Nieuws

Extra informatieronde reorganisatie financiële diensten

Tijdens de universiteitsraadsvergadering van 17 december hebben de universiteitsraad en het college van bestuur afgesproken de besluitvorming over de centralisatie van de financiële administratie tot nader order uit te stellen. De ad-hoc commissie van de U-raad is niet overtuigd van de noodzaak tot reorganiseren. Volgens voorzitter Fred Toppen zijn er ook andere manieren om de knelpunten in de financiële administratie op te lossen.

Het college van bestuur is het echter niet met hem eens en denkt meer draagvlak voor zijn plan te krijgen als de betrokken medewerkers beter en uitgebreider worden geïnformeerd over de noodzaak om de dienstverlening voor een groot deel te centraliseren. Vandaar dat er nieuwe bijeenkomsten zijn gepland in de tweede en derde week van januari 2008.

In een aanvullende notitie zal het college ook ingaan op de vijf hoofdvragen van de U-raadcommissie. Het gaat om de fysieke concentratie, de centrale aansturing, scholing voor medewerkers, de gevolgen van de reorganisatie voor de medewerkers die nu een gecombineerde functie hebben en de personele 'gaten' die er op lokaal niveau vallen als collega's naar de centrale dienst vertrekken. Het college hoopt dat de bijeenkomsten en de antwoorden op de vijf vragen in de U-raadsvergadering van 4 februari een positief advies tot gevolg hebben.

Zie voor de exacte data en tijdstippen van de bijeenkomsten www.transic.nl.

Vier Rubiconsubsidies naar Utrecht

De Rubicon-subsidie is bedoeld om pas gepromoveerde onderzoekers met talent voor innoverend, grensverleggend onderzoek de kans te geven om ervaring in het buitenland op te doen. Dit jaar kregen twaalf vrouwen en vijftien mannen een beurs van maximaal 80.000 euro voor een verblijf van één tot twee jaar aan een buitenlands topinstituut. Twee jonge onderzoekers gaan aan de slag aan de universiteiten van Groningen en Leiden.

Twee van de vier Utrechtse Rubicon-subsidies gaan naar het UMC Utrecht. Fysiologisch chemicus Mulder mag in het Britse instituut voor Cancer Research twee jaar lang onderzoek gaan doen naar de werking van stamcellen in de huid, terwijl celbioloog Wieffer voor een zelfde periode naar Berlijn vertrekt om aan de Freie Universität de overdracht van signalen tussen cellen te bestuderen.

Biologe Piekema verruilt haar werkplekken in zowel Utrecht als Nijmegen twee jaar lang voor een van de eerbiedwaardige colleges in Oxford. Zij gaat daar de hersenen van apen bestuderen om zo meer te weten te komen over de achtergrond van hersenaandoeningen bij oudere mensen. Ook linguïste Slioussar steekt de Noordzee over. Zij heeft achttien maanden de tijd om aan het Londense University College de manier te bestuderen waarop zaken als woordvolgorde en intonatie in taal bijdragen aan het structureren van informatie.

EH

Studenten regelen date op de werkvloer

Er wordt ook flink geflirt op de werkvloer; 31 procent van de studenten doet dit regelmatig. En een klein percentage, 5,5 procent, heeft zelfs een relatie overgehouden aan zijn of haar ontmoeting tijdens het werk. Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn op de werkvloer; 25,8 procent geeft aan geen aantrekkelijke collega’s te hebben en zoekt een date dus liever ergens anders.

MV

Utrechtse studente is Idolskandidaat

De vakjury was vorige week uitermate lovend over Charlene. “Ongelofelijk”, meende juryvoorzitter Gordon. “Uitstraling een 10, stem een 10.”

De 19-jarige studente, die vooral veel ervaring heeft met het zingen van gospels, mocht ook van de tv-kijkers door naar de volgende ronde. Ze was een van de kandidaten die zich op basis van publieksstemmen kwalificeerden voor de volgende ronde.

XB

Meer tijd voor studie en bijbaan

Dat blijkt uit de jaarlijkse Studentenmonitor van het ministerie van OCW. Daarin zijn gegevens verzameld aan de hand van een enquête onder veertienduizend studenten. Hbo-studenten zijn met 35,5 uur studie ijveriger dan hun universitaire collega’s, die wekelijks 32 uur met hun opleiding bezig zijn.

Studenten investeren ook meer tijd in hun bijbaan: in het collegejaar 2005/06 werkten ze 9,4 uur per week achter de bar of in het magazijn van de supermarkt, tegen 8,6 uur in het jaar ervoor.

De Studentenmonitor besteedt dit jaar extra aandacht aan de doorstroming van de bachelor- naar de masteropleiding. Uit het onderzoek blijkt dat maar tien procent van alle studenten ontevreden is over het voorlichtingsmateriaal waarmee zij hun keuze voor een vervolgstudie bepalen.

Universitaire studenten vinden een masteropleiding vanzelfsprekend: slechts vijf procent van de academische studentenpopulatie wil na de bachelorfase meteen aan het werk. De rest zegt een vervolgopleiding te ambiëren. Ongeveer driekwart blijft opleiding en instelling trouw en wil een doorstroommaster kiezen die naadloos aansluit op de driejarige bacheloropleiding. Twaalf procent gaat voor een masteropleiding in een andere discipline, en een kleine tien procent voor de zwaardere tweejarige researchmaster.

Van de ondervraagde hbo-studenten is maar een kwart van plan na de bachelor een masteropleiding te volgen. Die terughoudendheid laat zich eenvoudig verklaren: een bacheloropleiding in het hbo duurt niet drie maar vier jaar en levert een prima arbeidsmarktkwalificatie op. Wie desondanks voor een vervolgopleiding op masterniveau kiest, is – enkele opleidingen in de zorg-, onderwijs-, of kunsthoek uitgezonderd – aangewezen op een (dure) private mba-opleiding of op op het aanbod van de universiteiten.

Minister Plasterk liet de afgelopen weken herhaaldelijk weten dat hij de overgang van bachelor- naar masteropleiding wil aanpassen: hogescholen moeten meer ruimte krijgen om met overheidssteun masters aan te bieden, en aan de universiteit moet het minder vanzelfsprekend zijn dat de overgrote meerderheid van de studenten voor een doorstroom-master kiest. Komend voorjaar stuurt hij hierover een notitie naar de Tweede Kamer.

HOP

ALS

Alle masters in graduateschools

De decanen willen in meerderheid dat de eenjarige academische masters organisatorisch worden ondergebracht in de graduateschool. In de zes Utrechts graduateschools zijn nu alleen de tweejarige onderzoeksmasters en de promotieopleiding geplaatst. De bedoeling was dat voor de eenjarige academische masters een academic school zou worden opgericht, maar volgens de decanen verdienen deze masteropleidingen een thuis dat ook in de Angelsaksische wereld herkenbaar is. Want, zo is het argument: Met het behalen van het bachelordiploma start ook voor de studenten van de academische masters de graduate-fase. Het streven is om de nieuwe organisatie zo snel mogelijk rond te hebben, maar volgens Hans Melle van Dijk van de directie Onderwijs & Onderzoek zou het heel knap zijn als september 2008 wordt gehaald. De verandering houdt namelijk in dat bijvoorbeeld de Onderwijs- en Examenreglementen (OER) aangepast moeten worden en de OERs voor het jaar 2008-2009 zijn net de inspraak gepasseerd.

GK

Met Victoria naar Zambia

Een mooie kersttraditie

Het stelen van kerstbomen is een terugkerend fenomeen bij het Utrechts Studenten Corps. Twee leden besloten daarom ook dit jaar ergens een kerstboom te jatten. Op de website van dagblad De Pers plaatsten ze een filmpje waarin ze de diefstal aankondigden. "Meestal gebeurt het stelen bij een lokale kerstboomverkoper", vertelt corpslid Ege lacherig. Volgens De Pers is het USC-bestuur not amused. De twee leden zouden respectievelijk één maand en twee maanden zijn geschorst. Het Corps was niet bereikbaar voor commentaar. Kijk op www.depers.nl/video naar het filmpje 'kerstboomdieven geven niet op'.

MV

U-raad vindt vorming administratief service centrum niet nodig

Het was een merkwaardige bespreking maandagmiddag in de Van Lier en Egginkzaal. Aan de orde was het voornemen van het college van bestuur om te komen tot een reorganisatie van de financiële dienstverlening en ter tafel lag een korte notitie met de reactie van de Universiteitsraad. Maar hoewel die notitie nauwelijks een A4'tje lang was, waren de erin opgesomde punten van zorg dermate fundamenteel dat het college van bestuur al voor de bespreking besloot dat verdere discussie in dit stadium zinloos was. "Er leven bij de raad nog zoveel vragen", constateerden de collegeleden Van Rooy en Amman, "dat wij een aanvullende notitie zullen schrijven om onze opstelling te verduidelijken."

Die notitie wordt half januari verwacht, maar een korte woordenwisseling tussen de twee collegeleden en U-raadslid Fred Toppen deed de vraag rijzen of zo'n aanvullend stuk de patstelling zal kunnen doorbreken. "Wij zijn verheugd dat u bereid bent om uw standpunt nader toe te lichten", zei Toppen, "maar uw uitgangspunt is een reorganisatie. Er zijn echter ook andere manieren om de door u gesignaleerde knelpunten op te lossen. Wilt u daar ook naar kijken?" Die suggestie ging het college te ver. "Wij hebben een keuze gemaakt voor wat we de verstandigste en beste aanpak vinden", antwoordde Amman. "Kennelijk hebben we dat niet effectief aan u geadresseerd. Dat zullen we in onze aanvullende notitie proberen te doen."

"Dit antwoord versterkt ons gevoel dat de trein doordendert op het gekozen spoor", reageerde Toppen, "wij willen juist dat er een heroverweging komt van de mogelijke trajecten." Maar daar kon wat collegevoorzitter Van Rooy betreft geen sprake van zijn. "Wij zouden als bestuurders geen knip voor de neus waard zijn, als we nu opeens zouden zeggen: ach, een andere weg kan ook wel. Zonder inhoudelijke discussie kan daar geen sprake zijn en in onze aanvullende notitie zullen we u ervan proberen te overtuigen dat een andere dan de door ons gekozen route niet werkbaar is."

Na de vergadering toonde Toppen zich tevreden over de bereidheid van het college tot nader overleg. "Maar", stelt hij met nadruk, "dat overleg is wat ons betreft alleen zinvol als ook het uitgangspunt van fysieke concentratie ter discussie kan worden gesteld. Wij zijn het zonder meer met het college eens dat standaardisering en automatisering van de administratieve processen wenselijk is. Maar wij zien niet in waarom daarvoor per se de vorming van een apart administratief service centrum nodig is. Als er goede en bindende afspraken met de onderdelen worden gemaakt, kan de gewenste meer uniforme manier van werken toch ook op de huidige werkplekken worden doorgevoerd? Dat zou een reorganisatie in feite overbodig maken."

Volgens Toppen onderschat het college van bestuur de problemen die zullen ontstaan als financiële administraties te ver van de werkplek worden georganiseerd. "Het contact met de werkvloer vormt voor zowel de administrateurs als voor degenen voor wie zij werken een duidelijke toegevoegde waarde. Misschien dat de efficiency in een service centrum wat zal toenemen, maar ik denk dat het college de negatieve invloed op de motivatie van de medewerkers ernstig onderschat.

"Daar komt bij dat veel mensen die nu een gecombineerde functie hebben, straks alleen nog maar declaraties verwerken. Ook dat lijkt ons niet bevorderlijk voor hun werkvreugde en hun betrokkenheid. Bovendien denken wij dat het college onvoldoende stilstaat bij de gevolgen die de ontmenging van combifuncties en de uitplaatsing van medewerkers heeft voor de processen op de werkvloer. De ICT-reorganisatie illustreert helaas overduidelijk hoe dat bij faculteiten en diensten kan leiden tot gatenkaas."

Gezien de manier waarop het college maandag op de zorgpunten van de U-raad reageerde, heeft Toppen goede hoop dat het bereid is om de gemaakte keuzes serieus te heroverwegen. "Zoals gezegd hebben wij vooral veel moeite met de vorming van een service centrum. Dat is voor ons een hard punt en ik hoop dan ook van harte dat het college ook dat punt ter discussie wil stellen." Collegelid Amman wilde voorafgaand aan het overleg met de U-raad geen reactie geven.

EH