Nieuws

‘Geen diploma voor stakende studenten’

De Fransen protesteren tegen de onderwijshervormingen van de Franse regering. Door de universiteiten meer autonomie te geven hoopt die de competitie tussen instellingen aan te wakkeren. Dat zou de kwaliteit en reputatie van het Franse hoger onderwijs ten goede komen. Maar studenten en medewerkers zien er weinig in en voeren sinds januari actie aan een groot aantal universiteiten.

Na vijftien weken zijn ook studenten de protesten beu, beweert Darcos. Nog een handvol demonstranten houdt het onderwijs aan 28 van de 85 universiteiten tegen. Zij moeten straks niet op een diploma rekenen: “Er zijn geen bachelors in het staken, of masters in het opstellen van petities.” Volgens de minister lijden vooral zwakke en arme studenten onder de protesten.

HOP

Nederlandse geneeskunde wisselvallig in Duitse ranking

Groningen hoort bij de beste medische faculteiten, ook als alle Duitse en Oostenrijkse universiteiten meedoen aan de vergelijking. Op de website van het Centrum für Hochschulentwicklung krijgt de universiteit drie groene stipjes. De omstandigheden zijn voor studenten in het algemeen goed, de docenten zijn toegankelijk en de kwaliteit van de wetenschappelijke publicaties behoort ook tot de bovenste regionen.

Maastricht komt met twee groene stipjes ook goed uit de bus, alleen heeft de CHE klaarblijkelijk te weinig gegevens over de wetenschappelijke prestaties. De andere Nederlandse geneeskundeopleidingen krijgen niet alleen groene, maar ook gele stipjes. De Vrije Universiteit verdient zelfs een rode stip voor haar onderzoek.

Het CHE wil voorkomen dat er platte ranglijsten worden gemaakt, waarin winnaars en verliezers op tienden van punten diep kunnen vallen of stijgen. De instellingen worden gerangschikt in drie groepen: groen, geel en rood. Bovendien moeten studiekiezers zelf bepalen welke criteria ze zwaarder vinden wegen. De onderliggende cijfers vallen wel te vinden en gedetailleerdere vergelijkingen zijn mogelijk. Naar voorbeeld van deze methode is in Nederland de website Studiekeuze123.nl gemaakt.

De CHE-ranking vergelijkt ook andere populaire vakgebieden, zoals rechten en economie, maar daar doen de Nederlandse universiteiten vooralsnog niet aan mee. Alleen Maastricht liet eerder haar psychologie, economie, internationale bedrijfskunde en Europese studies tegen het licht houden.

HOP

Zie voor de CHE-ranking: www.che.de
Zie ook: www.studiekeuze123.nl

Opkomst verkiezingen U-raad blijft achter

Ook het personeel van de UU kan stemmen. Slechts 24% heeft dat tot nu toe gedaan. Partridge: “Dat is veel minder dan twee jaar geleden. Toen zaten we op 38%. Dit komt waarschijnlijk doordat het personeel dit jaar maar op een partij kan stemmen.”

Partridge vermoedt dat het aantal stemmers nog wel gaat stijgen. “De opkomst wordt hoger na de herinneringsmail die we altijd midden in de week versturen. Vooral op de laatste stemdag volgt er altijd een piekmoment.” De stembussen sluiten op maandag 18 mei om 10.00 uur. Stemmen kan via het digitale stembureau: http://www.verkiezing.uu.nl/

In het Ublad van donderdag 14 mei is een overzicht te zien van de standpunten van de drie studentenpartijen. Een promotiefilmpje moet studenten overhalen om te gaan stemmen: http://www.ublad.uu.nl/nieuwsflits/uraad.shtml

RV

Hoe kan dat?

UU mag konijnen afschieten

Zielig hè, diergeneeskundestudent Reinier?

“Nee. Er zijn er genoeg. Als je op het grasveldje naast onze faculteit kijkt, zie je er zo 80 rondhuppelen. Te veel konijnen is ook helemaal niet goed: krijg je inteelt of myxomatose.”

Arie Oudijk, directeur van de Botanische Tuinen, schiet u ze zelf af?

“Nee, dat doet een jager die een jachtvergunning heeft. Maar er niets nieuws onder de zon: die vergunning hebben we al jaren. Per 1 mei van dit jaar is deze alleen verlengd.”

O, dus er wordt al jaren op konijnen geschoten in de Tuinen?

“Slechts incidenteel hoor. Hoeveel konijnen er jaarlijks het loodje leggen, weet ik niet. Voor deze jachtvergunning moeten we voldoen aan strenge regels. Zo moeten we er alles aan doen de konijnen buiten te houden. Daarom staan er rondom de Botanische Tuinen hekken met aan de onderkant ‘dubbeltjesgaas’. Dat is fijnmazig gaas dat ook nog eens 20 tot 30 centimeter in de grond zit, zodat konijnen niet onder het hek door kunnen graven.”

Maar als de tuinen zo goed zijn beschermd, hoe komen die konijnen dan binnen?

“Soms blijft er een toegangshek te lang open staan en schiet er een konijn naar binnen. Vangen is geen optie: ze laten zich eenvoudigweg niet door mensen vangen. En onze kostbare planten laten aanvreten is natuurlijk niet gewenst.”

Reinier, kun je een alternatief voor afschieten bedenken?

“Voor mensen is het vangen van konijnen inderdaad niet eenvoudig. Maar fretten zijn daar wel goed in. Die gaan konijnenholen in en jagen ze eruit, zodat je ze met een net kan vangen. Als de konijnen niet vluchten? Dan vermoordt de fret het konijn.”

Fretten kunnen dus ook, Akkie Joosse van de Botanische Tuinen.

“Jaren geleden hebben we uitgezocht of het bestrijden van konijnen met fretten en roofvogels mogelijk was. Maar die mag je niet zomaar inzetten, daar zijn ook weer vergunningen voor nodig. Erg ingewikkeld allemaal. En als het zo weinig voorkomt dat konijnen binnen weten te dringen, moet je je ook niet van alles op de hals halen.”

UU-student in Mexico: ‘Ik ga er vanuit dat ik thuiskom’

De mondkapjes begonnen vorige week langzaam uit het straatbeeld van Guadalajara te verdwijnen. Zelf vond Anje de kapjes weinig comfortabel. “Het is hier erg warm. Mensen zeggen ook dat die dingen niet helpen, omdat je via de ogen geïnfecteerd zou kunnen raken.”

Hoewel het voor haar onderzoek erg lastig is dat bars en cafés, de ontmoetingsplekken voor homoseksuele jongeren, gesloten zijn, is er soms ook een ‘positieve’ keerzijde. “Zo ben ik vorige week op een feestje bij iemand thuis beland, dat zou anders niet snel gebeuren. Dat alle activiteiten in het kader van de dag tegen de homofobie op 17 mei zijn gecanceld is wel jammer.”

Eind vorige maand was Anje nog zeer bezorgd over haar terugreis. Nu uit ze zich veel rustiger. “Ik zie wel wat er gaat gebeuren. Op 25 mei vlieg ik vanuit Mexico-Stad naar Londen. Ik weet niet welke maatregelen Engeland heeft getroffen, maar ik ga ervan uit dat ik thuis kom.”

De Universiteit Utrecht nam contact op met Anje en de andere studenten in Mexico, via een mail waarin onder meer gewezen werd op enkele informatieve Nederlandse links. Net als andere universiteiten gaat de UU niet zover om de studenten terug te roepen. Hogeschool Stenden besloot dat begin deze maand wel te doen. Anje: “Onmiddellijk terugkeren naar Nederland was voor mij geen optie geweest. De situatie is wel ernstig, maar ik heb niet het idee dat ik in levensgevaar ben.”

Hbo’ers mijden studentenvereniging

Dat blijkt uit een enquête van USF Studentenbelangen onder 19 Utrechtse studentenverenigingen. Slechts iets meer dan dertig procent van de hbo-studenten is lid van één van de ondervraagde gezelligheids- , muziek-, of sportverenigingen.

In Utrecht zijn er meer hogeschool- dan universitaire studenten. Toch is gemiddeld minder dan een kwart van het ledenbestand van een vereniging hbo’er. Buiten de internationaal georiënteerde AEGEE hebben de grote gezelligheidverenigingen de meeste hogeschoolleden; in absolute aantallen, maar ook relatief. Unitas en het Corps hebben verhoudingsgewijs het hoogste hbo-gehalte: 35 procent. Tennisvereniging TC De Uithof sluit de rij met maar 10 procent hbo’ers.

Volgens USF is de bekendheid van de verenigingen onder hbo’ers veel kleiner dan onder UU’ers, vooral omdat de voorlichting voor universitaire studenten beter is geregeld. Hogeschoolstudenten laten het ook relatief vaak afweten bij de introductiedagen. Een laatste reden voor de achterblijvende belangstelling is dat veel hogeschoolstudenten thuis blijven wonen.

Voorzitter Osgar ’t Hart van USF meldt dat zijn organisatie enkele voorlichtings- en trainingsactiviteiten in voorbereiding heeft om hbo-studenten meer bij het Utrechtse studentenleven te betrekken. “Want het is echt zonde als je niets naast je studie hebt gedaan.”

FietswasRag

Heeft een toelatingsgesprek nut?

Sociale Wetenschappen is teleurgesteld over de uitval, hoewel deze lager is dan bij andere opleidingen. De faculteit zal de opleiding zelf, maar ook de voorlichting aanpassen. “We hebben goed duidelijk gemaakt dat het een combinatie betrof van een pabo met een academische studie”, zegt projectleider Hans Bleeker. “Maar kennelijk is onze boodschap onvoldoende overgekomen.”

Het was al bekend dat intakegesprekken bij Liberal Arts & Sciences (LAS), niet leiden tot minder uitval. Opleidingen weigeren echter al conclusies te trekken, ook het college van bestuur spreekt van ‘een experimenteerfase’.

In lijn met het Strategisch Plan waarin pilots met matchingsgesprekken worden aangekondigd, stelde het universiteitsbestuur deze week geld ter beschikking voor een proef bij Pedagogische Wetenschappen. Het voorstel viel onlangs buiten de boot bij een subsidieronde van onderwijsinnovator SURF. Een aanvraag van LAS voor een evaluatieonderzoek van de huidige praktijk, werd destijds wel goedgekeurd.

Opvallend aan de pilot van de pedagogen is dat de gesprekken plaatsvinden als de studenten al drie maanden met de studie bezig zijn. De opleiding verwacht dat op dat moment een beter gefundeerd besluit wordt genomen over de studie.

De resultaten van de verschillende experimenten moeten duidelijk maken of gesprekken bij alle of meerdere universitaire opleidingen op termijn gewenst zijn.

EP: worldwide

Rob Knegjens (24) has both Dutch and New Zealand nationality and is completing his Theoretical Physics’ graduate programme at Utrecht University. Eva Louise Williams (21) comes from New Zealand and quit her Humanities’ studies at University College Utrecht in 2008.

Eva Louise: “Two years ago, I opted for UCU as I thought it would be a very good programme. And indeed it was. In addition to excellent and pleasant lecturers, I also appreciated the level of individual guidance and small-scale tuition. If I would again choose an academic course, I would again opt for UCU.”

Rob: “I came to Utrecht University because of the good reputation of the Theoretical Physics’ graduate programme. And, just like many other fellow New Zealanders, I wished to complete a graduate programme abroad. Furthermore, the Netherlands provided other practical extras such as a free public transport card and a system of student finance.”

Eva Louise: “I stopped my studies at UCU as I wished to be more practically-oriented and creatively involved. I studied Humanities and was mainly interested in art history, aesthetics and architecture. Along the way I decided I wanted to use my hands rather than use my head. That’s why I became an artist. Who knows, one day I might take up studying again.”

Rob: “I think I made the right choice where my graduate programme is concerned. I am studying a new model for ‘high energy physics’. I am currently looking for a PhD position in this field, possibly outside of the Netherlands.”

You both emigrated at a young age. How does that feel?

Rob: “I used to live in Soest until I was six and my family emigrated to Westport in New Zealand to start a physiotherapy practice there. I stayed there until I went to university in Christchurch. New Zealand is a terrific country to grow up in, if only for its amazing natural beauty.”

Eva Louise: “I was born in Malaysia and moved to England when I was four. I then lived in the Netherlands from ten to twenty years old, and now I live in Melbourne as my family lives there. There is no constant land mass to call home really! Home is at many places on the globe and particularly where my family is.”

het torentje

Ruimtevaart hongert naar plutonium

”Als je een satelliet de ruimte in stuurt, moet je de apparaten aan boord van energie voorzien. Blijft zo'n kunstmaan rondom de aarde cirkelen, dan kun je dat doen met zonne-energie, vandaar de zonnepanelen. Maar gaat de satelliet veel verder weg van de zon, dan komt er een moment dat de zonnestralen niet meer sterk genoeg zijn om energie op te wekken en moet je zoeken naar een andere energiebron. Dat is in dit geval de radioactieve stof plutonium, meer precies het isotoop plutonium 238. Een kleine massa plutonium levert al heel veel energie, zodat een ruimtemissie decennia vooruit kan met een kleine hoeveelheid.”

Hoeveel plutonium jaagt de ruimtevaart er eigenlijk doorheen?

“Uiterst weinig in vergelijking met wat er jaarlijks in kernreactoren over de hele wereld wordt gebruikt. Ten eerste gebruikt een satelliet niet veel energie: voor de verplaatsing van de satelliet is in de ruimte geen brandstof nodig, het gaat vooral om de energie die het ruimtestation gebruikt om bijvoorbeeld metingen te doen en die door te sturen naar de aarde, of om de temperatuur aan boord constant te houden. Het zou gaan om enkele kilo's per satelliet, en daar kan zo'n schip tientallen jaren mee doen. Op dit moment zijn er bovendien maar twee ruimtemissies die lopen op plutonium: eentje op weg naar Pluto en een rond Saturnus.”

Waar haalden de Amerikanen hun plutonium tot nu toe vandaan?

“Tot 1988 maakten ze het plutonium 238 zelf, door in speciale kernreactoren het neptunium 237 met neutronen te bestralen. Dit neptunium is een bijproduct van kernwapenproductie. Sinds de val van de muur en het eind van de wapenwedloop kopen de VS het in Rusland. Nu de Russen ook hebben besloten met deze productie te stoppen, dreigt er over een jaar of acht een tekort, dus moet de NASA er op een andere manier aan zien te komen. Daarom pleit de ruimtevaartorganisatie ervoor dat de VS het weer zelf gaan produceren.”

Is het nodig daarvoor kernwapens te produceren?

“Nee, de Amerikanen hebben nog een grote voorraad neptunium 237 liggen. Dat is genoeg om vijftig jaar lang jaarlijks vijf kilo plutonium 238 te maken. Daarmee kunnen ze voorlopig vooruit. Ook al omdat ze het rendement willen verbeteren waarmee in een satelliet de stralingswarmte wordt omgezet in elektriciteit. Je hebt dan dus minder plutonium nodig. Bovendien zijn er alternatieve manieren om plutonium 238 te maken, bijvoorbeeld door uranium te bestralen met deuterium, een vorm van zwaar water. Maar dat is wel een heel kostbaar proces. Als de NASA iets duidelijk heeft willen maken, dan is het dat er nu extra geld nodig is. De organisatie praat over 150 miljoen dollar. Dat bedrag is nodig voor investeringen om met twee bestaande reactoren in Amerika weer Plutonium 238 uit de voorraad neptunium te kunnen maken.”

Maar hoe je het ook vervaardigt, plutonium blijft toch eng spul?

“Het heeft niet zo'n goede reputatie omdat het ook in atoombommen zit. Het is dan ook erg giftig en heel radio-actief. Plutonium 238 heeft een halfwaardetijd van 88 jaar, dat wil zeggen dat het 88 jaar duurt voordat de stof de helft van zijn radioactiviteit heeft verloren. Maar over de hoeveelheid waar de NASA over praat moet je niet te bang doen. Op dit moment wordt er in honderden kerncentrales over de hele wereld veel meer plutonium geproduceerd dan die enkele kilo's die de ruimtevaart nodig heeft, dus daar maak ik me niet zo'n zorgen over. Wat wel een probleem is, is wat er gebeurt als de lancering van zo'n satelliet mislukt. Het toestel valt terug op de aarde en er is dan een kans dat het plutonium verbrandt. Dan vind je dat heel fijn verdund terug in de atmosfeer, en de stof heeft de nare eigenschap vooral kankerverwekkend te zijn als je het in minuscuul kleine deeltjes inademt. Er wordt overigens onderzoek gedaan naar andere, betere manieren om satellieten van energie te voorzien maar zo ver zijn we nog niet.”