Ook lawaai en rotzooi ten gevolge van de bouwactiviteiten in het Stationsgebied vinden de bewoners erg hinderlijk. Daarnaast zorgen de pretbootjes in de grachten en singels en de daklozen en patiënten van psychiatrische zorg in het Museumkwartier voor irritatie bij binnenstadsbewoners.

Dat blijkt uit een volksraadpleging van de Wijkraad Binnenstad onder binnenstadsbewoners. Duizend van de in totaal 16.000 binnenstadsbewoners vulden de vragenlijsten in. De uitkomsten worden vanavond uitgereikt aan de wethouders Van Eijk (binnenstad) en Giesberts (openbare ruimte).

De Wijkraad kijkt niet op van de uitkomsten, want al langer is bekend dat de druk van evenementen, zoals De Parade, voor steeds meer ergernis zorgt. Daarom pleitte de Wijkraad Binnenstad eerder dit jaar al voor een toetsbaar evenementenbeleid, waarin de mening van de binnenstadsbewoners wordt meegewogen.

Ondanks de irritatie onder een groep binnenstadsbewoners, concludeert wijkraadslid Betty Feenstra dat de overgrote meerderheid van de bewoners met plezier en tevredenheid in de binnenstad woont. Zeker in vergelijking met bewoners van Overvecht en Kanaleneiland zijn de binnenstadsbewoners erg tevreden.

Een ruime meerderheid van de binnenstadsbewoners is blij met de terrassen en festivals. Maar de direct omwonenden vinden die terrassen en festivals juist weer niets, zo is uit het onderzoek gebleken.

“Persoonlijk zeg ik dat je niet in de binnenstad moet gaan wonen als je uit bent op rust”, merkt Feenstra op. “Maar we moeten ook weer niet doorschieten naar de andere kant. Een binnenstad zonder bewoners, dat willen we niet.”

AD/UN

Dat melden minister Plasterk (OCW) en minister Bos (Financiën) in een brief aan de Tweede Kamer. De commissie zal onderzoeken wat de “optimale financieringsstructuur” voor onderwijsinstellingen zou kunnen zijn, “gegeven de financiële risico’s”.

Vorige week werd bekend dat de Vrije Universiteit wellicht tien miljoen euro heeft verloren in een obligatie van de IJslandse bank Kaupthing. Die bank heeft te leiden onder de kredietcrisis en dreigt om te vallen. Domme pech, zei de VU tegen universiteitskrant Ad Valvas.

OCW wil dit soort akkefietjes in de toekomst liever voorkomen. Plasterk had in antwoord op kamervragen al gezegd dat hij de commissie ging instellen.

HOP

Het hoger onderwijs kent een gedragscode voor de werving van studenten uit het buitenland, die door alle universiteiten is getekend. Ook de Saoedische studenten – die tegen een collegegeld van 32 duizend euro een pre-bacheloropleiding geneeskunde volgen – vallen onder die code, oordeelde een commissie onder leiding de Nijmeegse hoogleraar migratierecht Roel Fernhout in september.

Maar RUG en UM hebben zich volgens hem weinig aangetrokken van de afspraken. Van de Groningse groep die dit jaar aan de pre-bachelorstudie begon, zakte bijna veertig procent door het ijs wat betreft het Engels, bij de Maastrichtse lichting zelfs meer dan tachtig procent.

De commissie plaatst ook kanttekeningen bij de werving van de studenten. Duidelijker afspraken met de tussenpersoon zijn vereist. “Maar in feite is dat traject niet in onze handen. Dat is een zaak van het Saoedische regering. Hun ministerie van onderwijs selecteert studenten voor een internationaal traject en regelt het collegegeld”, aldus de voorlichter van de Rijksuniversiteit Groningen. “Al zijn we natuurlijk wel verantwoordelijk voor de inhoud van het traject. Studenten die het niet redden, vallen af. Of ze kunnen hier iets anders gaan doen, uiteraard tegen een lager collegegeld.”

Overigens moeten ook de ministeries van OCW en Justitie hun werk beter doen, aldus de commissie-Fernhout: de departementen waren op de hoogte van “het Saoedische dossier” en hadden aan de bel moeten trekken.

De Universiteit Maastricht en de Rijksuniversiteit Groningen gaan intussen gewoon door met het opleiden van Saoedische studenten: de komende vijf jaar gaat er steeds in februari een nieuwe lichting van start. Bovendien worden er studenten aangetrokken voor een tandheelkundetraject, en in Maastricht voor een programma computer sciences.

HOP

“Studerende moeders voelen zich vaak niet begrepen en hebben moeite om zorg en studie te combineren”, schrijft Rouvoet in zijn Nota Gezinsbeleid 2008. Hij hoopt dat dit kan veranderen dankzij “rolmodellen, good practices en voorlichting”.

Rouvoet noemt enkele financiële regelingen die ook voor studerende vaders en moeders gelden: huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en kinderbijslag. De studiefinanciering houdt geen rekening met zwangerschaps- en bevallingsverlof, maar studenten kunnen wel een beroep doen op het ‘profileringsfonds’ van hun instelling, zegt hij. De moeders blijven dus afhankelijke van de goede wil van universiteiten en hogescholen.

Einde verhaal. “Hier had Rouvoet juist moeten beginnen”, zegt Annemiek de Jong van het Steunpunt Studerende Moeders. “In zijn nota worden gezinsvriendelijke werkgevers gestimuleerd om de combinatie van arbeid en gezin te vergemakkelijken. Waarom betrekt hij daar het onderwijs niet bij?”

Volgens De Jong wordt de doelgroep in Den Haag verwaarloosd. “Wie een moeder schoolt, schoolt een heel gezin. Alleenstaande bijstandsmoeders hoeven daarom niet meer te solliciteren en krijgen een scholingsplicht. Maar Rouvoet denkt dat ze dan makkelijker voor hun kind kunnen blijven zorgen. Hij lijkt het studeren niet helemaal serieus te nemen. Alsof studeren en colleges volgen minder tijd kost dan werken.”

Het probleem is dat het onderwijs helemaal geen rekening houdt met studenten die kinderen hebben. “Ik noem maar wat: je hebt niet eens recht op een kolfruimte. Bovendien veranderen de roosters het hele jaar door, zodat je in de knel komt met de kinderopvang. Waarom doet Rouvoet daar niets aan?”

Eerder mijmerde minister Plasterk van OCW ook over de problemen van studerende moeders. Hij vroeg zich af of de één-oudertoeslag inderdaad moet worden opgeteld bij de studieschuld, zoals nu gebeurt. Wie zijn opleiding niet kan afmaken, moet nu geld terugbetalen dat eigenlijk voor het kind is bedoeld. Maar Plasterk wilde wachten tot Rouvoet met zijn nota kwam. Desgevraagd zegt een woordvoerder dat hij nog terug zal komen op de hindernissen voor studerende moeders.

Rouvoet schreef overigens ook dat het Steunpunt Studerende Moeders een “eenmalige impuls” heeft gekregen om de voorlichting goed op de rails te zetten. Waarvan acte, zegt De Jong. “Maar we mogen het geld niet gebruiken om een symposium te organiseren of een medewerker in te huren. Het is sowieso maar de vraag of we het financieel redden. Hoe denken ze eigenlijk dat we die cultuuromslag kunnen bereiken?”

HOP

Nota Rouvoet:
http://www.jeugdengezin.nl/includes/dl/openbestand.asp?File=/images/nota-2-_tcm21-175320.pdf

Steunpunt Studerende Moeders:
http://www.studerendemoeders.nl/

Nu zitten deze wijken op verzoek van diverse bewoners al ruim een half jaar ‘op slot’ voor nieuwe studentenhuizen, om te voorkomen dat de buurt te veel van samenstelling verandert. Maar een uitspraak van de bestuursrechter zou daar over een paar weken verandering in kunnen brengen.

Die buigt zich over de vraag of een woning aan de Lessinglaan in Oog in Al dienst doet als studentenhuis of het onderkomen is van een woongroep. Eigenaar Joost Wouters zegt het pand te verhuren aan zeven studentes die samen een woongroep vormen.

Vele eigenaren van studentenpanden volgen deze zaak met belangstelling. Mocht de rechter de kant kiezen van Wouters, dan kan dat grote gevolgen hebben. Voor de huizenbezitters, maar ook voor de studenten.

De eerste hoeven dan immers geen omzetvergunning meer aan te vragen om een eengezinswoning om te mogen bouwen tot studentenhuis. En ze hoeven dan evenmin de in januari 2007 ingevoerde vergoeding te betalen van 208 euro per vierkante meter. Dat scheelt gemiddeld 20.000 euro per woning.

Mocht de rechter besluiten dat er aan de Lessinglaan sprake is van een woongroep, dan is dat eveneens goed nieuws voor de studenten. Wellicht komen er dan voor hen in de stad meer huizen beschikbaar en worden de kamers goedkoper.

De zeven studentes aan de Lessinglaan hebben hun woongroep juridisch vastgelegd. “Er is bij een notaris een vereniging opgericht, er is een rechtspersoon, de bewoners hebben een doelstelling: het vormen van een gemeenschappelijke huishouding en er is een gezamenlijke rekening waarmee de huur betaald wordt”, aldus Wouters.

Volgens de gemeente Utrecht is de woning gewoon een studentenhuis en dient de eigenaar dus ook de vergoeding te betalen. Ze bestrijdt dat er sprake is van een gemeenschappelijk en duurzaam huishouden. “In het huurcontract staat alles geregeld, de contributie is bepaald, en ook hoeveel elk lid aan huur betaalt. Een woongroep hoort alles zelf te bepalen”, aldus advocaat Ramdoelare namens de gemeente.

Groenen vindt het onbegrijpelijk dat de gemeente de studenten uit hun huis wil zetten. ”De woongroep bestaat uit studenten, maar de huur wordt gedeeld en ze leven samen.”

AD/UN

Vorige week publiceerde het ministerie van OCW de ‘Arbeidsmarktbarometer Voortgezet Onderwijs’. Daar staat in dat de spanning op de arbeidsmarkt voor leraren toeneemt. Het aantal vacatures is het afgelopen jaar gegroeid. Maar de onderzoekers spraken over cijfers van vóór de kredietcrisis. Inmiddels staan oude voorspellingen op losse schroeven.

Vorig jaar schreef OCW dat er sowieso een aanzienlijk tekort aan leraren zou ontstaan. Het ministerie voorzag een hoogconjuctuur tot 2010, waardoor het tekort fors zou oplopen. Maar zelfs in een eventuele laagconjuctuur zou er volgens OCW altijd nog sprake zijn van enige economische groei, hoe marginaal ook. De krimp die Wouter Bos nu voorziet, was een jaar geleden nog ondenkbaar; het is onzeker wat er nu met het lerarentekort gebeurt.

“Het zou best kunnen dat de crisis invloed heeft op de arbeidsmarkt voor leraren”, speculeert Marja Paulussen-Hoogeboom van Regioplan Beleidsonderzoek. “Toen wij de cijfers opleverden, was er nog geen sprake van economische neergang. Misschien hebben scholen nu minder moeite om vacatures te vullen.”

Ook het kenniscentrum SBO (Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt van werkgevers en werknemers) heeft nog geen nieuwe gegevens verzameld. “De ervaring is wel dat de arbeidsmarkt voor leraren gevoelig is voor het economische tij”, zegt directeur Freddy Weima. “In een laagconjuctuur solliciteren meestal meer mensen uit het bedrijfsleven op de vacatures van middelbare scholen. Ook zie je dat pas afgestudeerde leraren vaker daadwerkelijk hun vak gaan uitoefenen en dat leraren langer in het onderwijs blijven werken.”

Hoe het deze keer zal lopen, blijft afwachten. Nieuwe cijfers komen waarschijnlijk pas volgend najaar.

HOP

Hoogleraar kristal- en structuurchemie Piet Gros krijgt de prestigieuze Europese beurs voor zijn onderzoek naar de chemische en biologische structuur van eiwitten. Hij wil onder meer weten welke structuurkenmerken van eiwitten eraan bijdragen dat zij ongewenste indringers in het lichaam zoals bacteriën ‘herkennen’ en onschadelijk kunnen maken. Eerder dit jaar ontving Gros voor zijn onderzoek een NWO-groot subsidie ter waarde van 1.650.000 euro.

Bijzonder hoogleraar sociologie Marco van Leeuwen doet sociaalhistorisch onderzoek naar de mate waarin kinderen los kunnen komen van het sociale milieu van hun ouders, door een ander beroep te kiezen. Ook kijkt hij naar de verschillen op dit punt tussen landen en tussen tijdvakken in de afgelopen eeuwen. Van Leeuwen is ook verbonden aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam.

Met deze twee (van negentien) extra toewijzingen heeft de ERC in de eerste ronde van haar nieuwe subsidieprogramma in totaal 275 beurzen uitgereikt met een waarde van 542 miljoen euro. Twaalf procent van de beurzen ging naar vrouwelijke onderzoekers. Zelfs gepensioneerde hoogleraren hoeven niet te wanhopen, zo blijkt uit de bij de uitslag gevoegde statistieken. De jongste winnaar is 36, de oudste 76.

Uit die statistieken blijkt dat Nederland het minder slecht heeft gedaan dan het Ublad eerder dit najaar suggereerde. Van de 275 beurzen gingen er in totaal negentien naar in ons land werkzame onderzoekers, waarmee wij op de lijst een zesde plaats innemen, achter het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Zwitserland, Duitsland en Italië. Afgezet tegen het aantal in een land werkzame onderzoekers moet Nederland zelfs alleen Cyprus, Zwitserland en Israël laten voorgaan.

EH

De Leidse studenten wonnen hiermee een wintersportreis voor tien personen naar het Franse Val Thorens. De winnaars waren dolgelukkig met hun zege. Rens van der Tol: “De overwinning was zeker terecht. We hebben veel geoefend, niet alleen qua karaoke en zang, maar ook qua dans en performance.” De blijdschap bij de Utrechtse diergeneeskundestudenten was er niet minder om.Ties Koolen: “We hebben ontzettend veel lol gehad de afgelopen weken en we zijn erg tevreden met onze tweede plek.”

De afgelopen weken zijn er in negen studentensteden over het hele land voorrondes gehouden, waarbij de beste vertolkers van het levenslied werden geselecteerd voor de finale in de Woolloomooloo. De deelnemende steden waren: Utrecht, Amsterdam, Leiden, Maastricht, Delft, Groningen, Eindhoven, Tilburg en Leeuwarden. Volgens organisator Bart ter Welle was het smartlappenspektakel een succes. “De opkomst onder de studenten was goed, niet alleen tijdens de finale, maar ook in de voorrondes. Wat mij betreft wordt er volgend jaar een vervolg aan gegeven.”

Frank Brugman

Wie dertig jaar is en hoger onderwijs heeft genoten, kan in goede gezondheid 71 jaar oud worden. Wie alleen de lagere school heeft doorlopen, krijgt op zijn 56ste al gezondheidsklachten. Vooral hartaandoeningen, rugklachten en reuma komen volgens de statistieken vaker voor bij laagopgeleiden.

Hoogopgeleide vrouwen worden nog altijd ouder dan hun mannelijke jaargenoten: 84 om 79 jaar. Maar de dames en de heren zijn even oud wanneer ze lichamelijke klachten krijgen: de hoeveelheid jaren in blakende gezondheid zijn eerlijk verdeeld.

De glazen bol van het CBS kent zijn beperkingen, melden de onderzoekers. De cijfers komen uit een gezondheidsenquête en bewoners van instituten en tehuizen zijn uitgesloten van deelname. Bovendien worden steeds meer mensen hoger opgeleid. De verschillen in opleidingsniveau zullen daardoor minder vaak samenvallen met verschillen in sociaal-economische status en dus zullen ze misschien ook minder zeggen over de levensverwachting.

HOP

In antwoord op kamervragen van oppositiepartij SP laat minister Plasterk weten dat de jaarverslagen van de instelling steeds zijn gecontroleerd en goedgekeurd door een externe accountant, en dat die ook nagaat of de Vrije Universiteit zich wel houdt aan de beleggingsregels van het departement.

Plasterk wil nog niet vooruitlopen op de gevolgen die een eventueel faillissement van Kaupthing op de Vrije Universiteit heeft. Volgens de SP heeft de VU zes miljoen euro geïnvesteerd bij de geplaagde bank. “Indien op termijn zal blijken dat een deel van de obligaties niet zal worden afgelost, zal daarover mogelijk contact met de Raad van toezicht van de VU plaatsvinden, om geïnformeerd te raken over de gevolgen die dit verlies heeft voor de universiteit”, formuleert Plasterk omzichtig.

Ook op de vraag of het kabinet op korte termijn de regels gaat aanscherpen voor onderwijsinstellingen die beleggen met publiek geld, houdt Plasterk zijn kaarten op de borst. Hij kondigt een onderzoek aan naar de vermogenspositie van onderwijsinstellingen en gaat niet in op mogelijke uitkomsten. Wel laat hij nogmaals weten dat de bestaande beleggingsregels voor universiteiten en hogescholen scherp zijn: zo mag alleen worden belegd bij financiële ondernemingen die onder scherp toezicht staan en kunnen instellingen alleen investeren met “tijdelijk overtollige middelen”.

Overigens liet de Vrije Universiteit vorige maand al weten niet in zwaar weer te zullen komen op het moment dat de instelling haar IJslandse investeringen verliest. Bovendien weigert de instelling het bedrag van zes miljoen euro te bevestigen. Universiteitsblad Ad Valvas onthult deze week dat het gaat om maar liefst tien miljoen euro.

HOP