"In 2006 leek het nog een kwestie van tijd", vertelt onderzoeker Pita Verweij van het Utrechtse Copernicus Instituut. "Het Canadese bedrijf dat de mijn zou gaan exploiteren, had alle vergunningen binnen en wachtte alleen nog op de handtekening van de gouverneur. Er waren wel protesten, maar niemand geloofde dat die zouden helpen, want er zit 34 ton goud in de grond met een waarde van minstens 500 miljoen euro."
De kansen keerden toen Liesbeth Fontein in 2006 ter plekke vaststelde dat de ecologische waarde van het gebied - dat grenst aan het mede door de Universiteit Utrecht beheerde natuurpark Trésor - uitzonderlijk hoog is. Niet alleen bedreigde diersoorten als de tapir, de zwarte kaaiman en de rotshaan liepen bij de komst van de mijn gevaar, ook de kans op vervuiling van het drinkwater van de hoofdstad Cayenne was groot. Verweij: "We hebben samen een overzicht van de milieurisico's gemaakt en daarmee Ecological Internet benaderd, een kleine organisatie die via internet milieucampagnes voert."
Op basis van de rapportage van Fontein en Verweij startte Ecological Internet een actie, die zoveel steun kreeg dat de Franse regering tot een nader onderzoek door vijf Franse wetenschappers besloot. Hun rapport, waarin de Utrechtse conclusies werden onderschreven, deed Parijs vorige week besluiten om de Canadezen hun vergunning te weigeren. "Ik was verbaasd maar vooral ontzettend blij", zegt Verweij. "Dat er voorrang is gegeven aan belangrijke natuurwaarden boven goud, is voor dit overzeese gebied echt uniek. Dit resultaat maakt duidelijk hoe belangrijk gedegen wetenschappelijk onderzoek voor milieubehoud kan zijn."
EH