Megastallen hebben louter voordelen
“Laat ons voorop stellen dat het voor het welzijn heel mooi zou zijn als alle dieren voor de vleesproductie op een biologische manier gehouden konden worden. Maar gezien de omvang van de branche en het ruimtegebrek in Nederland is dat, althans op grote schaal, ondenkbaar. Intensieve veehouderij zal hier nog lange tijd de norm zijn. Dat betekent dus dat de dieren hun hele leven in stallen bivakkeren, en dan maakt het ze echt niet uit of dat bij een klein bedrijf is of in een megastal met meerdere verdiepingen.”
Maar het is toch te gek voor woorden om varkens in flats te huisvesten?
“Dat is een emotioneel argument. Voor het welzijn van de dieren maakt het niets uit op welke verdieping ze zitten. Als de omstandigheden maar goed zijn, en dat zou in grote bedrijven wel eens beter voor elkaar kunnen zijn dan in kleine.”
Hoezo?
“Ten eerste kunnen eigenaars van grote bedrijven vaak meer investeren in optimale voorzieningen, zoals voldoende ruimte en voldoende afleidingsmateriaal. Een nog groter voordeel is echter dat het bij zulke grote bedrijven lonend wordt om er een slachterij naast te bouwen. Daardoor voorkom je onnodig transport, en dat is belangrijk, want het gezeul met dieren in en uit vrachtauto’s zorgt voor veel meer stress dan het feit dat ze niet buiten komen.”
Maar een varken hoort toch in de modder en een koe in de wei?
“Dat vinden wij mensen, maar uit onderzoek blijkt dat de dieren zelf heel andere behoeftes hebben. Eten staat duidelijk op plaats één. Bij varkens komt direct daarna de behoefte om te wroeten en naar eten te zoeken. Vandaar dat in het Varkensbesluit expliciet staat opgenomen dat er afleidingsmateriaal in de vorm van bijvoorbeeld kauwstokken in de hokken moeten worden aangebracht. Daar kunnen varkens eindeloos mee in de weer zijn. Ook koeien zijn dik tevreden met een goed ingerichte loopstal. Wij kunnen wel denken dat koeien ruimte nodig hebben, maar een koe wil vooral op tijd te eten krijgen en lekker liggen herkauwen.”
Een ander argument tegen de bouw van megastallen is het risico op epidemieën zoals de varkenspest.
“Ook dat argument gaat niet op. Als in zo’n groot bedrijf de varkenspest uitbreekt, zijn de gevolgen weliswaar dramatisch, maar de kans dat het gebeurt is klein. Je kunt een virus in een groot en goed van de buitenwereld afgesloten bedrijf relatief gemakkelijk buiten de deur houden. In een klein familiebedrijf is de kans op introductie veel groter en als er veel kleine bedrijven dicht bij elkaar zitten, is er ook de kans op verspreiding van het virus.”
Hoe zit het met het risico van de overdracht van bijvoorbeeld de resistente MRSA-bacterie op mensen?
“Ook om dat risico te beperken kun je beter grote bedrijven hebben. MRSA verspreidt zich onder meer via het fijnstof in de lucht wat bij grote bedrijven door geavanceerde apparatuur wordt ‘schoongewassen’. Vanwege de hoge kosten mogen kleine bedrijven volstaan met eenvoudiger apparatuur die minder effectief is.”
Megastallen zijn dus beter?
“In feite wel, ja. Het enige probleem is de stank. Die kun je nooit helemaal wegnemen. Een tijd geleden is daarom gepleit voor de bouw van een megastal op de Tweede Maasvlakte. Daar wonen geen mensen en er is voldoende ruimte voor zowel stallen als een slachterij.“