Nieuws

Utrecht denkt nog na over openbaarmaking nevenfucnties

De Volkskrant opende zaterdag met een fors bericht, waarin werd gemeld dat een kwart van de Nederlandse hoogleraren door derden wordt betaald. Vooral het feit dat de universiteiten zo geheimzinnig doen over de nevenfuncties zat het ochtendblad dwars. Met het voorbeeld van een door Campina betaalde hoogleraar in Wageningen die in zijn oratie melk gezond had genoemd, maakte de krant duidelijk welke gevaren er schuilen in verzwegen relaties met bedrijven.

Het nieuws leidde tot een lawine aan reacties. Minister Ronald Plasterk zei na een eerdere aarzeling nu toch te overwegen de universiteiten tot openbaarheid te dwingen. Voorzitter Sijbolt Noorda van universiteitenvereniging VSNU reageerde maandag boos. Hij vond dat de minister die beslissing maar aan de universiteiten zelf moest overlaten. Twee dagen later pleitte KNAW-voorzitter Frits van Oostrom wel voor grotere openheid. "Nederland, het land waar je wel wordt geacht je gordijnen open te laten, zou moeten wennen aan een beschaafde openheid van zaken en in deze en soortgelijke kwesties wat minder krampachtig moeten zijn."

Rector-magnifcus Hans Stoof kan desgevraagd nog geen uitspraak doen over de Utrechtse positie. De universiteit houdt een register bij van nevenfuncties van hoogleraren, maar maakt die, net als de andere Nederlandse universiteiten niet openbaar. Deze week zal de kwestie aan de orde komen in het overleg van rectoren. De rector zal de zaak ook in het college van bestuur op de agenda zetten. "Wij willen even rustig de voors en tegens kunnen afwegen, maar we zullen als college binnen afzienbare tijd met een standpunt komen."

Gemakkelijke studie fnuikend voor motivatie

Dat zijn de conclusies van de werkgroep Onderwijs van de Universiteitsraad. De werkgroep heeft onderzocht hoe een hoger rendement is te behalen in het eerste studiejaar. De uitkomsten zijn vervat in de nota Uitdagend Onderwijs: Focus op de Massa die de U-raadsleden ter inspiratie meegeven aan het college van bestuur dat werkt aan het nieuwe Strategisch Plan.

Volgens de werkgroep is er nog heel wat winst te halen. Daarvoor hoef je niet eens buiten de deur te kijken. Binnen de UU zijn voldoende best practices te vinden, wordt in de nota gesteld. Wat er volgens de werkgroep nodig is om studenten te motiveren, is een persoonlijke benadering en snelle feedback. Daarbij moeten studenten vanaf het begin van de opleiding leren wat een goede studiehouding is. Ook zou studenten al in een vroegtijdig stadium verteld moeten worden welke carrières mogelijk zijn na de studie.

Een studie die als te gemakkelijk wordt ervaren is fnuikend voor de motivatie, zo meent de werkgroep. Gemotiveerde docenten zijn cruciaal wanneer de universiteit studenten gemotiveerd en geïnspireerd wil houden. De werklast van docenten zou volgens de werkgroep omlaag moeten zodat docenten meer ruimte krijgen om met elkaar ervaringen uit te wisselen en cursussen, trainingen of studies te volgen. Goed onderwijs, tenslotte, zou moeten worden beloond door echte onderwijscarrières mogelijk te maken waarin onderzoek een minder belangrijke rol speelt.

GK

Uit de meest recente derdejaarsenquête blijkt dat 19 procent van de studenten zijn studie te gemakkelijk vindt. De werkgroep heeft gevraagd om een uitsplitsing van de studies. De top 5 is:

1) Informatiekunde

2) Milieu-natuurwetenschappen

3) Onderwijskunde

4) Algemene Sociale Wetenschappen

5) Sociale Geografie en Planologie

Bedrijvendag Geesteswetenschappen goed bezocht

De aanwezigen konden deelnemen aan presentaties en workshops. De populairste bijeenkomsten waren die van het ministerie van OC&W, het tijdschrift Elsevier, en het televisieprogramma 'Andere Tijden' van omroep NPS.

RWI wil financiële prikkel bij studiekeuze

De Nederlandse economie ondervindt volgens RWI flinke schade van de slechte ‘match’ tussen vacatures en werkzoekenden. Veertig procent van de vacatures in 2007 was moeilijk vervulbaar, vijftien procent bleef zelfs openstaan. Een woordvoerder: “Het bedrijfsleven heeft vaak een heldere kijk op de ontwikkelingen in de markt. Het zou studiekiezers veel nadrukkelijker moeten wijzen op sectoren waar over een jaar of vijf hoogstwaarschijnlijk de beste kansen liggen. Een tegemoetkoming in de kosten kan studenten daarbij de juiste kant op sturen.”

Onderzoekers van het Centraal Planbureau vinden dat laatste geen goed idee, blijkt uit een vandaag verschenen rapport. Goede voorlichting vanuit het bedrijfsleven is prima, maar de uiteindelijke afweging kan een student beter zelf maken. Met de tekorten komt het volgens het CPB vanzelf goed: “Die zullen leiden tot hogere lonen en op hun beurt zullen die hogere lonen van invloed zijn op de keuze van de studierichting.”

De RWI houdt vast aan zijn ideeën. “Natuurlijk willen we niet dat mensen opleidingen gaan volgen die niet bij ze passen. Een studie kies je met je hoofd en je hart. Droomt een student ervan geschiedenisleraar te worden, dan moet je hem niet pushen om bedrijfseconomie te gaan doen omdat de markt dat graag wil.”

HOP

Te druk voor bijscholing

Dit blijkt uit onderzoek van Getronics PinkRoccade en TNS Nipo onder 729 werkende Nederlanders met een universitair of hbo-diploma. Meer dan de helft van hen wil graag vaker op cursus. Dit geldt voor driekwart van de jongeren onder hen.

Maar in de praktijk blijkt de balans tussen een succesvolle carrière en een sociale levensstijl veel van hen te vergen. Tijd voor een cursus valt in de praktijk vaak niet te realiseren.

Nederlands grootste ICT-werkgever Getronics, dat opdracht gaf voor het onderzoek, concludeert dat een goede beloning de basisvoorwaarde is om hoogopgeleid personeel aan zich te binden. Maar de Getronics Virtual University wordt niet opgedoekt: medewerkers kunnen daar op elk gewenst moment een van de vierduizend opleidingen en trainingen volgen.

HOP

Journalistiekstudenten naar Olympische Spelen

De studenten en hun begeleiders vormen een redactie die ter plekke een dagelijkse krant en website gaat maken, meldt de website van HU-blad Trajectum. De selectie van de studenten is in volle gang.

De School voor Journalistiek is benaderd door bierbrouwer Heineken en sportorganisatie NOC*NSF, de initiatiefnemers van het Holland Heineken House, de thuisbasis van de Nederlandse supporters, sporters, artiesten en pers.

De redactie kan geen onafhankelijke journalistiek bedrijven en bijvoorbeeld de mensenrechtensituatie in Tibet ter sprake brengen. “Het is een vorm van bedrijfsjournalistiek”, aldus een woordvoerder van de HU. “Als iemand zich op de stoep opblaast kunnen ze er niet omheen, maar de studenten gaan niet de stad in om over politiek te schrijven.”

AH

KNAW wil openbaarheid over nevenfuncties

“Ik heb helemaal niet het idee dat er in de Nederlandse wetenschap grootscheeps sprake is van duistere praktijken”, zegt KNAW-president Frits van Oostrom, “en juist daarom zou je niet te veel weerstand tegen openbaarheid moeten hebben. Nederland, het land waar je wel wordt geacht je gordijnen open te laten, zou moeten wennen aan een ‘beschaafde openheid’ van zaken en in deze en soortgelijke kwesties wat minder krampachtig moeten zijn.”

Hij haalt hiermee uit naar Sijbolt Noorda, voorzitter van universiteitenvereniging VSNU. Die had getergd gereageerd op Plasterks voornemen om de openheid over bijbanen van hoogleraren desnoods wettelijk af te dwingen. Noorda vindt dat universiteiten hierin hun eigen koers moeten varen.

Universiteiten hebben nu in hun gezamenlijke gedragscode staan dat nevenfuncties van hun werknemers in een register moeten worden bijgehouden. Dat register is “bij voorkeur openbaar”. Maar in de praktijk houden veel universiteiten deze gegevens achter slot en grendel.

De KNAW, het genootschap van topwetenschappers, pleit al langer voor grotere openheid over mogelijke belangenverstrengeling. Onderzoekers dienen hun belangen altijd te vermelden als ze hun onderzoek openbaar maken. Of ze nu in een tijdschrift publiceren, een lezing houden of geïnterviewd worden, de financier van het onderzoek moet altijd duidelijk zijn. Ook andere relevante belangen, zoals een adviseurschap, moet de wetenschapper elke keer melden.

Voordat hij minister van OCW werd, was Plasterk een gerenommeerde biowetenschapper. Hij is lid van de KNAW.

HOP

Capgemini trots op zijn hoogleraren

“Aantal hoogleraren werkzaam bij Capgemini verder uitgebreid”, kopt het persbericht fier. “Circa vijfendertig medewerkers van Capgemini zijn nu op diverse niveaus actief in het hoger onderwijs, waarvan zes als (bijzonder) hoogleraar.”

Zo is Frank Harmsen (39), vice-president van Capgemini, per 1 april benoemd als hoogleraar aan de Universiteit Maastricht. “Hij combineert zijn leerstoel ‘knowledge management of globally distributed work’ met zijn managementwerkzaamheden voor Capgemini”, aldus Capgemini. Eerder dit jaar trad hoogleraar informatiekunde Erik Proper van de Radboud Universiteit Nijmegen bij het bedrijf in dienst.

Universiteiten doen zo geheimzinnig over de bijbanen van hoogleraren, dat minister Plasterk hen wil dwingen tot openheid: ze moeten een register samenstellen met de bijbanen van hoogleraren en de financiering van bijzondere leerstoelen. Daar hebben de universiteiten zuur op gereageerd, maar Capgemini zit er kennelijk niet mee.

HOP

Alleen universitaire lerarenopleidingen in orde

Dat staat te lezen in een onderzoek van de Onderwijsinspectie, dat gisteren door staatssecretaris Van Bijsterveldt van OCW naar de Tweede Kamer is gestuurd. De VSNU is tevreden. “Over de kwaliteit van de leraren die wij afleveren, bestaat geen twijfel”, laat Sijbolt Noorda in een schriftelijke reactie weten. “De volgende stap is om de komende jaren meer academisch gevormde docenten voor de klas te krijgen.” De eerstegraads opleidingen pakten sinds 2005 onder meer de toetsing en de interne kwaliteitszorg aan. Ook kunnen studenten meer vrijstellingen krijgen.

In de ‘Monitor beleidsagenda lerarenopleidingen’ gaat de inspectie na of universiteiten en hogescholen hun toezeggingen voor kwaliteitsverbetering nakomen. Daarmee heeft het hbo het veel moeilijker. Niet verrassend, want de lerarenopleidingen zijn veel groter en talrijker dan aan de universiteit.

De kritiek op de tweedegraads lerarenopleidingen en de pabo’s is niet mals. De inspectie maakt zich zorgen over het niveau. Meer centrale toetsing zou daarvoor de oplossing zijn. Ook waarschuwt ze net als eerdere rapporteurs voor de spanning tussen de gewenste kwaliteitsverbetering en het lerarentekort.

Van Bijsterveldt laat weten nog voor de zomer te komen met een nieuwe kwaliteitsagenda voor de lerarenopleidingen.

HOP

Van de havo naar de universiteit

Bij wijze van experiment mogen havisten van het Roelof van Echten College vanaf september 2009 hbo-vakken gaan volgen in de vrije uren van hun keuzeprofiel. Daarmee kunnen ze vrijstellingen krijgen van de Stenden Hogeschool, voorheen de Christelijke Hogeschool Nederland en de Hogeschool Drenthe. Havisten die goed hun best doen mogen de propedeuse zelfs helemaal overslaan en in het tweede jaar beginnen.

Tweeënhalf miljoen euro is hiervoor beschikbaar: bedrijven in de regio investeren bijna anderhalf miljoen en het platform voor beroepsonderwijs legt een miljoen euro bij. De initiatiefnemers hopen dat de scholieren vaker voor het hbo zullen kiezen. Nu gaan veel havisten in deze regio liever naar een ROC dichtbij huis.

In principe kunnen de scholieren met hun propedeusediploma ook naar de universiteit. “Er zal vast wel een slimmerik zijn die daarvoor kiest”, zegt projectleider Lineke de Vries van het Roelof van Echten College. Maar ze verwacht geen stormloop.

De studie-uitval onder studenten die na hun hbo-propedeuse naar de universiteit gaan is traditioneel erg hoog. Universiteiten zien daarom liever dat een havist eerst vwo doet of pas na zijn hbo-opleiding via een schakelprogramma aan een masteropleiding begint.

Overigens werken ook universiteiten samen met middelbare scholen, zegt een woordvoerder van universiteitenvereniging VSNU. “Dankzij pre-university-colleges — zoals in Utrecht het Junior College — gaan scholieren beter voorbereid naar de universiteit. Maar ze boeken geen tijdwinst, zoals in Hoogeveen.”

HOP