De aanscherping van de benoemingsprocedure van hoogleraren was een van de vernieuwingen die Stoof aankondigde in zijn eerste rede ter gelegenheid van de opening van het Academisch Jaar. De rede van de vorig jaar aangetreden rector stond vooral in het teken van het streven naar een verdere verhoging van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek.
Utrecht staat weliswaar vrijwel altijd in de bovenste regionen en vaak op de eerste plaats van de rankings die regelmatig langskomen, aldus de rector, “maar toch denk ik dat het nog beter kan en eigenlijk ook beter moet. Hoogleraren zijn, zoals wij weten, de sleutelfiguren op een universiteit. Het benoemingsbeleid van hoogleraren is dan ook bij uitstek een instrument dat kwaliteitsbepalend is voor onderwijs en onderzoek. Dit instrument kan verder aangescherpt worden.”
Op onderwijsgebied bevatte de eerste grote rede van de rector weinig nieuws. Hij benadrukte opnieuw dat er meer ruimte moet komen voor talentbeleid en dat moet worden gestreefd naar hogere bachelor rendementen. Met een rendement van 57% na vier jaar steekt de UU weliswaar met kop en schouders uit boven de landelijke collega’s, die niet verder komen dan gemiddeld 37%, maar de rector sprak de ambitie uit om dat percentage in Utrecht de komende tijd met gerichte maatregelen naar 70 te tillen.”
Om de kwaliteit van het Utrechtse onderzoek verder te verhogen gaat het college van bestuur nadrukkelijk gebruik maken van zogeheten bibliometrische analyses, kondigde Stoof aan. In die analyses wordt de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek bepaald aan de hand van het aantal malen dat een publicatie van een onderzoeker in een internationaal toptijdschrift wordt geciteerd. Hoewel lang niet alle onderzoekers overtuigd zijn van de waarde, sprak Stoof nadrukkelijk zijn vertrouwen in uit in dit instrument “dat, mits met de nodige voorzichtigheid gehanteerd, als de beste kwaliteitsparameter wordt beschouwd die we op dit moment hebben.”
Met deze en andere vormen van interne kwaliteitscontrole hoopt de rector een halt toe te roepen aan wat hij geërgerd het geld- en tijdverslindende systeem van visitaties noemde. “Onze overheid verlangt van ons dat er continu zeer veel duur betaalde visitatiecommissies met internationale experts in het hele land bezig zijn om op basis van extreem uitgebreide en gedetailleerde zelf-evaluatie rapporten de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek door te lichten", aldus de rector in de Domkerk. "Laten we de tijd en energie van onze goede onderzoekers niet verspillen met dergelijke uitgebreide evaluatieprotocollen door op deze manier voor derden werkgelegenheidsprojecten te creëren."
EH