Vroeger
Die zin had ik geschreven in mijn aantekeningboekje (ik heb een aantekeningboekje, waar ik op allerhande ongepaste momenten dingen in opschrijf. Ik ben nogal een eikel) met als idee er een column mee te beginnen. Mooi, actueel, en sociaal wenselijk. En toen bedacht ik; wtf dude, ga je nu net doen alsof je helemaal sentimenteel geëngageerd bent? Op 4 november was ik door een half dozijn mensen gevraagd of ik zin had om mee te gaan naar Tivoli, de Melkweg of andere verkiezingsbijeenkomst, en ik was thuis gebleven omdat ik moe was en net mijn bed had verschoond, wat toch altijd tien keer lekkerder slapen betekent.
Ik weet nog dat Bill Clinton in 1992 president werd en ik ’s ochtends opstond en het journaal constant dezelfde beelden herhaalde, iets met dat het vijfhonderd jaar geleden was sinds Colombus het continent ontdekte. In 1992 was ik negen.
Zouden er al eerstejaars rondlopen die in 1992 geboren zijn? Misschien is het wat vroeg, maar er is altijd wel een hele jonge eerstejaars bij. Zo eentje die een paar klassen heeft overgeslagen en nog geen OV-kaart mag hebben. Zondag sprak ik mijn moeder en ze vertelde dat jongeren steeds meer narcistisch worden. Had ze ergens gelezen. Ik verdedigde de jongeren, totdat zij er op wees dat de bestudeerde groep tussen de 12 en 24 was. Ik viel dus niet meer in de categorie jongeren. Ik ben 25. Christus.
Opeens begin ik mezelf erop te betrappen dat ik steeds vaker nostalgisch word. Aan het begin van het jaar had ik nog een gezonde ouderejaarsafkeer van al die nieuwe groener-dan-gras nog amper uitgepuberde eerstejaars, nu benijd ik ze. Ik zat laatst langs de masterwebsites van mijn faculteit te surfen en betrapte me erop dat ik verzuchtte ‘hadden ze die in mijn tijd maar.’ Mijn tijd, alsof die al voorbij was. Laatst zei ik tegen een vriendin: ‘Als ik opnieuw zou kunnen beginnen zou ik iets anders gaan studeren, kunstgeschiedenis of zo.’ Laatst legde ik aan een eerstejaars uit waar de ‘nieuwe UB’ in De Uithof was, waarop dat kalf vroeg of er ook een oude is dan. Diezelfde eerstejaars sprak me met U aan!
Oké, dat laatste is gelogen. Helemaal niemand spreekt me met U aan, wat weer een obsessie op zich is, maar sinds ik mijn OV-kaart heb moeten inleveren krijg ik steeds meer het gevoel dat mijn studietijd me ontglipt, einde oefening, dat ik een paar laatste maanden plichtmatig vol moet maken en iets nieuws moet gaan verzinnen. Een beetje zoals George W. Bush zich nu moet voelen.