Nieuws

Minder geld voor universiteit met bursaal

Dat schrijft hij in reactie op een motie die de Tweede Kamer heeft aangenomen. De parlementariërs verzochten de regering ervoor te zorgen dat universiteiten hun promovendi als werknemers behandelen.

Plasterk was blij met de motie, want hij had altijd al bedenkingen tegen het zogeheten bursalenstelsel. Hij vond het niet wenselijk dat promovendi voor hetzelfde werk op verschillende plaatsen in Nederland verschillend beloond werden. Momenteel krijgt een handjevol promovendi aan de Rijksuniversiteit Groningen een beurs. De Radboud Universiteit Nijmegen is de felste tegenstander van de promovendus-met-studiebeurs.

De universiteiten moesten “één lijn trekken”, zei Plasterk voorheen, waarbij hij in het midden liet welke lijn dat zou moeten zijn. Maar nu de universiteiten “nog geen stappen hebben gezet om hierover overeenstemming te bereiken”, beraadt de minister zich op ‘aanpassing’ van de bekostiging.

HOP

Geen huurtoeslag voor studentenhuizen

Vorig jaar beloofde toenmalig minister van wonen Ella Vogelaar de huursubsidie voor ‘onzelfstandige’ kamerbewoning – die in 1997 werd afgeschaft – opnieuw te overwegen. Studentenhuisvesters en vakbonden pleiten daar al jaren voor. Volgens hen is verruiming van de huurtoeslag cruciaal in de strijd tegen het kamertekort.

Maar Van der Laan ziet er weinig in. Volgens de minister zijn er betere oplossingen voor het tekort aan studentenkamers. Het invoeren van huurtoeslag voor onzelfstandige wooneenheden leidt, aldus Van der Laan, alleen tot “complexere regelgeving en hogere uitvoeringskosten”.

HOP

UU succesvol aan Harvard

UUMUN is een groep van veertien UU-studenten die de Universiteit Utrecht vertegenwoordigen tijdens internationale simulaties van de Verenigde Naties. Een jaar lang bereidt deze groep zich voor op de Harvard National Model UN. Daar komen ruim 3000 studenten van meer dan 100 verschillende universiteiten bijeen. De studenten, uit 32 verschillende landen, debatteren drie dagen lang over uiteenlopende zaken als voedselhulp aan arme landen en het bestrijden van mensenrechtenschendingen.

Al deze studenten zijn in Boston verdeeld over twintig verschillende commissies, die elk een eigen internationaal vraagstuk hebben om over te discussiëren. Bij de uiteenlopende commissies is een jury aangeschoven die na vier dagen een Best Delegate Award, een Oustanding Delegate Award en een Honourable Mention uitreikt, te vergelijken met respectievelijk een gouden, zilveren en bronzen plak.

De Utrechtse delegatie eiste in de verschillende commissies één Honourable Delegate, één Outstanding Delegate Award en zelfs een Best Delegate Award op. UUMUN-voorzitter Merlin Majoor, die samen met collega Evelien Pol een koppel vormde in de commissie ‘Legal Committee’, ging er met de hoofdprijs vandoor. Merlin: “Dit is fantastisch. Het is voor het eerst dat UUMUN een prijs in Boston pakt. Drie prijzen nog wel en dat ondanks zware concurrentie van onder meer Yale, Oxford en Cambridge.”

In Ublad 20 van 26 februari een verslag van de belevenissen van deze Utrechtse delegatie

RvV

De evolutie draait door

Het museum toont op zeer aansprekende en informatieve wijze het door Darwin gelanceerde evolutieproces aan de hand van vier ’overlevingsstrategieën’: de kwetsbaarheid van de aardappel bij de aardappelziekte, de zorg van de koolmees voor zijn kroost, de ontwikkeling van het nijlpaard, met name op eilanden en de beperkte mogelijkheden van een ‘survival of the fittest’ vanwege het razendsnelle aanpassingsvermogen van het HIV-virus.

De tentoonstelling is tot stand gekomen door samenwerking van UU met academisch ziekenhuis UMC en met tal van andere partners, waaronder de Universiteit van Wageningen, Centre for BioSystems Genomics, de KNAW maar ook aardappelbedrijf Aviko,

Het is dit jaar precies 200 jaar geleden dat de bioloog Darwin werd geboren en het is 150 jaar geleden dat hij zijn baanbrekende evolutietheorie in On the origin of species deed verschijnen.

AH

De tentoonstelling loopt t/m 31 januari 2010

Nieuwe titels voor hbo’ers

Eén letter verschil dus met de universitaire titels ‘bachelor of arts’ (BA) en ‘bachelor of science’ (BSc). “Maar wel een ondubbelzinnig verschil”, zegt de onderwijsminister in Spits: universiteiten hoeven niet bang te zijn “dat iedereen zich straks professor kan noemen”.

De eenduidige titulatuur moet paal en perk stellen aan de wildgroei van titels in het hbo – een B Health voor een bachelor fysiotherapie, een B Des voor vormgeving, een BBA voor commerciële economie – en de diploma’s internationaal beter herkenbaar maken. De nieuwe titels sluiten daarom aan op de internationale naam voor hogescholen, ‘universities of applied sciences’ (UAS), schrijft Plasterk in zijn voorstel aan de Tweede Kamer.

“Grote klasse dat de minister hier werk van maakt”, zegt HBO-raadvoorzitter Doekle Terpstra. “Maar we vragen ons ook af of het op deze manier moet. Want de titels BAA en BASc komen in Europa niet voor.” Universiteitenkoepel VSNU vindt het belangrijk dat de nieuwe titels voor hbo’ers “geen verwarring veroorzaken tussen wo en hbo-diploma’s”. Volgens de koepel “voldoet het voorstel van Plasterk daaraan”.

Een commissie gaat nu toetsen of de nieuwe titels inderdaad “beter bruikbaar” zijn in het buitenland, en of ze het binaire onderscheid tussen wo en hbo niet ondermijnen. Begin april brengt de commissie advies uit.

HOP

UU zorgt goed voor gehandicapte studenten

Uit het eindverslag van het college van bestuur blijkt dat de doelstellingen van het actieplan grotendeels zijn gehaald. Hoofddoel was om studenten met een handicap in Utrecht zulke goede voorzieningen te bieden dat zij in dezelfde tijd en met dezelfde kans op succes als een gemiddelde student kunnen afstuderen.

Het voornaamste middel om dat doel te bereiken is een contract waarin een student met een erkende handicap kan regelen dat specifieke voorzieningen voor hem of haar worden getroffen. Zo’n contact is er inmiddels voor alle studenten met een handicap.

Dat de Utrechtse aanpak succes heeft, blijkt onder meer uit het periodiek door bureau Choice gehouden tevredenheidsonderzoek onder studenten met een handicap. In 2005 eindigde de UU op de ranglijst van Nederlandse universiteiten nog als negende; in 2008 werd een vierde plaats behaald met een tevredenheidsscore iets boven het landelijk gemiddelde.

Ook de afgelopen najaar gehouden eerstejaarsmonitor maakt duidelijk dat zowel studenten met een handicap als studieadviseurs tevreden zijn over de Utrechtse aanpak. Uit dat onderzoek blijkt dat liefst negen procent van de bijna dertigduizend Utrechtse studenten een handicap heeft. Dyslexie is het meest voorkomende probleem.

Opvallend noemt het college het feit dat pas 33 procent van de gehandicapte eerstejaars een contract met de opleiding heeft afgesloten. Dat komt deels omdat veel studenten aangeven het wel zonder hulp af te kunnen. Maar een andere oorzaak is waarschijnlijk dat op het gebied van voorlichting (een van de deelprojecten) nog winst valt te behalen.

EH

Negentig procent positief over stad

Voor de inwonersenquête zijn vragenlijsten ‘willekeurig’ over de stad afgenomen. De informatie uit de inwonersenquête wordt gebruikt voor de bestuursagenda. Dit is de vijfde editie van de tweejaarlijkse enquête.

Niet alleen heeft 90 procent een positief beeld van de stad, een even groot percentage noemt de buurt waarin hij / zij woont prettig. Eenderde van de bewoners denkt dat de buurt erop vooruit zal gaan en 16 procent verwacht een achteruitgang. Dat laatste percentage is gelijk aan dat in de Wijkenmonitor 2008.

Zes op de zeven Utrechters gaf aan zich verantwoordelijk te voelen voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. De meesten (71 procent) zijn tevreden over hun contact met de gemeente Utrecht: ze geven de medewerkers en de bereikbaarheid van balie of loket het rapportcijfer 7,5. De helft van de Utrechters denkt dat de stad Utrecht beter wordt; 11 procent heeft een tegengestelde mening.

AD/UN

Geneeskundestudenten: we weten te weinig

Dat schrijft het studentenplatform van artsenkoepel KNMG in Medisch Contact. Het platform enquêteerde onder 1695 geneeskundestudenten uit verschillende studiejaren. Vier op de tien vindt het eigen kennisniveau (veel) te laag. Vooral ouderejaars zijn ontevreden over hun basiskennis: die schiet bij meer dan de helft (53 procent) tekort.

In de huidige geneeskundecurricula wordt veel aandacht besteed aan communicatie en professionele ontwikkeling. Medisch-inhoudelijke vakken schieten er steeds vaker bij in. Volgens 55 procent is het kennisgebrek daaraan te wijten.

Weinig geneeskundestudenten steken de hand in eigen boezem: nog geen vijfde (17 procent) vindt de eigen inzet onvoldoende. De rest is zeker niet overijverig. Meer dan veertig procent zegt de toetsen ook zonder veel basiskennis wel te halen. Een kwart klaagt dat het verwerven van voldoende medische kennis “te veel tijd kost”.

KNMG-voorzitter Arie Nieuwenhuijzen Kruseman is niet verrast door de uitkomst van de enquête: “Dat studenten tijdens de klinische fase twijfelen aan hun basiskennis is altijd al zo geweest.” Een hervorming van de curricula vindt hij niet nodig, wel is er “reden voor verbetering”. In het voorjaar worden de eindtermen van de geneeskundeopleiding herzien, en moet er weer meer aandacht komen voor het onderwijs in de basisvakken. Dat hoeft voor Nieuwenhuijzen Kruseman niet ten koste te gaan van het competentiegerichte onderwijs: “De huidige studielast is niet zodanig dat er geen ruimte is voor verdere verbetering of een grotere studie-inzet. Studenten moeten worden uitgedaagd om meer tijd te besteden aan hun studie, om te streven naar een acht plus in plaats van een zes min ."

HOP

Bèta’s minder gewild

Dat blijkt uit een telling van Intermediair op veertien vacaturessites. Het loopbaanmagazine telde de eerste vijf weken van 2009 precies 3458 technische vacatures, een daling van een kwart ten opzichte van 2008. Vooral starters krijgen het moeilijk: het aantal vacatures voor startfuncties lag 32 procent lager dan begin vorig jaar.

Het Platform Bèta Techniek, dat scholieren warm maakt voor bèta-technische studies, waarschuwde vorig jaar nog voor een groot tekort. Tegen 2012 zouden er 125 duizend extra bèta’s en technici nodig zijn, waaronder 44 duizend hoogopgeleiden. Volgens het platform brengt de crisis daar geen verandering in: “Dit is maar een momentopname, de verwachte tekorten komen er heus.”

HOP

Meer geld voor internationale uitwisseling

Voor de komende vier jaar is bijna een miljard euro te verdelen – 450 miljoen meer dan in de periode 2004-2008 toen er tienduizend beurzen werden verstrekt. Europees onderwijscommissaris Ján Figel verwacht dat er meer en ook hogere beurzen zullen komen voor topstudenten en promovendi binnen en buiten de EU, die willen uitwisselen met deelnemende onderwijsinstellingen.

Met het Erasmus Mundus-programma wil Europa zijn hoger onderwijs in de rest van de wereld promoten en het beter toegankelijk maken voor niet-EU-studenten.

HOP