Achtergrond

Rugbyers stappen naar de rechter

De rugbyers verkeerden al jaren in een uitzonderingspositie. Zekregen meer trainingsuren dan waar ze volgens hun ledenaantal rechtop hadden, omdat hun trainer toch fulltime in dienst was. Afgelopenzomer is voor alle verenigingen een nieuwe regeling opgesteld.Hoewel het bestuur van Mesacosa met de sportraad had afgesprokendat de nieuwe regeling dit jaar geen gevolgen zou hebben voor derugbyverenigingen, werd toch vastgelegd dat ze ieder eentrainingseenheid, anderhalf uur per week, moesten inleveren.

Voor de rugbyers is dit wrang omdat de regeling is gebaseerd ophun ledenaantal van vorig jaar. Volgend jaar krijgen ze huntrainingsuren terug, want dit jaar hebben ze meer dan voldoendeleden.

De rugbyverenigingen spelen op hoog niveau en willen niet mindertraining. Daarom hebben ze voorgesteld de kosten van dietrainingsuren, vierduizend gulden. Na overleg is besloten datMesacosa de helft hiervan zou betalen.

De rugbyers zijn hier in principe mee akkoord gegaan. Tochwillen ze naar de rechter, omdat ze volgens USRS-voorzitter BasIdema pas in september door Mesacosa op de hoogte zijn gesteld vanhet feit dat ze moesten betalen. Toen hadden ze hun begroting allang rond.

Maar volgens de directeur van Olympos, Jan Tuik, wisten derugbyers al langer van de regeling. Tuik vindt het bovendien vreemddat de rugbyers naar de rechter stappen om iets waar ze heteigenlijk mee eens zijn.

De rugbyers willen via de bestuursrechter inzage krijgen in deinterne stukken van Mesacosa om te bewijzen dat ze te laat zijningelicht. Ze hopen dat de rechter zal besluiten dat Mesacosa eenpubliekrechtelijk orgaan is, omdat het subsidies uitdeelt. Voor derugbyers is dat van belang omdat dan de Wet Bestuursrecht henwaarborgen biedt.

Volgens Tuik is daar geen sprake van: "Wij zijn geprivatiseerd.Kijk maar naar onze statuten. Bovendien maken wij zelf uit aan wiewe subsidie geven." Tuik zegt dat er niets nieuws te lezen is in destukken die de rugbyers via de sportraad al lang hadden kunneninzien.

De juridische afdeling van de universiteit er hetzelfde over."Er is in dedefinitieve subsidiebeschikking nergens eenverplichting opgenomen voor Mesacosa om geld aan desportverenigingen uit te delen", zegt P. Klijnhout.

Overigens is Tuik niet van plan veel tijd te besteden aan dehele toestand. Het gaat om peanuts, vindt hij. Ook Idema geeft toedat het niet om wereldschokkende bedragen gaat. Op de achtergrondspelen dan ook een aantal zaken mee. De rugbyers vinden dat dedirectie van het sportcentrum te veel nadruk legt op winst maken.Het gevoel leeft dat de directie liever een nieuwe squashbaanaanlegt of trainingen van FC Utrecht binnenhaalt, dan een veld terbeschikking stelt aan rugbyers of voetballers.

Jurgen Swart

Milieubeleid in Nederland lijkt mooier dan het is

Iedereen herinnert zich de Bijlmerenquête en de moeite diehet kostte om de waarheid omtrent de lading van het verongeluktevliegtuig boven water te krijgen. Uit het boek van Natasha Gersonen Wilja Jurg blijkt dat het `onder de pet houden' van informatieen obstructie van onderzoek niet exclusief is voor de Bijlmerramp.Zij beschrijven een reeks incidenten uit de afgelopen jaren,variërend van de vervuiling van het milieu tot de aantastingvan de volksgezondheid door de industrie. Hoewel de overheid steedsweer tot gerustheid maant, weten de auteurs maar al te vaaknalatigheden van diezelfde overheid aan het licht te brengen.Strekking van hun verhaal is dat de overheid beter moet luisterennaar haar burgers. Veel problemen zouden dan in de kiem gesmoordkunnen worden.

Jacobje Visser werkt bij de chemiewinkel Utrecht. Het typeklachten dat in het boek beschreven wordt, komt haar maar al tebekend voor. "In 1993 kwamen er mensen uit de Utrechtse wijkAbstede bij ons met vermoeidheidsklachten en astmaproblemen. Hunnieuwbouwhuizen waren uitgerust met open verbrandingsketels,terwijl er onvoldoende geventileerd kon worden. De concentratieverbrandingsgassen in huis liep daardoor erg hoog op. Het isongelofelijk hoe lang het geduurd heeft voordat dewoningbouwvereniging de klachten serieus nam en metingen is gaandoen. De ketels worden nu eindelijk vervangen, bijna zeven jaarnadat de klachten begonnen. Maar ja, ze zijn nu dan ookafgeschreven."

De boosdoener is echter niet altijd zo gemakkelijk aan tewijzen. Maaike Lürsen van de wetenschapswinkel Biologie: "Eentijd geleden kwamen er bij ons klachten binnen over stank enademhalingsproblemen die veroorzaakt zouden worden door eenasfaltfabriek in Lage Weide. Toch bleek die zich keurig te houdenaan de normen die gelden voor de uitstoot van gassen. Toen we ookhet autoverkeer van de naastgelegen A2 en hetscheepvaartverkeer ophet Amsterdam-Rijnkanaal in onze berekeningen betrokken, bleek hettotaal van de waarden wel te hoog te zijn. Zo blijkt maar dat dewaarheid niet altijd even absoluut is."

krant

Ongeruste burgers moeten volgens de wetenschapswinkeliers aantwee dingen denken als ze een probleem aankaarten. Ten eerste kande pers een belangrijke steun in de rug zijn. Visser: "Soms is hetzinvol om met een probleem regelmatig in de krant te komen. Er zijnbewonersgroepen die erin slagen om week in week uit in het UtrechtsNieuwsblad op te duiken. Dan blijf je aandacht houden. Bewonerskunnen hiervoor hulp vragen aan bijvoorbeeld een milieufederatie ofeen wetenschapswinkel, die weten hoe je op de juiste manier met demedia omgaat."

Ten tweede is wetenschappelijke assistentie vrijwel onmisbaarvoor het begrijpen van de ingewikkelde rapporten, waarin studiesnaar milieuproblemen worden gepresenteerd. Visser: "De glossyrapporten die de overheid laat maken, geven de situatie lang nietaltijd goed weer. Bovendien zijn ze soms erg ingewikkeld enbevatten ze veel technische details. Van de gemiddelde burger kunje niet verwachten dat die zo'n rapport begrijpt. Daarom helpen wijvaak met het interpreteren van die rapporten. Dan weten mensen waarhet over gaat en bovendien willen er nog wel eens fouten aan hetlicht komen."

Ook Lürsen ondervindt dat meetwaarden niet altijd voor zichspreken. "De overheid werkt met vage getallen. Als een meting eenbepaalde uitstoot bij een pijp geeft, zegt dat weinig over deoverlast die een omwonende daarvan ondervindt. Soms zijn ermeerdere metingen, die tegengestelde waarden geven. Elke partijloopt dan weg met de waarde die voor hem het gunstigst is. Dat doendus zowel de overheid als de burgers."

Bijzonder hoogleraar internationaal milieubeleid prof. dr. G.Vonkeman verbaast zich niet over de terughoudende reacties van deoverheid op klachten van burgers over mogelijk schadelijke stoffen:"Van heel veel stoffen in onze omgeving is de werking simpelwegonbekend. Er zijn miljoenen chemische stoffen, waarvan we maar vaneen paar honderd helemaal begrijpen wat ze doen. Ik vind het danook logisch dat de overheid in eerste instantie zegt dat erwaarschijnlijk niets aan de hand is en dat alles volgens het boekjegaat. Dat er vaak maar weinig in dat boekje staat zegt men er nietbij. Maar wanneer je als overheid de verontrusting voedt, krijg jezowel de burger over je heen die meteen maatregelen wil zien, alsdebetrokken industrie die meteen harde bewijzen wil."

hypocrisie

Vonkeman relativeert de 'goede' Nederlandse milieuwetgeving,omdat het effect ervan in vergelijking met het buitenland nietbijzonder is. "Uiteindelijk draait het om de kwaliteit van hetmilieu en wat dat betreft zit Nederland in de Europese middenmoot.Het opgeheven vingertje van het ministerie van VROM is dan ook nietgepast." Nog steeds is het milieu ondergeschikt aan de economie.Vonkeman: "De Nederlandse milieuwetgeving zal nooit deconcurrentiepositie van Nederland in Europa aantasten, alle mooiewoorden van VROM en anderen ten spijt.

Datzelfde geldt binnen Nederland. We recyclen leuk met z'n allenen we zamelen gescheiden afval in, maar uiteindelijk is bijnaiedereen toch allereerst voor economische groei. Kijk maar naaralle exportmissies, naar Schiphol of naar de gasboringen in deWaddenzee. Dat zien ze in het buitenland heus ook wel."

Rinze Benedictus

`Geen reden tot ongerustheid, alledaagsebedreigingen van gezondheid en milieu', van Natasha Gerson en WiljaJurg. Uitgeverij Van Gennep, fl. 29,90)


Afval is handel

Twee weken geleden organiseerden debatcentrum Tumult enuitgeverij Van Gennep een debat rond de uitreiking van het eersteboekexemplaar van Geen reden tot ongerustheid. Veel werd gezegdover de handhaving van milieuwetgeving. Peter Rombouts, lid van degedeputeerde staten van de provincie Utrecht, stelde dat tot voorkort 75 procent van alle milieuvergunningen in de provincie Utrechtniet compleet was. VVD-Kamerlid Jan Hendrik Klein Molenkamp vonddan ook dat handhavende instanties zoals Rijkswaterstaat en debetrokken ministeries beter moeten samenwerken.

Volgens Natasha Gerson, mede-auteur van het boek, is de helehandhavingbij voorbaat een wassen neus. 'Controle' betekentnamelijk vaak slechts een controle van de vergunning en niet dat erwerkelijk wordt gekeken of een bedrijf zich wel aan de regelshoudt. De Stichtse Milieufederatie in de persoon van directeur NicoSalm wees op de grote economische belangen. 'Afval is handel',beweerde hij en gaf als voorbeeld hoe groot voordeel geboekt wordtdoor zwaar verontreinigde grond illegaal te mengen met minderverontreinigde grond. Om de burgers een duidelijkere stem te geven,pleitte hoogleraar Milieukunde van de UvA Lucas Reinders voor eenmilieu-ombudsman.

De database: Puisten op de huid van de oceaan

Prof.dr. Will de Ruijter: "In de wereldoceanen circulerenverschillende stromingen zoals de Golfstroom, die een enormeinvloed hebben op het klimaat op aarde. Zo stroomt de warmeAgulhas-stroom vanaf Indonesië via de Indische Oceaan langs deAfrikaanse oostkust naar het zuidwesten. Vroeger dacht men dat hijde Atlantische Oceaan instroomde, maar satellietgegevens hebbenlaten zien dat hij ter hoogte van Zuid-Afrika een scherpe bochtmaakt en terugkeert naar de Indische Oceaan.

"Die bocht is zo scherp dat er periodiek een lus ontstaat dierond draait met een snelheid van zo'n acht kilometer per uur en diezichzelf van de hoofdstroom afsnoert. Gemiddeld ontstaat zo elketwee maanden een immense wervel met een doorsnee van welvijfhonderd kilometer. In tegenstelling tot de Agulhas-moederstroomdrijven die wervels de Atlantische Oceaan wél in en een aantalbereikt na ongeveer twee jaar de kust van Brazilië. Omdat zerelatief warm en zout zijn, hebben ze een behoorlijke invloed op dewarmtehuishouding in de Atlantische Oceaan en daarmee ook op onsklimaat.

"Om onze klimaatmodellen verder te verfijnen, doen we sinds eenjaar of tien onderzoek naar deze wervels en daarbij maken we vooralgebruik van gegevens van de TOPEX/Poseidon-satelliet. Een voorloperdaarvan heeft ruim twintig jaar geleden voor het eerst aangetoonddat wervels op grote schaal bestaan. De satelliet meet met behulpvan radarsignalen vanaf een hoogte van 800 kilometer de hoogte vanhet wateroppervlak tot op vijf centimeter nauwkeurig. Uit diemetingen bleek dat er in het zuiden van de Atlantische Oceaan grotestukken zee waren, die een beetje boven de omgeving uitstaken. Zowerden de wervels ontdekt. Je kunt ze het best vergelijken metroterende puisten op het zeeoppervlak, groter dan Nederland, die inhet midden wel een meter hoger kunnen zijn dan aan de randen.

"TOPEX trekt een soort maaswerk van banen rond de aarde enverricht continu metingen die door de computer worden uitgemiddeldnaar één waarneming per zeven kilometer. Omdat de baantelkens een beetje verschuift, krijgen we van een groot aantalpunten op aarde elke tien dagen een nieuwe meting binnen. Behalvevan TOPEX maken we ookgebruik van de SST-satelliet die grotereoppervlakken met behulp van infraroodapparatuur op temperatuurscant en die zijn waarnemingen van hetzelfde gebied elke drie dagenherhaalt.

"Samen hebben deze satellieten ons sinds 1978 databestanden mettriljarden waarnemingen opgeleverd, waarmee we het gedrag vanwervels gedurende de afgelopen twintig jaar gedetailleerd hebbengenanalyseerd. Maar een nadeel van satellietmetingen is dat zealleen het zeeoppervlak in kaart brengen, terwijl wervels een paarkilometer diep zijn. Van wat daar precies gebeurt, weten we nogmaar weinig.

"Vandaar dat de Pelagia dwars door een wervel heen gaat varen ommetingen onder het zeeoppervlak te doen. Die wervel is inmiddels'Astrid' gedoopt naar een van onze promovendi die meevaart. Hetaardige is dat wij het schip vanuit Nederland naar zijn bestemmingloodsen op basis van de satellietgegevens die hier binnenkomen. Detocht van de Pelagia is daarmee een van de eerste expedities terwereld die vanuit de ruimte wordt gestuurd."

EH

Zie voor meer informatie: http://kellia.nioz.nl/projects/mare/

Universitair personeel hoeft geen ambtenaar te zijn

De vakbonden en de werkgeversvereniging VSNU hadden vorig jaarom het rapport gevraagd, toen ze tijdens de CAO-onderhandelingenwaren vastgelopen. De werkgevers wilden graag de arbeidsvoorwaardenmoderniseren door over te stappen van het publiekrecht naar hetprivaatrecht. Daarin heeft het personeel niet langer de beschermdestatus van ambtenaar. De bonden waren daar tegen. Het compromis:een verkennend onderzoek.

Een eventuele overgang naar het private arbeidsrecht levert geenjuridische problemen op, zo blijkt uit het rapport. Maar de VSNU ende bonden kunnen de overstap niet zelf regelen. Minister Hermansmoet eraan te pas komen, omdat de wet op het hoger onderwijs moetworden gewijzigd. De overstap moet ook in één keergebeuren. Het is onmogelijk dat het huidige personeel ambtenaarblijft en nieuwe werknemers die status niet krijgen.

Ambtenaren genieten meer bescherming dan 'gewone' werknemers. Zekunnen moeilijker worden ontslagen en zijn in principe voor hetleven benoemd in een bepaalde functie. Ze kunnen echter nietonderhandelen over hun aanstelling: die wordt eenzijdig opgestelddoor de werkgever, de universiteit. In het private arbeidsrechtonderhandelen werkgever en werknemer over het arbeidscontract.

Andere verschillen, bijvoorbeeld over inspraak enmedezeggenschap, zijn minder groot. Dat komt omdat de regels voorde drie private universiteiten - de Vrije Universiteit in Amsterdamen de katholieke universiteiten in Nijmegen en Tilburg - en dievoor de tien publieke universiteiten al op elkaar lijken.

De werkgevers grijpen het rapport aan om opnieuw aan te dringenop wat zij noemen 'moderne en meer gelijkwaardigearbeidsvoorwaarden' en streven naar arbeidsverhoudingen, die passenbij professionals. Die kanskrijgen ze al snel, want de huidige caoloopt op 1 juni af. "Ons voornemen is niet veranderd. We willen deoverstap nog altijd", zegt een woordvoerder van de VSNU.

De vakbonden zijn er nog niet uit. Ze gaan binnenkort de voor-en nadelen op een rijtje zetten met hun achterban. "De hamvraag is:doe je het wel of niet? Het antwoord zullen we met onze ledenbepalen. En ik weet eerlijk gezegd nog niet wat het wordt", zegtPeter Wiechmann van de AbvaKabo. Hoogstwaarschijnlijk presenterende VSNU en de bonden half maart hun nota van inzet, voor de komendeCAO-onderhandelingen

HOP, MtW/JR

Naar een veilige opslag van waterstof

De snelle ontwikkeling van de technologie van de brandstofcelheeft het gebruik van waterstof als brandstof een stuk dichterbijgebracht. Maar om auto's op waterstof te laten rijden moet het gasabsoluut veilig kunnen worden opgeslagen. Een probleem is echterdat opslag in gascylinders niet alleen moet gebeuren onder relatiefhoge druk, maar dat de cylinders bovendien te groot en te zwaarzijn voor gebruik in een doorsnee personenauto.

Een oplossing hiervoor wordt gezocht in de richting van opslagvan het gas in een vaste stof. Het moet dan gaan om een stof metzoveel ruimte tussen zijn atomen, dat daar nog voldoende plaats isvoor de kleine waterstofatomen. Op dit moment wordt onderzoekgedaan naar verschillende verbindingen die voor dit doel geschiktlijken, waaronder het poedervormige ijzer-titaan (FeTi). Uiteerdere onderzoekingen is gebleken dat FeTi zeven maal zoveelwaterstof kan opnemen als een gasfles met hetzelfde volume. In hetproefschrift waarop zij deze week promoveerde, koos Heller dan ookvoor onderzoek aan deze stof om er achter te komen onder welkeomstandigheden FeTi in de praktijk voor de opslag van waterstof kanworden gebruikt.

Zij moest met name een oplossing vinden voor het probleem datbij regelmatig gebruik van FeTi snel roestvorming optreedt.Daardoor wordt de opname van waterstof belemmerd. Bovendien vallenbrokken ijzer-titaan relatief snel uit elkaar, met als gevolg datkleine deeltjes met het waterstofgas meestromen en in de motorverstoppingen veroorzaken. Om dit laatste euvel de baas te wordenzette Heller FeTi-deeltjes ter grootte van een millimeter vast opeen poreuze drager waar alleen het gas doorheen stroomde. Omroestvorming tegen te gaan bedekte zij de stof achtereenvolgens meteen beschermende laag van palladium en van nikkel.

Uit de vervolgens uitgevoerde experimenten concludeert Hellerdat het systeem met palladium in alle opzichten voldoet aan deeisen van een hoge en snelle waterstofopname en dus geschikt is alsreservoir voor waterstof. Hetzelfde systeem met een coating van hetgoedkopere nikkel bleek niet te voldoen omdat het te gevoelig bleekvoor vervuiling metkoolstofdeeltjes. Een vervolgonderzoek zouvolgens Heller moeten duidelijk maken hoe die vervuiling effectiefkan worden bestreden.

EH

Wat kan de hoogte van pensioenuitkeringen beinvloeden? (rectificatie)

Wat kan de hoogte van pensioenuitkeringen beinvloeden?(rectificatie)

Pensioen en echtscheiding.

Op grond van de Wet Verevening Pensioen bij Scheiding (Wet VPS),die sinds 1995 van kracht is heeft de ex-echtgenoot/partner bijscheiding recht op de helft van dat deel van het ouderdomspensioendat is opgebouwd tijdens het huwelijk. De wet VPS is van toepassingop gehuwden en geregistreerde partners, niet op ongehuwdsamenwonenden.In huwelijkse voorwaarden of in hetechtscheidingsconvenant kan de toepasselijkheid van de Wet VPSworden uitgesloten.

Als binnen twee jaar na scheiding hiervan mededeling wordtgedaan aan het ABP ontvangt de ex-echtgenoot op 65-jarige leeftijdeen deel van het ouderdomspensioen rechtstreeks van het ABP. Indiende scheiding niet binnen twee jaar wordt gemeld dan krijgt deex-echtgenoot een deel van het ouderdomspensioen uitbetaald door deandere ex-echtgenoot/partner.

Pensioen en ontslag.

Een medewerker van de UU die van baan verandert en terecht komtbij een werkgever die niet is aangesloten bij het ABP, kan zijnpensioenrechten en flexibel pensioen premievrij bij het ABP latenstaan. Het flexibel pensioen heeft betrekking op het opbouwdeel vande op 1 april 1997 ingevoerde FPU-regeling die bestaat uit eenbasis-uitkering, een opbouwdeel en de aanvullende uitkering. Depremievrije aanspraak wordt vastgesteld op basis van de diensttijdvóór het ontslag. De pensioenuitkering wordt berekend opbasis van het salaris, dat de medewerker verdiende in het jaar datvoorafgaat aan het jaar dat hij met pensioen gaat.

Pensioen en waarde-overdracht.

Als medewerkers van baan veranderen kan dit tot gevolg hebbendat zij bij een ander pensioenfonds komen. Hierdoor kan hetpensioen op 65-jarige leeftijd uit twee delen bestaan: HetABP-pensioen en het pensioen bij de tweede werkgever. Er is dansprake vaneen pensioenbreuk. De pensioenbreuk houdt meestal in, datde tweede werkgever alleen salarisverhogingen in het pensioenverwerkt over de dienstjaren bij deze werkgever. Om eenpensioenbreuk te voorkomen heeft iedere medewerker sinds 1994 rechtop waarde-overdracht. Dit houdt in, dat na de ontslagdatum dewaarde van het pensioen kan worden overgedragen naar hetpensioenfonds van de nieuwe werkgever. Hiervoor krijgt demedewerker extra dienstjaren in de pensioenregeling van de nieuwewerkgever. Voor het recht op waarde-overdracht is vereist dat dewerknemer binnen twee maanden aan het pensioenfonds van de nieuwewerkgever een verzoek doet voor een opgave van het pensioen dat hijheeft opgebouwd bij zijn oude werkgever.

Wie vragen over zijn pensioen heeft, kan terechtbij de personeelsfunctionaris van de faculteit/dienst of deklantenservice van het ABP. De klantenservice is op werkdagentelefonisch bereikbaar van 8 tot 19 uur op telefoonnummer045-5796171. Ook is de website van het ABP te raadplegen.Internetadres: http://www.abp.nl

Wie is er bang voor Billy Blanks?

Het tae bo van de Amerikaanse ex-wereldkampioen karate BillyBlanks is een doorslaand succes. Overal ter wereld kunnensportscholen op goedgevulde klassen rekenen wanneer ze een cursusaanbieden in deze mengvorm van karate, dansen en aerobics.

De rage is ook in De Uithof doorgedrongen. Vorige weekorganiseerde sportcentrum Olympos een work-out in de grotesportzaal waar honderdtien deelnemers op afkwamen. Op dit momentwordt er een uur per week les gegeven. Deze cursus biedt plaats aandertig deelnemers en is volledig volgeboekt. Er is voorlopig geenzicht op uitbreiding en de telefonistes van Olympos worden gekgebeld door studenten die ook graag net zo hoog willen trappen alsBilly.

Om geen gedonder te krijgen over de naam met Billy noemdeOlympos vorige week, in navolging van een aantal andere Nederlandsesportscholen, de cursus 'tai bo'. Maar de Nederlandse advocaat vanBilly kondigde toen aan dat zijn cliënt al deze beunhazerijzat is. Iedereen die cursussen verkoopt onder de naam tae bo, moetvijf dollar per deelnemer per les aan Billy Blanks betalen. Deadvocaat voegde eraan toe dat ook de slimmeriken zullen wordenaangepakt die verbasteringen als 'tai bo' of 'thai bo'gebruiken.

Alle kranten namen dit bericht klakkeloos over en Olympos, waarcursisten per les een rijksdaalder betalen, koos onmiddellijkeieren voor zijn geld, hoewel directeur Jan Tuik het vreemd vindtdat iemand blijkbaar de naam van een tak van sport kan latenbeschermen. Om Olympos te behoeden voor mogelijk schadeclaims,heeft hij al het wervingsmateriaal laten vernietigen. De cursusheet nu in ieder geval intern 'NAR'. Deelnemers die een betere naamverzinnen, krijgen van Tuik een gratis cursus.

Jurgen Swart

Proefpersonen over hun bijzondere bijbaantje: 'Betaald zuipen, wie wil dat nou niet?'

Proefpersonen over hun bijzondere bijbaantje: 'Betaald zuipen,wie wil dat nou niet?'

Proefpersonen zijn nodig bij veel onderzoeken. In de meestegevallen zoeken de onderzoekers zelf studenten die, tegen betaling,mee willen werken als proefpersoon. Ook Daniëlle van Duin,student psychologie, zocht vrijwilligers voor haarafstudeer-onderzoek naar de effecten van een kater op het cognitieffunctioneren. Ze hing briefjes op en plaatste een advertentie. Ophaar oproep, 'betaald alcohol drinken', kreeg ze veel reacties.

Ivar ten Velde, student Sociale Geografie, gaf zich op voor hetalcohol onderzoek met een stel studievrienden. "We zagen zo'nbriefje hangen en we vonden het wel interessant. De vergoeding kwamook wel van pas. Betaald zuipen, wie wil dat nou niet? Het leek onswel leuk om het gezellig met z'n allen te doen. Later bleek dat wehet onderzoek individueel moesten doen. Dat was wel jammer."

De proefpersonen moesten binnen een half uur twee glazen alcoholdrinken, gemengd met sinaasappelsap. Dat was ongeveer dehoeveelheid alcohol van tien biertjes. 's Avonds brachtDaniëlle haar proefpersonen thuis en haalde ze de volgendeochtend weer op. Om het effect van hun kater te testen, moesten deproefpersonen zowel 's avonds als 's ochtends verschillendeconcentratie- en geheugen tests doen.

Schokken

"Die tests waren vreselijk saai", vertelt Ivar. "Maar het ergstevond ik nog dat ik zoveel alcohol moest drinken. Nou, op de avondzelf vond ik het niet zo erg, maar de volgende ochtend voelde ik meserieus slecht. Ik ben niet gewend, denk ik, om in korte tijdzoveel te drinken. Ik ben meer een sporter." Ivar zou niet snelweer als proefpersoon aan een onderzoek meedoen.

Marieke Braber, student Sociale Wetenschappen, is ookproefpersoon geweest voor het alcohol onderzoek. Zij vond het welleuk om mee te doen. "Ik vond het een grappig onderzoek", zegt ze."Eerst dacht ik nog dat ik in de placebogroep zat. Want ik merkteniet veel van die alcohol. Ik was de volgende dag wel heel erg moeen verveelde me dood bij het doen van de testjes. Maar ik hadlekker snel geld verdiend in een paaruurtjes en daar ging hetom."

Volgende week gaat Marieke voor de tweede keer meedoen aan eenonderzoek, het testen van een slaapmiddel. "Daar ben ik wel eenbeetje bang voor. Kijk, bij het alcohol onderzoek wist ik ongeveerwel wat er ging gebeuren. Ik kon hoogstens zat worden. En ik weethoe dat is. Maar een slaappil testen, daar heb ik eerlijk gezegdniet zoveel zin in. Want de onderzoekers hebben verteld dat ik ookelektrische schokken krijg. Maar ja, ik heb me opgegeven, dus ikdoe het wel. Ik krijg voor vier uur testen toch lekker 80gulden."

Bij onderzoeken waarbij je medicijnen of andere pillen moetslikken hebben de meeste studenten hun bedenkingen, ze vertrouwenzulke onderzoeken niet echt. Het is daarom ook veel moeilijker omvoor dit soort medische onderzoeken proefpersonen te vinden. Metaanlokkelijke sommen geld proberen de onderzoekers de vrijwilligerstoch over de streep te trekken. Kendell (voorheen U-Gene) is eenkliniek, gevestigd op De Uithof, die onderzoeken uitvoert endaarvoor hoge bedragen, soms duizenden guldens, uitkeert aanstudenten die mee willen werken.

Anticonceptie

Student Sanderijn Schuur deed mee aan een onderzoek van U-Genenaar anticonceptie pillen. Daarvoor kreeg ze 2.250 gulden. "Ik hadtoen echt heel snel geld nodig", vertelt Sanderijn. "Echt, ik zatdiep in de schulden. Ik was net op kamers en had geld van m'nouders geleend. Dat geld wilde ik hen terugbetalen. Dus toen ik deadvertentie van U-Gene zag, heb ik me gelijk opgegeven."

Sanderijn moest drie maanden lang anticonceptiepillen testen meteen verlaagde dosis hormonen. Ze moest daarbij ook een speciaaldieet volgen. "Ik mocht geen chocola meer eten en maar vijfbiertjes per week drinken. Bovendien moest ik vaak naar de kliniekkomen en dat was meestal op zondag, 's ochtends om acht uur. Datwas wel zwaar."

Later heeft Sanderijn nog eens meegedaan aan een medischonderzoek, omdat ze die zomer per se op kamp wilde en daarvoor geldnodig had. Ze verdiende nog eens 800 gulden door drie weken langaan een andere test met hormonen mee te doen.

"Nee, ik schrik absoluut niet terug voor medische testen. Datzijn juist de onderzoeken waar je het meeste geld voor krijgt. Dezezomer had ik me weer opgegeven voor een onderzoek. Maar toen ikhoorde dat je daarbij en slang in moest slikken waarmee een ballonin je maag werd opgeblazen, schrok ik me rot. Toen ze me dat haddenuitgelegd, kreeg ik echt nachtmerries. Ik heb toch maarafgezegd."

Medicijn

Iemand die al vaak aan onderzoeken heeftmeegedaan is psychologiestudent Karlijne Steketee. "Omdat ik zelf psychologie studeer, weetik hoe belangrijk het is. Ik doe daarom vaak mee aan testen vanpsychologie en psychonomie. Niet zozeer voor het geld maar meer omde onderzoekers te helpen. Ook omdat je dan zelf kan zien hoe datgaat."

Ze deed ook mee aan het alcohol onderzoek. Ze is er heel ergdronken van geweest. Toch weerhouden slechte ervaringen haar erniet van mee te doen. "Misschien ben ik wel te goed van vertrouwen,maar ik zou ook gerust mee willen werken aan een geneesmiddelenonderzoek. Je krijgt toch altijd veel informatie van te voren overwat ze met je gaan doen."

Ook Katja Lanting studeert psychologie en heeft al veel metpsychologische onderzoeken meegedaan. "Ik vind het fijn om iemandte helpen, het is een leuke ervaring en het geld is ook mooimeegenomen. Ik zou alleen nooit een medicijn durven testen. Waaromzou ik onnodig vanalles in m'n lijf gaan stoppen? Ik neem zelfsnooit een asperientje. Nee, een medische proef zou ik nooit doen,hoeveel het ook oplevert."

Daniëlle van Duin heeft haar alcohol onderzoek inmiddelsafgerond. Daaruit bleek dat personen met een kater vooral eenverslechtering in het lange termijn geheugen vertonen. Verder bleeker bij de personen met een kater sprake te zijn van tragerereactietijden en bleken ze minder goed in staat om zich op eenlange, monotone taak te concentreren.

"Ik ben heel blij met de medewerking van de proefpersonen. Hetis namelijk ontzettend moeilijk om ze te vinden en ervoor te zorgendat ze zich aan de afspraken houden en niet afhaken. Het zijn tochzo'n 75 studenten die ik heb onderzocht. Je vraagt dingen van hendie ze misschien niet zo leuk vinden om te doen. Veel liever was ikmet tien proefpersonen tegelijk de kroeg in gedoken. Dat is leuker.Maar het zou wetenschappelijk gezien niet verantwoord zijn."

Joyce Vanhommerig

Lonken naar de laptop

Veel faculteiten onderzoeken of het zinvol isstudenten te voorzien van een laptop. Zo'n schootcomputer zou dedrukbezette, onderhoudsgevoelige en dure leerzalen overbodig kunnenmaken en het door de computer ondersteunde onderwijsstimuleren.

Elke faculteit is vrij haar eigen beleid te voeren en dat is temerken. Letteren is een van de faculteiten die overweegt om in 2002over te stappen op een laptop en een systeem dat wireless lan heet.De laptops krijgen een zender en lesruimten een ontvanger, waardooriedereen op hetzelfde netwerk terecht komt en elke lesruimte eencomputerleerzaal kan zijn. De traditionele leerzalen wordendaardoor overbodig, wat een flinke bezuiniging oplevert. De laptopwordt verplicht en de kosten zullen, zo is het plan, bij de studentliggen.

"Bij Letteren is de gedachte dat met de overstap naar een laptopde beheerskosten omlaag worden gebracht. Het is zinvoller om eerstte bedenken wat je met een computer in je onderwijs wilt", zegtdirecteur Informatie- en Communicatietechnologie P. Schelleman. Eenlaptop wordt volgens hem pas financieel interessant als meer dantien, en liever nog twintig procent van al het onderwijscomputersteun behoeft.

"Als je niet voldoende inhoud biedt, moet de keus aan de studentblijven als het gaat om het aanschaffen van een computer, wantvelen hebben er al één. Volgens de laatste cijfers heeftmeer dan 85 procent van alle studenten in Nederland toegang tot eencomputer. Je kan ook bepaalde programma's via het web of via eencd-rom aanbieden waardoor studenten thuis kunnen werken in plaatsvan in de computerleerzaal."

Een andere reden om aan laptops te beginnen is de flexibiliteitdie ze bieden. Bij Aardwetenschappen willen docenten de computermeenemen voor veldwerk en daarom overweegt de faculteit de aanschafvan laptops, zegt I. Beekman. Deze maand wordt daarover besloten.De desktops zullen niet meteen verdwijnen. "Volgend studiejaarsluit fysische geografie zich bij onze faculteit aan en zij hebbennet nieuwe computers. De twee systemen zouden dus naast elkaarblijven bestaan."

Ongeschikt is een laptop voor studie's waar grafischeprogramma's belangrijk zijn. "Daar is een laptop van vierduizendgulden niet goed genoeg voor", weet Schelleman, "tenzij je eréén hebt van twaalf- of vijftienduizend gulden. Maar danis een desktop nog altijd goedkoper.

Farmacie en Biologie vinden de laptop daarom niet geschikt om deoverstap te maken. "De schermen zijn niet goed genoeg voor deplaatjes die in de lesstof zitten", zegt J. Reijn van Farmacie.

Om de druk op de computerleerzalen voor zelfwerk te verminderen,stimuleert Farmacie haar studenten thuis te werken. Ze krijgensoftware mee naar huis op een cd-rom en het stolproject wordtgestimuleerd waardoor bijvoorbeeld de universitaire e-mail thuiskan worden opgehaald.

Ook bepaalde programma's zijn veel te zwaar voor een laptop,zoals bij wiskunde en informatica. Daarom stapt Informatica er nietop over. H. Penning: "De laptop is afgewezen, omdat we ze tefragiel vinden en omdat hij voor onze studiedoelen te snelverouderd. Bij informatica zouden voor vijf jaar twee laptops perstudent nodig zijn. Dan praat je over een stevig bedrag."

Bij informatica moeten bovendien alle studenten hun practicum opde universiteit doen. Een pc-privé project zoals bij socialewetenschappen zit er voor hen dan ook niet in. "Een computer is alseen schemerlamp. Handig om in huis te hebben, maar nietnoodzakelijk."

Over een jaar of drie zal volgens Schelleman de hele discussieover laptops voorbij zijn. "Dan zijn ze zo goed en relatief zogoedkoop dat er niet meer over wordt gepraat."

Gwenda Knobel


Twee ruggen bij bul met pc-privé

Een beloning van tweeduizend gulden voor wie op tijd afstudeert.Met dit financiële lokkertje wil Sociale Wetenschappen (SW)studenten overhalen mee te doen aan het pc-privé project vande faculteit. Om het geld te krijgen is deelname hieraan eenvoorwaarde.

Nieuwe studenten worden na de voorinschrijving op de hoogtegesteld van 'pc-privé', ouderejaars krijgen dit najaar de kansmee te doen.

Het doel van het project is tweeledig. De faculteit wil bereikendat meer studenten thuis over een goede computer beschikken,waardoor de computerleerzaal vaker voor onderwijsdoeleinden kanworden gebruikt. Het andere, belangrijkste doel is studenten testimuleren binnen de gestelde tijd af te studeren waardoor defaculteit haar Haagse subsidies veilig stelt.

Het pc-privé project is dit studiejaar van start gegaan.Eerstejaars werden tijdens de faculteitsintroductie op het projectgewezen. "We dachten dat een paar honderd studentengeïnteresseerd zouden zijn", zegt W. Kox, hoofd IDC-InformatieTechnologie. "Het bleken er uiteindelijk maar een stuk of zeventigte zijn. Het tijdstip en de manier waarop we het project bekendhebben gemaakt, bleken niet geschikt." Vandaar dat dekomendeeerstejaars eerder worden benaderd.

Deelnemers kunnen kiezen uit twee typen desktops en twee typenlaptops variërend in prijs van 2100 tot 4500 gulden. Zijkunnen hiervoor een voordelige lening afsluiten. De computersworden bovendien uitgerust met de facultaire software en, krijgeninternet via het universitaire project STOL en eenzelfstudiecursus. Daarnaast investeert de faculteit in een extrahelpdesk voor studenten.

Helemaal overgaan op laptops, vindt Kox niks. "Die discussieloopt ook bij ons, maar je bespaart met laptops alleen op de pc enniet op de ruimte. Zelf vind ik dat laptops niet geschikt zijn omlang achter te zitten. Wat je dan zou kunnen doen is het maken vandocking-stations zodat je wel achter een goed scherm kan zitten. Enals ik kijk naar de interesse naar laptops in ons pc-privéproject, dan zie je dat maar tien procent voor een laptop heeftgekozen."


Laptop verplicht bij scheikunde

Als enige studenten in Utrecht zijn eerstejaars Scheikundeverplicht een laptop te leasen. Voor1200 gulden krijgen ze deallernieuwste laptop drie jaar in gebruik en wordt het apparaatonderhouden. Na die periode kan de schootcomputer hun eigendomworden. Dat kost hen maximaal nog eens driehonderd gulden. Defaculteit betaalt voor elke laptop vierduizend gulden aan eenlease-maatschappij.

De regeling bestaat sinds 1997. Toen ging Scheikunde volgens eennieuw curriculum werken waardoor er vaker in kleine groepen lesgegeven ging worden en de computer een prominentere rol in hetonderwijs kreeg. Docenten wilden bovendien dat studenten op elkgewenst moment toegang tot een computer zouden hebben. De vraagrees of de verouderde computers in de leerzaal vervangen moestenworden of dat zou worden overgestapt op de meer flexibele laptop.Daarvoor moesten dan verschillende aansluitpunten in het Went- enKruytgebouw gemaakt worden en zouden de mogelijkheden toenemen omzelf te werken of college te geven met een computer.

Huub Gas, beleidsmedewerker bij Scheikunde: "Flexibiliteit isaltijd duurder. Als faculteit moet je bekijken of je dat wiltdragen. Een desktop-computer neemt een grote ruimte in beslag endat kost ook geld." Het laptop-project kost de faculteit 250- totdriehonderdduizend gulden per jaar inclusief reparaties enpersonele ondersteuning. "Er is een coördinator informatie encommunicatietechnologie (ICT) aangesteld en een chemicus die aan deuitbreiding van ICT in het onderwijs werkt. Het project verlooptgoed. Wij zijn heel tevreden hoewel ik aanvankelijk wat huiverigwas om studenten met zo'n duur apparaat op pad te laten gaan."

Muziek en kennis gerelateerd: de dagen en hun klanken

Dat de tonen en hun werking voor middeleeuwse denkers eenserieuze zaak was, blijkt uit het doorwrochte proefschrift dat deUtrechtse muziekjournalist Eddie Vetter wijdde aan de materie. Hetidee van een 'harmonie der sferen' met invloed op de menselijkeziel was oorspronkelijk afkomstig van de Grieken. Zo zei Plato datniets zo diep in de ziel doordringt als muziek, harmonie en ritmeen leerde Pythagoras zijn volgelingen om 'hun innerlijke tonen' afte stemmen op de tonen van het heelal om zo hun ziel te reinigen.Op basis van de klassieke theorieën over de relatie tussenmuziek en heelal ontwikkelden tal van auteurs systemen waarin aanelke kerktoon en aan elk akkoord een bepaalde werking werdtoegeschreven. Vetter laat zien dat het karakter van een muziektoonvolgens de middeleeuwers samenhangt met het karakter van debijbehorende planeet, zoals die in de astrologie werd beschreven.In het proefschrijft, waarop hij op drie maart promoveert, geefthij een uitgebreid overzicht van die relaties. Zo zijn de klankendie bij de maandag horen zacht en wenend. Het zal niemand verbazendat dinsdag, de dag van de oorlogsgod Mars (martedi), wordtgeassocieerd met opwindende en agressieve muziek die mensen volgensmiddeleeuwse muziektheoretici zelfs kon aanzetten tot gewelddadenen het voeren van oorlogen.

EH