“Mijn excuses dat ik hier als een vastgelopen grammofoonplaat de woorden van vele oud-Akademiepresidenten echo”, zei natuurkundige Robbert Dijkgraaf gisteren in zijn jaarrede voor de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Hij benadrukte nog maar eens dat de ‘kennisbasis’ in Nederland van lagere school tot universiteit “jarenlang systematisch is ondergraven en uitgehold, en dat we zijn aangekomen op het punt dat stukken van die kennisbasis spontaan kunnen instorten”.

En dat komt slecht uit in tijden van crisis. Want juist van kennis en innovatie verwacht Dijkgraaf redding. “De grote mondiale uitdagingen in combinatie met het economische laagtij zullen de komende jaren alles van de wetenschap vragen”, voorspelde hij. Hij citeerde de voorzitter van de European Research Council, Fotis Kafatos: “Als je denkt dat excellentie duur is, probeer dan eens middelmatigheid.”

Tegelijkertijd moet de wetenschap oppassen voor de ‘vloek’ van de toepassing. “Juist bij thema’s als energie en milieu zien we naar mijn mening te veel herkauwers en te weinig originele denkers in onze samenleving. Dezelfde feiten worden eindeloos in de vier magen van het praat- en opiniecircuit vermalen en overgeheveld.” En dat helpt de wereld niet verder.

Kan Nederland zich herpakken? Jawel, zolang de universiteiten samen optrekken. Alleen dan kunnen ze op wereldniveau iets blijven voorstellen. “In dat opzicht is het bijzonder kwalijk dat de landelijke onderzoekscholen, waarin door velen jarenlang ruimhartig is geïnvesteerd, nu dreigen te verwezen. We staan op het punt intellectueel kapitaal te vernietigen en bedrading door te knippen in plaats van aan te leggen.”

HOP

Voor de volledige jaarrede, zie:
www.knaw.nl/publicaties/pdf/20091026.pdf

Zesentwintig Nederlandse studenten kunnen de beurs van 12.500 dollar inzetten voor een masteropleiding in de Verenigde Staten. Net als vorig jaar staan er slechts twee hbo’ers op de lijst: een Zeeuwse student communicatie en een studente journalistiek van de Christelijke Hogeschool Ede. Zij gaat een masteropleiding volgen aan de befaamde Columbia Journalism School, die ook de Pulitzerprijzen uitreikt.

De Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam haalden ieder zes beurzen binnen, de Universiteit Utrecht vijf graduate-beurzen; daarnaast gaat er nog één ;scholarbeurs' en één promovendibeurs naar UU-studenten. Met twee beurzen is de Rijksuniversiteit Groningen de vierde en laatste instelling met meer dan één beurswinnaar.

HOP

De Utrechtse bursalen zijn:

Graduates
- mw. K. Boele, culturele antropologie, gaat naar de University of Arizona
- mw. M. Chébti, rechten, gaat naar Georgetown University
- mw. M.M.P. Kuijten, neurologie, gaat naar Harvard Medical School
- hr. B.L.Smit Duijzentkunst, rechten, gaat naar Tufts University
- hr. F.T. van Vugt, linguistiek, gaat naar University of California, Los Angeles

Promovendi:
- mw. M. Hirsch Ballin, criminologie, gaat naar DePaul University

Scholar:
- hr. J. Segal, kunstgeschiedenis, gaat naar University of California, Los Angeles

Dat blijkt uit nadere analyse van studentenoordelen over opleidingen door het onderzoekscentrum CHOI. Het blijkt goed mogelijk om verwante opleidingen te vergelijken, in weerwil van de kritiek op de ranglijsten die eruit voortvloeien.

Het ministerie van OCW had om het onderzoek gevraagd. De politiek wilde graag weten of studentenoordelen werkelijk iets te zeggen hadden over de kwaliteit van opleidingen. Of zouden studenten in het westen scherper oordelen dan hun collega’s in het oosten? Zouden meisjes milder zijn dan jongens? Zouden allochtonen anders tegen hun opleiding aankijken dan kaaskoppen?

Op het eerste gezicht lijkt dit het geval, constateert CHOI, maar schijn bedriegt. Zoals de onderzoekers schrijven: “De pabo is erg studeerbaar, de pabo heeft een hoog percentage meiden, dus een (schijn-)verband tussen vrouwen en studeerbaarheid is al gauw gevonden.” Maar ook mannen blijken de pabo ‘studeerbaar’ te vinden. “En de vrouwen die wiskunde studeren, geven dezelfde oordelen als hun vele mannelijke lotgenoten.”

Andere ‘persoonskenmerken’ spelen wel een rol, maar die is bescheiden. Zo blijken vlijtige hbo-studenten iets positiever te oordelen. Bij universitaire studenten werkt dat niet helemaal hetzelfde: als ze meer dan veertig uur in de week studeren, dan vinden ze hun opleiding te zwaar en applaudisseren ze minder hard. Ook motivatie tilt de toegekende score een fractie omhoog. Studenten met een bijbaan geven hun opleiding juist één of twee tiende lager op het rapport.

Waar komen de verschillende oordelen over opleidingen dan vandaan, als ze slechts “in zeer beperkte mate” op persoonskenmerken van de studentenpopulatie zijn terug te voeren? De oordelen zijn volgens de onderzoekers “een afspiegeling van de ‘echte’ verschillen tussen de aanbieders van de opleidingen”. De belangrijkste verklaringen zijn onderwijsintensiteit (oftewel contacturen) en kleinschaligheid.

Dit onderzoek kende een lange aanloop. Aan de Nationale Studenten Enquête, de basis voor de Keuzegids Hoger Onderwijs en Studiekeuze123.nl, werden in 2006 extra vragen toegevoegd over bijvoorbeeld examencijfers en het opleidingsniveau van de ouders. De enquête werd destijds gehouden door CHOICE, een samenwerkingsverband van de stichting HOP en Research voor Beleid. Daar is CHOI uit voortgekomen. Sinds vorig jaar voeren TNS NIPO en ResearchNed de enquête uit.

HOP

De organisatie wil met de campagne ‘Met de Huurcommissie heb je een punt’ vooral de bekendheid onder jongeren vergroten. Een op de drie huurders, waaronder veel jongeren, kent de huurcommissie niet.

De digitale controlemechanismen op www.huurcommissie.nl bieden huurders en verhuurders meer inzicht in hun rechten en plichten. Met de uitkomst van de online checks kunnen huurders naar hun verhuurder stappen. Wie er met zijn of haar huisbaas niet uitkomt, kan de huurcommissie inschakelen.

Volgens de huurcommissie kan een zaak indienen veel winst opleveren. Uit onderzoek blijkt dat bijna tweederde van de huurders gelijk krijgt in zaken over de afrekening van servicekosten. Veertig procent van de huurders betaalt bovendien een te hoge starthuur. De huurcommissie verlaagde de huur met gemiddeld 80 euro per maand. In 2008 behandelde de huurcommissie meer dan twaalfduizend zaken.

Overigens kent de landelijke studentenbond LSVb al langer een online test voor kamerprijzen: www.checkjekamer.nl. Ook de USF Studentenbelangen heeft een dergelijke dienst: www.normalehuur.nl. Een vertegenwoordiger van de LSVb laat weten blij te zijn met elke vorm van voorlichting over redelijke kamerprijzen.

XB

Het geld werd bijeengebracht door de goededoelencommissie. Die organiseerde een week met activiteiten die in het teken stonden van de Roparun. Zo werd er een veiling, een diner en een ‘pannenkoekentocht’ georganiseerd. Ook gingen de prijzen van de drank en het eten omhoog.

De lopers zullen volgende week zaterdag in Parijs starten en maandag in Rotterdam op de Coolsingel finishen.

xb

Een politiehond en de wapenstok moest eraan te pas komen om een groep van dertig tot vijftig studenten in het gareel te krijgen.

Rond half twaalf stond een groep mannen op de stoep van de besloten vrouwensociëteit, die graag naar binnen wilden. Toen hen dat werd geweigerd ontstond een grimmige sfeer en kwam de politie. Een van de agenten kreeg een duw, waarop de 24-jarige amokmaker meteen werd aangehouden. Die aanhouding bleek olie op het vuur.

De mannelijke studenten keerden zich tegen de agenten, die versterking van collega's inriepen. De groep breidde zich ondertussen uit tot tientallen bemoeiers. Om de menigte weer in bedwang te krijgen deelde de politie klappen uit met de wapenstok en werd een poltiehond ingezet.

Een 18-jarige Utrechter maakte nog denigrerende opmerkingen naar de agenten, waarop ook hij werd aangehouden. Uiteindelijk wisten agenten de groep uiteen te drijven.

De twee aangehouden mannen hadden alcohol gedronken. In het politiebureau maakte de 24-jarige nog zijn excuses voor zijn gedrag.

Bron: AD/UN

De praktijk zit op de eerste verdieping van Casa Confetti. Patiënten kunnen hier vijf dagen in de week van acht uur ‘s morgens tot vijf uur ’s middags worden geholpen door een van de twee huisartsen. De praktijk is opgezet door UU-alumni Paul en Priscilla Drost die sinds 2006 de medische dienst op de campus van de Universiteit Twente runnen. In samenwerking met de SSH en Gezondheidcentrum Galgenwaard hebben ze de sprong naar Utrecht durven nemen.

De praktijk gaat zich vooral op studenten richten. Paul Drost: “Dit doen we door verschillende online diensten aan te bieden om zo het leggen van contact zo laagdrempelig mogelijk te maken. Studenten kunnen bijvoorbeeld online afspraken maken, consults indienen en herhaalrecepten en vaccinaties aanvragen. Daarnaast hebben we medische databases online staan.”

Een nieuwe praktijk was volgens hem nodig. “Het is opvallend hoeveel studenten nog ingeschreven staan bij een huisarts in de woonplaats van hun ouders. Je mag natuurlijk zelf kiezen waar je cliënt bent, maar sinds 2006 verzekeren zorgverzekeraars alleen nog als je een huisarts hebt in de plaats waar je ook staat ingeschreven.”

In de toekomst wil de praktijk uitbreiden met de komst van fysiotherapeuten, een logopedist, een psycholoog en een diëtist. Tot die tijd worden cliënten voor die diensten doorgestuurd naar Gezondheidcentrum Galgenwaard in het FC Utrecht stadion.

Studenten kunnen zich nu al inschrijven bij de praktijk via de website www.huisartsdeuithof.nl. Op 28 mei kan dit ook ter plekke tijdens Night at the Campus. Op dit moment heeft de praktijk al vijftig cliënten.

RV

De hypotheekregeling wordt als pilot uitgezet binnen de UU en geldt voor medewerkers die minimaal een jaar als promovendus werkzaam zijn.

Op dinsdag 26 mei is er een spreekuren op zowel De Uithof (Bestuursgebouw, kamer 126) als in de binnenstad (Janskerkhof 15A, kamer 107). Onderwerpen zijn onder andere de verschillende hypotheekmogelijkheden, korting op de hypotheekrente, afsluitkosten en de woonhuisverzekeringen.

Aanmelden voor een spreekuur kan via h.pouw@uu.nl of via j.t.m.vandort@uu.nl van het dienstencentrum P&O.

Peter Ester studeerde Sociologie aan de Universiteit Utrecht. In 1984 promoveerde hij aan de Erasmus Universiteit op een proefschrift naar beïnvloeding van consumentengedrag. Hij was gasthoogleraar aan verschillende Amerikaanse universiteiten. Daarnaast was Ester lid van de Commissie Bakker en heeft hij een groot aantal boeken en artikelen gepubliceerd, onder meer over de werking van de arbeidsmarkt.

De SER adviseert regering en parlement over de hoofdlijnen van het te voeren sociaal-economisch beleid. Ook voert de SER bestuurlijke en toezichthoudende taken uit. In de SER werken onafhankelijke kroonleden, werkgevers en werknemers samen.

Kroonleden zijn onafhankelijke deskundigen. Ze worden op voordracht van het kabinet benoemd door de koningin. Ook de voorzitter van het Utrechtse college van bestuur, Yvonne van Rooy, is plaatsvervangend kroonlid van de SER.

(Bron: Perscommunicatie Rebo-faculteit)

Sinds 1990 organiseert de Universiteit Utrecht in samenwerking met CenE Bankiers de David de Wied-lezing, waarbij een (inter)nationaal vooraanstaand wetenschapper of hoogwaardigheidsbekleder ingaat op een actueel maatschappelijk vraagstuk. De lezing is vernoemd naar de befaamde Utrechtse neurofarmacoloog prof.dr. David de Wied. Deze voormalige directeur van het Rudolf Magnus-instituut verwierf nationaal en internationaal faam met zijn ontdekking dat neuropeptiden (kleine eiwitten) de regisseurs zijn van hersenfuncties en gedrag.

Grobbee stelt in zijn lezing dat de belangrijkste doodsoorzaak in Westerse landen chronische ziekten zijn, met name hart- en vaatziekten en kanker. Naar analogie van vaccinaties tegen infectieziekten is het idee ontstaan om ook deze ziektes (behalve via ‘leefregels’) te bestrijden met geneesmiddelen. De combinatie van effectieve en veilige geneesmiddelen in lage dosering in één enkele pil, de ‘poly-pil’, biedt potentieel de mogelijkheid om het optreden van hart- en vaatziekten met tenminste tweederde terug te dringen.

Deze gedachte is gebaseerd op epidemiologische waarnemingen. Veel van deze geneesmiddelen zijn goedkoop en worden goed verdragen, terwijl combinatie in één enkele pil, één keer per dag het innemen en de therapietrouw vergroot. Daar ligt een taak voor patiënten, hun behandelaars én voor de overheid. Die laatste moet de ontwikkeling van een dergelijke aanpak ondersteunen en het onderzoek ernaar stimuleren. Ook voor de farmaceutische industrie is er een rol weggelegd. Die heeft tot nog toe maar matig belangstelling getoond om de ‘polypil’ goedkoop en voor iedereen beschikbaar te maken.

Diederick E. Grobbee (1957) is sinds 1996 hoogleraar klinische epidemiologie aan het UMC, waar hij tevens directeur is van het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen. Daarnaast is hij sinds 2008 Honorary Professor of Clinical Epidemiology and Medicine aan de Universiteit van Sydney, Australië.

Grobbee studeerde geneeskunde in Utrecht en promoveerde in de epidemiologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. In 1989 was hij gasthoogleraar epidemiologie aan de Harvard School of Public Health, Boston, VS. Op de UU leidt Grobbee een uitgebreid nationaal en internationaal programma’s voor onderzoek en onderwijs op vier gebieden: hart- en vaatziekten, kanker bij vrouwen, ademhalingsstoornissen en geestelijke gezondheid. Hij is promotor geweest van meer dan 100 PhD studenten.

AH

Aanmelden (verplicht) kan via:
www.events.uu.nl/mini-sites/david-de-wied-lezing/