Achtergrond

Sportloon voor A-sporters

Dit staat in de nota Kansen voor topsport van staatssecretarisVliegenthart. De nota is in februari naar de Tweede Kamer gestuurd.Het voorstel geldt voor A-sporters. Dit zijn sporters die bij delaatste WK of Olympische Spelen in hun tak van sport bij de laatsteacht zijn geëindigd.

Nederland kent ongeveer driehonderd van die A-sporters. De notamaakt geen onderscheid tussen vakkenvullers of studenten, iedereA-sporter onder het bestaansminimum heeft recht op het stipendium.Een topsportstudent met een beurs van ongeveer achthonderd guldenkomt precies uit op de bovengrens.

Er lopen ongeveer tien A-sporters rond op de universiteit is deschatting van Ineke Steenhoek. Steenhoek is werkzaam op hetStudenten Service Centrum en houdt zich in het bijzonder mettopsport bezig. Steenhoek wijst erop dat de studiefinanciering vantopsporters in principe geen gevaar loopt, omdat het totaalbedragvan de uitkering op jaarbasis minder is dan vijftienduizendgulden.

De meeste sporters zullen niet over deze grens heenkomen, wantdoor de vele uren die ze aan hun sport besteden, werken ze ermeestal niet naast. A-sporters die andere inkomsten hebben,bijvoorbeeld wedstrijdpremies of sponsoring, moeten dezeinkomensgrens wel goed in de gaten houden.

Tot nu toe kregen de A-sporters van het NOC-NSF een maandelijkseonkostenvergoeding van ongeveer vijfhonderd gulden. Vanaf 1 januariis deze uitkering echter ook al opgetrokken naar duizend gulden permaand. Volgens Steenhoek is dit gebeurd om de sporters met het oogop Sydney een financieel rustig voor-Olympisch jaar tebezorgen.

Derdejaars rechten en hockeyinternational Eefke Mulder is blijmet het voorstel. "Sport levert een positieve bijdrage aan demaatschappij. Het is goed dat de waardering voor sporters eindelijkomgezet wordt in geld", vindt zij. "Maatschappelijk doe je toch denodige opofferingen voor je sport. Je mist werkervaring of je looptstudieachterstand op. Dat kost allemaal weer extracollegegeld."

Waar Mulder vrijwel zeker is van de gang naar Sydney, vechtroeier Bas Diepenbroek nog voor een plaatsje in de Holland Acht. Dederdejaars bioloog maakte twee jaar geleden deel uit van deselectie en was A-sporter. Door een blessure werd hij echterteruggeworpen. Op dit moment werkt hij aan een comeback.

"Zo'n stipendium is een mooie kans om naast een studie eentopsportcarrière op te bouwen", stelt hij. "Het nadeel isalleen dat je eerst moet presteren en daarna pas geld krijgt vanhet NOC NSF. Ik heb op dit moment geen enkele status, maar ik moetwel twee keer per dag trainen. Subtoppers of sporters die op wegzijn naar de top maken net zoveel uren en kosten, maar krijgenslechts driehonderd gulden onkostenvergoeding."

Het belangrijkste voordeel van het sportloon vindt Diepenbroekdat sporters tijdelijk hun studie kunnen staken om zich volledigaan het sporten te wijden. Ook Steenhoek stelt dat Olympischesporters zich volgend jaar niet hoeven in te schrijven.

Eefke Mulder ziet hier ook weer risico's in. Zij is bang datjonge studenten zich blindstaren op de vergoedingen en er te laatachterkomen dat er meer in dit leven is dan sport. "Duizend guldenper maand is natuurlijk geen wereldbedrag, maar voor iemand diealleen nog maar bijbaantjes heeft gehad, is het heel wat", voegt zedaaraan toe. Steenhoek ziet dit probleem niet. "Ik zeg altijd: Jehebt nu de kans om de top te halen. Die studie komt later wel."

Jurgen Swart

'Respect dwing je niet af door rang of stand, maar door je manier van handelen'

'Respect dwing je niet af door rang of stand, maar door jemanier van handelen'

"Aanvankelijk had ik niet zoveel zin om rechten tegaan studeren; iedereen in mijn omgeving deed dat al." Z.H. PrinsPieter-Christiaan van Oranje, zoon van prinses Margriet en mr.Pieter van Vollenhoven, voelt er weinig voor om platgetreden padente bewandelen. Niettemin sleepte deze neef van onze koninginafgelopen maandag in Utrecht de meestertitel in de wacht.

De buluitreiking vond plaats in de besloten kring van defamilie. Drie fotografen mochten erbij zijn, waaronder eentje vanhet U-blad. En alleen aan het U-blad werd een interview met dejonge meester in de Rechten vergund. Dat vond plaats in derectorskamer van het Academiegebouw. Een medewerker van deRijksvoorlichtingsdienst woonde het gesprek bij.

De weerzin tegen platgetreden paden en de behoefte om "eenbeetje te pionieren" heeft Pieter-Christiaan ("zeg maar jij") ooknaar Utrecht gebracht. "Mijn vader heeft in Leiden gestudeerd; mijnbroertjes in Groningen. Die stad kende ik goed; ik ben er vaak bijhen op bezoek geweest. Prima stad! Maar ik wilde toch iets anders.Toen bleek dat goede vrienden van mij, nog uit mijn middelbareschooltijd in Apeldoorn, in Utrecht studeerden, heb ikóók voor die stad gekozen. Temeer daar de rechtenstudiehier als goed stond aangeschreven."

Maar eerst moest de twijfel overwonnen worden. "Toen ik net vanschool kwam wilde ik nog niet studeren. Ik wist ook nog niet wat:al die universiteiten en studies staan voor je open. Ver terug, opschool, had ik wel eens Biologie overwogen, maar uiteindelijk wasik na mijn eindexamen toch onvoldoende georiënteerd op wat ikwilde gaan doen. Tegelijkertijd had ik wél een bepaalde hangom in militiaire dienst te gaan. Dat is de Koninklijke Marechausseegeworden, en daarvan heb ik nooit spijt gehad. Het is zo'nprachtige tijd geweest, dat ik nog voor enkele maanden hebbijgetekend. Daar ben ik ook met militair recht in aanrakinggekomen - omdat de Marechaussee zich met politiewerk bezighoudt -,en dat was net dat zetje dat ik kennelijk nodig had voor mijnstudiekeuze.

"Ik vond de diensttijd mooi", vervolgt de prins die voor degelegenheid een oranje stropdas heeft aangetrokken. "Een beetje'afzien', dat ligt mij wel. Je komt er als jonge knul binnen, endan krijg je met tamelijk harde handeen goede en zeer doordachteopleiding. Ik heb het er als jongste van de officieren in opleidingniet gemakkelijk gehad; die dienstplichtigen wisten je wel onderuitte halen. Maar na verloop van tijd stippel je een lijn uit hoe jeje ten opzichte van hen het beste kunt opstellen. Uiteindelijk hebik behoorlijk wat geleerd. 'Hoe bepaal ik mijn weg, hoe ga ik ommet mijn eigen discipline', dat soort dingen. Wat me uit diediensttijd is bijgebleven is dat je respect niet afdwingt door rangof stand, maar door je manier van handelen."

Hij liet zich na zijn dienstijd voor de zekerheid in Utrechtinschrijven als extraneus. "Ik wilde helemaal zeker zijn van diekeuze. Dus liet ik aan mijn studie een soort proeftijd voorafgaan."Intussen vertoeft hij zes jaar in de Domstad, en tot genoegen: "Destad is overzichtelijk en handzaam. Ook na mijn afstuderen zal ikvoorlopig in Utrecht blijven wonen."

Na een tijd gewoond te hebben in een huis van het UtrechtsStudenten Corps heeft de prins nu een eigen apartement betrokken."In het Corpshuis heb ik een leuke tijd gehad. Het is eenintensieve manier van wonen die ook nogal wat discipline van jevraagt. Ik ben daar pas sedert een half jaar weg. Gelukkig heb ikeen appartement gevonden, want dat is niet gemakkelijk inUtrecht."

De band met de stad blijkt ook een sportieve te zijn;Pieter-Christiaan zei het al: hij houdt wel van een beetje afzien."Ik heb hier vooral hard gelopen: anderhalve marathon bijvoorbeeld,of de Pheidippidesloop en de Amnesty Internationalloop. En ik hebik Utrecht veel gefietst toen ik een bijbaantje had als brugwachterbij de Gemeente-reinigingsdienst, samen met nog wat andere jongens.Dat was op en neer pendelen tussen de Vondelbrug, de Rooie brug, deWeerdsluis en de Bartholomeusbrug om ze te openen voor hetwaterverkeer in de zomermaanden, in de periodes dat de vastebrugwachters vrij waren. Dat heb ik één jaar gedaan, metweken waarin ik wel vier dagen dienst had."

Pieter-Christiaan die zichzelf niet als uitgesproken 'studiebol'neerzet, is afgestudeerd in twee richtingen: economisch publiek- enbedrijfsrecht en privaatrecht. "Ik moest echt op gang komen. Aanhet begin van mijn studie waren het toch vaak magere zesjes. Hetwas meer 'een vak proberen te halen' dan echt te willen leren. Maarlater werden dat zevens of achten. Ik heb in het begin beslist eenbeetje laks gestudeerd, ging pas twee weken voor een tentamen aande slag. Maar dat had ook te maken met de massaliteit van derechtenstudie; dat schijnt nu trouwens beter te zijn dan toen ikbegon. Later in de studie hoop je wat meer diepgang te bereiken.Dan is de bereidheid om je tanden eens flink in een vak te zettengroter."

Zijn afstudeeronderwerp gaat over aansprakelijkheid in hetloodswezen. "De scriptie is, zoals dat heet, 'streng dochrechtvaardig' door twee hoogleraren nagekeken. Ik had weinigschrijfervaring want die doe je binnen een Rechtenstudie maarmondjesmaat op, maar toch is het schrijven van die scriptie me vanbegin af aan gemakkelijk afgegaan. In vier maanden tijd heb ik datproject afgerond, ook al moest ik behoorlijk in de literatuurspitten om voldoende verhaal te verzamelen.

"Op het 'loodswezen' ben ik gekomen via een oom van vaderskant,een echte Rotterdammer waarmee ik een keertje op een boottochtjeover loodsen kwam te spreken. Toen dacht ik meteen: dat is mijnonderwerp!"

Nooit overwogen iets met dat schrijven te doen, als het hem zogemakkelijk afgaat? "Ik vond het leuk om te doen, maar ik ben geenbriljant schrijver", zegt Pieter-Christiaan. "Veel meer dan watcorrespondentie komt er niet van. En het zou een radicalebeslissing zijn om voor mezelf te gaan schrijven; ik denk niet datzich dat goed laat combineren met een functie in hetbedrijfsleven."

Ondanks het feit dat de studie aanvankelijk minder soepelverliep dan in latere jaren, is de prins toch uitgerekend in hetpropedeusejaar 'nominaal' blijven lopen; daarna is er enigevertraging opgetreden, zodat hij uiteindelijk toch nog zes jaarover de studie gedaan heeft. "Ik heb er na dat eerste jaar de remop gegooid", zegt hij. "Ik vond dat mijn sociale leven ook aan bodmoest komen. En daar heb ik nooit spijt van gehad.

"Ik heb aan de dingen die ik naast mijn studie heb gedaan veelplezier beleefd. Het is natuurlijk moeilijk om tegenleeftijdgenoten te zeggen wat ze zouden moeten doen, om tips tegeven. Maar ik denk wel: als je er de gelegenheid voor hebt, doewat naast je studie, zorg dat je ook sociaal tot ontwikkeling kuntkomen."

Voor Pieter-Christiaan was die sociale context vooral het USC ende sport: hardlopen, boksen en hockey bij Kampong.

"Ik ben lid geweest van de symposium-commissie van het Corps envan de Studentenweerbaarheid", vertelt Pieter-Christiaan, die hethele gesprek al uiterst gewillig is, maar nu opeens echt geanimeerdraakt. "Maar ik heb vooral enorm veel tijd gesleten in deWoolloomooloo, als dj. Toen ik nog op de middelbare school zat hebik al in een drive-in gewerkt, en die hobby is een beetje uit dehand gelopen. Ook in Scala heb ik plaatjes gedraaid. Het curieuzeis dat wat je zelf echt leuke muziek vindt - in mijn gevalclubmuziek bijvoorbeeld -, per definitie gedateerd is. Dat draai jedus niet op zo'n avond.

"En laat ik nu voor eens en voor altijd een oude mythe de werelduit helpen. Mijn muzikale kwaliteiten liggen vooral in het draaienmaar niet in hetzelf musiceren. Ik word al jaren achtervolgd doorverhalen als zou ik saxofoon spelen. Maar dat heb ik zegge enschrijven in Utrecht één jaar gedaan. Je huisgenotenworden er gek van en je moet al in een band spelen om het leuk teblijven vinden. Dus: ik speel géén sax! Mijn instrumentligt onder een dikke laag stof."

De Studentenweerbaarheid, waarvan de prins ook lid is, geeft delaatste jaren acte de présence in Den Haag op Prinsjesdag.Heeft Pieter-Christiaan ook langs de weg in vol ornaat in het gelidgestaan toen zijn tante Beatrix én zijn ouders in hun koetsenvoorbijreden? "Ik was commandant bij de Studentenweerbaarheid enheb daar inderdaad langs de kant gestaan. Als commandant moest ikdie jongens opleiden in het excerceren. Ik beschouw het als eenverdienste dat ik mede heb kunnen bewerkstelligen dat het USC daarnu staat. Traditiegetrouw mochten alleen jongens uit Holland deerewacht vormen, dus toen zijn wij een lobby begonnen om Utrecht eróók bij te krijgen. En dat is gelukt."

Heeft de prins ooit nog een andere gezelligheidsverenigingoverwogen dan het Corps? "Nee, nooit", moet hij volmondig erkennen."Ik ben tijdens de introductie wel bij die andere verenigingenlangs geweest. Een mooie tijd trouwens: voor het eerst de grotewereld in, los van je ouders. Dat was een heel leerproces, waarbijdie introductie beslist een goede eerste opvang was. Maar ik wisthoe mijn broertjes het bij hun corpora gehad hebben, en dat wildeik ook. Ik weet wel dat het Corps hier en daar ter discussie staat.Maar ik heb het er leuk gehad, ik heb er veel mensen leren kennenmet verschillende achtergronden en verschillende studies. En bijdie mensen heb ik nooit zoiets ervaren als 'wij vinden ons te goedvoor anderen'. Het Corps is gewoon meegegaan met de tijd."

Wonen in een studentenhuis, een bijbaantje als brugwachter, lidvan het Corps, dj in Scala en hardlopen in Amelisweerd... hetklinkt allemaal als zo'n 'gewoon' studentenleven. Heeft de prinsgeen last gehad van zijn afkomst? In het relatief kleine gezelschapdat een universitaire gemeenschap is, moet het toch lastig zijn omals 'bekende Nederlander' te boek te staan.

"Je staat altijd in de belangstelling en dat heeft meer na- danvoordelen. Dat kan ik niet ontkennen", zegt Pieter-Christiaan."Toen ik de pech had dat er een journalist in de buurt was toen ikeen keertje uit mijn slof schoot op het Janskerkhof tegen dechauffeur van een ambulance stond dat de volgende dag meteen alsschandaaltje in de krant. Dat verhaal klopte helemaal niet, maar jehebt daar geen verweer tegen. In de studentenwereld echter slijtdie betekenis die aan je afkomst gehecht wordt gauw. Ze weten welwie je bent en je ziet ze ook wel kijken, in eenvoorstellingsrondjetijdens een werkcollege bijvoorbeeld, als je zegt dat jePieter-Christiaan van Oranje bent. Maar voor de meeste mensen benik geen 'bekende Nederlander' maar gewoon een student. Dat ze meherkennen op straat valt reuze mee, en ik heb ook nog nooitfotografen voor mijn voordeur geposteerd gezien."

Er vindt dan weliswaar een zekere bewaking plaats, maar diebestaat niet uit mannen in regenjassen met oordopjes in dieconstant rondom de prins heen drentelen. Waar die bewaking dan weluit bestaat, daar gaat de prins - uit veiligheidsoverwegingen -niet op in.

"Ik ben nu vooral bezig me te oriënteren op de toekomst",vervolgt Pieter-Christiaan het gesprek. "Ik loop stage op dejuridische afdeling van een bank in Amsterdam. Ik heb besloten toteen stage omdat ik eerst wil weten of ik een baan in hetbedrijfsleven wil, of toch liever in een advocatenpraktijk. Datmoet je zelf uitzoeken, want aan de universiteit heerst niet detraditie om al volop bezig te zijn met wat je na je studie zoukunnen. Er wordt wel wat georganiseerd, ook door studentenclubszoals de JSVU of Aiesec, maar de animo voor dergelijke activiteitenkomt meestal pas op gang als je wat verder bent.

"Ik heb dat altijd als een probleem ervaren: je hebt zoveelmogelijkheden, je kunt zoveel dingen doen. Dan moet je echt heelexpliciet voor jezelf bepalen wat je nu precies wilt gaan doen.

"Die stage is druk, een echte van 8 tot 5-baan. En je merkt datje nog zoveel moet leren. Werken is, vergeleken bij studeren, echtiets anders. Het is nog te vroeg om te zeggen 'de studietijd was demooiste tijd van mijn leven'; mijn diensttijd was ook heel goed enhet werken zal me ook wel bevallen. Maar die studententijd, die hadik beslist niet willen missen!"

Armand Heijnen


Piecie

Op 22 maart 1972 komt in Nijmegen Pieter-Christiaan van Oranjeter wereld, de derde zoon van prinses Margriet en Pieter vanVollenhoven. Hij heeft op dat moment twee oudere broertjes, Maurits(1968) en Bernhard jr. (1969). Drie jaar later komt daar nog eenbroertje bij: Floris.

Pieter-Christiaan is ruim vijf maanden als hij wordt gedoopt.Dat gebeurt in zijn woonplaats Apeldoorn tijdens een normalezondagse dienst van de Hervormde Gemeente. Samen met het prinsjeworden nog zes andere baby's gedoopt.

Het is dus een gewone ceremonie, maar met een ongewoon tintje.Zo istante Beatrix, op dat monent nog kroonprinses, éénvan de peten. Tot de gasten die speciaal voor hem in de kerkaanwezig zijn, behoren verder nog onder meer zijn grootouderskoningin Juliana en prins Bernhard.

Het lijkt typerend voor het verdere leven van prinsPieter-Christiaan: een gewone jongen in een ongewone omgeving. Hijis een van de minder opvallende prinsen. Pieter-Christiaan, in dewandeling PC ('Piecie') genoemd, treedt weinig in de publiciteit.Eigenlijk is hij alleen te zien op Koninginnedag; eerst rondom omaJuliana op het bordes van paleis Soestdijk, later met zijn oudersen broers het land in samen met het gezin van koningin Beatrix enprins Claus.

Ook de bladen weten in die jeugdjaren weinig meer over de prinste melden dan dat hij 'de lolbroek' is van de familie. PC gaat naarde lagere school in Apeldoorn en doorloopt het Stedelijk Gymnasiumaldaar. Nadat hij in 1990 zijn diploma behaalt, moetPieter-Christiaan in dienst. Hij krijgt eerst een opleiding bij hetOpleidingscentrum Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn en wordtvervolgens in de rang van kornet pelotonscommandant bij het 104Marechaussee eskadron.

Zijn diensttijd bevalt de prins dermate goed dat hij besluit bijte tekenen. Als die extra periode er ook opzit, gaat hij in Utrechtrechten studeren. PC is daarmee een uitzondering: behalve zijntante Irene hebben geen Oranjes voor Utrecht gekozen. Zijn ouderebroers hebben in Groningen gestudeerd en zijn jongere broer zocht,evenals zijn neven Willem-Alexander en Constantijn en een reeksandere Oranjes, zijn heil in Leiden.

Pieter-Christiaan heeft vooraf over zijn studie gezegd: "Je moetdaar niet te lang over doen. Natuurlijk, het vergt discipline. Jeslaat eens een feest over of neemt een colaatje in plaats van eenbiertje." Uiteindelijk blijkt de realiteit weerbarstiger. De studieduurt langer dan gepland.

In Utrecht is PC meestentijds een onopvallende student. Slechtseen paar keer komt zijn naam in de pers: als de bewaking van demeeste prinsen wordt afgeschaft, wanneer hij als diskjockeyoptreedt in Scala en nadat hij ruzie zou hebben gemaakt metambulancepersoneel.

Volgens de officiële informatie van deRijksvoorlichtingsdienst is Pieter-Christiaan thans reservekapiteinbij het Wapen der Koninklijke Marechaussee en heeft hij alshobby's: musiceren, schilderen, hockey, zwemmen, duiken enhardlopen. De prins is momenteel de zevende in lijn vantroonsopvolging, na zijn neven Willem-Alexander, Friso enConstantijn, zijn moeder Margriet en zijn broers Maurits enBernhard jr.

Han van Bree

Openbaar vervoer

René de Bie en Suzanne Brink


Meer dan vier procent korting zit er niet in

Ruim duizend werknemers van de universiteit reizenmet het openbaar vervoer naar hun werk. Jaarlijks sluit SociaalJuridische Zaken een grootgebruikcontract met de NederlandseSpoorwegen af. Zo kunnen de universiteitsmedewerkers profiteren vaneen korting van vier procent op hun treinabonnement. Op 1 maart1999 ging het nieuwe contract in.

"Het is niet alleen de korting die de mensen aanspreekt. Hetgaat ze ook om de mogelijkheid om het abonnement via hetsalarisstrookje in twaalf maandelijkse termijnen te betalen", zegtstafmedewerker Hans Bon die namens de universiteit met deSpoorwegen praat.

Is het niet mogelijk om voor zo'n grote groep eenaantrekkelijker korting te krijgen? Bon: "Nee, de NS zegt keiharddat de treinen in de spits toch al vol zitten. Als het contractvoor de daluren was, lag het waarschijnlijk anders."

De NS onderhandelt mede namens de busbedrijven Midnet en GVU.Het grootgebruikcontract met de NS betekende tot voor kort ook 2procent korting op een busabonnement. Dat is echter met ingang van1 maart afgelopen. De OV-partijen konden het onderling niet eensworden over de verdeling van de opbrengsten. Wellicht dat ervolgend jaar wat verandert, onthult Bon. De universiteit wil graaghet voorbeeld van het AZU volgen. "Het AZU praat met de NS en metde busbedrijven afzonderlijk en krijgt bij alle drie een kortingvan 4 procent."

De treinreiziger die aansluitend van CS naar De Uithof moetheeft ook een tegenslag te verwerken gekregen de afgelopen tijd: deNS hebben het 'station' Utrecht Uithof opgeheven. Hoewel er geentrein naar De Uithofrijdt was het universiteitsgebied wel eenzogenaamd tariefpunt. Treinreizigers betaalden voor de laatstezeven kilometer met de bus het tarief voor treinkilometers. Maar deNS wilde van die onlogische constructie af en schrapte UtrechtUithof uit het assortiment. Met als gevolg dat deuniversiteitsmedewerkers nu een strippenkaart of een sterabonnementmoeten nemen. Dat kan oplopen tot zo'n zeshonderd gulden per jaar.Bon: "Jammer voor de mensen, maar niets aan te doen. Deuniversiteit heeft nu eenmaal niet de financiële ruimte om ditgaatje te dichten. We proberen nog wel in overleg met de NS hettariefpunt te herstellen."

Het OV-contract is ook bedoeld om het openbaar vervoergebruik testimuleren, maar Bon betwijfelt of dat is gelukt. "Mensen kiezen omheel verschillende redenen voor bus en trein." Zelf stapt Bon elkedag op zijn fiets om naar De Uithof te gaan. "De kans bestaat datik later dit jaar op een nieuwe fiets rijd die de universiteit terbeschikking stelt. Dat is weer om het fietsgebruik van dewerknemers te stimuleren."

RdB


De Treinslaper

Piet Jonkers (30), zalencoördinator bij Huisvesting: "Ikreis al vijf jaar tussen Nijmegen en Utrecht op en neer. Eerst metde trein, toen met de auto en nu weer met de trein. Waarom? Naanderhalf jaar treinen kon ik een auto kopen. Dan is het leuk omdaar ook gebruik van te maken. Vandaar dus. Maar op een gegevenmoment was ik de files meer dan zat. Bovendien was ik na een dagwerken gewoon moe en om dan nog een lang stuk terug te moetenrijden nee, ook daar had ik geen zin meer in. Nu kan ik lekkerslapen in de trein op weg naar huis.

"`s Ochtends om half zeven sta ik op. Een ontbijt schiet eraltijd bij in. Ik spring zo snel mogelijk op de fiets en na vijfminuten hard doortrappen rol ik de trein van 6.50 uur binnen. Ikmis hem eigenlijk nooit maar het is wel altijd op het nippertje. Deklok loopt bij mij thuis vijf minuten voor; dat is mijn geheimewapen om op tijd te komen.

Mijn eerste koffie van de dag drink ik op het werk. In de treinvind ik de koffie gewoon te duur. Voor ouwehoeren met anderereizigers ben ik vroegin de ochtend niet in de stemming. En demeeste anderen ook niet, lijkt mij zo, als ik de gezichten zie. Metde krant of een boek kom ik het uurtje tot Utrecht wel door. Werkenin de trein is niets voor mij. Al die ogen die met je meeloeren

"Van het laatste stuk met de bus naar De Uithof word ik nietecht blij. Die bus is vaak zo vreselijk vol dat je goed moetuitkienen waar je bij de bushalte gaat staan om binnen toch nog tekunnen zitten.

Ik ben meestal op tijd op mijn werk. Vooral tijdens de gladheidvan de afgelopen weken viel het op dat het openbaar vervoer hetveel beter deed dan het wegverkeer. Dan koester ik mijnNS-jaarkaart eens te meer."

RdB


De treinwerker

Peter de Ruiter (46), hoogleraar Milieuwetenschappen: "De treinis een prima plek om te werken. Sinds vorig jaar rijdt er eenrechtstreekse stoptrein tussen Lunteren en Utrecht. Ik reis gewoontweedeklas en kan mij goed concentreren. Van drukte heb ik geenlast. Zonder verplichte overstap in Amersfoort heb ik een kleinedrie kwartier om te lezen. Mijn werk in de trein bestaatgrotendeels uit lezen en schrijven. Toen ik nog van Groningen naarUtrecht moest, nam ik van vaak mijn notebook mee. Dan kun je tweeuur achter elkaar werken. Nu houd ik het meer op leeswerk. Het zoumooi zijn als dat allemaal wetenschappelijke lectuur was. Helaaszitten er ook veel vergaderstukken bij.

"Ik heb een jaartrajectkaart van mijn woonplaats Lunteren naarde Uithof. Gelukkig woon ik op loopafstand van het station zodat ikgeen regenkleding nodig heb. Een nat regenpak in de trein meenemenvind ik maar niks. Ik mag op de trajectkaart zowel via Amersfoortals via Ede-Wageningen naar Utrecht. Dat komt mooi uit want ik werkook twee dagen in de week bij de Dienst Landbouwkundig Onderzoek inWageningen. Met de bus naar Wageningen zit bij de kaart in. Toen ikhet voor de eerste keer voor het vervoerabonnement bij de faculteitaanklopte, kwamen de flexibele mogelijkheden mij goed uit. Ik wisttoen nog niet goed waar ik zou gaan wonen maar dat kon heelgemakkelijk worden aangepast. Het is dus vooral wegens de servicezoals betaling via het salaris, tijdig bericht als de kaartverloopt en de hulp bij het verlengen, dat ik mijn OV-besogneshebovergedragen. En het is ook iets goedkoper."

RdB


De OV-veteraan

Ed de Moor (66), gepensioneerd onderzoeker Wiskunde: "Ik hebongeveer 28 jaar heen en weer gereisd met het openbaar vervoertussen mijn huis in Amsterdam en mijn werk in Utrecht. Principieeltegen de auto ben ik niet hoor. Later heb ik de auto wel de deurheb uitgedaan. Toen was ik aangewezen op de fiets of de tram omnaar het station te gaan en vervolgens ging ik dan op de trein ende bus. Nee, ik heb nooit gebruik gemaakt van de OV-regeling van deUniversiteit. Omdat ik niet elke dag in Utrecht hoefde te zijn, waseen abonnement nooit voordeliger dan retourtjes. Dat heb ik tot opde cent uitgerekend. Wiskunde is nu eenmaal mijn vak.

De laatste jaren nam de vertraging wel iets toe maar verderveranderde er weinig. Last van lawaai of anderszins heb ik nietecht gehad. Er zijn mensen die daarom eersteklas reizen maar dathoeft voor mij niet. In de trein was ik eigenlijk altijd aan hetwerk. Behalve als ik met andere vaste reizigers een praatje maakte.Dat vond ik erg leuk. Niet dat ik die mensen ook buiten de treinopzocht, maar hoe zal ik het zeggen het waren aangenamecontacten.

Tot 1 augustus reis ik een dag in de week naar het FreudenthalInstituut vlakbij station Utrecht Overvecht. Dat is beter dan naarDe Uithof. Zo'n overvolle bus is niks voor mij.

Ik weet niet hoelang ik nog blijf werken. Het hangt er vanaf ofze me weer een baantje aanbieden. Maar eerst moet ik nog op mijnouwe dag promoveren. De geschiedenis van het meetkunde-onderwijshoudt mij nu meer bezig dan het OV-contract tussen de universiteiten de vervoerbedrijven."

RdB


De relaxte spitsreiziger

Humphry van Daal (49) projectmanager en vastgoedbeheerder, isspitsreiziger. "Om half zeven zit ik in de trein van Rotterdam naarUtrecht. Reizen per trein vind ik comfortabel. Je kan lezen,dutten, je hebt de ruimte en de coupe's zijn goed verwarmd. Alleende vertragingen zijn vervelend. Wat de bus betreft is het materieelnaar De Uithof erg goed. Ik ben wel eens verbaasd over oude bussendie ik op het station zie. Die zie ik dus nooit richting De Uithof.Maar behalve het materieel van de bus heb je ook nog het personeleaspect. Het gekste wat ik heb meegemaakt was een buschauffeur dieiedereen afblafte. Ik stapte in bij het Bestuursgebouw, tegen detijd dat we bij Trans II waren begon hij nog harder te schreeuwenen bij het Kruytgebouw pakte hij zijn tas en liep kwaad weg. Bleekdat er iemand op een knopje had gedrukt, waardoor de deur moeilijkopenging. "Als ik bij jullie thuis kom, druk ik toch ook niet op deknopjes", riep hij. "Ik maak me niet zo snel druk. Ik heb altijdmijn walkman en iets te lezen bij me. Ik hou niet zo van praten inde trein, maar de walkman is een goede barrière. Dan beginnenmensen geen gesprek. De auto is niks voor mij. Ik ben vaakhartstikke moe en je staat toch in de file. Ik denk dat veel mensendie na hun werk in de auto stappen ontzettend opgefokt rijden. Nietiedereen komt even vrolijk uit zijn werk. Soms denk ik, het zalmijn tijd wel duren. Dan koop ik in Hoog Catharijne lekker eenpilsje. Walkman, krantje erbij, dat heb je in de auto niet. Wat ikhet ergste vind aan de reis zijn die koude bussen 's ochtends. Danstap je uit de warme trein zo'n vrieskist in. Je ziet het ook.Iedereen zit diep in zijn kraag weggedoken. Maar aan de anderekant, waar zeuren we over. Je hoeft niet op het dak te zitten,niemand hangt hier uit de deur. Je zit eigenlijk heel comfortabelen die buschauffeur moet je er maar bij nemen. Er zijn belangrijkerdingen in het leven."


De treinpoolers

De treinpooler Wilma Vermeulen (36), secretaresse bij ServiceCentrum Huisvesting: "We reizen al zes jaar met zijn vijven met detrein naar station Lunetten en daar vandaan met bus 31 naar DeUithof. Cor komt uit Tiel, Dorothee uit Geldermalsen en Joke,Marian en ik uit Geldermalsen. We kenden elkaar van gezicht. Hetbegint met een babbeltje en hallo zeggen en op een gegeven momentzit je bij elkaar. Pas is er een afgevallen. Die is sinds januariaan het carpoolen. "Ga jij maar lekker in de file staan", zei iktegen hem. Het is jammer als zo iemand afvalt. Die mis je dan ookecht. Negen van de tien keer zitten de vaste vijf op dezelfde tijdin de bus. Dat is erg gezellig. Ik baal ook wel eens vaneenvertraging, maar dat is als je met een groepje mensen bent tochminder erg. Je leert elkaar best kennen. Als ik er een dag nietben, laat ik dat altijd even weten. Op verjaardagen trakteren we inde trein op koeken en toen Joke in het ziekenhuis lag, zijn we eenkeer bij haar op bezoek geweest. Dat vond ze hartstikke leuk. Wathet zo leuk maakt, is dat we allemaal heel verschillende mensenzijn. Cor is meer een stille genieter, die is wat serieuzer. Ikklets de oren van iemand z'n kop. Marian heeft dat ook, wij hebbende grootste monden. En Dorothee is echt een schatje. Soms zitMarcel uit het AZU bij ons. Omdat hij wisselende roosters heeft, ishij er niet altijd bij. Marcel is echt onze moppentapper. Die heeftaltijd leuke grappen. We zijn wel een lawaaigroepje in de bus,geloof ik. Pas zat ik in de bus zonder de anderen en de trein bleekook nog eens een kwartier vertraging te hebben. Dan vind ik er dusniks aan. Ik moet iets te kwebbelen hebben. Ik kan het iedereenaanraden om op deze manier te reizen. Hoewel, laat ik dat maar nietdoen, want het is al druk zat in de trein."

SB


Ergernissen

- Niet omroepen/Gebrek aan info

- Mobiel telefoneren

- Luid spreken van medepassagiers

- Vertragingen

- Zitplaatscapaciteit in de spits

- Deuren die op onverwachte momenten sluiten

- Jolige conducteurs

- Te weinig rokerscoupé's

- Te weinig niet-rokerscoupé's

- Aansluitingen

- Tarieven

- Walkmans

Roos voelt zich geen dom model

"ARD Department zoekt voluptueuze studentes met lang haar dienaakt model willen staan voor kunstreproducties en -kaarten." Depersoneelsadvertentie die eind januari in het U-blad verscheen wasaanleiding om een kijkje in de keuken te nemen van ARD Department.ARD blijkt geen dubieuze firma waar blote vrouwen in een donkerkamertje op een oude vieze stoel moeten poseren voor pornografischeafbeeldingen.

Ger Doornink is een van de associates van het pas opgerichte ARDDepartment. Het bedrijf produceert commerciële kunst voorgaleries en winkels. Doornink maakt schilderijen, die vaakgebaseerd zijn op foto's van modellen. Meestal zijn het vrouwen dievoor de foto's en schilderijen poseren, soms ook mannen.

Roos (24 jaar) studeert communicatie in Amsterdam. Ze loopt opdit moment stage bij een reclamebureau. Ze heeft sinds 1994 eenaantal keren als model voor Ger Doornink gewerkt nadat hij contactmet haar zocht. Hij was in die tijd haar overbuurman en had haar opstraat zien lopen. Roos vond het heel leuk dat hij haar belde. "Alsklein meisje droomde ik er al van om fotomodel of stewardess teworden en dat soort dingen, weet je wel. Maar ja, ik heb maat 42,dus dat houdt dan wel op." Ze heeft niet vanaf het eerste momentbloot geposeerd maar dat is een geleidelijk proces geweest.

Roos heeft haar familie gelijk verteld dat ze als model gingwerken. "Daar hamert Ger ook op. Maar ik heb ze niet alles verteld.Als je net op kamers bent, maken ze zich toch al snel zorgen: 'Pasje wel goed op jezelf?'." Haar vriend is wel eens mee geweest toenze ging poseren voor Doornink. Hij heeft toen de resultaten van eeneerdere sessie bekeken en was enthousiast over het resultaat. Hijheeft er geen problemen mee dat Roos dit werk af en toe doet.

Zelf doet ze het ook met veel plezier. "Het voelt niet echt alswerk. Ik kom binnen en dan gaan we eerst een kopje thee drinken ofeen boterhammetje eten. Het is heel gezellig allemaal." Belangrijkvoor Roos is ook dat ze zelf kan bepalen wat ze wel en niet wildoen. Als ze iets niet wil, dan gebeurthet niet. Daarom voelt zezich absoluut geen dom model. Ze denkt mee tijdens het werk enDoornink hecht waarde aan haar mening. "Hij zegt altijd: 'Jij bentmijn doelgroep: een jonge, hoger opgeleide vrouw'." Heteindresultaat van het werk vindt Roos mooi. "Het is vaak zo andersdan je in gedachten had. De foto's zijn vrij hard door debelichting, maar de schilderijen die Ger van de foto's maakt, diezijn heel anders."

Doornink zal nooit platte naakten afbeelden. Schoonheid en deintegere uitstraling van de reproductie zijn belangrijk. Deverkoopcijfers (vooral in Italië en Duitsland) tonen aan datdat ook commercieel gezien geen slechte invalshoek is. Want hoeexplicieter en realistischer een afbeelding is, hoe minder goed hetverkoopt.

Freaks

De modellen die Doornink zoekt, moeten - zoals uit deadvertentie al duidelijk werd - een klassieke uitstraling hebben enniet al te slank zijn. Doornink houdt van classicistische kunst enheeft een voorliefde voor Italië en de sfeer van het land. Hetis niet gemakkelijk om een goed model te vinden. Zo'n twintigprocent van de reacties op een advertentie bestaat uit meisjes dieniet geïnteresseerd zijn in het werk of het resultaat daarvanmaar alleen in de verdiensten. Die vallen voor Doornink gelijk af.Naast een kleine groep enge freaks (vaak mannen) reageert er ooknog een grote groep serieuze kandidaten die over het algemeenbelangstelling heeft voor kunst en mooie dingen. Maar van devijftig reacties blijven er uiteindelijk maar een stuk of vier overdie als model zouden kunnen werken. Naast het bezit van juisteuiterlijke kenmerken is het ook belangrijk dat het klikt tussen dekunstenaar en het model. Er moet een vertrouwensrelatie ontstaan enals een model mee kan denken over het resultaat is dat ideaal. Hetleuke van werken met studenten is dat ze een goed stel hersenenhebben. "Het is toch zo dat je op gelijk niveau makkelijkercommuniceert."

Roos verdient ongeveer zestig gulden per uur met poseren. "Datis wel handig, want nu ik stage loop kan ik het geld goedgebruiken." Maar voor het geld alleen doet ze het niet. Ze is hetmet Doornink eens dat een model en een fotograaf of schilder hetvooral goed met elkaar moeten kunnen vinden. Daarnaast is het voorRoos ook een eer om model te zijn. "Het is zo leuk als je hetatelier binnenkomt en daar een heel groot schilderij van jou hangt.'Wauw, dat ben ik!' denk ik dan. Ja, als-ie morgen belt en vraagtof ik wil komen, dan doe ik het gelijk weer."

Lineke van den Boezem

'Offertes geven een goed beeld van je tijdsbesteding'

"Wat ik nou weer meegemaakt heb. Loop ik hetsecretariaat van het Communicatie Service Centrum binnen omdat ikeen Universiteitsgids nodig heb. Kost zo'n ding 25 gulden.Vijfentwintig gulden!!! Dat is toch te zot voor woorden? Het gaatom de telefoonnummers van de medewerkers. Dat soort informatie zoutoch gratis beschikbaar moeten zijn? Maar ja, dat krijg je met dienieuwe commerciële aanpak. Alles moet tegenwoordig geldkosten. Ik vind het je reinste waanzin."

Voor hoofd Studium Generale André Klukhuhn had het allemaalniet gehoeven, de reorganisatie van het Bureau van de universiteitdie twee jaar geleden tot gevolg had dat ambtelijke afdelingenwerden vervangen door facilitair werkende service centra. Hetbeproefde systeem van vaste budgetten per afdeling ongeacht dehoeveelheid werk, maakte toen plaats voor een meer zakelijke aanpakwaarin elke gulden moet worden verdiend en waarin elke geleverdedienst zijn prijs heeft.

Net zoals zes jaar eerder bij het Faciliteiten Bedrijf FBU gingdie meer commerciële aanpak - op de terreinen buitenland,communicatie, huisvesting en studenten - aanvankelijk gepaard metde nodige onwennigheid. Maar bij het Communicatie Service Centrum,de voormalige afdeling In- en Externe Betrekkingen, is eenmeerderheid van de 31 medewerkers inmiddels enthousiast over denieuwe werkwijze, vertelt directeur Maria Mennen.

"Natuurlijk was het in het begin even wennen. Vroeger kon men,als er een opdracht binnenkwam, meteen aan de slag, bijvoorbeeld omeen mooi boekje te gaan maken. Nu moeten de medewerkers van tevoren goed nadenken over de tijd die het ze gaat kosten, de prijsdie daarvoor wordt betaald en ze moeten ook al vrij precies wetenwat ze leveren. Wil je een zakelijke en verantwoorde offerteuitbrengen, dan kun je niet zonder vastomlijnd plan aan de ganggaan zoals vroeger nog wel eens gebeurde."

Inge Nix en Gijs de Graaf zijn als oudgedienden van het CSC tespreken over de ommezwaai, die er volgens Nix vooral toe heeftgeleid dat er nuprofessioneler wordt gewerkt. "Ik houd mij bezigmet het organiseren en publicitair begeleiden van manifestaties,zoals bijvoorbeeld de opening van het Jeugdlab in hetUniversiteitsmuseum vorige week. Twee jaar geleden zou daar min ofmeer op de gok een vast budget voor zijn uitgetrokken. Dan kon hetwel eens gebeuren dat dingen erbij inschoten. Als zo'n happeningwat duurder uitviel, besloot je om dan de koffie maar te schrappen.Of er was zo weinig tijd dat we het toegezegde 'pluggen' van degebeurtenis bij de media noodgedwongen beperkten tot eenpersbericht en een paar telefoontjes. Nu breng ik een offerte uitwaarin exact staat omschreven hoeveel koffie er wordt geschonken enhoeveel tijd er zal worden besteed aan contact met de media. Datgeeft zowel de opdrachtgever als mijzelf duidelijkheid."

Gijs de Graaf is onder meer coördinator van hetstudievoorlichtingspakket en de magazines voor scholieren. Hoewelhet college van bestuur in vrijwel alle gevallen zijn opdrachtgeveris, moet ook hij nu voor elke brochure een offerte opstellen. "Voormij is heel belangrijk dat daardoor nu ook de tijd die ik aan eenopdracht besteed, in de prijs wordt verdisconteerd. Vroeger had jehet vaak 'heel druk' met van alles en nog wat zonder dat echtduidelijk was hoe je je tijd precies besteedde. Nu geven deoffertes een goed beeld van je tijdsbesteding. Dat betekentinderdaad dat wij elke dag moeten tijdschrijven, maar dat vind ikgeen enkel probleem. De helderheid die dat oplevert, bevalt meprima."

Inge Nix: "Het is trouwens ook prettig dat we nu contact hebbenmet één concrete opdrachtgever. Daardoor wordt veelduidelijker wat er van je verwacht wordt. En als je goed werk hebtafgeleverd, krijg je dat ook te horen. Niets is zo leuk als met eenmap vol krantenknipsels bij je opdrachtgever aan te komen."

Grootste probleem met de nieuwe werkwijze is volgens Mennen hetaanleren van een andere houding. "Vandaar dat we de laatste tijdrelatief veel aandacht besteden aan trainingen en opleidingen. Wezijn begonnen met een cursus effectief communiceren, met als doelde samenwerking te verbeteren en een basis te leggen voorcommunicatie met opdrachtgevers. Ook feedback geven was hierbij eenonderdeel, opdat mensen wat minder bang worden om de kritiek diezij hebben op het werk van collega's ook te uiten. Want dat komt dekwaliteit van de producten alleen maat ten goede. Daarnaast volgenmedewerkers dit jaar cursussen op het gebied van projectmatigwerken en het leiding geven aan projecten. Later in het trajectkomt ook de hele acquisitie om de hoek komt kijken."

Op de vraag of zij nog terug zou willen naar de oude situatieantwoordt Mennen met een hartgrondig 'nooit'. Maar, is de vraag,het is toch niet leuk dat tegenwoordig voor elke zucht geld moetworden betaald? Mennen: "Het is echt niet zo dat je bij ons vooralles moet betalen. Wie hier komt voor een persbericht of voor eenadvies over een tekst wordt gewoon gratis geholpen, net alsvroeger. Deze diensten vallen binnen de pakketofferte die wijjaarlijks aan het college uitbrengen. En de Universiteitsgids? Tja,het spijt me, maar dat is niet echt een goed voorbeeld, want diegids was nu juist een van de producten waarvoor vroeger ook almoest worden betaald bij een nabestelling. Dat moet voorkomen datmensen hun gidsen al te gemakkelijk laten slingeren. Wat de gidsbetreft is er de afgelopen tijd dus juist niets veranderd."

Erik Hardeman

'Brouwer had lak aan de conventies van zijn tijd'

De grootste Nederlandse wiskundige sinds Huygens. Datis de reputatie die L.E.J. Brouwer in ons land en ver daarbuitengeniet. Onlangs voltooide prof.dr. Dirk van Dalen het eerste deelvan zijn biografie over de man die in de jaren twintig een zoeigenzinnig wiskundig systeem ontwikkelde dat de ware betekeniservan pas nu tot vakgenoten begint door te dringen.

Het leven is een toovertuin. Met wonderzacht blinkendebloemen, maar tusschen de bloemen loopen de kaboutermannetjes, daarben ik zoo bang voor, die staan op hun kop en het ergste is dat zemij toeroepen dat ik ook op mijn kop moet gaan staan, een enkelemaal probeer ik het, en ik schaam me dood; maar soms roepen dan dekabouters dat ik het heel erg goed doe, en toch ook een echtekabouter ben. Maar dat laat ik me in geen geval ooitwijsmaken.

Aldus wiskundestudent Luitzen Brouwer in 1906 in een brief aanzijn vriend, de dichter Adama van Scheltema. Een mooi citaat, vindtde Utrechtse emeritus-hoogleraar prof.dr. Dirk van Dalen. "Hetboeiende van Brouwer is dat hij niet alleen als wiskundige maar ookals mens volstrekt uniek is geweest en dat hij altijd heeftgeweigerd om zich iets van de andere 'kabouters' aan te trekken. Ikwas als student al onder de indruk van zijn wiskundige ideeën,maar van zijn persoon wist ik niet veel meer dan dat hij een koppigen eigenzinnig man was, die met iedereen ruzie maakte. Pas in dejaren zestig hoorde ik in Amerika voor het eerst al die kleurrijkeanecdotes, zoals bijvoorbeeld dat hij in Blaricum huisjes in zijntuin had staan waar hij, ondanks dat hij getrouwd was, vriendinnenliet wonen.

Gaandeweg werd ik steeds nieuwsgieriger en ben ik materiaal gaanverzamelen voor een biografie, uiteraard met het idee dat iemandanders dat boek zou schrijven. Maar niemand had tijd en toen ben ikhet zelf maar gaan doen in mijn vrije tijd. Vrijwel al mijnzomervakanties zijn de afgelopen twintig jaar in Brouwer gaanzitten. Gelukkig komt er nu wat meer belangstelling voor dit inmijn ogen zeer belangrijke stuk wiskundige geschiedsschrijving,zeker nu NWO heeft besloten om mijn Brouwerproject de komende vierjaar financieel te steunen."

Intuïtionisme

Van Dalen, emeritus-hoogleraar in zowel de logica als defilosofie van de wiskunde in Utrecht, mag zonder overdrijvingworden beschouwd als de grote pleitbezorger van de door Brouwerontwikkelde wiskunde. Niet verwonderlijk, want met zijnintuïtionisme presenteerde Brouwer een wiskundige theorie dieonverbrekelijk verbonden is met een op mystieke uitgangspuntengebaseerde 'filosofie'.

Van Dalen: "Brouwer stelt dat de mens op een soort absoluutnulpunt begint en zodra hij geboren is sensaties begint teondergaan. Al snel gaat hij daarin patronen herkennen en op basisdaarvan construeert ieder mens geleidelijk een voor hem of haaruniek beeld van de wereld. Behalve sensaties van buiten komen erechter ook sensaties van binnenuit. Daartoe behoren uitingen vancreativiteit en kunst, maar ook filosofie en wiskunde. VolgensBrouwer maakt elke mens dus als het ware zijn eigen wiskunde."

Volgens de meest gangbare opvatting is wiskunde een spel metformele symbolen dat niet noodzakelijk naar een werkelijkheidbuiten de wiskunde hoeft te verwijzen. Maar daarmee nam Brouwergeen genoegen, zegt Van Dalen. "Als je zegt dat er iets is, dan kunje volgens hem niet volstaan met een formeel bewijs zoals deklassieke wiskunde doet. Nee, je moet echt kunnen laten zien dathet bestaat. (zie kader) Een van de voornaamste consequenties vandeze opvatting van wiskundige correctheid is dat hij het sindsAristoteles algemeen geaccepteerde principe van de uitgeslotenderde afwijst.

"Volgens onze logica zijn er maar twee mogelijkheden: Of iets isrood, of het is niet rood. Dat logische uitgangspunt maakt in dewiskunde het bewijs uit het ongerijmde mogelijk: Als de ontkenningvan een bepaalde bewering onwaar is, dan is de bewering zelf perdefinitie waar. Brouwer vond dat een leeg begrip van waarheid. Hijvond dat de waarheid van een bewering pas mocht worden gaccepteerdals er een rechtstreeks bewijs voor kon worden geleverd. Omdat datniet altijd mogelijk is, komen in de intuïtionistische logicanaast ware en onware beweringen ook zinvolle beweringen voor meteen soort zwevende, onbesliste status. Het 'in principe waar ofonwaar zijn' wordt als zinloos beschouwd.

Het was overigens niet zo dat Brouwer de klassieke wiskundeverwierp. Hij noemde haar een prachtig en ook heel bruikbaar spelmet symbolen. Wat hij verwierp was de aanspraak van de klassiekewiskunde op uiteindelijke correctheid. Daarvoor kwam naar zijnmening alleen de intuïtionistische wiskunde inaanmerking."

In zijn boek besteedt Van Dalen uitgebreid aandacht aan hetgrondslagendebat uit de jaren twintig tussen Brouwer en devertegenwoordigers van de klassieke wiskunde onder leiding van deDuitse coryfee Hilbert. "Als je de geschiedenis overziet moet jeerkennen dat Brouwer die strijd verloren heeft. In de hedendaagsewiskunde speelt het intuïtionisme geen rol van betekenis. Datligt echter anders in de logica endaarmee ook in de informatica.Het interessante is dat in de jaren zeventig en tachtig duidelijkwerd dat de aanpak van Brouwer cruciaal is om aan te tonen datprogrammeertalen consistent zijn. Vandaar dat er op dit moment ookin Utrecht weer sprake is van een groeiende belangstelling voor hetintuïtionisme."

Landloperij

Hoewel Van Dalen veel tot nu toe onbekend nieuw wiskundigmateriaal presenteert, ziet hij zijn biografie in de eerste plaatsals document humain over een man die lak had aan de conventies vanzijn tijd en die zich bij voorkeur inliet met kunstenaars enschrijvers als Frederik van Eeden. Grinnikend vertelt de biograafhoe Brouwer in zijn studententijd een voettocht van Amsterdam naarRome maakte.

"Hij sliep tijdens zulke tochten altijd in de open lucht en werddaarom in Noord-Italië opgepakt wegens landloperij. De zaakwerd nog erger toen bleek dat hij een boekje bij zich had van hetAmsterdams Socialistisch Leesgezelschap. U kunt zich voorstellenhoe verbaasd de politie was toen hij op het bureau in vloeiendItaliaans uitlegde dat hij op weg was naar de grote Italiaansewiskundige Bianchi en nonchalant een uitnodigingsbrief uit zijnbinnenzak haalde."

Brouwer was volstrekt wars van conventies. Volgens een anderverhaal had hij van een vriendin gehoord dat een Amsterdamseapotheker een zeer aantrekkelijke dochter had. Dat meisje is zijnvrouw geworden, maar niet voordat Brouwer tegenover de apotheek ineen boom was geklommen om op zijn gemak te kunnen bekijken of zijer echt zo leuk uitzag als hem was verteld.

Dat de grote wiskundige een cynisch gevoel voor humor had, magtenslotte blijken uit het volgende verhaal: Tijdens een toerneedoor Amerika moest de chairman van een van de bezochteuniversiteiten hem meedelen dat de toegezegde fee niet kon wordenuitbetaald omdat de faculteit het bedrag niet had goedgekeurd. Zijnwraak was zoet. In plaats van de voordracht van één uurdie hij normaal altijd hield, is hij op deze universiteit twee uuronafgebroken aan het woord gebleven.

Erik Hardeman

(Dirk van Dalen, 'Mystic, Geometer, andIntuitionist: The Life of L.E.J. Brouwer, volume 1, The DawningRevolution. 448 pagina's. Introductieprijs tot 1 oktober 178,80gulden)


De macht van twee irrationale getallen

Het verschil tussen de klassieke en deintuïtionistischewiskunde kan goed worden duidelijk gemaakt aan de hand van hetvolgende probleem uit de getaltheorie. De vraag is of er tweeirrationale getallen (bijvoorbeeld wortels) A en B kunnen wordengevonden zodanig dat AB rationaal is.

In de klassieke wiskunde wordt die stelling als volgt bewezen:Neem voor A en B allebei fl. 2. Dan geldt dus: AB = ( fl. 2) fl. 2.Nu zijn er twee mogelijkheden:

1) ( fl. 2) fl. 2 is een rationaal getal, waarmee het bewijs isgeleverd.

2) ( fl. 2) fl. 2 is het irrationale getal C. Maar in datlaatste geval geldt dat AC rationaal is. AC is namelijk (( fl. 2)fl. 2) fl. 2. En dat is volgens een basale wiskundige regelhetzelfde als fl. 2( fl. 2* fl. 2) = ( fl. 2)2 = 2.

Hoewel deze redenering volgens de normen van de klassiekewiskunde als geldig mag worden geaccepteerd, verwerpt Brouwer eendergelijke bewijsvoering omdat niet duidelijk is welke van de tweeoplossingen de juiste is.

'Waar anders kun je nou ongestraft met granaten gooien?'

Quake is een computerspelletje van 89,50 gulden waarbij het debedoeling is zoveel mogelijk tegenstanders overhoop te schieten.Het spel is een geavanceerde uitvoering van het aloude Doom. Maarin de nieuwste versies van Quake is het mogelijk om op Internettegen echte tegenstanders te spelen.

Met name op het IBB-net woeden nachtenlang bloedige gevechtenwaarbij op bijzonder plastische wijze de afgeschoten lichaamsdelenen de stukken vlees in het rond vliegen. Sander Van Geloven en Jaapvan Bekhoven zijn fanatieke spelers. Zeker vier uur in de weekbesteden ze aan hun moordpraktijken. Van Bekhoven: "Het is heelspannend en bevredigend om mensen op een onschuldige manier aanflarden te schieten"

Echt duur is quaken niet voor studenten. De kosten voor hetIBB-net bedragen vijfentwintig gulden per maand. Bovendien blijkenveel studenten in staat om het spel op minder legale wijze tebemachtigen.

Je start het spel op en je kunt op het net uitzoeken op welkeplekken je kunt spelen. Het aantal spelers is heel wisselend. Maarhet soort spel varieert ook. Zo is er het zogenaamde Death Match,waar het er alleen om draait zoveel mogelijk dodelijke slachtofferste maken. Elke slachtoffer levert punten op, wordt een speler zelfgeraakt dan kost dat een punt. Met een simpele klik van de muiskomt hij echter weer tot leven. Je bent op dat moment wel al jewapens kwijt. Het is goed gebuik onder quakers om mensen die netdood zijn geweest niet onmiddellijk weer af te knallen, maar ze dekans te geven te herstellen.

Hoewel er eigenlijk geen regels zijn, is het zogenaamde campenerg fout. Campen is een laffe techniek waarbij een speler zichverstopt een stil hoekje en alles afknalt wat voorbijkomt. Bijverschillende clans is dit verboden.

Spelers die de handen ineen willen slaan richten een clan op. Jekunt je als clan aanmelden bij de makers van het spel. Met minimaalvijf spelers en een eigen Internetpagina ben je een officiëleQuakeclan. "We hebben inmiddels onze eigen IBB-clan opgericht",vertelt Van Geloven. "Maar dat is nog niet echt serieus", voegt hijdaar aan toe.

Goede spelers worden gevraagd door clans met welluidende namenals SQA, Solo Quake Alliance. De quakers zelf verschuilen zichachter namenals UA-Killer. Van Geloven heeft gekozen voor naamMusubi, Van Bekhoven treedt op als Dook. Er zijn ook quakers die'appelmoes' als strijdkreet hebben.

Knutselen

Op het IBB-net kan het spel gespeeld worden op de IBB-server.Maar zijn er veel mensen op het net dan wordt het spel langzaam.Daarom treedt een van de spelers vaak als gastheer op. Zijn systeemfungeert dan als server. De gastheer bepaalt in welk level er wordtgespeeld en volgens welke regels. 'Gastheer' moet trouwensletterlijk worden genomen, want de spelers zijn volgens Van Gelovenaltijd mannen.

Ook biedt het spel de mogelijkheid om zelf levels te maken. Demakers van het spel zijn erg slim. Op verschillende plaatsen op netzijn tools te vinden om zelf een level te bouwen. Handige hackersknutselen hele nieuwe levels in elkaar door nulletjes en eentjes inde programmacode te veranderen.

Je komt hele absurde dingen tegen. Spelers die het Witte Huishebben nagebouwd. Studenten in Delft bouwden hun sociëteit na.Van Bekhoven heeft met het idee gespeeld om een virtueel IBB temaken. "Maar eigenlijk is dat saai, het is allemaal rechttoerechtaan", vindt hij bij nader inzien.

Het wordt regelmatig nachtwerk maar Van Geloven heeft niet hetidee dat het quaken ten koste gaat van zijn sociale leven. "Hetbrengt juist enige regelmaat in mijn bestaan. Door het quaken komik minder in het café. En ik kijk geen televisie."

Het contact met de tegenstander, een belangrijkelement bij demeeste ander sporten en spellen, ontbreekt bij quaken volkomen. VanBekhoven: "We kunnen elkaar wel boodschappen sturen. De tekstverschijnt dan boven in het scherm. Je kunt afspreken om even niette schieten en met elkaar te praten." Van Geloven: "Je kuntproberen elkaar op te naaien, door teksten als: Jezus wat ben jijslecht. Maar de meeste spelers trekken zich daar niets vanaan.'

Je wordt een goede quaker door het spel heel vaak te spelen.Maar ook hier is het materiaal van wezenlijk belang. Zonder eensnelle computer ben je helemaal nergens. Dan ontwijk je te langzaamen ben je een willig slachtoffer voor quakers als Van Bekhoven, diewel over de nieuwste apparatuur beschikken.

Waarom trekken rustige en beschaafde types als Van Bekhoven enVan Geloven op het Internet ten strijde tegen spelers die zichtooien met namen als UA Killer. Van Geloven: "Waar anders kun jenou ongestraft met granaten gooien. Andere mensen geven kapitalenuit aan vuurwerk. Ik besteed liever honderd gulden aan Quake."

Over het bloederige uiterlijk van het spel kan hij kort zijn."Bij stratego lopen ze ook op bommen. Dat is toch ook zielig voordat poppetje."

Jurgen Swart

'Een certificaat dekt de lading niet'

Iedereen lijkt het erover eens te zijn. De UtrechtseMediëvistiek is iets bijzonders. Toch wordt de opleidingbinnenkort gedegradeerd tot variant van Algemene Letteren envervalt de eigen bul. Studenten en promovendi zijn verbijsterd. "Ikben kwaad dat kwaliteit niet beloond wordt. We steken even onshoofd boven het maaiveld en het wordt eraf gehakt."

Het nieuws dat de opleiding Mediëvistiek haar zelfstandigestatus zou gaan verliezen kwam voor promovendus Els Rose enstudentassistent Babette Hellemans vorig jaar als een 'donderslagbij heldere hemel'. Ze hadden steeds in de veronderstelling geleefddat de inkrimping van het opleidingenaanbod waartoe de VSNU hadbesloten alleen de in de marge opererende en obscure studietjes zoutreffen. En als Mediëvistiek iets niet is dan is het welobscuur en marginaal.

Rose: "Ik kan niets anders concluderen dan dat ze niet genoegwisten van wat de opleiding Mediëvistiek inhoudt." Depromovendus schroomt niet om samen met Hellemans de loftrompet testeken over wat nu nog een bovenbouwopleiding is. Kwamen ze tijdensde laatste visitatie niet als een van de beste UtrechtseLetterenstudies uit de bus?

Komt niet veertig procent van de studenten in hetwetenschappelijk onderzoek terecht? En is de opleiding niet dekweekvijver voor het onderzoek dat als enige bij Letteren hetpredicaat 'excellent' toebedeeld kreeg?

"Het is misschien vreemd om jezelf zo op de borst te slaan",zegt Rose. "Maar voor mij is Mediëvistiek echt eenkostbaarheid. Twintig jaar lang heeft iedereen keihard gewerkt omdit tot een succes te maken en het heeft zijn vruchten afgeworpen."De Utrechtse Mediëvistiek is volgens de twee internationaalvermaard. Hellemans: "We hoeven alleen maar het congres over demiddeleeuwse kronieken te noemen dat in juli weer plaatsvindt. Ofde serie Utrechtse Bijdragen tot de Mediëvistiek."

Wat Babette Hellemans nog het meest bevreemdt is dat deopleiding nu naar het schijnt wordt afgestraft voor de uniekeopzet. Vanuit het merendeel van de onderwijsinstituten van defaculteit Letteren en soms ook van daarbuiten zijn docentenbetrokken bij het onderwijs van de opleiding. "Deinterdisciplinariteit wordt ons met de paplepel ingegoten.Middeleeuwse bronnen zijn heel weerbarstig en moeilijk teontrafelen alsniet de kennis van verschillende vakgebiedenvoorhanden is." De studentassistent begrijpt dan ook niet dat,juist nu overal binnen de wetenschap de roep ominterdisciplinariteit klinkt, een opleiding waar die aanpak succesheeft wordt gekleineerd. "Wij zijn waarschijnlijk beter dan anderestudenten in staat toegang te krijgen tot de bronnen en de wereldachter die bronnen."

[?mP#a4!#$&

Noodoplossing

Even voor de goede orde. Mediëvistiek met al haar meritesblijft gewoon bestaan. De beslissing van de VSNU bracht een stroomvan briefwisselingen en discussienota's binnen de faculteit opgang. Die hebben geleid tot een redelijk bevredigende maatregel.Het oorspronkelijke plan om de opleiding onder te brengen bijGeschiedenis werd verworpen. Het bleek in de eerste plaatsorganisatorisch vrij lastig het hele programma van dertien modulenbij de opleiding Geschiedenis te plaatsen. Daarnaast zoubijvoorbeeld de student Frans die Mediëvistiek wil studeren indat geval een bul geschiedenis moeten halen en dus ook alledoctoraalvakken van die studie doen. De opleidingscommissie vondeen beter alternatief, waarmee de faculteit uiteindelijk instemde.Het integrale programma Mediëvistiek wordt voorlopig eenvariant van Algemene Letteren

Ook voor Rose en Hellemans is de plaatsing binnen de studie dievanaf september 2000 onder de naam Taal- en Cultuurstudies door hetleven zal gaan 'de beste noodoplossing'. Inhoudelijk blijft allesbij hetzelfde en er wordt niet getornd aan de kwaliteit van hetprogramma. Bovendien is Algemene Letteren vaak de keuze vanstudenten die niet precies weten wat ze willen. Voor hen wordtMediëvistiek misschien een meer voor de hand liggendeoptie.

Toch hebben de beiden een belangrijk bezwaar. Studenten zullenin het vervolg een bul van Algemene Letteren met een certificaatMediëvistiek ontvangen in plaats van een bulMediëvistiek. Dat maakt volgens de twee gevoelsmatig een grootverschil. Rose: "Ik ben er trots op Mediëvist te zijn. Ik benook trots op mijn bul. Voor deze opleiding moet hard gewerktworden. Het niveau is stevig. Een buitenstaander vraagt zichmisschien af waar we ons druk over maken, maar met een bul rond jezo'n studie echt af."

De twee denken bovendien dat het voor een opleiding zonder eigenbul onder de paraplu van Algemene Letteren nog moeilijker zalworden zichzelf te profileren. Nieuwe studenten zullen de variantmoeilijker weten te vinden en ook voor afgestudeerden die dearbeidsmarkt opmoeten zal hetnegatieve effecten hebben. Nu al wordter vaak gedacht dat Mediëvisten 'iets met media' doen. Als danuiteindelijk duidelijk wordt dat het over de middeleeuwen gaat danwordt direct de link met geschiedenis gelegd. Terwijl dat slechtseen van de betrokken disciplines is.

"Mediëvistiek is een volwaardige opleiding", aldus Rose."Het is dus niet zo'n letterenopleidinkje dat je doet omdat je geenzin hebt om Rechten te gaan studeren. Studenten voelen zich ookvolwaardig Mediëvist. Dat zullen ze ook onder AlgemeneLetteren blijven doen. Maar een certicifaat dekt de lading in niethelemaal."

Overigens gaan alle betrokkenen ervanuit dat er sprake is vaneen tijdelijke maatregel. Gehoopt wordt dat de Mediëvistiek opkorte termijn, dat wil zeggen over twee jaar, weer de beschikkingkrijgt over een eigen opleidingslabel. Het faculteitsbestuur, datzich steeds zeer ongelukkig heeft getoond met de gang van zaken,heeft de Mediëvisten toegezegd een uiterste inspanning tewillen leveren om het college van bestuur ertoe te bewegen eennieuwe aanvraag voor een dergelijk label in te dienen. BabetteHellemans: "Misschien denk ik te simplistisch of zo. Maar volgensmij hebben we dan voor niets veel geld uitgegeven aan de verhuizingvan het secretariaat en het vervangen van briefpapier. Waarom kaniets dat goed is niet blijven bestaan."

Xander Bronkhorst

'Met langlopende groepen hoeven we echt niet meer aan te komen'

'Met langlopende groepen hoeven we echt niet meer aan tekomen'

Er zijn genoeg studenten die belangstelling hebbenvoor het geloof. Maar actief worden in de studentengemeente, dat iseen tweede. De EUG, de Oecumenische Studentengemeente Utrecht geeftde moed niet op en probeert nieuwe wegen om zichzelf onder deaandacht te brengen. "'Zieltjes winnen', dat is niet onze taak. Hetbelangrijkste is dat iedereen weet dat we er zijn."

Geen Hollandse pot maar gado gado met rijst. De zes deelnemersaan de eetgroep Spek en Bonen geven om beurten hun bord door zodatCasimir Struijk - de gelegenheidskok van deze avond - enstudentenpastor Jasja Nottelman - koksmaat - kunnen opscheppen. Danwordt een moment stilte in acht genomen. De twee katholieken in hetgezelschap slaan een kruis, de zes protestanten sluiten deogen.

Begin januari ging de nieuwste activiteit van de EUG van start:een wekelijks eetgroep. Voor EUG-leden, maar ook voor studenten vanbuiten, die eens wat meer willen horen over de activiteiten van destudentenkerk. Zonder verdere verplichtingen, want je mag besteenmalig aanschuiven aan de eettafel bij Cunera aan deNieuwegracht.

De jongeren die deze donderdagavond om de tafel zitten hebbenallemaal al een band met de EUG. Matthias zit in delithurgiecommissie, Wilmer en Roeland in de publiciteitscommissie,Fran ois is beheerder van het pand, Pieter zingt in het koor entheologiestudent Casimir loopt stage bij de EUG. Maar daar komen zepas in de loop van de maaltijd achter. De meesten kenden elkaarniet of hooguit van gezicht. Voor studentenpastor Jasja Nottelmandie de eetgroep oprichtte, het bewijs dat de eetgroep zinheeft.

Bovendien blijkt het een uitgelezen moment om te lobbyen.Casimir verzucht dat hij nog mensen nodig heeft om de dienst vanmaart voor te bereiden. "Is dat niet iets voor jou?" probeertMatthias bij zijn buurman Roeland. Die zegt voorzichtig dat het hembest interessant lijkt om zo'n dienstvoorbereiding eens mee temaken. En daarmee is de zaak beklonken: Roeland zal zich maandagmelden voor de eerste bijeenkomst.

Kloosterweekend

Studentenkerken in Nederland beleven moeilijke tijden.Studietijdverkorting en een almaar slinkende studiebeurs maken datstudenten moeten wikken en wegen met de kostbare vrije tijddieoverblijft. En de animo voor het lidmaatschap van eenstudentenvereniging of een sportclub is groter dan dat van de EUG,de Oekumenische Studentengemeente Utrecht.

Dat de hedendaagse student helemaal geen interesse heeft invragen van levensbeschouwelijke aard, dat wil er niet in bijstudentenpastor Tejo van der Meulen die al zo'n achttien jaar indienst is van de EUG. "Voor mijn promotieonderzoek heb ik in 1996aan vijftien procent van de voltijdstudenten een vragenlijstgestuurd. Ik peilde daarin hun belangstelling voor geloof, God enkerk. En die bleek bij het gros van de studenten aanwezig tezijn."

Maar belangstelling hebben voor geloof en actief zijn in destudentenkerk zijn twee verschillende dingen. Dat merkte JasjaNottelman, toen zij in september 1998 in dienst trad van de EUG."De eerste keer dat ik op zondagochtend in de Janskerk kwam, moestik de studenten zoeken met een loepje." Er waren veel meeroudstudenten die inmiddels baan en gezin combineren, danstudenten.

Bij de gespreksgroepen die op een doordeweekse avond wordengehouden, varieert de opkomst van studenten. Een medewerker van hetsecretariaat pakt er de cijfers over het afgelopen jaar even bij.Honderdtien studenten hebben in 1998 geholpen bij de voorbereidingvan de diensten. Een cursus bijbellezen werd door 23 studenten entwee niet-studenten gevolgd. Bibliodrama trok achtbelangstellenden, van wie er vijf studeerden. In de twaalfkoppigebelijdenisgroep zaten twee studenten. Maar daarentegen is debelangstelling voor het kloosterweekend elk jaar groter dan detwaalf plaatsen die er te vergeven zijn.

De zes studentenpastores van de EUG laten zich niet ontmoedigendoor de aantallen. Voor het eerste kwartaal van 1999 bieden ze maarliefst 22 gespreksgroepen aan. Wel zijn er enige concessies gedaanaan de wensen van de hedendaagse student.

Tejo van der Meulen: "Met langlopende groepen hoeven we echtniet meer aan te komen. Vroeger kwam een gespreksgroep twaalf keerbij elkaar. Nu maximaal vijf keer. Het is allemaal wat vluchtigergeworden. Persoonlijk vind ik dat jammer, want om met zo'n clubdrie maanden bezig te zijn met een boek, dat schept een hele hechteband, er groeit dan echt iets. Aan de andere kant: de kortlopendegroepen bieden het voordeel dat mensen die zich in maart aanmeldenhooguit een paar weken hoeven te wachten voor ze kunnen beginnen.Terwijl we vroeger moesten zeggen: helaas, kom in september maarterug."

Slogan

Ook de belangstelling van studenten is gewijzigd, in de achttienjaren dat Van der Meulen meedraait. "Vroeger waren politieke enmaatschappelijke thema's zeer in trek. Het politiek café datwe maandelijks organiseerden trok veel belangstellenden. En nuboeit dat studenten niet meer."

Zijn collega Jasja Nottelman vindt wel dat er meer moet gebeurenom studenten te bereiken dan het drukken van een fraaie folder metalle activiteiten van de EUG alleen. "Ik ben aangesteld voor deHogeschool dus dan moet je ook zorgen dat ze je daar kennen. Laatstheb ik het decanenoverleg bijgewoond. Nu de decanen mijn gezichtkennen, hoop ik dat ze studenten die met bepaalde vragen naar hentoekomen, naar ons doorverwijzen." Maar om tijdens de pauzes destudenten zelf aan te klampen, gaat haar weer te ver. "Ik ben nietzo van het zieltjes winnen. Mijn doel is niet om studenten tebekeren of lid te maken van de EUG. Maar als studentenpastor heb jevooral de taak om duidelijk te maken dat je in de stad aanwezigbent en dat ze naar je toe kunnen komen."

In hun pogingen om meer studenten te bereiken, hebben depastores de hulp ingeroepen van een aantal studenten. Zes van henhebben zich verenigd in de publiciteitscommissie. En zij denken meeover hoe ze aan hun medestudenten beter kunnen overdragen waar deEUG voor staat.

Wilmer de Jong en Roeland Sluiskes, respectievelijk vierdejaarsmuziekwetenschap en sociale geografie en allebei gereformeerd, zijnnu een jaar lid van de publiciteitscommissie. Hun activiteiten totop heden: tekstwijzigingen suggereren voor folders, een inleidendetekst schrijven in het programmaboekje, posters bedenken, deInternetpagina verbeteren.

Het meest gewaagde tot nu toe is hun voorstel aan de EUG-leidingom de naam in te ruilen voor een andere. Roeland: "EUG,Oekumenische Studentengemeente Utrecht, dat werkt niet meer. Demeeste studenten weten niet eens wat oekumenisch betekent."

"De nieuwe naam moet duidelijker zijn", vindt Wilmer. Tweewoorden moeten er in elk geval in: studenten en Utrecht. Maar ofhet dan Utrechtse Studentenkerk, Utrechtse Studentengemeente ofUtrechts Studentenpastoraat moet worden, daar zijn ze nog nietuit.

Tot hun opluchting werd hun voorstel niet bij voorbaat van dehand gewezen door de oudgedienden binnen de EUG. Wilmer: "We warenbang dat die erg gehecht zouden zijn aan de huidige naam. Maar hunreactie was: als jullie vinden dat de naam anders kan, dan moetenwe er maar eens met zijn allen over praten."

Maar zal een nieuwe naam ook meer studenten trekken? Roeland:"Tja, da's afwachten. We willen in elk geval dat de naam de ladingbeter dekt."

Wat is die lading dan, kunnen ze dat in twee zinnen samenvatten?Misschien in een wervende slogan? Lange stilte. Denkpauze. Roelandlacht: "Daar zijn wij al een jaar over aan het denken en praten."Wilmer, uiteindelijk: "Ruimte. Er moet iets met ruimte in: jekrijgt de ruimte om na te denken en te ontdekken wat voor joubelangrijk is. Door daar met anderen over te praten. En door teluisteren naar wat andere geloven te zeggen hebben." Want voor destudenten die het niet weten: oekumenisch betekent dat protestantenen rooms-katholieken samen één kerk vormen.

Karin Alberts

Eten, snacken, tafelen

Lineke van den Boezem


Pray for peace and grace and spiritualfood,

For wisdom and guidance, for all these aregood,

But don't forget the potatoes.

- John Tyler Pettee


Echte mannen eten geen quiche

-Bruce Feirstein

Life is too short to stuff a mushroom

- Shirley Conran

No man can be wise on an empty stomach

- George Eliot

Never eat more than you can lift

-Miss Piggy


Ontbijten doe je niet, of wel

De één is pas gelukkig als hij na een vijfuur durend tête-à-tête met de foodprocessor aantafel schuift. De ander doet een moord voor een nachtelijk patatjesmurf. Van babymelk via friet met appelmoes naar het veelzijdigemenu van de student anno nu.

Eten: het begint met drinken, aan de borst of uit een flesje.Wat later ben je toe aan potjes Olvarit en geprakte Liga's metbanaan en sinaasappelsap.

Dan word je zes, er zijn volop spekjes en dropveters, je hebt jeeerste echte fietsje gekregen en hoera, je mag 's avonds kiezen watje wilt eten. Dat kan maar één ding betekenen: kip metfriet en appelmoes.

Nog zes jaar later ben je brugpieper en staat er weer een fietsin de schuur te glimmen. Tussen de middag heet voortaan 'grotepauze' en die pauze biedt ongekende mogelijkheden wat eten betreft.Eet je braaf de boterhammetjes uit je broodtrommel (later: plasticzakje) op? Gooi je je brood op het dak voor de meeuwen en koop jeeen half ongesneden wit waar je de binnenkant al wandelend vanopeet? Of leef je op roze koeken en Marsen?

Met ontbijten stop je halverwege de tweede klas omdat het teveel tijd kost. Avondeten doe je wel, en veel ook. Twee borden vol.Dat is onvoorstelbaar, want om half vier had je nog een gevuldekoek, drie boterhammen met twee gebakken eieren en een tostiweggewerkt. Zuurkool valt in de categorie 'niet te douwen' en dedubbelvla dient slechts één doel: het pesten van jekleine zus door met het pak te schudden zodat de smaken vanille enchocolade in elkaar overlopen tot een hopjesvla-kleurige brij.

In de vierde klas grijp je terug op een gewoonte die je sinds jebabytijd hebt laten versloffen. Je gaat weer 's nachts eten. Eengroot broodje shoarma, een patatje smurf en een broodje frikadelspeciaal zijn favoriet.

Voor sommigen van ons is er sinds die tijd weinig veranderd.Ontbijten doe je nog steeds niet en 's nachts zit je waarschijnlijkmet meer regelmaat dan ooit in de snackbar. Omwille van eenhuisregel wordt er gezamenlijk gegeten en dus moet je nog altijd optijd thuis zijn. Waarschijnlijk niet meer om zes uur, maar om eenuur of half acht. Spaghetti Bolognese is één van jelievelingsgerechten en helpen met de afwas vind je nog steeds eenidioot idee. Op zondag wil je biefstuk met gebakken aardappelen

Was je vroeger iemand die met een halfje tijgerwit over straatliep, dan behoor je nu waarschijnlijk tot de categorie afhaaleters.Je begint de dag met een kant en klaar ontbijtprodukt. Variatie iser genoeg: yoghurt met granen, melk met granen, vruchtensap metgranen. Om een uur of twee ga je een broodje halen bij Bakker Bartof bij Mario op de Oudegracht. Tussendoor neem je een 'soepie' ofeen kaassoufflé uit de muur. 's Avonds biedt een stad alsUtrecht ontelbare afhaal- en bezorgmogelijkheden. Je kunt kiezenuit kip tandoori, een vegetarische burrito, pizza al tonno, sushivan het centraal station, de Daghap van de Albert Heijn en nog veelmeer. Tja, zoals vrijdag voor de katholieken ooit visdag was, zo isdinsdag nu jouw chinees-op-de-hoek-dag.

Kookt er dan niemand zelf, en ook nog eens lekker? Natuurlijkwel. In dat geval sta je 's ochtends op en het eerste dat je doetis bedenken wat je zal gaan eten. Daarna spring je op de fiets omverse kruiden en groenten te kopen in Lombok. De rest van de dag isgewijd aan een tête-à-tête met de foodprocessor, devijzel en de oven. Vijf uur later ben je klaar. Tijd zat om nogeven een ordinaire tiramisu in elkaar zetten. Om zeven uur trek jede wijn open (je hebt van Hubert geleerd dat zo'n Bordeaux evenmoet ademen) en dek je de tafel. Je bent gelukkig.

Naast puberale eters, afhaaleters en culinair maniakken lopen erveganisten, health freaks, chipsverslaafden, chocoholics, koshereeters en junkfood-junkies rond op de universiteit anno 1999. Ommaar wat te noemen, want de lijst is eindeloos. Kennelijk is dehuidige student niet alleen de moedermelk, maar ook de macaroni metprutjes allang voorbij.


Steaks, knoflook en tropische sferen

Utrecht kent zoveel restaurants en café's dat degemeente een horecastop heeft ingevoerd. Kiezen is dan ook nieteenvoudig. Waar kun je terecht als Mr. Jack's, de Connaisseur enThe Pancake Bakery je neus uitkomen maar je buik nog niet gevuldis? Drie van de tientallen mogelijkheden worden hieronderbesproken.


Steakway Rock Restaurant

Op de eerste verdieping van Stairway to Heaven zit eenrestaurant waarvan de naam doet vermoeden dat Aerosmith continu jegesprek overstemt. Dat is allesbehalve waar. De tafels in Steakwaystaan op zo'n afstand van elkaar dat je geen last hebt van jeburen. Mariabeelden, kerstlichtjes en guirlandes maken er eengezellig kitscherige boel van en de muziek overheerst niet en isbest te pruimen.

Bij Steakway kun je - verassing! - steaks in verschillendesoorten en maten bestellen. Naast de biefstukken en anderevleesgerechten staan er twee vegetarische hoofdschotels op de kaarten drie visgerechten. Ook is er een tiental salades te krijgen inhet klein (ca. 10 gulden) of groot (ca.13 gulden). De saladesworden geserveerd met stokbrood en basilicum-kruidenboter en jekunt kiezen uit vier verschillende dressings. De grote goat cheesesalad was okay en inderdaad erg groot. De dikke frieten (voor 3gulden all in geleverd met zakjes mayonaise en ketchup) die weerbij bestelden waren lekker maar niet nodig. Met de spareribs(plus een gepofte aardappel) was helemaal niks mis en het waren erveel. Wegens volle buikjes besloten we een erg lekker toetje tedelen.

Een extra bonuspunt verdient de bediening: van begin tot eindeen en al vriendelijkheid. Toen het eten door een foutje wat langop zich liet wachten kregen we een drankje van de zaak en eenmandje stokbrood met kruidenboter om de ergste honger testillen.

Steakway is een aanrader. Lekker eten, ruimte genoeg, leukebediening enje krijgt veel voor weinig. De schade voor tweepersonen bedroeg 51 gulden. Hardcore vegetariërs kunnen beterthuis blijven. Al was het alleen maar vanwege de placemats waaropeen rund staat afgebeeld als een illustratie in eenslagersvakschoolboek.

Mariaplaats 11-12

Tel: 232 22 88

De keuken is iedere dag open van 17.00 tot 22.00uur. Het maandmenu kun je vinden op www.stairway.nl


Ouzerie Eleni

Bij een ouzerie bestel je, net als bij een tapasbar, een aantalverschillende hapjes en vervolgens prik je met je vork vrolijk inhet rond. Zo ook bij het Griekse eetcafé Eleni. Kleine, lagehouten tafels zijn zodanig in de twee verdiepingen van de ouzerieopgesteld dat je regelmatig moet bukken als er iemand met eendienblad langskomt.

De kaart is anders dan die van de doorsnee Griek. Bij Eleni geensouvlaki of giros maar veel vis. Uiteraard is er niets waar geenknoflook inzit. Per persoon bestel je twee of drie gerechten die inprijs oplopen van 3,50 gulden voor een schaal gefrituurdeaardappelschijfjes tot 24,50 gulden voor gebakken zalm indillesaus. Standaard komt er een mandje brood op tafel waar jeverschillende smeersels bij kunt bestellen. Aanrader is dekopanisti, een fetaprutje. Wat mezethes betreft is er erg veelkeus. Oppassen dus: je ogen zijn al snel groter dan je maag en jebudget. De courgetteballetjes vonden we erg lekker. Over degegrilde octopus waren we iets minder enthousiast: vrij vet en duszwaar op de maag.

Wie bij Eleni gaat eten moet geen haast hebben, het nietvervelend vinden om geen eigen bord te hebben en ook niet voor eendubbeltje op de eerste rang willen zitten. Met z'n tweeënwaren we voor brood met kopanisti, vier verschillende hapjes, eenpaar biertjes en koffie en thee, 67 gulden kwijt. Maar als jeduurdere mezethes en een fles wijn bestelt, ben je zonder moeite120 gulden lichter. Wel wat overdreven voor een eetcafé.

Oudegracht 261

Tel: 233 39 98

De keuken is iedere dag open van 17.00 tot 23.00uur, op vrijdag en zaterdag tot 23.30 uur. In het weekend isreserveren verstandig.


Sweetie

Verstopt in een zijstraat van de Voorstraat en de Breedstraatzit Chinees-Indisch-Surinaams restaurant Sweetie. Eenmaal binnenzijn de kou en nattigheid van de fietstocht snel vergeten.Tropische muziek, batikkleedjes op de tafels en lampionnen: wat wileen mens nog meer? Het is bij Sweetie niet alleen erg gezellig enlekker warm, de kaart belooft ook wat. Maar wie 'wat de boer nietkent, dat vreet-ie niet' boven zijn bed heeft hangen, zit hierverkeerd.

Roti's, nasi, bami, kip kerrie-, ossehaas-, garnalen-, eend-,ei- en groentengerechten in verschillende varianten kosten tussende 15 gulden en de 20 gulden. Er staan een paar uitschieters naarbeneden of boven op de kaart. Voor- en bijgerechten lopen van 2,50gulden (voor de banenchips) tot 15 gulden (voor degarnalensaté). Een drie gangen menu is er voor fl 25,-. Eentip: vraag gewoon uitleg als je niet weet wat iets is, want anderswordt kiezen helemaal moeilijk.

We begonnen met jasmijnthee en vegetarische mini-loempiaís.Daarna nam onze roti-passie de overhand. De vegetarische variantkwam met veel tjap tjoy-achtige groenten. De roti kipfilet waslekker maar had misschien iets gekruider gekund. Hoe dan ook: onzevolle borden gingen helemaal leeg. Af en toe een slokje Fernandesen orgeade (amandelsiroop) en we waren volkomen tevreden. Tot dekaart met toetjes kwam. Het bordje met mango, stervrucht, meloen enbanaan en nog twee kopjes thee zorgden ervoor dat we fl 61,25moesten afrekenen. Niet duur voor een relaxte vakantie in detropen.

Predikherenstraat 21

Tel: 232 27 24

Sweetie is open van dinsdag tot en met zondagvan 15.00 tot 22.00 uur. Afhalen is ook mogelijk.


Kantine Top 5

Wat eten we het liefst tussen de middag? Een steekproef in dekantine van de Letterenbibliotheek (Wittevrouwenstraat 7-11) en eengesprek met een kantinemedewerksterleverden de volgende top vijfop:

1. De kroket. Op een zacht wit bolletje, met tweebruine boterhammen of au nature.

2. Fruit. Bananen, appels en sinaasappels.

3. Het belegde broodje. Ook wel: luxe broodje. Belegdmet kaas- of vleessoort, plakje tomaat en schijfjekomkommer.

4. Het kopje soep. Driehonderd jaar nadat er 'smiddags warm werd gegeten nog altijd populair.

5. De tosti. Uiteraard.


Men neme

Voor het recept van chili con of sin carne, pasta metspinazie & roomkaas en nasi is een willekeurigstudentenkookboek goed genoeg. Wil je wel eens iets anders makendan mihoen in een koffiezetapparaat, dan heb je misschien iets aande volgende recepten. Ze zijn makkelijk, in drie kwartier klaar,laten geen gat achter in je portemonnee en ze zijn natuurlijk heellekker.

Gebaseerd op: Penelope Casas, Tapas ( BZZTôH)

Voor 10 stuks:

10 plakjes bladerdeeg

2 eetlepels rozijnen

1 eetlepel (olijf-)olie

400 gram verse spinazie

6 ansjovisfilets

2 tenen uitgeperste knoflook

2 eetlepels pijnboompitten

peper, zout

Laat de plakjes bladerdeeg ontdooien en verwarm de oven voor op175C . Week de rozijnen een paar minuten in heet water. Was despinazie en snij de blaadjes fijn (je kunt ook 400 gram diepvriesspinazie nemen. Laat die dan ontdooien en daarna goed uitlekken ineen zeef). Verhit de olie in een grote pan, bijvoorbeeld een wok,en bak de spinazie zachtjes een paar minuten tot de groente slinkt.Hak intussen de ansjovis, rozijnen en pijnboompitten grof en voegze samen met knoflook, zout en peper aan de geslonken spinazie toe.Bak alles nog even door en zet het vuur dan uit. Leg op iederplakje bladerdeeg ca. twee eetlepels van de vulling en vouwdeflapjes dubbel in de vorm van een driehoek. Druk de zijkantengoed dicht en prik het deeg hier en daar in met een vork. Bak despinazieflapjes op een ingevet bakblik 20 minuten tot ze goudbruinzijn. Met stokbrood en kruidenboter en een salade erbij kun je metz'n vieren of vijven aan tafel.

Tijd in de keuken: ongeveer 30 minuten (+ 20 minuten voor hetafbakken)

Kosten p.p.: ca. 5,50 gulden


Thaise curry

Gebaseerd op: De complete Aziatische keuken (Künemann)

Voor 4 personen:

1 ui

2 tenen uitgeperste knoflook

2 eetlepels olie

300 gram kipfilet in stukjes

2 rode pepers of twee theelepels sambal

1 theelepel serehpoeder

mespunt kerrie-, koriander- en gemberpoeder

scheutje citroensap

400 ml kokosmelk

300 gram panklare gemengde groenten (broccoliroosjes, wortelen,paprika, stukjes perzik)

Snipper de ui. Verwijder de zaadlijsten uit de rode pepers ensnij ze fijn. Verhit de olie in een grote pan, bak de ui en deknoflook glazig. Bak daarna de kipfilet, de fijngesneden pepers ofde sambal en de kruiden met de ui mee tot de kip rondomdichtgeschroeid is. Giet de kokosmelk en het citroensap in de panen laat alles een minuut of tien zachtjes koken. Doe dan degroenten erbij en laat alles tenslotte nog eens tien minutenpruttelen. Eet rijst bij de curry en eventueel komkommer-raita ofeen zoete chutney.

Tijd in de keuken: ongeveer 35 minuten

Kosten p.p.: ca. 6,50 gulden


Paddestoelenrisotto

Gebaseerd op: Linda McCartney's beste vegetarische gerechten(Kosmos-Z&K Uitgevers)

Voor 4 personen:

1 ui

400 gram gemengde paddestoelen (champignons, oesterzwammen,shiitake)

3 eetlepels (olijf-) olie

2 tenen uitgeperste knoflook

2 eetlepels fijngehakte peterselie (vers of uit dediepvries)

400 gram risottorijst

600 ml. witte wijn

600 ml. groentenbouillon (van een blokje)

150 gram geraspte belegen kaas

een half bekertje crème fraiche

peper, zout

Snipper de ui en snij de paddestoelen in plakjes. Verhit de oliein een grote pan en bak de paddestoelen, ui, knoflook en peterselieeen paar minuten. Voeg dan de rijst toe en bak die zachtjes evenmee. Giet dan een soeplepel wijn en bouillon bij de rijst en laatde boel - zonder deksel - zachtjes aan de kook komen. Als het vochtbijna verdampt is, weer een soeplepel wijn / bouillon toevoegen. Gazo door tot al het vocht door de rijst is opgenomen en de rijstgaar is. Roer dan 75 gram van de geraspte kaas en het halvebekertje crème fraiche door de rijst en warm de risotto alroerend nog even door. Peper en zout naar smaak toevoegen. Zet derest van de kaas op tafel en eet een tomatensalade bij derisotto.

Tijd in de keuken: ongeveer 40 minuten

Kosten p.p.: ca. 7 gulden