Nieuws

Duizenden euro’s voor studentes

De verhuurder ontruimde tijdens kerst in 2008 de kamers van de studentes. Volgens de rechter is de huur niet rechtgeldig opgezegd. De schadevergoeding bestaat uit een voorschot op de verhuis- en herinrichtingskosten die de bewoners maakten, het verschil tussen de oude en nieuwe huurprijs die de studentes voor andere woonruimte moeten betalen en de in december teveel betaalde huur. (AD)

Minder toerekeningsvatbaar

Q. was gedagvaard vanwege de steekpartij én vanwege mishandeling van zijn vriendin op dezelfde dag. Daarnaast werd hem ten laste gelegd dat hij in mei vorig jaar een buschauffeur zou hebben uitgescholden en bespuugd.

Q.’s advocaat D. Vermaat meldde dat zijn cliënt ontkent dat hij met voorbedachte rade heeft gestoken. Vermaat wees op een inmiddels opgesteld rapport over Q., waarin een psycholoog en een psychiater concluderen dat hij sterk verminderd toerekeningsvatbaar is. Hij vroeg de rechtbank zeven getuigen te horen (onder wie de vriendin van Bareno en de vriendin van Q.) die daar ook inzicht in moeten geven. De rechtbank besloot om zes getuigen door een onderzoeksrechter te laten horen. Zij hoopt dat de verhoren zijn afgerond voor 29 mei, de dag van de volgende zitting.

Ik zet m’n joker in

De nieuwe regeling komt er op verzoek van SP-kamerlid Jasper van Dijk.

Overheid te laks over biobrandstof

Dat harde oordeel spreekt promovendus Roald Suurs uit in het proefschrift Motors of sustainable innovation, waarop hij volgende week promoveert. In zijn boek analyseert de medewerker van het Utrechtse Copernicus Instituut aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om succesvolle innovatie mogelijk te maken. Zijn conclusie is helder: overheden moeten niet alleen nieuwe technologieën promoten, maar ook bijdragen aan de ontwikkeling van een markt. Alleen op die manier komt een duurzame energiehuishouding binnen handbereik.

In zijn proefschrift analyseert Suurs de gang van zaken rond de introductie van een aantal alternatieve brandstoftechnologieën. Vooral interessant is het hoofdstuk over Nederlandse en Zweedse initiatieven om over te stappen van benzine en diesel op ethanol en andere biobrandstoffen. In beide landen waren het ondernemers, vaak in samenspel met lokale of regionale overheden, die het initiatief namen. Zo reden in Örnsköldsvik en Stockholm al voor 1990 stadbussen op ethanol, terwijl in Nederland vooral de scheepvaart er vroeg bij was.

In Zweden ging de regering dit soort initiatieven al snel ondersteunen met lange termijn garanties. In Nederland daarentegen bleef een consistent overheidsbeleid achterwege. Ondernemers konden weliswaar soms rekenen op tijdelijke fiscale steun en op subsidies voor Research & Development, maar vrijwel altijd ging het daarbij om adhoc maatregelen. Pas rond de eeuwwisseling kwam daar verandering in.

Vergeleken met het attente Zweedse overheidsbeleid kenmerkte de Nederlandse aanpak zich lange tijd door een vrijwel volledig ontbreken van steun aan regionale publiek-private initiatieven, aldus Suurs. Gevolg is dat er in Zweden inmiddels sprake is van een groeiende markt voor biobrandstoffen, terwijl in Nederland op dit terrein nog maar weinig vooruitgang is geboekt.

Lenen voor flatscreen

De PvdA-minister riep studenten op om ‘bewust’ te lenen: alleen lenen als het noodzakelijk is en alleen als je weet onder welke voorwaarden je leent. Voor je het weet, zei hij, heb je een hoge studieschuld.

De LSVb reageerde verbolgen: studenten moeten wel lenen, want met de basisbeurs alleen kom je er niet. Ze rekende de minister voor wat een student met studiefinanciering (260 euro per maand), bijbaantje (360) en een extraatje van thuis (150) zo al kwijt is per maand: het collegegeld (150), de huur (325), boodschappen (180), studiemateriaal (40), sport en ontspanning (100) en kleding (95). Totaal aan uitgaven: 890 euro per maand, inkomsten 770 euro.

Lenen voor een iPod of een platte tv wil de vakbond niet stimuleren, maar begrijpt deze hang naar luxe wel. “Zelfs mensen met een uitkering hebben vaak nog een flatscreen-tv”, zegt de bond. “Soberheid is nauwelijks terug te vinden onder jongeren. En hoe kan dat ook? Het is in onze tijd nooit eerder nodig geweest.”

De minister gaf vervolgens toe dat studenten vaak gedwongen worden om te lenen en erg is het ook niet, betoogde hij, zolang de student niet lichtvaardig leent voor niet-studie gerelateerde zaken.

De LSVb beseft dat het verlangen naar luxeproducten “geen goede reden is om een smak geld te lenen”, maar vindt wel dat het studiebekostigingsstelsel moet worden aangepast aan “de maatstaven van deze tijd”. “Zorg ervoor dat lenen niet meer nodig is en maak het tegelijkertijd minder makkelijk. Daarmee verliest het direct zijn aantrekkingskracht.”

De enige echte Shakespeare?

“Tot nu toe waren de deskundigen er vrij zeker van: wie wilde weten hoe Shakespeare eruit had gezien, kon het best te rade gaan bij de Vlaming Martin Droeshout. Een gravure van diens hand was in 1623, zeven jaar na de dood van de grote toneelschrijver, opgenomen in de ‘Folio’, de allereerste uitgave van de verzamelde werken van Shakespeare. Als tijdgenoten zoals Shakespeares aartsrivaal Ben Jonson dat portret als een goed gelijkende afbeelding zagen, dan moest het wel betrouwbaar zijn, was de gedachte.”

Zijn er later geen portretten opgedoken, die die zekerheid ondergroeven?

“Niet echt, nee. Er is bijvoorbeeld het zogeheten Chandos-portret en er is het Janssen-portret, een in de achttiende eeuw gemaakte kopie van een schilderij van de hand van Cornelis Janssen. Maar die portretten lijken zo op de Droeshout dat ze de bestaande ideeën over het uiterlijk van Shakespeare alleen maar bevestigden."

En daar is nu verandering in gekomen.

“Wat mij betreft wel. Het is goed mogelijk dat wij met dit nieuwe schilderij nu het origineel van Droeshout én van het Janssen-portret in handen hebben. Uit boomringonderzoek blijkt dat dit nieuwe schilderij dateert uit 1610. Het is dus nog tijdens Shakespeares leven geschilderd. Bovendien circuleerde het voordat het in bezit kwam van de familie Cobbe, in de kringen van de Graaf van Southampton, met wie Shakespeare een hechte relatie had. Ik kan mij dan ook erg goed voorstellen dat dit schilderij het model voor de Droeshout-gravure is geweest.”

Hoe is dit werk eigenlijk ontdekt?

“Dat is heel toevallig gegaan. Tijdens een expositie van portretten van Shakespeare in de Londense National Gallery zag meneer Cobbe het Janssen-portret hangen. Hé, dacht hij, dat lijkt op een schilderij bij mij thuis, maar het mijne is een stuk mooier. Hij heeft toen contact opgenomen met mijn Engelse collega Stanley Wells en zo is het balletje gaan rollen. Tot dan toe wist Cobbe niet dat het om een portret van Shakespeare ging.”

Maar hoe zeker zijn we daar nu van?

“Dat hangt ervan af aan wie je het vraagt. Mijn Utrechtse collega Paul Franssen is niet overtuigd. Hij vindt het bewijs niet sluitend en zegt dat het al jarenlang bekende Chandos-portret veel meer lijkt op de Droeshout-gravure en het Janssen-portret. Ikzelf ben positiever gestemd. Het jasje dat Shakespeare hier aanheeft, lijkt bijvoorbeeld als twee druppels water op dat op de gravure. Op dit nieuwe schilderij draagt hij weliswaar een dure kraag van kant, maar dat is niet verwonderlijk. Shakespeare was waarschjjnlijk de rijkste man van Stratford. Hij mocht zich ‘William Shakespeare, gentleman’ noemen, en die titel was echt niet voor de eerste de beste weggelegd.“

Maar niet iedereen is dus overtuigd.

“O nee, en dat was ook niet te verwachten, want er zijn genoeg ongerijmdheden. Op dit nieuwe schilderij heeft Shakespeare bijvoorbeeld een dikke bos haar, terwijl hij op alle eerdere portretten een sterk teruglopende haarlijn heeft. Het probleem is dat er geen echt hard bewijs is voor de stelling dat dit Shakespeare is. We kunnen ons de komende tijd dus weer opmaken voor heftige discussies."

Hoe belangrijk is zo’n vondst nu eigenlijk?

“Ach belangrijk, belangrijk. Casanova heeft ooit gezegd: roken doe je bij daglicht, want een deel van het plezier bestaat eruit dat je naar de rook kunt kijken. Zo is het ook met literatuur. Door filosofen als Foucault is de auteur weliswaar dood verklaard, maar in de jaren daarna is hij glorieus herrezen. Mensen hebben er gewoon behoefte aan om ook iets van de auteur van een werk te weten. Dus belangrijk? Nee. Maar interessant? Ja zeker!"

Een her met een 4

De discussie over de drempelverhoging leidde de afgelopen maanden tot verhitte debatten. Verschillende decanen drongen de afgelopen maanden aan op een aanscherping en ook het college van bestuur leek een voorstander te zijn van een hogere eis. De verhoging van de norm werd bovendien bepleit in een nota die de onderwijsadviescommissie opstelde. Een 5 past volgens deze commissie beter bij de ambities van de universiteit om studenten uit te dagen en talent te stimuleren.

Vooral de faculteit Bètawetenschappen verzette zich de afgelopen maanden tegen een nieuwe regeling. Een 5 als herkansingsnorm leidt volgens de onderwijsdirecteuren van deze faculteit tot vroegtijdige uitval van studenten die wel de capaciteiten hebben om een universitaire studie te voltooien.

Het college van bestuur laat in een brief aan de U-raad weten het voorstel ‘vooralsnog’ niet over te nemen. De discussie is volgens het “te veel gefocust op het cijfer”. Het college zegt grotere waarde te hechten aan een gemeenschappelijke universitaire visie op de verwachtingen die studenten en docenten mogen hebben van elkaar. Op korte termijn zal een bijeenkomst over dit thema worden belegd.

Het nieuws van

Merel Nelemans / Leeftijd: 24 / Secretaresse bij OGC, hetOnderzoeksinstituut voor Geschiedenis en Cultuur

“Ik heb dit nieuws goed onthouden, niet alleen omdat het RTL nieuws in de ochtend tig keer wordt herhaald, maar omdat ik via via een radioloog heb leren kennen. Ik wilde hem al een tijdje sms-en maar ik wist niet wat. Het is toch een radioloog, ik wilde wel met iets origineels op de proppen komen. Toen hoorde ik dit bericht en vroeg ik hem of hij nog lieveheersbeestjes was tegengekomen. Hij belde gelijk! Het was de eerste keer dat ik hem sprak en hij zei dat hij het nieuws nog niet had gehoord. Het telefoontje verliep ontspannen en we hebben vanavond ons eerste afspraakje. We gaan waarschijnlijk wat eten in de stad. Eigenlijk weet ik nog weinig van hem, alleen dat hij 33 is, groene ogen heeft en bekakt praat. We zullen zien!”

BNN jaagt op studenten

B(N)N’ers Patrick Lodiers, Sophie Hilbrand, Filemon Wesselink, rapper Dio en een team wervers zijn op deze druilerige donderdag in De Uithof neergestreken. De omroep van wijlen Bart de Graaff moet voor 1 april 300.000 leden hebben om meer zendtijd te krijgen. Ze gokken er op dat in studentenstad Utrecht genoeg zieltjes zijn te halen.

Na de speech van Lodiers poogt Dio de lunchers in de brasserie op te warmen. Met in de ene hand een Red Bull en in de andere een microfoon, brengt hij zijn hitje Tijdmachine ten gehore.

BNN-voorzitter Lodiers en een deel van de crew zouden aanvankelijk met een helikopter daadkrachtig in De Uithof landen, maar de spectaculaire entree werd hen geweigerd. Volgens Campusbeheerder Ruut van Rossen heeft BNN van te voren geen contact opgenomen. “Wij hebben alleen een regeling met de traumahelikopter van het UMC. Pretvluchten zijn niet toegestaan. Bovendien slaan de paarden van Diergeneeskunde er ook van op hol.”

Na Dio’s rappe optreden volgt het startsein. Sophie Hilbrand en Filemon Wesselink verspreiden zich met zo’n 20 wervers over De Uithof. Hilbrand heeft maar even de tijd, later op die middag zal ze naar Singapore vliegen voor een reiseditie van Spuiten & Slikken. Het weer is druilerig en de deuren van de universiteitsgebouwen blijven gesloten voor de teams omdat, zo zegt BNN, er geen vergunning is om de panden in te gaan. Van Rossen: “Als BNN in het kader van een programma iets wil doen in De Uithof, dan is dat prima. Maar ledenwerving is een commerciële activiteit.” Op straat weet het team een paar studenten zo ver te krijgen dat ze lid worden. Maar er zijn ook genoeg studenten die vluchtig doorlopen. “Sorry, man, ik ben toch echt een VPRO’er.”

Door de landelijke actie heeft BNN er ongeveer 9100 leden bij. De teller staat nu op 285.330. De omroep heeft nog een krappe twee weken om nog eens 15.000 mensen aan zich te binden. Als dit gaat lukken, wat wil BNN dan met de extra zendtijd gaan doen? Uitvoerend producent Richard Ros zegt dat er al heel wat plannen op tafel liggen. “Nog niet alles is even concreet, maar we willen aan de slag met een talkshow die wat dieper gaat. Meer ga ik nu niet verklappen, voor je het weet gaat RTL 5 met de ideeën aan de haal.”

<CharStyle:bod/light/italic>Zie ook het Ubladfilmpje op www.ublad.uu.nl

Utrechtse ethici praten met Chinezen over normen en waarden

“Op dit moment vindt de wereldwijde discussie over zaken als mensenrechten en onze omgang met dieren nog volledig plaats binnen het kader van een westers patroon van normen en waarden. Zelfs landen als India en Japan zijn voldoende verwesterd om daar niet vreemd van op te kijken. Binnen afzienbare tijd zal in die discussie echter terdege rekening moeten worden gehouden met inbreng vanuit Chinese hoek. En het zou goed kunnen dat de door het Boeddhisme en het Confucianisme geïnspireerde Chinezen op een heel andere manier tegen ethische kwesties aankijken dan wij gewend zijn.”

Hoogleraar ethiek Marcus Duwell en universitair docent Franck Meijboom zijn net terug van een week Bejing. Nog worstelend met een jetlag vertellen zij enthousiast over hun ontmoeting met Chinese collega’s tijdens de eerste Nederlands-Chinese conferentie over bio-ethiek en de omgang met dieren. Duwell: “De uitnodiging was afkomstig van ethici en specialisten biotechnologie van de Chinese Landbouwuniversiteit en van de Chinese Academie van Sociale Wetenschappen. Zij voorzien dat de biotechnologie in China een grote vlucht gaat nemen en dat men dus, wil men de producten ervan kunnen exporteren, zal moeten voldoen aan internationale regels ten aanzien van onder meer de omgang met dieren en het doen van dierproeven. Die regels zijn gebaseerd op westerse normen en waarden en om die reden wil men graag van ons weten hoe wij tegen zulke zaken aankijken. Maar ook voor ons is de confrontatie interessant, want over tal van zaken, waarover wij het in het westen volstrekt eens zijn, hebben Chinezen heel andere ideeën. En die kunnen we straks niet meer negeren. Vroeg of laat zullen de Chinezen een belangrijke stem krijgen bij het op mondiaal niveau vaststellen van regelingen op dit soort terreinen en hoe beter we elkaar tegen die tijd begrijpen, des te groter is de kans op regelingen die voor alle partijen bevredigend zijn.”

Dat de Utrechtse ethici de uitnodiging kregen, is behalve aan persoonlijke contacten te danken aan het feit dat de UU in Nederland en zelfs in Europa voorop loopt voor wat betreft het denken over het gebruik van dieren voor biotechnologie. In China staat dat denken nog in de kinderschoenen, merkten Duwell en Meijboom. “Dat was voor ons best verwarrend, want aan de ene kant bestaat er in China een door de religie en de filosofie geïnspireerd respect voor dieren dat aanzienlijk groter is dan bij ons in Nederland. Maar tegelijkertijd lieten verschillende sprekers merken geen enkel bezwaar te hebben tegen dierproeven waarover bij ons al jaren fel wordt gediscussieerd. Een andere opvallend verschil was het feit dat wij vinden dat ethische kwesties op een democratische manier moeten worden geregeld, terwijl in China bureaucraten erover gaan. Men zou het daar als vooruitgang beschouwen als de experts een grotere rol in de discussie zouden kunnen spelen.”

Getuige hun enthousiasme over de confrontatie met de Chinese visie op ethische kwesties zal het wat betreft Duwell en Meijboom niet bij deze ene ontmoeting blijven. In Beijing werd afgesproken dat de twee landen verder zullen gaan samenwerken op het terrein van de dierethiek. In dat kader zal in september een Chinese promovendus in Utrecht een promotieonderzoek komen doen. Maar ook op andere ethische terreinen hopen zij op meer samenwerking, want zeggen zij, om een brug te slaan tussen twee zulke verschillende tradities is een dialoog dringend nodig. “Dat wil uiteraard niet zeggen dat wij ons in de loop van vele eeuwen gegroeide patroon van normen en waarden dus maar klakkeloos overboord moeten gooien. Maar de dialoog met China kan er wel degelijk toe bijdragen dat wij ook onze eigen opvattingen kritisch tegen het licht houden. Neem de discussie over mensenrechten. Wij hameren er te pas en te onpas op dat de mensenrechten wereldwijd gerespecteerd dienen te worden, maar wat bedoelen we eigenlijk met dat begrip. Natuurlijk, we hebben wel een intuïtie, maar dit bezoek aan China heeft ons duidelijk gemaakt dat het de vraag is of de term, zoals wij die hanteren, ook voor onszelf wel voldoende helder is. In ieder geval zouden wij ons de vraag moeten stellen hoe boeddhistische en confucianistische visies sterker bij het ‘discours’ over mensenrechten kunnen worden betrokken.”