1050-1400. Vandaar ook de titel van onze bundel: LyrischeLente", vertelt Wim Gerritsen, hoogleraar in de middeleeuwseliteratuur aan de Universiteit Utrecht.
Hij maakte de keuze voor de 45 Europese liederen en gedichtendie de bundel rijk is. Een zeer persoonlijke keuze, en zeker nieteen die representativiteit, op welk front dan ook, nastreeft.Gerritsen hanteerde als enige criterium dat hijzelf affiniteit meteen tekst moest hebben. "Sommige gedichten neem ik al vanaf mijneigen studietijd met me mee. Ze zitten in mijn hoofd, ik bespreekze met mijn studenten... Er is bijvoorbeeld een 11e-eeuws Iersgedicht, waarvan ik nog precies weet in welk zaaltje van deuniversiteit ik het voor het eerst hoorde en hoe ik toen al dacht:dit is heel bijzonder!"
Toch realiseert Gerritsen zich dat zijn selectie van juist dezeliederen en gedichten niet helemaal zo vrijblijvend is als hij wildoen voorkomen. "Het gaat om bestaande schatten die je voor eenbreder publiek dan vakmensen toegankelijk hoopt te maken. Daaromwilde ik de grote poëtische tradities uit de bestaandeEuropese talen er in hebben. Ik koos voor Europa, omdat dat gebiedcultureel gezien een eenheid vormde, met het Latijn alsbovennationale koepel. Verder heb ik gekeken naar verscheidenheidin soorten poëzie."
En dus bevat 'Lyrische Lente' religieus-mystieke gedichtennaastluchtig-scabreuze, in genres die variëren van loflied totsatire en van studentenlied tot liefdesgedicht. Dit allesgeschreven in onder meer het Latijn, Nederlands, Occitaans, Welshen Iers. Bekende en onbekende dichters bevolken de bundel: iemandals Dante Alighieri is vertegenwoordigd, maar ook een mindere Godzoals diens landgenoot Cecco Angiolieri.
Het gedicht van dit Italiaanse enfant terrible is een vanGerritsens favorieten. In `Was ik het vuur, ik liet de wereldbranden' parodieert Cecco de hoofse liefde, waarbij een minnaaroveral afstand van zou doen als hij maar zijn geliefde mochtomhelzen. Cecco zit anders in elkaar: die zou juist zwaar misbruikmaken van zijn macht! Gerritsen: "Cecco is een cabaretachtigefiguur, die de draak steekt met allerlei conventies. Geen onderwerpis hem daarbij te platvloers, geen uitdrukking te grof. Ik denk datzijn gedicht ingaat tegen het vooroordeel dat sommige modernelezers over middeleeuwse poëzie hebben."
Samenwerking
Wim Gerritsen werkte voor 'Lyrische Lente' nauw samen metdichter Willem Wilmink, een samenwerking die niet nieuw was. "Onscontact ontstond toen Wilminks dochters op de middelbare school inZeist zaten en zij als 'oud' werk op hun boekenlijst 'De reis vanSint Brandaan' kozen," vertelt Gerritsen. "Wilmink maakte toen eenmoderne vertaling voor hen, doorspekt met allerlei grapjes. Hijwilde vervolgens met mij praten om te kijken of er een serieuze`vertaling' van dit middeleeuwse werk inzat."
En die moderne bewerking kwam er. De wetenschapper en dekunstenaar lagen elkaar onmiddellijk, maar op het professionelevlak moesten zij wel aan elkaar wennen. Had Wilmink de neiging omvan de meest serieuze dingen iets humoristisch te maken,'pietluttige' Gerritsen vond juist dat vertalen betekent: in dienstvan een tekst staan. Het leidde soms tot heftige discussies, ookbij de totstandkoming van 'Lyrische Lente'.
Gerritsen leverde vaak een woord-voor-woord-vertaling van deoude tekst aan Wilmink, die deze vervolgens bewerkte naar eenmoderne versie. "Daarna keken we met zijn tweeën naar mijn`resultaten'," aldus Wilmink. "Waar die te vrij waren, probeerdenwe alternatieven te vinden die, dat was de voorwaarde, eveneensprecies in de versvorm pasten. Metrum noch rijmschema mochtenafwijken van de oorspronkelijke tekst. Soms heb je als vertaler deneiging te gaanspelen met het origineel of om een daarin gegevensuggestie wat uit te werken. Wim was daar altijd zeer strengin."
In het verleden voegde Wilmink weleens opzettelijk eenanachronisme in, als hij zijn collega-schrijver een voorgaande keerwat erg streng had gevonden. Maar een tekst als 'Vol van zorgen envan kommer, stapt de hertog op zijn brommer' zou nooit eenuiteindelijke boekversie halen.
Ook op een ander terrein was er weleens overtuigingskrachtnodig. Gerritsen: "Ik wilde iemand als Hadewijch per se in debundel hebben, maar Wilmink had niets met deze mystieke dichteres.Hij vond haar te dwingend, ik geloof dat hij haar zag als eenstreng gereformeerd, bijna fundamentalistisch type. Toen heb ikgezegd: probeer haar gedicht te vertalen alsof het om de liefde toteen vrouw gaat, in plaats van om de liefde tot God." Wilmink vultaan: "Ik bewonder het betreffende gedicht nu wel, maar de dichteresblijft me vreemd, ik zou haar nog steeds niet graag op straattegenko men." Ook aan het lied 'Suja, kind wat huil je toch?' begonWilmink overigens pas nadat de vroom katholieke cabaretier HermanFinkers, met wie hij bevriend is, hem van de schoonheid van dezetekst overtuigd had.
Veelzijdig
Ongeveer vier jaar kostte de arbeid aan 'Lyrische Lente', maarinmiddels ligt het boek in de winkel. Klaar voor eenmiljoenenpubliek, zoals Willem Wilmink grapt. Het unieke aan debundel vindt hij dat de keuze van Gerritsen zeer afwijkt van hettraditionele aanbod van middeleeuwse literatuur. "Bovendien zijnmijn vertalingen gemakkelijk te begrijpen, zoals al mijn werk enzoals alle middeleeuwse literatuur, die, net als veel van mijneigen werk, het mede moet hebben van de mondelinge overdracht."
Wat 'Lyrische Lente' verder bijzonder maakt, is het feit dat ervan een aantal liederen middeleeuwse melodieën overgeleverdzijn, die door C. Vellekoop (Utrechtse hoogleraar in de ouderemuziekgeschiedenis) in modern notenschrift zijn overgezet. "Het isheel fascinerend om te horen hoe deze teksten voor het eerst naeeuwen weer tot klinken zijn gebracht", meent Gerritsen. Een'nieuw' geluid, in een lente die al meer dan zeshonderd jaarvoortduurt..."
Annemarie Heuts
'Lyrische Lente, liederen en gedichten uit hetmiddeleeuwseEuropa'. Gekozen en toegelicht door W.P. Gerritsen,vertaald door Willem Wilmink. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam.(355 pag.) Prijs: 49,90 gulden.
Sonnet
Was ik het vuur, ik liet de wereld branden,
was ik de wind, dan kwam er een orkaan,
was ik het water, dan ging al het land eraan,
was ik de Heer, het oordeel was op handen.
Was ik de paus, dan sprak de wereld schande
van wat ik met de vromen had gedaan.
Was ik de keizer, hoe zou dat dan gaan?
Mijn hele rijk zou op het schavot belanden.
Was ik de dood, dan haalde ik mijn vader,
was ik het leven, ik liep hem straal voorbij
en ook mijn moeder staat mij weinig nader,
maar was ik Cecco, en zo noemt men mij,
dan pakte ik de mooiste meiden altegader
en al wat oud en lelijk was, kreeg jij.
Sonnet van Cecco Angiolieri (tweede helftdertiende eeuw)