Achtergrond

Vertrouwenspersoon UU-personeel Irene Jansen 'Ik wil graag een harmonieuze oplossing'

Vertrouwenspersoon UU-personeel Irene Jansen 'Ik wil graag eenharmonieuze oplossing'

"Een cliënt moet na een gesprek met mij het gevoel hebbeneen stap dichter te zijn bij de oplossing van zijn probleem. Ik ganiet met een klacht op de loop. Mijn streven is dat een cliëntzelf inzicht krijgt in wat hem dwars zit in zijn werksituatie. Enook zelf nadenkt over de oplossing. Ik hou hem in zekere zin eenspiegel voor. Sommige medewerkers die ik spreek vinden bijvoorbeelddat hun omgeving moet veranderen. Dat praat ik meteen uit hunhoofd. De omgeving verandert niet zomaar."

Irene Jansen is sinds maart vertrouwenspersoon van deuniversiteit. Medewerkers kunnen bij haar met vragen en problementerecht die te maken hebben met hun rechtspositie en metarbeidsomstandigheden. Jansen is terughoudend met het noemen vanvoorbeelden van problemen. "Ik heb een ambtsgeheim. Natuurlijk zijnvoorbeelden niet herkenbaar voor de gemiddelde lezer. Maar mijncliënt herkent zich er wel in. Bij rechtspositie moet je gauwdenken aan kwesties als ontslag, aanstelling en beoordeling. Bijarbeidsomstandigheden gaat het meestal om conflicten met collega'sof een baas." Klachten over seksuele intimidatie neemt Jansen nietin behandeling. Daarvoor zijn andere functionarissen.

Neutrale positie

Waarom heeft de universiteit eigenlijk een vertrouwenspersoonnodig? Jansen: "In een grote en complexe organisatie als deuniversiteit zijn er altijd medewerkers die klem komen te zitten.Die vervolgens behoefte hebben aan een vertrouwelijk gesprek meteen relatieve buitenstaander waarbij hun verhaal veilig is."

Jansen beschouwt het niet tot haar taak als een soort advocaatof hulpverlener van de klager op te treden. Ze neemt een neutralepositie in. "Ik zoek niet uit wie er gelijk heeft in het conflict.Ik ga ook niet automatisch mee naar een bemiddelingsgesprek. Datkan soms zelfs polariserend werken. Ik wil graag een harmonieuzeoplossing waar alle partijen zich goed bij voelen", vervolgtJansen. "Dat is niet altijd mogelijk, dat begrijp ik. Maar het iswel mijn uitgangspunt."

De vertrouwenspersoon legt om die reden veel nadruk op hetcontact metde andere partij. Dat zijn de functionarissen die ze,indien haar cliënt daar mee instemt, benadert voor wederhoor."Ik besteed erg veel zorg aan hoe ik met ze moet omgaan. Ze hebbenallemaal hun eigen manier van werken, hun eigen standpunten."Jansen ervaart dat een telefoontje soms al tot consternatie leidt:'o jé, de vertrouwenspersoon'. "Nergens voor nodig", vindt ze."Aan de naam vertrouwenspersoon hangen mensen dan een te zwaargewicht. Jammer. Want zowel voor cliënten als functionarissenvind ik een lage drempel belangrijk."

Jansen heeft niet de bevoegdheid sancties uit te delen. Daar zitze ook niet om te springen. Het zou haar positie juist ondermijnen,vindt de vertrouwenspersoon. "Het zou angst scheppen bijbetrokkenen. Ik wil vanuit vertrouwen werken. Niet vanuitmacht."

Jansens loopbaan bestond tot nu toe vooral uit haar functie alsstudentendecaan. Een van de mooiste banen van de universiteit,vindt ze. Toch lonkte de baan van vertrouwenspersoon te zeer. "Ikwilde me meer bezighouden met de andere kant van de universitairegemeenschap", licht ze toe. "De problemen waar studenten meeworstelen, kun je toch als beperkter en meer tijdelijk kenschetsen.Het werkleven legt een groter beslag op mensen. Je ziet sommigen ervreselijk onder gebukt gaan, er ziek van worden."

Jansen neemt haar werk geregeld mee naar huis. "Niet dat ik erwakker van lig. Maar de verhalen van medewerkers die ik tegenkom,boeien me. Hoe ze met hun werk omgaan, onrecht ervaren, er soms eenknoeiboel van maken en daar veel verdriet om hebben." Het is voorhaar ook de illustratie van het belang van een gezondearbeidsituatie. "En de vertrouwenspersoon kan daar een behoorlijkebijdrage aan leveren."

Olaf Stomp


De vertrouwenspersoon is er voor alle medewerkers van deuniversiteit die problemen hebben in hun werksituatie. Als dekwestie zich daartoe leent kan zij verwijzen naar de juisteinstantie binnen of buiten de universiteit. In andere gevallen kanzij, met instemming van de cliënt, bemiddelen om tot eenoplossing te komen of die te bespoedigen.

De vertrouwenspersoon heeft rechtstreeks toegang tot alleafdelingen en informatie binnen de universiteit en is in haarfunctie gebonden aan een ambtsgeheim.

Medewerkers van de universiteit kunnen zich zonder tussenkomstvan derden melden bij de vertrouwenspersoon.

Omdat de vertrouwenspersoon parttime werkt, is zij nietpermanent bereikbaarheid. Daarom is er een telefonischantwoordapparaat in gebruik. Het inspreken van naam entelefoonnummer is voldoende voor een eerste contact. De medewerkerwordt binnen 24 uur teruggebeld.

Uiteraard kan men zich ook schriftelijk tot devertrouwenspersoon wenden.

Mw. drs. I. Jansen.

Bijlhouwerstraat 6, kamer 020.

3511 ZC Utrecht

Afspraken via tel.nr. 030-2314260 (directe verbinding)

De Inburgeringsquiz voor eerstejaars

1/Je staat voor de deur van Woollomoloo, maar er wordt naar jouwzin getreuzeld. Dus duw je de deur zelf maar open. Wat gebeurter?

A. Je loopt gewoon door en de aanwezige portier verontschuldigtzich voor zijn traagheid. Je voelt je meteen welkom

B. De portier vraagt je vriendelijk om toch nog even buiten teblijven

staan, omdat er binnen wat problemen zijn.

C. Voor je het goed en wel in de gaten hebt word je door beideportiers stevig vastgepakt en buiten gezet. Je mag geen stap meerbinnenzetten.

D. Een razende massa Corps-leden stort zich op je om je vooreens en altijd te leren dat jij niet bepaald wanneer je naar binnenmag.

2/ Wie is de patroonheilige van de stad Utrecht?

A. St. Willibrord

B. St. Ludgerus

C. St. Nicolaas

D. St. Martinus

3/ Waar ergens in Utrecht staat het op bijgaande foto afgedruktebeeldje?

A. Pandhof

B. Janskerkhof

C. Oudkerkhof

D. Domplein

4/ Je zou een avondje de stad uit gaan, maar nu blijkt dat je dehele nacht zal wegblijven. Je fiets staat echter maaropéén slot bij het station. Wat doe je?

A. Je probeert een huisgenoot te bellen om te vragen nog tweeextra sloten er aan te bevestigen.

B. Je denkt: 'Ach, een nachtje overleeft-ie wel'.

C. Je keert alsnog weerom en laat dat feestje voor wat datis.

D. Je geeft geen rondjes meer omdat je moet sparen voor eennieuwe fiets.

5/ Welke bekende voetballer studeert aan de UniversiteitUtrecht?

A. Patrick van Diemen

B. Youri Mulder

C. John de Jong

D. Patrick Pothuizen

6/ 'Utrechter' is het woord voor

A. Een homoseksueel

B. Een inwoner van Utrecht

C. Een plaatselijk gebakje

D. Een straatpaaltje

7/ Hoe hoog is de Domtoren?

A. 92 m

B. 103 m

C. 110 m

D. 126 m

8/ De burgemeester van Utrecht heet:

A. Westbroek

B. Brouwer-Korf

C. Veldhuis

D. Opstelten

9/ Hoeveel Utrechtse studenten zaten er in de Holland Acht?

A/ Acht

B/ Twee

C/ Negen

D/ Vier

10/ Welke faculteit heeft het grootste aantal studenten?

A/ Rechtsgeleerdheid

B/ Letteren

C/ Sociale Wetenschappen

D/ Geneeskunde

11/ Je bent in Lepelenburg aan het voetballen als er plotselingenkele weinig frisse types opduiken en vragen of ze mee mogen doen.Wat doe je?

A. Je pakt je GSM en belt meteen politie, stadswacht, ME en voorhet

gemak ook vast een ambulance.

B. Je geeft ze beleefd doch dringend te kennen dat je niet vanplan bent 1-2tjes met hen uit te proberen.

C. 'Ja leuk', denk je, en je speelt meteen de bal op de borstvan de dichtsbijzijnde zwerver. 'Potje doen', vraag je dan.

D. Je veinst een knieblessure en strompelt naar je fiets.

12/ Eén van de gebouwen op bijgaande 4 foto's staat in DeUithof. Welk?

A. Gebouw A

B. Gebouw B

C. Gebouw C

D. Gebouw D

13/ Wat is het favoriete vakantieland van studenten?

A. Frankrijk

B. Nederland

C. Italië

D. Spanje

14/ Parnassos is een

A. Cultureel centrum voor studenten.

B. Sportcentrum voor studenten.

C. De studievereniging van Klassieke Talen.

D. De naam van de loods van de Triton-roeiers.

15/ De Utrechtse zegswijze luidt: 'Achterlijke...

A. Tulp'

B. Ficus'

C. Dahlia'

D. Gladiool'

16/ Welke faculteit heeft het minst aantalpersoneelsplaatsen?

A. Godgeleerdheid

B. Wijsbegeerte

C. Aardwetenschappen

D. Ruimtelijke Wetenschappen.

17/ Het Wed is

A. Een doorwaadbare plaats in de Kromme Rijn.

B. De bijnaam van de Rechtbank.

C. Een typisch Utrechtse regenbui.

D. Een onder studenten populaire uitgaansstraat.

18/ De rector magnificus van de Universiteit Utrecht heet:

A. H. Voorma

B. L. van Vucht Tijssen

C. J. Veldhuis

D. H. van Ginkel

19/ Het officiële oprichtingsjaar van de UniversiteitUtrecht is

A. 1634

B. 1636

C. 1638

D. 1642

20/ Het jongste 'studentenwooncomplex' in Utrecht heet:

A. Ina Boudier Bakker

B. Van Liefland

C. Cambridge

D. Warande

21/ Welke band heeft zijn 'roots' in Utrecht?

A. Volumia!

B. De Raggende Manne

C. Urban Dance Squad

D. De Heideroosjes

22/ Het cortège is de naam voor:

A. Een bloemversiering op kleding.

B. Een optocht van hoogleraren.

C. Een wedstrijd met aangespannen paarden.

D. Het hoofddeksel van het hoogleraarstenue.

23/ Op welke frequentie is het studentenradio-programma 'Mensa'te beluisteren?

A. 100.7 FM

B. 100.3 FM

C. 100.1 FM

D. 100.5 FM

24/ CvB is de afkorting van:

A. Commissie voor Beleid

B. College van Bestuur

C. Commissie van Beroep

D. College van Botanici

25/ Waar in De Uithof kun je een warme avondmaaltijdnuttigen?

A. In de Uithof Inn

B. In het Educatorium

C. In Centrumgebouw-Noord

D. In het Bestuursgebouw

26/ Wie hoort niet in dit rijtje thuis: Manon Uphoff, JackNouws, Joost Zwagerman, Ronald Giphart.

A. Manon Uphoff

B. Jack Nouws

C. Joost Zwagerman

D. Ronald Giphart.

27/ Orca is de naam van

A. Een studentenroeivereniging

B. De visclub van Diergeneeskunde

C. De Utrechtse variant-in-wording van het HarderwijkseDolfinarium

D. Een werfkelder waarin veel studentenfeesten wordengegeven.

28/ Waar komt de naam 'Paardenkathedraal' - een Utrechts theater- vandaan?

A. Vroeger deed het gebouw dienst als manege van hetplaatselijke Lippizaner-genootschap.

B. Vroeger maakte het gebouw deel uit van de faculteitDiergeneeskunde.

C. Het gebouw is ontworpen door de vooral kerken bouwendearchitekt ir. F.H. Paard.

D. Het gebouw was de kathedraal van de (middeleeuwse)paardrijdende bisschop Baldewik.

29/ Wat is Panorama 2000?

A. Een gemeentelijk actieprogramma om burgers voor te bereidenop de milleniumwisseling.

B. Een periodiek van de Utrechtse VVV over festiviteiten rondomde komende jaarwisseling.

C. De website van de studentenvereniging van Godgeleerdheid.

D. Een expositie verspreid over de stad Utrecht met de Domtorenals uitkijkpost.

30/ Op welk van de bijgaande vier plaatjes staat de onderstudenten populaire stripfiguur Ruben?

A. Plaatje A

B. Plaatje B

C. Plaatje C

D. Plaatje D.

Een avond mee met de Utrecht Skate Parade:

Michiel Stapelkamp (21) is vierdejaars student cognitievekunstmatige intelligentie (CKI). Hij doet voor het eerst mee met detocht.

"Ik skate graag en het lijkt me leuk om dat met een groep tedoen. Volgens mij is het een andere ervaring om in een groep teskaten. Ik denk dat het een stuk gezelliger is, er heerst volgensmij wel een goede sfeer", zegt Stapelkamp. "En, ik vind het ookleuk om ervaringen uit te wisselen met andere deelnemers."

Michiel beoefent de sport nog niet lang. "Ik ben er ongeveeréén maand voor de zomer mee begonnen." De student heeftmeteen goede skates gekocht bij een sportwinkel. "Ze hebbenvierhonderd gulden gekost. Ik heb er dan ook echt voor gespaard."Hij koos voor in-line skates. Die hebben vier wielen. Eentje minderdan skeelers.

"Skeelers zijn meer voor de lange afstanden. Ik heb dezein-lines gekocht omdat je daar meer wendbaar op bent. Je kan er ooktrucjes mee doen, zoals op stoepjes springen." Hij wil de skatesook gaan gebruiken om naar de stad of naar De Uithof te skaten."Dan zijn in-lines ook handiger, vanwege die wendbaarheid."

Stapelkamp vindt het leukste aspect van de sport dat het zowelinspannend als ontspannend is. "Je kunt lekker stil en in je eigentempo doorgaan. Het is in ieder geval leuker dan fietsen omdat jeje meer moet inspannen. Rechtdoor skaten is bijna even gemakkelijkals fietsen, maar je moet continu uitkijken voor takjes ensteentjes die op de weg liggen", aldus de student. MichielStapelkamp noemt zichzelf vooral een recreatieve sporter. "Ikprobeer éénmaal per week te gaan zwemmen en in het skatenben ik ook geen waaghals." De student vindt skaten geen typischestudentensport, maar hij kan het iedereen wel aanraden.

Loes Geerlings (25), mag zich sinds een jaar fysiotherapeutnoemen, en Martje van Riel (25) studeerde in maart af als klinischpedagoge. Loes gaat voor de tweede keer mee met de tocht en Martjeis er vandaag voor het eerst bij.

"Het leukste van zo'n tocht, vind ik, is dat je op wegen komtwaar je anders niet kan skeeleren. En je komt eens in andere delenvan Utrecht,waar je normaal gesproken ook niet zomaar naartoegaat", vertelt Loes. Martje knikt beamend: "Het is leuk om nieuwedelen van Utrecht te zien." De meiden zeggen dat ze niet voor desociale contacten meegaan. Loes: "Ik ben niet iemand die metiedereen gaat ouwehoeren." Aan de andere kant vinden ze het allebeinogal saai om alleen te skaten. Martje: "In je eentje moet je echteen doel hebben." Haar teamgenote knikt: "Met z'n tweeën ishet een stuk gezelliger." Ze vinden het `wel iets hebben' om meteen heleboel mensen samen te skaten omdat zo'n groep overaldoorheen komt.

De twee, die ook samen volleyballen bij Protos, zijn groentjesin de skate-sport. Maar het feit dat ze nog maar net kunnen skatenweerhoudt de dames blijkbaar niet om met deze tocht mee te doen.Loes: "Het tempo ligt helemaal niet hoog, dus we kunnen het welbijhouden." Martje voegt daar aan toe: "Het skaten zelf is nietmoeilijk, alleen het remmen." Loes heeft voor het remmen een blokjeop haar rechter skeeler laten zetten. "Daarvoor greep ik altijdmaar naar een paal, een boom of zomaar iemand als ik wildestoppen", voegt Loes daar aan toe.

Loes en Martje vinden het leukste aspect van de sport dat "hetvermoeiender is dan fietsen, maar weer minder vermoeiend danhardlopen." Een ander groot voordeel is dat het altijd goed weermoet zijn om te gaan skaten: als het regent zijn de wegen te glad."Met mooi weer is het echt leuk om tochtjes te maken. Je bent ooksneller een eindje weg", zegt Martje.

Joke van der Glas

De Utrecht Skate Parade wordt elke vrijdagavondgereden. Het tijdstip en de plaats van vertrek worden wekelijksaangekondigd in het Utrechts Nieuwsblad en op de kabelkrant vanOmroep Utrecht. Aan een Internetsite wordt nog gewerkt.

Een betere weersverwachting dankzij wolkenonderzoek

Bij noordenwind en onder invloed van een hogedrukgebied drijftin het voor- en najaar vaak een dik wolkendek vanaf zee ons landbinnen. Oorzaak van die bewolking is het feit dat door het zonlichtopgewarmde opstijgende lucht op een hoogte van ongeveeréén kilometer door de neerwaartse pressie van hethogedrukgebied tot staan wordt gebracht. Daardoor ontstaat op diehoogte als het ware een warm 'deksel', waar vochtige lucht die uitzee opstijgt tegenaan botst en condenseert tot bewolking van hettype stratocumulus.

Het grote probleem voor weersvoorspellers is om te voorzien hoesnel dit grijze type bewolking boven land zal oplossen tot de watvrolijker 'mooi weer wolken'. Dat is lastig omdat de bestaandecomputermodellen niet erg betrouwbaar zijn. Met name over deinvloed van turbulentie aan de bovenkant van het vijfhonderd meterdikke wolkendek is nog weinig bekend. Vandaar dat de Utrechtsepromovendus Stephan de Roode op de Noordpool een maand langmetingen verrichtte om inzicht te krijgen in de levenscyclus vanstratocumulus-wolken.

Uit de resultaten van die metingen naar onder meer windkracht,temperatuur en straling, bleek dat er sprake is van eengeleidelijke toename van de turbulentie in de vijfhonderd meterdikke wolkenmassa. Daardoor groeit dit soort wolken aan debovenkant met één à twee centimeter per seconde, endat is aanzienlijk sneller dan tot nu toe altijd werd aangenomen.Gevolg is dat de koele, vochtige lucht in de bewolking zich in hoogtempo vermengt met de droge lucht uit de 'warme deksel', waardoorde bewolking veel sneller oplost dan tot nu toe werd gedacht.

Willen weersvoorspellers er in de toekomst niet te ver naastzitten, dan zal deze bevinding in de weersmodellen moeten wordenverwerkt, constateert De Roode, die zijn onderzoek op 1 oktobervoortzet als post-doc in Seattle. "Want we weten nu weliswaar beterwelke processen zich in stratocumulus-wolken afspelen. Maar nu gaathet erom meer te weten te komen over de exacte snelheid waarmee dedroge en vochtige luchtlagen zich met elkaar vermengen. Pas als weover zulke gegevens kunnenbeschikken, kunnen we onze modellen zoaanpassen dat dat leidt tot nog betere weersvoorspellingen dan nual worden gedaan."

EH

Introductie biologie traditiegetrouw naar de Apenheul:

Gehuld in een herkenbaar knalblauw T-shirt van defaculteitsintroductie staat Renske van Leuken de eerstejaars tetellen bij de ingang. Het zijn er net geen honderd. "Aapjes kijken,aapjes kijken!", roepen een paar jongens ongeduldig in de rij.Iedereen moet eerst zijn spullen in speciale aap-veilige tassenstoppen, want "apen zijn heel goede zakkenrollers" heeft eenmedewerkster van de Apenheul gewaarschuwd. Daarna gaan de zeventiengroepjes vergezeld van hun mentoren het apenpark in. "Ja, we gaanervoor", lacht Koen Cirkel bij binnenkomst. "Het is een mooivoorproefje op het vak gedragsleer. Maar ik ben hier al eensgeweest, hoor. Met een biologie-excursie op de middelbareschool."

"Tja, het is een typisch biologisch uitje", zegt Van Leukenonderweg naar het gedeelte waar doodshoofdaapjes los lopen. "Eentraditie, zeg maar. We nemen de eerstejaars al jaren mee naar deApenheul. Dit jaar zijn ze verdeeld in twee groepen van zo'nhonderd studenten. Volgende week gaat de tweede groep. Ze lerenelkaar hierdoor, op een ongedwongen manier, goed kennen. Een dagals deze geeft ze iets om over te praten en stimuleert interactie.Het is tot nu toe altijd een succes. Niemand wordt gedwongen om meete gaan. Maar wie niet meedoet loopt de kans geïsoleerd teraken. Deze keer waren er maar vijf studenten die echt nietwilden."

Apenpoep

De introductieweken van biologie worden door deintroductiecommissie van de faculteit zelf georganiseerd. Hetintroduceren van de nieuwelingen wordt heel erg serieus genomen. Dezes leden van de introductiecommissie komen het hele jaar door,elke dinsdag, bij elkaar om te vergaderen. Voor de introductiewordt een mentortrainingsweekend gehouden en in het rooster wordendeze eerste weken speciaal dagen vrijgehouden voor activiteiten."De faculteit vindt de integratie onder studenten duidelijk heelbelangrijk", zegt Van Leuken. "Ze steken daar, als éénvan de weinige faculteiten, ook veel geld in. Daar krijgen zenatuurlijk ook wel wat voor terug. Er zijn altijd veel enthousiasteouderejaars die willen helpen. De Utrechtse Biologen Vereniging(UBV) heeft ook erg veel actieve leden. Zoiets is goed voor desfeerop de faculteit."

Bij de doodshoofdaapjes blijven de meeste groepjes lang kijken.De kleine apen klauteren zo nu en dan in de nek van eeneerstejaars. Een meisje zit na vijf minuten in het park al onder deapenpoep. het probleem wordt in de dichtsbijzijnde tioletten snelopgelost.

"Ik vind het een heel leuk idee om naar de Apenheul te gaan",zegt Paul van Boekel. "Kinderachtig? Nee, waarom? Het heeft tochiets met biologie te maken? Ik was hier nog nooit geweest." Hijvervolgt zijn weg met de anderen naar de mantelaapjes. "Nou, dezezijn helemaal niet zo spannend als die andere."

De meeste nieuwe studenten hebben een OV-kaart die pas vanaf1september geldig is. En dat is net twee dagen te laat voor dezeexcursie. Ze moeten hun reiskosten dus zelf betalen want defaculteit heeft voor de reis niets geregeld. "Dat is het einigeniet-goeie aan vandaag", zegt Koen Dingemans. "Ik heb vorigschooljaar al een half jaar farmacie gestudeerd. Maar dezeintroweek is stukken leuker dan die van farmacie. De sfeer is veelbeter."

De nieuwe biologen zijn hebben er al twee introductiedagen opzitten. Donderdag stond er een vossenjacht op het programma. Envrijdag was er voor het eerst college. Eerstejaars Nienke Knol isal een beetje moe van de introductiedagen. "De vossenjacht was nietzo leuk", zucht ze. "Ons groepje heeft maar vier van de achttienvossen gezien. Een fout van de mentoren, die waren te laat. Maardit vind ik wel een heel leuk uitstapje." Morgen is er een sportdagen een barbeque. En volgende week gaan de biologen roeien. Dan ishet de beurt aan de andere helft van de eerstejaars om naarApeldoorn te gaan.

Gorilla's

Mentor Eddie Vader is al voor de derde keer mee naar deApenheul. Eén keer met zijn eigen introductieweek en nu voorde tweede keer als mentor. "Mentor zijn is te gek", vindt hij. "Jeontmoet vrienden van je studie en het is nog nuttig ook. Deintroductie is vrijwillig, maar het is niet slim als je er niet aanmeedoet. Het is gewoon handig als je in het begin al veel mensenkent. Wacht eens even", onderbreekt hij zijn verhaal, "ik wil wetenhoe laat het voedertijd is bij de gorilla's. Dat is echt geweldig,ik wil 't niet missen. Dan vertellen ze er namelijk bij hoe zeallemaal heten, enzo."

Vader vindt het een eer om mentor te zijn. Hij is blij dat hijdit jaar weer mee naar de Apenheul mag, want er zijn altijd meerbiologiestudenten die mentor willen worden dan mogelijk is.

Bij de orang-oetans is een dik touw gespannen waar je zelf kuntproberen als een aap te slingeren. Vader laat zijn groepje zien hoehet moet. Een kleuter die met zijn ouders het park bezoekt, bemoeitzichermee. Hij zegt tegen de mentor dat hij aan één armmoet gaan hangen, en net als een echte aap moet slingeren. Vaderlacht, hangend in het touw: "Nee, daar moet je heel stoer voorzijn. En ik ben niet zo stoer." Ook andere studenten gaan speelsbij hun mentor in het touw hangen. "Bij mijn eigen introductiehebben we ook zelf voor aap gespeeld", zegt Vadermelancholisch.

Door een mentortrainingsweekend te houden kennen de mentorenelkaar beter, wat het contact tussen de verschillendementorgroepjes moet verbeteren. In oktober wordt eeneerstejaarsweekend gehouden, in vakantiehuisjes in Austerlitz. "Heteerstejaarsweekend is heilig", verklaart Vader. "Daar wordenspelletjes gedaan, en er wordt gefeest, gegeten, gezopen. En alsklapper treedt het Zaaltheater op. Dat is een theatergroep,bestaande uit zo'n tien biologen, die speciaal voor de eerstejaarseen voorstelling in elkaar draaien. En die zijn echt fantastisch.Ze zijn zelfs zo populair dat de ouderejaars, die eigenlijk nietnaar het eerstejaarsweekend mogen komen, speciaal voor hetZaaltheater even worden toegelaten."

Dan begint het voederen van de gorilla's. Een paar groepessnellen naar de bankjes toe en kijken geboeid naar het spektakel.Het hoogtepunt van de dag. Maar al snel is het tijd om zelf ook tegaan eten. De meesten gaan met de trein terug naar Utrecht om samenmet hun mentorgroep en restaurantje te zoeken.

Mentoren Stef Wijers en Bart Brouwers vonden het een zeergeslaagde dag. Ze zijn met hun groepje op weg naar de uitgang. "Hetis hier onwijs gezellig met die apen en ouders met van die leukekindertjes. Het is alleen wel jammer dat de activiteiten van onzeintroductie zo verspreid zijn. De colleges zijn al begonnen en overeen periode van twee weken tijd vinden de activiteiten plaats. Erzitten dus veel dagen tussen, misschien zou het handiger zijn omeen week non-stop introductie te doen. Maar ja, het gaat erom datde eerstejaars integreren."

Joyce Vanhommerig

Wat stelt het Utrechtse nachtleven voor?

Wanneer je in een buitenlandse 'backpackers'-reisgids leest overUtrecht, dan wordt de stad geprezen om haar uiterlijk, maar overhet nachtleven wordt weinig goeds gemeld. Voor het echte vermaakmoet je naar Amsterdam. Dat is de teneur. En dat is maar goed ook,want al die Duitse en Italiaanse hasjbalen moeten we hiernatuurlijk niet hebben. Voor hen is er de hoofdstad, waar hetuitgaansleven voor het oprapen ligt. Waar je je helemaal blauw kuntblowen, lam zuipen en dan naar de hoeren, zonder dat je hoeft tezoeken.

Wanneer je nieuw bent in Utrecht, zijn de geneugten moeilijkerte vinden, maar als je de weg kent, is het een goede stad om testappen. Vooral als je op zoek bent naar het meer fijnbesnaardeuitgaansleven. In Utrecht is namelijk een rijke danstraditie. Vraaghet een willekeurige oudere feestganger, en hij zal verhalen van de'Hug and Dance feesten', de 'Hard Bop feesten' in Fellini en deoude Sophie's Palace aan de Catharijnesingel; "daar kwamen mensenvanuit Amsterdam voor naar Utrecht." En natuurlijk was er vanafmidden jaren tachtig de Vrij Vloer, een gekraakte parkeergarage ophet Paardenveld. Veteranen uit het nachtleven krijgen tranen in deogen als ze terugdenken aan de gouden tijden van De Vloer.

"Als je binnen kwam lopen, waren de mensen er wel, maar ze warener ook niet", zo zegt de Utrechtse deejay Red het cryptisch. DeejayRed is een bekende verschijning in het Utrechtse nachtleven. Hijdraaide vanaf zijn veertiende platen in de Vrije Vloer en was erook te vinden als hij er niet draaide. "Tegenwoordig kijken ze jeaan, als je ergens binnenkomt, met zo'n blik van: 'Wie ben jij enwaar kom je vandaan'. Dat had je in De Vloer niet." Zo legt dediscjockey uit. Dankzij De Vloer, en de feesten en bands (UrbanDance Squad) die daar hun oorsprong vonden, was Utrecht voor jarende leukste uitgaansstad van Nederland. Bekende Nederlandse(dance)acts als Junkie XL en Eboman haalden hier veelinspiratie.

Vooral de wisselwerking tussen verschillende muziekstijlenmaakten de feesten in De Vloer interessant. Onder invloed vandeejay DNA (die zich tegenwoordig dj Donotask noemt en in de restvan de wereld vooral bekend is als platendraaier van de Urban DanceSquad), was Utrecht eenstad waar de deejays zich niet vastpinden opeen enkele draaistijl. DNA was een van de eerste Nederlandsediscjockeys die Hip Hop draaide en een pionier op het gebied van deHouse. Hij draaide eind jaren tachtig met Eddy de Clercq in deRoxy. DNA wilde echter niet gevangen worden in één stijlen koos altijd voor de vrijheid in plaats van het saaie succes. Nogsteeds kan je bij hem van alles verwachten: van gabber tot heavymetal, en van softe soul tot groovy funk. Hij is de vader van deUtreg Sound, hoewel hijzelf die naam nooit zal gebruiken.

Utreg Sound

Alweer zo'n vijf jaar geleden werd De Vloer gesloten. De PLF namtussen 1996 en 1998 het stokje over. De PLF was een kleine,donkere, rokerige club aan de Werf, ter hoogte van de bioscoopCamera. Oude Vloer-deejays als Chet, Dub en DNA hadden er hun eigenavond. Later kwam er zelfs een heuse 'Utreg Sound' cd, met nummersgemaakt op Utrechtse achterkamertjes. The Mix Mag, het meesttoonaangevende dj-tijdschrift ter wereld, roemde de obscure club.Toch haalde de PLF het nooit bij de oude Vloer, daarvoor was desfeer er te donker.

Naar de Vrije Vloer ging je als je uitging, naar de PLF ging jeals je uit was geweest. Daar kwam je vier uur 's nachts binnen.Niettemin bleek een tent als de PLF noodzakelijk voor hetalternatieve stadsleven, als ontmoetingsplaats van muzikanten,schrijvers en deejays. Een plek waar ideeën gemaakt werden. DeUtrechtse nachten worden sinds de sluiting van de PLF door velenals vlak ervaren. Mogelijk is het de stilte voor de storm. Hetnieuwe seizoen is begonnen, en bijna iedere zichzelf respecterendeclub in Utrecht komt met een opgefrist programma.

De Winkel van Sinkel (Oudegracht 158) begint 16 september meteen groot openingsfeest. Hoewel de zaterdag (Big Beats) en devrijdagavonden (House) niet veel zullen veranderen, wordt er in hetnieuwe seizoen op donderdags samengewerkt met de Omhelzing(Oudegracht a/d Werf 154/156). In de verschillende ruimtes zal erdan verschillende muziek klinken, precies zoals dat de afgelopenjaren in de Axl gebeurde (Stadhuisbrug 3). In de Ekko (BemuurdeWeerd W 3) moet je op vrijdag zijn voor de stoere dansmuziek, enzaterdags wordt er 'diep in de groef popdisco' gedraaid en zal destemming opgewekter zijn.

DJ Carlton zal vrijdags de strijd met Ekko aangaan met zijneigen stoere dansavonden in de Tai, (boven de Tivoli), waar djBrownie ongetwijfeld door zal gaan met zijn maandelijkse Sexy Funken Jazzdance zaterdagavonden. Hopelijk weer vaak samen met de jongeen frisse dj Finch.

Het leukste beloven echter de LOS-avonden te worden, in hetvernieuwde Tivoli (Oudegracht 245), 'met een uitgebreide garderobe,een nieuw engroter toiletblok, meer bars en een nieuwe vloer.'Iedere zaterdag is er vanaf 11 september een LOS-avond (want niksstaat vast). En LOS is van alles: muziek, decor, mode, actsenzovoort. Huisdeejays zijn oude rotten Radar en (weer) Carlton. Deavonden worden georganiseerde door Arne Koefoed, de man achter veelgoede feesten uit het (post) Vrije Vloertijdperk, die de oudeidealen altijd trouw is gebleven.

Zwerfvuil

En de echte Vloer? Het gonst al jaren van de geruchten dat ereen nieuwe Vloer komt. Sterker nog: 1999 zou het jaar worden van DeVloer. Bij de Citroëngarage (Helling 7), werd er tot voor kortdruk gewerkt aan een 'doos in een doos'-constructie om eendanspodium zonder geluidsoverlast te krijgen. Toch spande deCitroëngarage een rechtszaak aan tegen de stichting de FraaieVloer. De garagehouder is bang voor vernielingen en zwerfvuil.

Helaas won de middenstand het in de rechtszaal van de muziek enwerd de bouw stilgelegd. Iedereen die iets met De Vloer te makenheeft is er van overtuigd dat de danstent er zal komen. Het zalechter op zijn vroegst april 2000 worden. "Dat in dit stadium debouw stilgelegd is, is vrij uniek", zegt Marieken van Ewijk, despreekbuis van De Vloer, "maar wat er ook gebeurt... De Vloer komter."

Of de nieuwe Vloer de oude Vloer kan doen vergeten wordt door demeeste oudgedienden betwijfeld. "Weet je wat het is", zegt dj Red,"de programmeurs willen Utrecht meteen internationaal op de kaartzetten. Ze laten discjockeys van naam overvliegen uit Engelandterwijl er genoeg animo is van mensen uit Utrecht, om er echt ietsUtrechts van te maken."

Het wachten is dus op een stel jonge jongens en meisjes die eenleegstaand pand kraken, hun eigen feesten gaan organiseren en alleherinneringen aan De Vloer wegvagen. Jonge snaken die een langeneus trekken naar alle dertigers die nu het nachtleven van Utrechtbestieren.

Gerard Janssen

'Om half vijf hoorden we drup-drup op de tent'

De stapels foto's en dia's die derdejaars sterrenkundestudentenCees Bassa en Sander Bremmer bij zich hebben, vormen de stillegetuigen van het emotionele moment waarop de maan op 11 augustus inHongarije voor de zon schoof. Met acht Utrechtse studenten en eenFBU-busje waren ze een paar dagen eerder naar het Balaton-meervertrokken, want daar bestond volgens een prognose van Nasa degrootste kans op een onbewolkte hemel.

Cees Bassa grinnikt. "Je kunt je dus voorstellen hoe we onsvoelden toen we 's ochtends om half vijf drup-drup op de tenthoorden. Toch maakte ik me niet al te bezorgd, want ik zag eenbliksemflits en zo'n onweer duurt meestal geen halve dag."

Bassa kreeg gelijk, want hoewel er tien minuten voor de grotegebeurtenis nog wolken voor de zon dreven, klaarde de hemel op hetmoment suprème op en bood de Utrechtse studenten het begeerdeuitzicht op de zonnecorona. Wat dat betreft hadden zij meer gelukdan hun hoogleraar Frank Verbunt in de buurt van München. Diezag exact één minuut voor de verduistering een wolk voorde zon drijven. "Je kon van een kilometer verder het gejuich horen,toen daar de totaliteit een feit was, maar wij hebben nietsgezien," meldt hij treurig.

Bremmer en Bassa, die zelfs speciaal voor de gelegenheid eentelescoop had gekocht, hadden dus meer geluk en zijn op slagverslaafd geraakt aan het atmosferisch spektakel. "Het was echtfantastisch en we zijn nu plannen aan het maken om in juni 2001naar Afrika te gaan. In Hongarije was het al zo spookachtig om hetopeens donker te zien worden. Hoe moet dat daar dan wel nietzijn?"

EH

Admiral's Cup.

XB

Utrechtse nieuwe: niet op kamers, en op tijd afstuderen

Whizzkid Aris

'Terugkijkend op de afgelopen jaren, kan ik concluderen dathuiswerk klote is, leraren zuigen, maar de sfeer in de klasgezellig was', aldus Aris van Asch (18) in jaarboek 1999 van hetMaarssense Niftarlake College. Op het atheneum had hij maaréén doel: met zo min mogelijk inspanning zijn diplomabehalen en dat ging hem heel aardig af. Alleen op het laatst hadhij zich verrekend: het herexamen geschiedenis was niet gepland."Toch heb ik me geen moment zorgen gemaakt", stelt hij achteraf-het diploma inmiddels veilig op zak.

De keuze voor de studie informatica lag bij Aris voor de hand.Hij is een whizzkid pur sang, gaat al ruim tien jaar met computersom en maakte de internetontwikkeling vanaf het begin mee. "Mijnvader is systeembeheerder, dus computerkennis kreeg ik met depaplepel ingegoten. Ik begon met spelletjes, maar ging al gauwprogrammeren en andere dingen doen." Hij refereert aan de levendigehandel in gekopieerde cd's op de middelbare school, waar hij eenleuk zakcentje mee verdiende.

Sinds drie jaar weet hij zeker dat hij verder wil in deinformatica. "Het tekort aan informaticapersoneel is een extramotivatie: ik spring graag in dat gat."

Aris bezocht het afgelopen schooljaar de open dag van deUniversiteit Utrecht, nadat hij eerder al op de Hogeschool wasgeweest. "De universiteit sprak me meer aan, daar is informaticatheoretischer. Met het oog op een baan heeft het ook meer aanzienom aan de universiteit gestudeerd te hebben. En ik heb niet voorniks vwo gedaan."

De keuze voor Utrecht is min of meer toevallig. "Delft schijnthoger aangeschreven te staan, maar ik hoef niet per se de besteuniversiteit. Bovendien vind ik het prettig om in de buurt teblijven." Hij is namelijk niet van plan nu al op kamers te gaanwonen. "Ik ben net18 en het is niks voor mij om nu op mezelf tegaan wonen. Ik zou een uiterst rommelige student worden. Thuis gooiik de was in de wasmand, hoef ik niet zelfaan de slag. Ik bengewoon lui." Ook financieel vindt Aris het een zorg minder als hijthuis blijft wonen. "Ik spaar mijn geld liever voor een mooie autobijvoorbeeld."

Via internet achterhaalde hij informatie over werken bij Fortis."Het gaat om werk dat speciaal gericht is op universitairestudenten informatica. Dat lijkt me een mooie manier om destudiefinanciering aan te vullen."

Aris denkt een doorsnee student te worden, die uitgaat in hetweekend, maar door de week serieus bezig is. Hij hoopt zijn studiebinnen zes jaar af te ronden. Dat is langer dan de tijd die ervoorstaat, maar hij wil ook de leuke dingen van het studentenlevenmeepikken. "Ik hou er rekening mee dat ik niet alles inéén keer haal. En ik wil lid worden van een vereniging,al weet ik nog niet welke."

In 2010 ziet hij zichzelf werken als systeembeheerder, met eengoed salaris en leuke collega's. "Een gezin tegen die tijd is welmijn ideaal, al blijft dat koffiedik kijken." In elk geval zal zijnleven altijd min of meer in het teken van computers staan. "Decomputer begon voor mij als hobby en ondanks dat ik er nu veelachter zit, is het plezier gebleven."

'Prinses op de erwt' Boudewijn

Boudewijn Kuijl (18) voelt zich weer een beetje een 'brugpieper'op de universiteit. "Dat gevoel dat je de jongste bent en niemandkent.."

Hij gaat sociale geografie studeren. De belangstelling was er aleerder, maar pas in de zesde klas maakte hij echt zijn keuze. Toenmoest hij voor aardrijkskunde helemaal zelfstandig een boekbestuderen over de industrie in Nederland. "Ik vond dat heelinteressant en bij navraag bleek een onderwerp als dit onder denoemer 'sociale geografie' te vallen."

Hij las informatieboekjes over de studie en concludeerde dat heteen brede opleiding betreft, waarmee je veel kanten op kunt. Vooralhet sociale aspect sprak hem aan. Hij had een gesprek met iemanddie dezelfde studie had gedaan en bezocht de open dag inUtrecht.

Via via hoorde Boudewijn dat sociale geografie in Utrecht

goed bekend staat; dat bepaalde mede zijn keuze voor juist dezeuniversiteit. Verder speelde mee dat zijn zus ook al hier studeert.Een derde reden om voor Utrecht te kiezen, was dat hij in de buurtvan Maarssen wilde blijven. "Ik ga het eerste jaar nog niet opkamers wonen. Eerst vrienden maken en alle nieuwe indrukken rustigverwerken en daarna de overstap maken naar het leven op kamers."Hij lacht: "Waarschijnlijk moet ik dan erg wennen aan de geluidenvan anderen inhuis. Ze noemen me nu thuis 'de prinses op de erwt',omdat ik bij het minste of geringste wakker word."

Al gaat hij niet meteen op kamers, Boudewijn wordt wel lid vaneen studentenvereniging. Tijdens de UITdagen gaf hij zich op voorhet Corps en inmiddels is hij ontgroend. "Wat me aantrok is dat jestandaard in een jaarclub terechtkomt van zo'n twaalf personen. Jehoort altijd dat je daar vrienden voor het leven maakt."

Of hij het als student met de financiën redt, weet hij nogniet. "Dat hangt er vanaf hoe je je leven inricht. Ik ga wel uit,maar zal niet elke avond in de kroeg zitten. Ik verwacht dat hetwel nodig is dat ik via mijn baantje bij de Bruna en mijn ouderswat extra geld krijg."

Boudewijn wil een snelle student worden, die in vier jaar tijdafstudeert. "Wat discipline betreft, moet ik dan wel nog wat leren.sociale geografie schijnt veel zelfstudie te zijn en weinigcollege. Grote stukken stof in plaats van de kleine beetjes op demiddelbare school."

En waar staat hij in het jaar 2010? "Dan hoop ik leuk werk tehebben, misschien een onderzoeksbaan bij de universiteit. Geld enstatus zijn daarbij pas in tweede instantie belangrijk. Ik moet nogeen beetje ontdekken hoe ambitieus ik ben. Ik weet wel dat als ikiets echt graag wil, ik er voor ga!"

Denker Sandrine

"Een typische student zal ik niet worden", zegt SandrineVerduijn (18) peinzend. "Ik bedoel: ik ben blij dat ik de hersenenheb om te kunnen studeren, maar ik ontleen niks aan het studentzijn op zichzelf. Er zijn jongeren die prat gaan op hunintelligentie en zich daarom graag 'student' noemen. Dat zal iknooit doen."

Sandrine begint aan de studie Natuurwetenschappen enInnovatiemanagement. "Ik heb er lang over gedaan om te ontdekkenwat ik wilde. Mijn belangstelling ging uit naar iets met wis-,natuur- en scheikunde. Via de website van de Universiteit Utrechtkwam ik bij deze studie terecht. Ik heb boekjes aangevraagd en bennaar de open dag geweest. Daar werd verteld over de mobieletelefoon en cd-i; uitvindingen die niet optimaalgeïntroduceerd zijn bij het publiek en daardoor in het beginmoeizaam geaccepteerd werden. Nieuwe dingen helpen ontwikkelen enuitleggen aan anderen, dat leek me wel wat."

Het introductiekamp van de opleiding ziet ze als een goedemanier om helder te krijgen wat ze kan verwachten, zowel op hetgebied van vakken als van medestudenten. De UITdagen daarentegenliet ze aan zichvoorbijgaan. "Daarin draait het om het leren kennenvan de stad en de informatie over studentenverenigingen. Nou,Utrecht ken ik goed en ik word voorlopig geen lid van eenvereniging, dus daar heb ik mijn vakantie niet voorafgebroken."

Rustig, bescheiden, maar wel iemand met een eigen wil, zoomschrijft Sandrine zichzelf. En soms fanatiek, bijvoorbeeld als zehockeyt. Dat doet ze bij het Utrechtse Kampong, een van de redenenwaarom ze hier wil studeren. Voorlopig reist ze op en neer; ook zijwil zich eerst helemaal oriënteren op haar studie en de dingenop orde krijgen, zonder ook nog eens alles zelf te moeten regelen.Pas later wil ze een kamer zoeken.

Sandrine denkt dat het er op de universiteit vrijer zal toegaandan op het vwo, met stof die minder wordt voorgekauwd en ook minderbegeleiding. Nee, daar ziet ze niet tegenop, ze zoekt graag dingenzelf uit. Ze beklemtoont dat ze wel hard zal moeten werken: "Ik benniet iemand bij wie het komt aanwaaien."

Naast haar studie hoopt ze tijd te houden voor haar baantje bijeen boekhandel. Dat levert een handig zakcentje op, bovenop haarstudiefinanciering. Ze geeft overigens toe dat ze weinig kaasgegeten heeft van de financiële kanten van studeren. "Ik gaervan uit dat ik toekom met wat ervoor staat, en anders heb ikaltijd nog mijn ouders."

Ook wil Sandrine tijd overhouden voor haar vrienden. Het is voorhaar geen halszaak dat ze nieuwe mensen leert kennen in Utrecht."Ik kan me voorstellen dat dat voor mensen die van ver komen andersligt. Ik wil natuurlijk best mensen leren kennen, maar hetmóet niet: ik heb al een vriendenclub in Maarssen."

Ze heeft geen idee hoe snel ze haar studie af zal ronden. "Invier jaar hoor, Sandrine", roept haar moeder vanuit de keuken,Sandrine zelf is ook over de verdere toekomst vrij blanco. Een baanzal ze vast wel vinden, maar in welke hoek? En filosoferen over eenman of gezin vindt ze helemaal moeilijk. "Ik neem de dingen gewoonzoals ze komen. Te veel mensen richten zich op anderen en raken danonnodig met zichzelf in de knoop."

Sociaal bewogen Jens

De toekomstplannen van Jens van Leeuwen (19) draaien niet om hetgrote geld. "Per slot van rekening wilde ik eerst conservatoriumgaan doen en als muzikant word je een arme sloeber", stelt hijresoluut, daarbij verwijzend naar zijn eigen pianoleraar. Voor depopopleiding aan het Rotterdams conservatorium werd hij echter telicht bevonden en ook een studie geneeskunde ging niet door, omdathijwerd uitgeloot. Zo komt het dat hij zich nu op een studiebiologie gaat storten.

Van kleins af aan was hij al geïnteresseerd in de natuur,vooral in dieren en planten, minder in het menselijk lichaam. Reedsop de havo vroeg hij informatie aan bij de Utrechtse Universiteiten na het behalen van zijn diploma ging hij gericht naar hetatheneum. "Alleen liep ik een beetje vast op de beroepskeuze bijbiologie. Bij het beroep van arts of muzikant kon ik me wel watvoorstellen, daarom gaf ik me eerst op voor die opleidingen."

Van biologie weet hij dat het een studierichting is waarbij jeveel colleges hebt: dagen tot vijf uur op de universiteit zijn geenuitzondering. "Maar ik heb er zin in, wil ook goed worden in mijnvakgebied. Dat is een verschil met de middelbare school, toen hetvoor mij puur draaide om het overgaan en behalen van de diploma's.Ik was ook een slechte planner, moest nog weleens 's nachtsdoorwerken."

De keus voor de Universiteit Utrecht was voor Jens vrijwillekeurig. Wat wel meespeelde, is dat hij in Tienhoven woont engeen plannen heeft om op kamers te gaan. "Ik voetbal daar en hebthuis mijn piano en drumstel, die zijn moeilijk mee te nemen opkamers."

Tijdens de UITdagen won hij informatie in over de christelijkestudentenvereniging NSU. Het geloof vindt hij bepalend voor hoe hijin elkaar zit. Maar de NSU sprak hem niet aan. "Je moet danverplicht wekelijks in een kringgesprek over het geloof praten. Datwil ik niet altijd en zeker niet met iedereen. Ik hou er ook nietvan dat je mensen gaat bekeren. Sommige christenen vind ik te blinden lomp in allerlei zaken." Hij hoorde goede dingen over SSR-nu,een andere christelijke vereniging, dus misschien wordt datwat.

Zijn eigen toekomst ziet hij zonnig tegemoet, met straks eengezinnetje en een leuke parttime-baan. Over de toekomst in dewereld is hij somberder. "Ik vind niet dat het goed gaat met dementaliteit van de mensen, er zijn steeds meer asocialen. Ik denkook dat het mis gaat in Afrika. Deze vakantie heb ik een rondreisgemaakt door dat werelddeel en ik ben enorm geschrokken van dearmoede die ik zag. Hier weet niemand meer wat geld waard is.Studenten klagen vaak over geldgebrek, maar dat kan helemaal nietals je ziet hoeveel ze uitgeven aan zuipen; ik weet dan ook zekerdat ik straks toekom met mijn studietoelage. En als je in Malawizag hoe blij ze waren dat ze naar school kúnnen, dan realiseerje je ook dat je blij mag zijn met goed onderwijs."

Nette Jurgen

Verlegen, vrolijk, soms eigenwijs, maar vooraleen betrouwbarejongen: dat is Jurgen Koopmans (19), kersverse student farmacie.Eigenlijk had hij liever diergeneeskunde gedaan: zelf in het bezitvan twee honden en wel honderd vissen, heeft hij namelijk veel opmet de dierenwereld. Helaas werd hij uitgeloot. Daarop besloot hijdat apotheker ook een mooi beroep is.

"Ik ben geïnteresseerd in het menselijk lichaam en hoe datreageert op stoffen. Als apotheker heb je te maken met nieuweontwikkelingen op medicijnengebied, dat spreekt me aan. Verdertrekt mij het contact met veel verschillende mensen." Hij is danook vast van plan om later, als hij zijn eigen apotheek heeft, ooksoms achter de balie te staan.

Hij informeerde zich over de studie farmacie via deinformatieboekjes van de Universiteit Utrecht en de decaan opschool. Hij weet dat het een zware studie is. "Voor farmacie zelfstaat vier jaar en daarna wil ik nog twee jaar door voor apotheker.Maar ik verwacht eigenlijk dat ik wel zeven jaar nodig heb om hette redden." Jurgen vindt dat hij het op het vwo te gemakkelijkheeft gehad. "Op de universiteit zal ik de boel beter moetenbijhouden en meer aan planning moeten doen. Het zal er ookzelfstandiger aan toe gaan: als je iets mist, is het jammerdan."

Hij heeft zin om met de studie te beginnen en ziet ernaar uit omnieuwe mensen te leren kennen. De UITdagen kon hij niet combinerenmet zijn reeds tevoren geplande vakantie, maar hij verwacht veelvan het introductiekamp van farmacie. "Daar leer je toch de mensenkennen met wie je straks te maken hebt. En verder ga ik misschiennog bij een vereniging. Ik denk over het Utrechts Studenten Corps.Die vereniging regelt bijvoorbeeld boekenkortingen voor je enhuisvesting."

Dat laatste is voor hem geen issue, want op kamers gaat hij nogniet. "Ik heb juist voor Utrecht gekozen omdat dat vanuit Maarssengoed bereisbaar is. Daarnaast heb ik positieve verhalen gehoord vanmensen die al in die stad studeren." Niet dat hij zich volop in hetstudentenleven zal storten. Voor hem geen wekelijks kroegbezoek;liever besteedt Jurgen tijd en geld aan zijn hobby's, zoals vissen,computers en voetballen bij OSM in Maarssen.

Geld is sowieso geen probleem voor hem. "Studiefinanciering zieik niet als iets voor mij, maar voor mijn moeder: zij regelt degeldzaken. Mijn zakgeld heb ik al aangevuld via vakantiewerk alsboekhoudkundig assistent en administratief medewerker."

Over tien jaar ziet hij zichzelf als zelfstandig apotheker ineen middelgrote plaats ("Maarssen?"), met een leuk gezin en eenmooie auto ("maar niet eentje om mee op te scheppen, hoor!"). Dekomende jaren gaat hij besteden aan volwassen worden en hetcreëren van kansen voor zichzelf. "Ik geloof namelijk dat jezoveel mogelijk kunt maken van je leven als je kansen aangrijpt.Alleen liggen die niet altijd voor het oprapen, je moet daar zelfook aan werken. Doorzettingsvermogen isdaarbij heel bepalend!"

Annemarie Heuts

'Heb je hier iemand nodig, dan mail je'

Talitha Ruiter (26) werkt sinds 1 december 1998 als secretaressebij de faculteit Letteren. Op haar achttiende begon ze alsadministratief medewerker bij een beheermaatschappij voor woningen.Na 5 jaar werd ze directiesecretaresse bij een grootinstallatiebedrijf. De UU kwam toevallig op haar pad. Een kennisdie bij Letteren werkt had haar curriculum meegenomen en na eenpaar weken was Ruiter aangenomen.

Ze legt uit dat het grootste verschil met haar vorige baan is,dat ze hier ontspannen werkt. Bij haar vorige baas moest ze vaakoverwerken. Als ze een vrije dag wilde was er geen vervanging. Ophet secretariaat van Letteren is voldoende personeel. Anderecollega's springen bij wanneer Talitha Ruiter het erg druk heeft.Ze is ook tevreden over de manier waarop ze is ingewerkt en de tijddie ze daarvoor heeft gekregen.

Wat ze verder opvallend vindt, is het verschil inhiërarchie. Ze was een zeer dominante baas gewend en dat ishier wel anders. Mensen zijn veel gelijkwaardiger. Op de vraag watze van de universiteit als geheel vindt antwoordt de secretaresse,dat ze alleen affiniteit met de faculteit heeft. Ze is niet op dehoogte wat er verder in de organisatie gebeurt.

"Intern komt er al zoveel informatie op mij af, dat ik dat welgenoeg vind. Bovendien vraag ik me af of het iets oplevert om ookover zaken buiten de faculteit geïnformeerd te worden. Nu ishet voor mij overzichtelijk."

Diversiteit

Lilian van den Hof (33) is in juni aangesteld als juridischadviseur van de stafafdeling sociaal juridische zaken. Net voordatze begon, kondigde de coördinator haar vertrek aan en werd Vanden Hof gevraagd deze taak op zich te nemen.

In haar vorige baan was Van den Hof twee jaar manager P & Oop een katholieke scholengemeenschap in 't Gooi. Toen ze eenadvertentie van de UU in de krant zag, besloot ze vanwege hetjuridisch advieswerk en de mogelijkheid om parttime te werken,meteen te solliciteren.

Van den Hof is op de UU in een veel grotere organisatie terechtgekomen,met een grotere diversiteit aan functies en daarmeesamenhangende problemen. Op de scholengemeenschap had ze alleen metdocenten te maken die vaak te lang in het onderwijs zaten en geenloopbaanperspectief hadden. Hiermee komt ze ook op het verschil incultuur. Er heerste volgens haar een zeurcultuur van directie enbestuur tegen docenten. Op de UU heeft ze daarvan nog nietsgemerkt.

Een andere verschil is de omgang tussen collega's. Op de UU isdie afstandelijker. "Wanneer je iemand nodig hebt, mail je. In mijnvorige baan liep ik even bij iemand binnen om te overleggen." Deondersteuning is echter wel veel beter georganiseerd. Wanneer haarPC het niet doet, hoeft ze maar even te bellen en het probleemwordt verholpen.

Hoewel haar impressies nog kersvers zijn, heeft ze alideeën welke richting de afdeling op moet gaan. Van den Hofvindt het heel belangrijk dat de kloof tussen faculteiten encentraal niveau wordt verkleind. Volgens haar is goede communicatiehet sleutelbegrip. Centrale diensten moeten volgens de juridischadviseur meer de boer op naar de faculteiten en uitleggen waaromhet college zo heeft beslist. Deze dienstverlening wil ze in iedergeval oppakken, nu de afdeling weer op volle sterkte is. Verder isVan den Hof een voorstander van managing by walking around. Het isbelangrijk dat de baas zijn gezicht laat zien en niet in de ivorentoren blijft zitten.

Van den Hof is zeer goed opgevangen door haar eigen collega's.Om als werknemer het gevoel te hebben bij de UU te werken in plaatsvan bij een afdeling of faculteit pleit ze ervoor om in plaats vaneen introductie van een ochtend, zoals nu het geval is, eenpersoonsgerichte introductie van twee jaar in te voeren, waarbijeen medewerker in staat wordt gesteld ook eens buiten z'n eigenafdeling te kijken.

Een volgende carrièrestap heeft Lilian van den Hof nog nietin gedachten. Wel meldt ze niet tot haar pensioen bij deuniversiteit te blijven. Maar ze zal zich altijd blijvenbezighouden met juridische problemen van mensen. Daar ligt haarhart.

Overlegstructuur

Cor Stel (29) is zoölogisch analist bij de faculteitFarmacie, waar hij op 1 januari van dit jaar in dienst trad. Totdat moment had hij tijdelijke banen als analist bij de provincieUtrecht en het Waterleidingbedrijf Midden Nederland.

Stel wilde graag minder routinematig werken en dat was in denieuwe baan mogelijk. Bij Farmacie werkt hij met proefdieren enonderzoekt momenteel aan welke chemische eisen geneesmiddelenmoeten voldoen, om door de darmwand in het lichaam te wordenopgenomen.

Het verschil met het waterleidingbedrijf en de universiteit isdat het werk bij de universiteit veel meer gericht is op onderzoekenresultaten. In zijn vorige baan kreeg Stel een opdracht, voerdedie uit en de uitkomsten werden aan de opdrachtgever gestuurd.

Net als Talitha Ruiter, vindt Cor Stel de UU minderhiërarchisch. "Er heerst een overlegstructuur, maar het nadeelhiervan is dat het niet altijd duidelijk is wie welkeverantwoordelijkheden heeft. Ik heb weleens het gevoel van hetkastje naar de muur gestuurd te worden. Aan de andere kant is hijhier veel vrijer om zijn eigen werk in te delen."

De nieuwe analist heeft zichzelf moeten inwerken. Zijnvoorganger was al vertrokken bij zijn komst. Hij is de enige opdeze functie en werkt nauw samen met een aio. Dit heeft Stel deeerste tijd af en toe moedeloos gemaakt. "Ik wist niet of ik mijnwerk goed deed en ik kon het niemand vragen." Het contact met zijncollega's is overigens wel goed en Cor Stel wil de eerstkomendejaren in deze functie blijven. Wel zou de analist het prettigvinden als zijn werk wat algemener wordt. Nu houdt hij zich alleenmet darmen bezig.

Janny Ruardy