Nieuws

IB-Groep maakt tempo

De afgelopen vijf weken werden bijna alle inkomende telefoontjes binnen drie minuten beantwoord, waarmee de IB-Groep ruim boven de norm van zestig procent zit. In mei zat de uitvoeringsinstantie er juist ver onder, toen slechts tien procent van de gespreken op tijd liep.

Ook het mailverkeer loopt beter: slechts bij één op de honderd berichten heeft de IB-Groep meer dan drie dagen nodig voor de beantwoording. In mei bleef meer dan dertig procent van alle mailtjes langer dan drie dagen onbeantwoord.

Voor de zomer kreeg minister Plasterk vanuit de Kamer veel vragen over het functioneren van de IB-Groep. De bewindsman vroeg toen wat extra tijd, omdat de organisatie aan het reorganiseren was. De behaalde resultaten betekenen overigens niet dat OCW de teugels laat vieren: Plasterk belooft de Kamer dat de prestaties nauwlettend worden bewaakt.

HOP

ABP: pensioenen niet in gevaar

Natuurlijk, ook ABP heeft last van de storm op de financiële markten. “We hebben het niet makkelijk. Maar we beleggen niet alleen in aandelen”, zegt een woordvoerder. “Microkredieten doen het bijvoorbeeld uitstekend. En het rendement op investeringen in onroerende zaken is ook goed.”

De pensioenfondsen die in Nederland actief zijn, staan onder toezicht van de Nederlandsche Bank. “En die eist van ons dat we alle pensioenen kunnen uitbetalen. Dan heb je reserves nodig om tegenslagen op te vangen. En die hebben we voldoende. We opereren niet als de snelle jongens die morgen in een nieuwe Ferrari door de stad willen rijden. Wij beleggen pensioengeld voor een periode van dertig tot veertig jaar. Over zo’n termijn heb je altijd mindere periodes, maar het middelt zich uit. Om alle pensioenen uit te kunnen betalen heb je een rendement nodig van ongeveer zes procent, dus wij hanteren een gewenst minimum van circa zeven. Daar zitten we ruim boven. Over de laatste vijftien jaar hadden we een rendement van 7,9 procent, en dat is inclusief de periode 2000 tot en met 2002, toen de economie ook rake klappen kreeg.”

ABP kan dus tegen een stootje. “We blijven er naar streven dat we de pensioenen in het hoger onderwijs de komende jaren gewoon kunnen aanpassen met een inflatiecorrectie. Als daar dit jaar niet genoeg geld voor is, compenseren we de uitgebleven correctie zodra we daarvoor weer voldoende buffers hebben. Veel hangt af van de cao’s die de komende tijd worden gesloten: loonstijgingen moeten we kunnen opvangen. Hoe meer loonmatiging, hoe eenvoudiger dat voor ons is.”

Op dit moment heeft ABP 230 miljard euro pensioengeld belegd voor de pensioenen van meer dan 2,6 miljoen Nederlanders. Het fonds beheert ook de oudedagsvoorziening van ambtenaren.

HOP

Student wil best leraar worden

Dit blijkt uit een peiling van ResearchNed onder achthonderd bachelorstudenten, waarvan het ministerie van OCW dit weekend de resultaten bekend maakte. Nog eens 29 procent van de ondervraagde studenten wil zo’n bijvak ‘misschien’ volgen.

Afgelopen week lanceerde staatssecretaris Van Bijsterveldt een nieuwe route naar het leraarschap: universitaire bachelorstudenten kunnen binnenkort een didactische ‘minor’ volgen. Afgestudeerden mogen dan voor de klas staan in de onderbouw van havo en vwo en in de theoretische leerweg van het vmbo. Het idee is bedoeld om een bijdrage te leveren aan de bestrijding van het lerarentekort.

Onder studenten is de ontvangst van de nieuwe mogelijkheid overweldigend positief. Maar liefst 86 procent vindt de nieuwe regeling een goede zaak, tegenover zes procent afkeurende studenten. Meer dan de helft zou meer over deze verkorte lerarenopleiding willen weten. Met name onder studenten van de sector ‘gedrag & maatschappij’ is de nieuwsgierigheid groot.

Van verschillende kanten klinkt overigens kritiek op de nieuwe vorm van de tweedegraads lesbevoegdheid. De lerarenopleidingen vinden dat de didactiek “gigantisch wordt onderschat”. Lesgeven zou ook niet zomaar een “bijbaantje” kunnen zijn voor studenten die een master volgen, zoals Van Bijsterveldt had gezegd. Ook zou het aantal extra leraren een druppel op een gloeiende plaat zijn, terwijl deze verkorting wel de status van het leraarschap uitholt.

Het ministerie rekent positiever. Een kwart van dertigduizend bachelorstudenten betekent 7500 studenten. Ter vergelijking: in 2007 kozen slechts 620 universitaire bachelors voor een universitaire lerarenopleiding.

De nieuwe lerarenopleiding is één van de maatregelen uit een heel pakket, waarvoor de regering de komende drie jaar honderd miljoen euro beschikbaar heeft gesteld. De ‘educatieve minor’ ligt overigens nog op de tekentafel.

HOP

Nederlands hoger onderwijs zeer toegankelijk

In Duitsland zijn de vaders van studenten twee keer zo vaak hoog opgeleid als de gemiddelde volwassen Duitser. In Portugal hebben de vaders zelfs drie keer zo vaak een universiteit of hogeschool doorlopen. Kennelijk maken kinderen van lager opgeleide ouders daar minder kans om in het hoger onderwijs terecht te komen.

In Nederland ligt dat anders, blijkt uit de gegevens die verzameld zijn in de derde editie van het rapport Eurostudent, waarvoor in 23 landen data zijn verzameld. Vaders van studenten zijn hier slechts 1,37 keer vaker hoogopgeleid dan andere volwassen mannen. Daarmee loopt Nederland voorop in de toegankelijkheid van het hoger onderwijs.

Overigens hangt deze voorloperspositie samen met het aandeel hoger opgeleiden in de hele samenleving. Hoe hoger de bevolking is opgeleid, hoe minder elitair het hoger onderwijs is. De opmerkelijke uitzondering op die regel vormt Duitsland, dat ongeveer evenveel hoogopgeleiden heeft als Nederland en toch een elitairder onderwijssysteem blijkt te hebben. Aan de collegegelden kan het niet liggen, want die kent Duitsland niet of nauwelijks.

Andere landen die goed scoren in deze vergelijkingen zijn Tsjechië, Schotland, Noorwegen en Finland. In Roemenië, Bulgarije, Portugal, Ierland en Turkije komt de economische onderklasse minder makkelijk in de collegebanken terecht.

Ook de opleiding van moeders staat in een tabel en daarmee valt bijna precies hetzelfde elitarisme (of het ontbreken daarvan) aan te tonen. Ook blijken er meer vrouwelijke studenten te zijn in landen waar verhoudingsgewijs toch al veel hoogopgeleide vrouwen wonen.

De emancipatie van vrouwen blijkt overigens los te staan van de emancipatie van sociaal-economisch zwakkere groepen. Hebben vrouwen ten opzichte van mannen vaker een diploma in het hoger onderwijs gehaald? Dat zegt niets over de kans dat iemand uit een achterstandsgezin in het hoger onderwijs terechtkomt. Het zegt alleen iets over de vraag of een meisje uit een achterstandsgezin meer kans maakt dan haar broertje om op de universiteit terecht te komen.

HOP

Sjoerd Hamburger gaat voor Boat Race

Hamburger, die in augustus nog als skiffeur deelnam aan de Olympische Spelen, spreekt van een “onwijs leuke en zware opgave”. Hij roeit in Oxford samen met nog vier andere Olympia-gangers. “Het wordt zeker een brute boot.”

De alumnus Algemene Sociale Wetenschappen doet in Oxford een Msc in Evidence Based Social Intervention. Op zijn weblog schrijft hij dat hij een kamer heeft betrokken in het Magdalen College. Deze is zo klein dat hij met zijn voeten op de koelkast slaapt. Na de pre-term periode verwacht hij te verhuizen naar Oriel College.

XB

Lees meer op: www.sjoerdhamburger.nl

Utrechtse Sportpenning voor Sijbring en Homan

De Sportpenning voor personen of verenigingen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de stad, werd uitgereikt tijdens een ontvangst van alle Utrechtse deelnemers aan de Olympische en Paralympische Spelen in het Museum Van Speelklok tot Pierement.

Alette Sijbring won met het Nederlandse waterpoloteam Olympisch goud in Beijing. Korie Homan zegevierde in het dubbelspel rolstoeltennis tijdens de Paralympische Spelen. De ‘gouden’ Utrechtse hockeyster en B&O-studente Wieke Dijkstra kreeg twee jaar geleden al een Sportpenning voor het winnen van het WK. Een andere hockeyster, de nieuwbakken studente Wijsbegeerte Marilyn Agliotti, kwam niet in aanmerking omdat ze niet in Utrecht woonachtig is.

De vier aanwezige gouden studentsporters (buiten de drie kampioenen ook roeister Roline Repelaer van Driel uit ‘de zilveren Acht’) kregen van Olymposdirecteur Jules Vereecken een universitaire oorkonde. Alle acht universitaire sporters die actief waren in Beijing kunnen zich bovendien in het vervolg hullen in een badjas met het universitaire logo.

XB

Gratis sporten onder werktijd

Alle werknemers hebben inmiddels een folder thuis in de brievenbus gekregen met een globaal programma van allerlei sportieve en gezonde bezigheden die in deze oktoberweek gratis te volgen zijn. De workshops zijn geschikt voor mannen en vrouwen van alle leeftijden. Werknemers kunnen een gezonde kookles bijwonen, een stoelmassage krijgen, hun cholesterol laten meten, maar ook wat fysieker bezig zijn met Afrikaanse dans, nordic walking of capoeira. De workshops kunnen op verschillende locaties van de UU worden gevolgd. De activiteiten moeten de werknemers bewust maken van een gezonde leefstijl en de rol van in- en ontspanning daarin.

Tijdens deze week is er aandacht voor serieuze en minder serieuze zaken. Zo wordt op de donderdag een spinningmarathon tussen 9 en 13 uur in Olympos gehouden waarmee geld wordt opgehaald voor Pink Ribbon, een stichting die onder meer onderzoek naar borstkanker ondersteunt. Maar er is ook plek voor humor. Organisator, de dienst Personeel en Organisatie, heeft een prijsvraag uitgeschreven waarmee een Wii is te winnen. Om hiervoor in aanmerking te komen moet je het fysieke gewicht raden van het voltallige college van bestuur.

Dezelfde collegeleden hebben alle directeuren en decanen van de Universiteit Utrecht gevraagd werknemers de gelegenheid te geven om in deze Gezondheidsweek onder werktijd een workshop te volgen. Ook gezond eten wordt extra onder de aandacht gebracht. Niet alleen via de gezondheidscheck van de KLM Health Services of een kookles, maar ook in de bedrijfskantines waar het accent op een gezonde lunch komt te liggen.

Na deze week wordt geëvalueerd hoe de deelnemers het initiatief hebben ervaren. Ook wordt een pilot bedrijfsfitness ontwikkeld om vanaf januari 2009 werknemers te stimuleren aan sport te doen door (een deel van) de kosten te betalen voor bijvoorbeeld een abonnement op een sportschool. Momenteel wordt hierover onderhandeld met Olympos in De Uithof en een sportschool in de binnenstad.

Volgens Femke Gerritsma, trekker van het project, zitten hier nog wel vele restricties aan. "Volgens de wetgever mogen we alleen een contract afsluiten met één sportschool, of als een bedrijf meer vestigingen heeft, met een tweede sportschool. Daarom onderhandelen we ook met een sportschool in de binnenstad. De wetgeving is zelfs zo strikt dat collega's die in De Uithof werken, daar móeten sporten om de vergoeding te krijgen, zelfs als ze naast de sportschool in de binnenstad wonen. Collega's die werken in de binnenstad mogen alleen gebruik maken van de sportschool daar. De wetgever zegt hierover dat bedrijfsfitness bedoeld is om te beoefenen vlak voor of na het werk of tijdens de lunchpauze en dus niet 's avonds na acht uur als bijvoorbeeld de kinderen in bed liggen. Je kunt de maatregel zien als een goed begin."

Wie zich wil inschrijven voor een workshop en een gedetailleerd programma van de Gezondheidsweek zoekt, surft naar www.FIT4UU.nl

GK

Utrecht intensiveert samenwerking met India

Dat blijkt uit de jongste nota Regiobeleid Azië van het college van bestuur. In die nota wordt verslag gedaan van het bezoek dat een Utrechtse delegatie begin 2008 bracht aan negen Indiase universiteiten en onderzoeksinstituten. In een eerdere nota had het college van bestuur duidelijk gemaakt dat de UU zich in de samenwerking met India en China wil concentreren op een beperkt aantal partnerinstellingen. Een voornaam doel van de reis van dit voorjaar was om te beoordelen welke instellingen in aanmerking komen voor de status van UUP.

Nadat eerder al de Jawaharlal Nehru Universiteit in Delhi, de Universiteit van Hyderaibad en het Indian Institute of Science in Bangalore tot UUP waren verkozen, is de keuze nu opnieuw op twee onderzoeksinstituten gevallen. Uit het bezoek van de Utrechtse delegatie is namelijk gebleken dat de onderzoekskwaliteit zich in India met name in de instituten bevindt. In de nota geeft het college toe dat dit ten koste kan gaan van de beoogde uitwisseling van studenten. Daar staat echter een grotere kans op een succesvolle uitwisseling van promovendi tegenover,

Om de nog wat tegenvallende samenwerking met UUP’s in India en China een impuls te geven stelt het college van bestuur volgend jaar 40.000 euro beschikbaar voor de uitwisseling van twee hoogleraren met de beide partnerlanden. Het geld dat via een open inschrijving moet worden verworven, mag zowel gebruikt worden voor het bezoek van een Indiase of Chinese hoogleraar aan Utrecht als voor een Utrechts verblijf in één van de twee landen. Ook in open inschrijving vallen vijf subsidies van 15.000 euro te verdienen voor de organisatie van een seminar in Utrecht met Aziatische partners. Voor beide subsidievormen komen alleen hoogleraren uit de vijftien Utrechtse focusgebieden in aanmerking

EH

Aanvraag kort verblijf kennismigrant stroperig

De sociaal-democraten zijn bang dat de Nederlandse kenniseconomie averij oploopt: hoogopgeleide buitenlanders kunnen immers ook in andere landen aan het werk, zonder dat ze weken moeten wachten op toestemming. “Grote bedrijven hebben voor kortstondige projecten soms behoefte aan hoogopgeleiden die hier niet te vinden zijn”, zegt PvdA-kamerlid Marianne Besselink. “Dan is het wel zaak dat ze die mensen snel uit het buitenland kunnen halen.”

Volgens een woordvoerder van het ministerie van Justitie wringt de schoen niet bij immigratiedienst IND. “Hoogopgeleiden die hier korter dan drie maanden verblijven, vallen niet onder de kennismigrantenregeling”, legt hij uit. “Ze zijn dus afhankelijk van visa van de diverse ambassades. Bovendien moet het ministerie van Sociale Zaken voor deze groep een werkvergunning afgeven. Dat kost tijd.”

Volgens onderzoekssecretaris Joke van den Bandt van werkgeversorgranisatie VNO-NCW zit de bottleneck vooral bij Sociale Zaken. “Dat zou de arbeidswetgeving moeten aanpassen, maar is bang dat Nederlandse werkzoekenden daar negatieve effecten van ondervinden. Wij hebben onlangs in een brief uitgelegd dat daarvan geen sprake is. Het gaat om multinationals die met een internationaal samengesteld team van medewerkers een project willen afronden in Nederland, of over een universiteit die voor een paar maanden een buitenlandse trainee in huis haalt.”

De kennismigrantenregeling voor hoogopgeleide buitenlanders die voor een langere tijd in Nederland komen werken, is de afgelopen jaren flink versoepeld. De IND verzorgt dit soort aanvragen via één loket en streeft ernaar om aanvragen binnen twee weken af te ronden.

HOP

Nevenfuncties wetenschappers openbaar

De bewindsman reageert op een brief die hij op 3 september kreeg van VSNU-voorzitter Noorda. Die erkent dat er maatschappelijke behoefte is aan bewijzen van de onafhankelijkheid van de wetenschapsbeoefening aan de Nederlandse universiteiten. Zij zullen daarom websites gaan aanbieden met profielpagina’s van alle hoogleraren en onderzoekers. Die vullen zelf in welke voor de wetenschap relevante nevenfuncties ze hebben.

De categorie van bijzonder hoogleraren vraagt volgens de VSNU om een eigen benadering. Zij zijn immers niet in dienst van de universiteit, maar van een rechtspersoon die het onderzoek in bepaalde wetenschapsgebieden wil bevorderen. De universiteiten waar zij werken “zullen ofwel een lijst op hun website publiceren, waarin de leerstoel, de rechtspersoon, de financieringsbron en de hoofdfunctie van de betreffende hoogleraar staan vermeld ofwel steeds de hoofdfunctie van de desbetreffende hoogleraar publiceren”.

De VSNU vraagt begrip voor het feit dat het nog enige tijd zal kosten voordat de gevraagde gegevens van het wetenschappelijk personeel volledig zijn. Aan het eind van dit jaar zal ze rapporteren over de vorderingen.

Minister Plasterk laat weten dat de door hem gevraagde transparantie voldoende gewaarborgd lijkt. Wel tekent hij aan dat de informatie op de websites waar de nevenfuncties vermeld worden, eind dit jaar zo goed als volledig moet zijn.

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen pleit al langer voor volledige openheid over nevenfuncties. Als een longkankeronderzoeker in een wetenschappelijk tijdschrift publiceert, moet hij tenslotte ook melden of hij wordt betaald door een sigarettenfabrikant. Sommige universiteiten achtten deze openbaarheid in strijd met de privacywetgeving.

Een artikel in de Volkskrant, waarin stond dat bijna een kwart van de hoogleraren aan Nederlandse universiteiten wordt gesponsord door bedrijven en instellingen, gaf minister Plasterk dit voorjaar het laatste duwtje. Hij vroeg de universiteiten uiterlijk 1 augustus bekend te maken hoe zij de financiering van bijzondere leerstoelen openbaar gaan maken.

HOP