Nieuws

Steeds meer personeel zonder contract

In het hbo zijn de loonkosten voor zulk personeel-zonder-contract gestegen van 6,7 procent in 2003 naar 10,1 procent in 2007. Zo hoog is het aandeel in de afgelopen tien jaar niet eerder geweest.

Aan de universiteiten is de stijging minder sterk. In 2004 ging 4,3 procent van de totale loonkosten naar personeelsleden zonder contract. Dat was drie jaar later 5,8 procent. Het is niet bekend waar de stijging precies in zit.

HOP

‘Hans van Leeuwen had toch gelijk’

De leden van de Universiteitsraad aan wie Amman het nieuws maandag bekend maakte, keken verbaasd op. Asbest? Er had toch vorig jaar nog een uitvoerige inventarisatie plaats gevonden, die was afgesloten met de mededeling dat nu echt alle asbest in universitaire gebouwen in kaart was gebracht? Het geplaagde collegelid slaakte een diepe zucht. “Dat klopt en ik was er ook echt van overtuigd dat we het probleem getackeld hadden. Ik weet nog goed dat voormalig U-raadslid Hans van Leeuwen daar indertijd vraagtekens bij zette, dus mijn eerste gedachte toen ik het hoorde was: Hans had toch gelijk.”

De ontdekking van het asbest heeft niet alleen voor vertraging gezorgd op ICT-gebied, maar ook voor extra kosten en raadslid Wil Hildebrand wilde dan ook graag weten hoe groot de kans is op meer van dit soort tegenvallers. Door de ervaring wijs geworden hield Amman zich op de vlakte. “De inventarisatie is vorig jaar door een gespecialiseerd bureau uitgevoerd via steekproeven. Dat is kennelijk onvoldoende geweest en we gaan alle oudere gebouwen met behulp van een nieuwe methode nu nog een keer tegen het licht houden. Maar een prognose? Nee, die zal ik niet snel meer geven.”

Hamburger in Blue Boat van Oxford

Echt verrast was Hamburger niet door de uitverkiezing die anderhalve week geleden bekend werd gemaakt. “Ik had goede tijden getrapt in de training. Dan heb je er wel een rustig gevoel over. Andere jongens zaten veel meer in de zenuwen.”

Na een teleurstellend verlopen deelname aan de Olympische Spelen in Beijing, vertrok Hamburger dit najaar naar Oxford met als doel zich daar te kwalificeren voor de beroemde ‘Blueboat’ van Oxford. In 2002 was Delftenaar Gerritjan Eggenkamp dat als eerste Nederlander gelukt.

De bekendmaking van de samenstelling van de boot leidde tot een hausse aan mailtjes, sms’jes en telefoontjes uit Nederland. “Ik heb alle media ondertussen wel zo’n beetje gehad.”

Ook bij Hamburgers thuisbasis Orca is het Boatrace-virus inmiddels toegeslagen. Op de site worden de dagen afgeteld tot 29 maart en er wordt een busreis georganiseerd. De roeier zelf toont zich vooralsnog de nuchtere Fries: “Eerst nog twee papers inleveren bij de Uni. Dat moet ook gebeuren.”

Hoe kan dat nou?

Geen vluchtrouteschema

Hester Koers, bewoonster van de vierde verdieping, wat is er aan de hand?

“Ik woon hier sinds een paar maanden en het bevalt prima. Het enige waar ik me zorgen over maak is de brandveiligheid. Ik zie nog steeds geen vluchtrouteschema’s en brandblussers in de gangen.”

Is jou dat ook opgevallen Adriaan Beulens, bewoner van de twaalfde verdieping?

“Inderdaad. Laatst heb ik het er nog met een paar buren over gehad. Het is ook raar dat er geen rookmelders in de kamers zijn aangebracht. Niet dat we ons er echt druk over maken, maar het is wel opmerkelijk in deze tijden van strenge veiligheidseisen. Tegelijkertijd dreigt de SSH bewoners die aan het verhuizen zijn met boetes wanneer ze met dozen de vluchtroutes blokkeren.”

Annemiek van Vondel, woordvoerder van de SSH, zijn jullie zo laks?

“Nee, hoor. De bewoners kunnen gerust zijn. Het pand voldoet aan alle eisen van de brandweer. Dat we bewoners vragen de vluchtroutes vrij te houden, laat zien dat we de veiligheid erg serieus nemen.”

En hoe zit dat dan met die brandblussers?

“In de gemeenschappelijke ruimten van gedeelde woningen hangen wel brandblussers en rookmelders, maar er zijn inderdaad geen vluchtschema’s en brandblussers in de gangen. We hebben liever dat bewoners in het geval van een grote brand de flat verlaten en de brandweer bellen dan dat ze gaan blussen.

“En juist omdat Casa Confetti aan alle brandveiligheidseisen voldoet, zagen we geen noodzaak extra rookmelders in de zelfstandige woningen op te hangen, maar bewoners kunnen dat zelf natuurlijk wel doen.”

Hester Koers, wat vind je daarvan?

“Nou ja, dat je zelf zo’n rookmelder koopt is misschien wel logisch. Maar een vluchtschema geeft net wat meer gemoedsrust dan alleen nooduitgangbordjes. En een brandblusser in de gang zou ik eigenlijk ook wel een goed idee vinden. Of gaan ze ervan uit dat ik bij een brandje in mijn kamer de brandwerende deur achter me dicht trek en de boel laat uitbranden?”

Mijnheer van de brandweervoorlichting, hoe zit dit wettelijk?

“Als er meer dan vier studenten een voordeur delen, dan is er een vergunning nodig en zijn zaken als brandblussers, vluchtschema’s en rookmelders vereist. Dat is in Casa Confetti niet het geval. Brandpreventie is daarmee vooral de verantwoordelijkheid van de bewoners. Dat er in gemeenschappelijke ruimten maatregelen zijn getroffen, is al een goede zaak. Verder adviseren wij elke bewoner een eigen rookmelder en brandblusser te kopen.”

Lees ook over veiligheidsmaatregelen op het University College: pagina 26.

UU vreest korting van tien miljoen

Die vroegen hem hoe hij de financiële situatie inschatte, maar het collegelid dat over de Utrechtse centen gaat, kon hen niet veel meer vertellen dan wat zij zelf ook al wisten. “Het is een veelkoppig dier dat op ons afkomt. Er is geen peil op te trekken.”

In een paar opzichten durfde Amman wél in zijn glazen bol te kijken. Zo verwacht hij geen al te grote terugval van het door derden gefinancierde onderzoek, omdat de UU zijn opdrachten vooral weghaalt bij overheidsinstellingen en maatschappelijke organisaties en minder bij het door de crisis getroffen bedrijfsleven. En bouwprojecten die nog moeten worden aanbesteed, zouden nu zelfs wel eens goedkoper kunnen uitvallen.

Maar daar staat tegenover dat minister Plasterk ongetwijfeld tot bezuinigingen zal worden gedwongen, met als gevolg het achterwege blijven van de prijscompensatie en vermoedelijk ook een korting op de Rijksbijdrage die de universiteit uit Den Haag ontvangt. Amman: “Alles bij elkaar houd ik bovenop het al eerder aangekondigde tekort van acht miljoen euro voor 2010 voorlopig rekening met een extra tegenvaller van nog eens tien miljoen”, aldus Amman, die echter nogmaals beklemtoonde dat elke voorspelling op dit moment een slag in de lucht is.

Dat te meer nu de universiteiten hun hoop hebben gevestigd op onorthodoxe overheidsmaatregelen om hun problemen te verlichten. In een brief aan premier Balkenende vroeg universiteitenkoepel VSNU vorige week om steun waarmee het mogelijk wordt om eerder te starten met voorgenomen bouwprojecten. Een dergelijke impuls zou gunstig zijn voor de universiteiten, maar zou vooral ook kunnen bijdragen aan het op gang helpen van de economie, aldus de VSNU.

In zijn brief vraagt de vereniging van universiteiten ook steun voor het plan om werkloze kenniswerkers op te vangen. Met aanvullende financiering van de overheid zouden de universiteiten onderzoekers die hun baan in de private sector verliezen, tijdelijk onderdak kunnen bieden. “Zo blijft talent behouden tot de economie aantrekt en de specialisten weer in het bedrijfsleven terecht kunnen.” De Technische Universiteit Eindhoven heeft inmiddels al het initiatief genomen voor een ‘duizend-banenplan’ voor ontslagen kenniswerkers. Zij hoopt dat de overheid de helft van de kosten van het plan (100 miljoen euro) voor haar rekening neemt.

Ook onderzoeksfinancier NWO ziet brood in de crisis. Deze organisatie vroeg Balkenende vorige week om een eenmalige impuls voor de kenniseconomie van 350 miljoen euro. Met dat geld zouden onder meer 450 jonge onderzoekers een Veni-, Vidi- of Vici-subsidie kunnen krijgen. Het gaat om wetenschappers met al goedgekeurde voorstellen voor wie in het reguliere NWO-budget geen geld beschikbaar was.

Een DNA-profiel van de ziekenhuisbacterie

‘Door een microscoop zien Staphylococcus aureus (SA) bacteriën er uit als geel-oranje gekleurde druiven clusters.’ Met die poëtische observatie begint Ikawathy haar proefschrift over de gevreesde bacterie die in 1884 zijn huidige naam kreeg. De bacterie, die bij twintig procent van de bevolking permanent en bij zestig procent incidenteel voorkomt, wordt vooral gevreesd in zijn tegen antibiotica resistente vorm (MRSA). Zeker nu resistente stammen ook bij varkens en kalveren zijn opgedoken, is het belangrijk om bij de ontdekking van een MRSA-bacterie snel te kunnen vaststellen of het gaat om een stam die uitbraak kan geven.

Net als bij misdadigers, zijn ook bacteriën via hun DNA-profielen herkenbaar. Het onderzoek van Ikawaty was daarom gericht op het maken van DNA-profielen van honderden MRSA-bacteriën. Zij vergeleek de resultaten van deze aanpak met de bestaande typeringsmethoden en constateert dat het maken van een DNA-profiel net zulke betrouwbare informatie geeft als de op dit moment gebruikte PFGE-methode. De in Utrecht ontwikkelde DNA-aanpak is echter zowel sneller als goedkoper en objectiever, en werkt bij bacteriën van zowel menselijke als dierlijke oorsprong.

De nieuwe methode, die ook goed bruikbaar is in ziekenhuizen zonder uitgebreide moleculaire infrastructuur, maakt het voor artsen mogelijk om binnen een dag vast te stellen of een aangetroffen MRSA-bacterie hoort tot een ‘uitbraak-stam’. Met andere methodes moeten ze daar drie dagen tot een week op wachten. Al die tijd worden verdachte patiënten in isolatie verpleegd, terwijl dat wellicht onnodig is. Ikawaty, die op 10 maart in Utrecht promoveert, raadt ziekenhuizen dan ook aan om MRSA voortaan via DNA-profielen te typeren.

Honderdste vrouwelijke hoogleraar

Met de benoeming van Marianne Verhaar tot hoogleraar Experimentele Nefrologie telt de UU nu in totaal 667 hoogleraren, van wie dus ongeveer vijftien procent vrouw is. Hoewel er nog een lange weg te gaan is, toonde Van Rooy zich in een korte toespraak gelukkig met de gestage toename van het aantal vrouwelijke hoogleraren in Utrecht.

“De universiteit en het UMC Utrecht hechten veel waarde aan de ontwikkeling van vrouwelijk wetenschappelijk talent. Beide instellingen hebben een programma dat talentvolle vrouwelijke onderzoekers ondersteunt. De benoeming van Marianne Verhaar bewijst dat die programma’s werken”, aldus Van Rooy.

Verhaar (41), die in Rotterdam studeerde, trad in 1993 in dienst van het UMC Utrecht. Zij doet daar onderzoek naar de mogelijkheid om patiënten met aderverkalking en chronische nierziekten te behandelen met stamcellen uit het beenmerg. Daarnaast is zij onder meer actief in de patiëntenzorg en als docent. Vorig jaar ontving zij van onderzoeksfinancier NWO een Vidi-subsidie van ongeveer zes ton.

De nieuwe hoogleraar toonde zich in een kort dankwoord lovend over het mentoring en coaching programma’s van universiteit en ziekenhuis voor talentvolle vrouwelijke onderzoekers. “Ik ga ervan uit dat ik mijn aanstelling te danken heb aan mijn wetenschappelijke kwaliteiten, maar ik heb duidelijk baat gehad bij mijn deelname aan zo’n programma. Het heeft me bewuster gemaakt van de zaken die voor een succesvolle wetenschappelijke loopbaan van belang zijn. Ik vind het heel goed dat de UU en het UMC zulke programma’s aanbieden, want gezien de grote hoeveelheid vrouwelijk wetenschappelijk talent, is vijftien procent vrouwelijke hoogleraren natuurlijk nog erg weinig.”

In het persbericht over de benoeming van de honderdste vrouwelijks hoogleraar werd vermeld dat zij drie kinderen heeft. Marianne Verhaar glimlacht. “Ik heb daar zelf ook even mijn wenkbrauwen bij gefronst, want bij een man zou dat nooit vermeld zijn. Maar aan de andere kant heerst nog vaak het beeld dat je in de ‘mannelijke’ wetenschappelijke wereld alleen maar kan meedraaien als je je als vrouw aan de geldende normen aanpast. Als tegenwicht tegen die gedachte is het juist wel weer goed om te laten zien dat ook een moeder van drie kinderen de top kan bereiken.”

Twee eredoctores uit medische hoek

Een van de twee eredoctoraten, die traditiegetrouw op de dies natalis, de verjaardag van de universiteit, aan gezaghebbende wetenschappers worden uitgereikt, gaat dit jaar naar cardioloog Paul Ridker van de Harvard Medical School.

Volgens zijn erepromotor, de Utrechtse hoogleraar epidemiologie Yolanda van der Graaf, heeft Ridker niet alleen een belangrijke bijdrage geleverd aan het ophelderen van de rol van ontstekingen bij het ontstaan van aderverkalking, hij zet zich ook actief in voor een betere preventie van hart- en vaatziekten. Om die reden gaf Time Magazine hem in 2004 een plaats in de top 100 van ‘scientists and thinkers who shape our lives’.

De tweede aanstaande eredoctor, Richard Laing, werkte achttien jaar bij het Amerikaanse Ministerie van Gezondheid en was daarnaast tot 2003 hoogleraar ‘international public health’ aan de Universiteit van Boston. Tegenwoordig is hij in dienst van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) belast met het wereldwijd promoten van een rationeel gebruik van geneesmiddelen.

EH


Utrecht blijft de grootste

Maar liefst vijftien procent extra eerstejaars zag de Vrije Universiteit dit collegejaar aan de start verschijnen. De Amsterdamse universiteit haalt bijna de Erasmus Universiteit Rotterdam in, waar de instroom in de bachelorfase juist met 5,4 procent daalde. Ze hebben respectievelijk 3256 en 3290 eerstejaars, blijkt uit nieuwe instroomcijfers van universiteitenvereniging VSNU.

Utrecht blijft de grootste, maar de instelling trok dit jaar slechts twintig studenten meer dan vorig jaar en komt op 5350 uit: een toename van 0,4 procent. Gezien de algehele groei van 4,4 procent betekent dit dat Utrecht terrein verliest. Behalve de VU zijn ook Delft (13 procent), Wageningen (12,3 procent) en Tilburg (12,1 procent) stevige stijgers.

Vooral economische opleidingen deden het goed. De sector trok 9,2 procent meer eerstejaars; de crisis had er bij de studiekiezers kennelijk nog niet ingehakt. Rechten wist niet van de landelijke toename te profiteren en leverde zelfs 0,8 procent in: 38 eerstejaars minder.

Opvallend is verder de belangstelling voor technische opleidingen, waar 8,3 procent meer eerstejaars zich voor inschreven. Ook natuurwetenschappelijke vakken zagen extra studenten binnenkomen, maar met 2,1 procent bleven zij achter bij de landelijke groei. Bij elkaar opgeteld gaan bèta en techniek met 5,8 procent omhoog.

HOP

Onderwijs wiskunde met oude en nieuwe media

De onderzoekers hebben het samenspel tussen leren, onderwijzen en het gebruik van technologische hulpmiddelen onderzocht. Daarvoor zijn zogeheten ‘applets’ ontwikkeld. Dat zijn kleine interactieve programma’s die via internet toegankelijk zijn. De applets zijn aan een digitale leeromgeving gekoppeld.

De onderzoekers ontwikkelden een nieuw leerarrangement voor leerlingen van de tweede klas havo en vwo. Het leerarrangement werd door 700 leerlingen én 16 docenten getest. De onderzoekers stelden vast dat de lessen het beste werken als docenten verschillende werkvormen hanteren, verschillende media gebruiken, én alles duidelijk met elkaar in verband brengen. Doordat leerlingen zowel met pen en papier als in de digitale omgeving werken en dit in tweetallen of groepjes doen, wordt voorkomen dat de leerervaringen in de ICT-omgeving een geïsoleerd en individueel karakter hebben.

Die gecombineerde manier van werken stimuleert de leerlingen om kritisch te kijken naar hun eigen werk. Ook concluderen de onderzoekers dat leerlingen een verdiept inzicht ontwikkelen in het wiskundige functiebegrip, wat vooral blijkt uit de redeneringen die leerlingen daarbij opzetten en de manier waarop ze de geleerde technieken toepassen.

De docent heeft een belangrijke rol bij de reflectie op het computerwerk. Hij of zij moet het computerwerk verbinden met het probleem en de 'pen en papier'-wiskunde. Het leerarrangement met de verschillende werkvormen en media blijkt veel van docenten te vragen. Hun eigen opvattingen over leren en onderwijzen hebben veel invloed op de manier waarop zij inspelen op een ICT-rijk leerarrangement.

(Bron: Perscommunicatie UU)