Nieuws

Wiskundige aanpak verwoestijning

De woestijn rukt op. Zeventig procent van de droge ecosystemen en zo'n twee miljard mensen dreigen van die ontwikkeling het slachtoffer te worden. Een van de oorzaken van de toenemende verwoestijning is het feit dat herders hun dieren te lang in kwetsbare gebieden laten grazen, waardoor de vegetatie zich er niet kan handhaven. Onduidelijk was echter wanneer een point of no return wordt bereikt.

Een internationaal team van milieukundigen onder leiding van de Utrechtse Sonia Kéfi presenteert deze week in Nature een antwoord op deze vraag. Onderzoek in halfwoestijnen in Marokko, Griekenland en Spanje bracht aan het licht dat er in normale omstandigheden een vaste relatie bestaat tussen het aantal begroeide plekken en hun omvang. Ook als er dieren grazen, blijft die relatie bestaan. Wanneer het gebied echter al te intensief wordt begraasd, gaat de grafiek waarin de relatie wordt beschreven, afwijkingen vertonen.

Op basis van een computermodel dat zij van het verwoestijningsproces maakten, concluderen de onderzoekers dat een dergelijke afwijking een tijdige aankondiging vormt van een proces van woestijnvorming, dat mogelijk onomkeerbaar is. Volgens de Utrechtse VIDI-winnaar Max Rietkerk is de fysieke oorzaak het uiteenvallen van grotere begroeide oppervlakken in meerdere kleinere stukjes.

"Die verandering in de begroeiing vertaalt zich nauwkeurig in de genoemde afwijking in de grafiek. Daarmee hebben we dus een goede en ook door lokale overheden simpel te hanteren indicator in handen voor de dreigende verwoestijning van een gebied. Ze hoeven alleen maar naar de relatie tussen het aantal en de omvang van de begroeide plekken te kijken om te weten of ze de begrazing in een bepaald gebied moeten verbieden."

EH

Snelle bachelors

De cijfers komen uit het eerste rendementsonderzoek van universiteitenvereniging VSNU sinds de invoering van de bachelor-masterstructuur. Hieruit blijkt dat van alle studenten die in 2002 na het vwo aan hun bacheloropleiding begonnen 37 procent na vier jaar een diploma had. Ongeveer evenveel studenten staan nog ingeschreven aan de universiteit en de rest is uitgevallen. Van hen stapt meer dan de helft over naar het hbo.

Behalve verschillen tussen instellingen zijn er ook grote verschillen tussen opleidingen. Bij de zes Pedagogiekopleidingen zijn de Utrechtse studenten ook weer de snelsten. Vier jaar na aanvang heeft meer dan driekwart van hen de bachelorbul op zak. In Groningen is dat nog geen 30 procent, terwijl het landelijke gemiddelde rond de 50 procent schommelt. Prof. dr. Theo Wubbels, van de Utrechtse faculteit Sociale Wetenschappen weet wel waarom het rendement zo hoog is. "Een tijd geleden stond Pedagogiek laag op de ranglijst van de Keuzegids. Dat heeft zonder meer stimulerend gewerkt. We hebben een nieuw curriculum ingevoerd en we stellen voortgangseisen: studenten mogen pas aan bepaalde onderdelen beginnen als ze andere al hebben gehaald. Tot de master hebben ze alleen toegang als ze hun bachelordiploma kunnen laten zien." In Groningen kunnen studenten al aan hun master beginnen voor ze klaar zijn met hun bachelor. Ali van Arragon van de afdeling onderwijsbeleid: "Ze scoren voldoende studiepunten, maar ze hebben het diploma nog niet op zak. We willen dus graag een voetnoot plaatsen bij de rendementscijfers."

HOP

'Soms is een zes het hoogst haalbare'

"Als je een voldoende hebt gehaald, ook als is het maar een 5,6, dan heb je een tien. Zo zeggen we dat bij onze studie", vertelt tweedejaars student Geneeskunde Desiree Sikkens (19). "Ik heb op het vwo hard geleerd om gemiddeld een acht te halen. Alleen dan kon ik deze studie doen. Ik vind het nou wel even mooi geweest." Ze gaat verder: "Natuurlijk is het leuker om een negen te halen, maar met een zes ben ik ook tevreden. Ik heb een druk studentenleven, en niet alles draait bij mij om m'n studie." Bij haar medestudenten ziet ze weinig ambitie om een heel hoog cijfer te willen halen. "En ook docenten hameren er niet op dat de cijfers omhoog moeten." Ze neemt de kritiek van Balkenende dan ook niet zo serieus: "Ik heb bij die man wel vaker het gevoel van 'laat maar praten'. Ik denk niet dat hij zelf een hele actieve studententijd heeft gehad naast z'n studie."

Roald van Loon (23), derdejaars student Psychologie, merkt weinig van een zesjescultuur binnen zijn studie. "Misschien in het eerste jaar nog wel wat meer, want dan zijn de vakken wat massaler. Maar daarna kies je al een bepaalde richting en dan zie je dat studenten veel ambitieuzer worden, dat geldt ook voor mij. Zeker binnen de psychologie dragen mensen verantwoordelijkheid als ze eenmaal aan het werk gaan. En ook als je verder wilt binnen de onderzoekspsychologie is het belangrijk om hoge cijfers te halen."

De premier uitte onder andere zijn ongenoegen over het feit dat twee van de drie studenten tevreden is met een zes. Roald: "Als dat inderdaad zo is, snap ik die kritiek wel. Je moet als student wel beseffen dat je met wetenschap bezig bent."

Vijfdejaars Rechtenstudente Tjinta Terlien (22) denkt dat er binnen haar studie sprake is van een splitsing: "De ene helft heeft de zesjesmentaliteit, maar een veel groter gedeelte werkt hard en is ambitieus. Zelf neem ik ook geen genoegen met een zes, vooral als ik weet dat ik beter kan." Van een discussie onder studenten over de vermeende zesjesmentaliteit is volgens Tjinta nauwelijks sprake. "Vorige week was ik heel druk binnen mijn studievereniging JSVU en daar waren veel studenten aanwezig. Ik heb weinig van deze studenten gehoord over Balkenendes toespraak, volgens mij leeft het gewoon niet zo." Ze kan zich wel vinden in de kritiek van onze premier: "Hij heeft gelijk, er mag wel wat harder gestudeerd worden door sommige studenten."

Volgens een paar studenten die in de kamer van studievereniging A-Eskwadraat zitten, is er binnen de exacte studies weinig mis met een zes als tentamencijfer. "Als je binnen mijn studie een zes haalt dan betekent het dat je het snapt", zegt vierdejaars student Wiskunde Egbert Rijke (21). "Je beheerst het dan niet perfect, maar vaak is het al heel wat dat je de stof voldoende beheerst. Wiskunde is een behoorlijk pittige studie. Balkenende doet net alsof alle studenten sowieso een zes kunnen halen, en als ze hun best doen makkelijk een hoger cijfer kunnen halen. Hij generaliseert dus met zijn betoog. Soms is een zes zo ongeveer het hoogst haalbare." Ook Kim Biesheuvel (20), derdejaars student Natuurkunde snapt niet waarom het een probleem zou zijn als studenten tevreden zijn met een zes: "Natuurlijk is het leuker om een hoger cijfer te halen, maar een zes hoeft niet per se slecht te zijn."

Steven Berghout (19) is derdejaars student Natuur- en Wiskunde, en merkt ook weinig van ambitieloze medestudenten. "Sommige studenten beheersen bepaalde stof sneller en beter, maar ik zie vaak dat deze studenten hun extra tijd stoppen in andere studiegerelateerde activiteiten. Maar eerlijk gezegd vind ik het moeilijk om te praten over dé student en hét algemene ambitieniveau; dat ligt per vak en per student weer heel verschillend."

Was Balkenendes betoog van vorige week binnen A-Eskwadraat nog voer voor discussie? Steven: "Nee, meestal discussiëren we over ingewikkelde formules!"

MV

Noot: Erger jij je aan de zesjesmentaliteit binnen jouw studie? Of snap je niet waar Balkenende zich druk over maakt? Surf naar het forum op Ublad Online om te discussiëren.

vol passie

Waarom theater?

"Het begon al tijdens mijn studie Engels. Ik zat bij de Students of Utrecht Drama Society. Elk jaar speelden we een voorstelling. Na mijn studie heb ik een parttime opleiding voor theatermakers gevolgd. Ik heb dus niet alleen veel gespeeld, maar ik heb ook voorstellingen geschreven en geregisseerd. Ook heb ik samen met iemand anders een theatergezelschap opgericht genaamd Act Fast. We maken zelf voorstellingen op maat, voor conferenties bijvoorbeeld. Ik vind het leuk om te zien hoe vanuit een tekst op papier er iets moois op het toneel ontstaat. Het geeft me energie en ik word er blij van. Als ik zelf een tijdje niet speel en naar een voorstelling ga kijken, dan krijg ik echt weer de kriebels. Dan moet ik ook spelen!"

Waar ben je nu mee bezig?

"Op dit moment regisseer ik Kafka's Harem. Dit stuk is door een studente van de UU geschreven. In november gaat het in première, daarna gaan we gaan ermee 't land in. We gaan ook naar scholen, want er hoort een lespakket bij de voorstelling. Daarnaast spelen we in april tijdens de Culturele Zondag. Erg leuk!"

Welke rollen speel je het liefst?

"Qua teksten heb ik een voorkeur voor rijke teksten zoals in de Troje Trilogie van Koos Terpstra. De taal moet mooi zijn, dat vind ik belangrijk. Daarnaast hou ik van fysieke rollen. Dialoogvoorstellingen, zoals je die de laatste tijd vaak ziet, dat is niets voor mij. Nou ja... tenzij de taal heel erg mooi is!"

Groentetas terug in het Ruppertgebouw

Afgelopen maandag maakte de organisatoren de studenten alvast enthousiast door gratis bananen uit te delen. Ook heeft de organisatie actief geflyerd in De Uithof en bij studentencomplexen. De actie heeft volgens studente Suzanne Maas, betrokken bij de Groentetas, al 55 abonnees opgeleverd. "Maar we willen weer terug naar ongeveer 80 abonnees, dat was het niveau vóór het hijskraanongeval."

wetenschap

Fraude

Stadsbus vs. geweten

'Wetenschap is nooit af' staat namens de UU op Utrechtse stadsbussen te lezen. Een intrigerende mededeling vond Davide Grossi, die maandag in Utrecht promoveert. Want stel nu dat je begeleider of je geweten je opdraagt: 'Je proefschrift moet af en het moet zijn!' In een van de stellingen bij zijn proefschrift constateert Grossi vertwijfeld, dat er dan sprake is van een conflict: "stadsbussen tegen het geweten". De zaak zit de Italiaanse logicus zo hoog dat hij er in zijn volgende stelling op voortborduurt. "Je wilt natuurlijk niet tegen je geweten ingaan, maar tegelijkertijd kan je je niet voorstellen dat zo'n efficiënt systeem van stadsbussen zich vergist." Gelukkig biedt stelling 2 uitkomst. "Instituties kunnen als contextuele terminologieën worden bestudeerd." Behulpzaam legt Grossi uit wat hij bedoelt. Wat als wetenschap telt, is voor je geweten iets anders dan voor een stadbus. Juist ja."

So you wannabe a popstar

Wat hebben Elvis Presley, Janis Joplin en Kurt Cobain met elkaar gemeen? Het waren allemaal popsterren die jong zijn overleden. Toeval? Nee, schrijven wetenschappers van de Liverpool John Moores University in de Journal of Epidemology and Community Health. Het is een gevolg van hun ruige leefstijl. Berekend is hoelang iedere popster nog leefde vanaf het moment dat hij of zij beroemd werd. Die tijd is vergeleken met het gemiddelde van iemand die blijft leven met dezelfde leeftijd, geslacht en ras. Popsterren hebben twee keer zoveel kans om vroeg aan hun eind te komen dan onbekende leeftijdgenoten. Vooral vanaf het derde jaar is het levensgevaarlijk om een popster te zijn. Drugs- of alcoholgebruik is de oorzaak van ruim een kwart van de sterfgevallen, maar ook ongevallen en zelfmoord komen meer voor bij popsterren dan in de normale bevolking.

Trammen naar De Uithof

GK

Rinnooy Kan hamert op professionaliteit

Nederland stevent af op een dramatisch tekort aan goede leraren, stelt Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de tijdelijke Commissie Leraren, in een advies aan minister Plasterk. Hij wil een “eerste beslissende stap” zetten in de bestrijding van het tekort. Voor een salarisverhoging is jaarlijks 1,1 miljard euro extra vereist. Nog eens zeventig miljoen moet volgens de commissie worden gestoken in een bijscholingsfonds voor docenten.

Het salaris van leraren – van basisschool tot hbo – zou moeten afhangen van hun opleidingsniveau. Binnen hun salarisschaal kunnen ze worden beloond naar prestatie. Zo wordt het voor leraren weer aantrekkelijk om door te leren, hoopt de commissie.

Om het beroep te versterken, moet er een register van erkende leraren komen, ongeveer zoals bij advocaten en huisartsen. Daarin noteert de ‘Beroepsgroep Leraren’ de werkervaring en scholing van docenten. Wie zijn deskundigheid verwaarloost, verliest zijn registratie.

Een professionele school betrekt docenten “intensief” bij zijn beleid, vindt de commissie. Dat gebeurt nog onvoldoende. Er hoeft geen nieuwe wet te komen: de medezeggenschap moet beter worden gebruikt. De Onderwijsinspectie kan een keurmerk verstrekken aan scholen met een goed personeels- en kwaliteitsbeleid.

In een eerste reactie erkent minister Plasterk de ernst van de situatie. “Ik heb al eerder gezegd, met de inkt voor de begroting voor volgend jaar nog maar net droog: het is niet uitgesloten dat ik prioriteiten in het bestaande onderwijsbeleid zal moeten heroverwegen.”

De Algemene Onderwijsbond geeft het rapport “een negen” en noemt het “een overwinning voor het onderwijs en dus voor iedereen”. Het zijn dezelfde geluiden die de AOb al jarenlang te berde brengt, voegt de bond er fijntjes aan toe.

Volgens Rinnooy Kan verlaat de komende zeven jaar driekwart van de leraren het voortgezet onderwijs. Dat komt neer op 47 duizend voltijdbanen. Vooral Den Haag, Utrecht en Flevoland worden hard getroffen.

HOP

UU wil meedoen aan ‘Dutch Teachers College’

“We gaan volgend jaar met driehonderd docenten van start, op twintig plekken in Nederland”, zegt medeoprichter Bert Molenkamp. Als voorzitter van Aramantis Onderwijsgroep, met onderwijsinstellingen in Utrecht en Noord-Holland, kent hij het aanbod van hogescholen en universiteiten goed. “De bestaande eerstegraads opleidingen houden te veel vast aan hun eigen curriculum, en die zijn niet direct gericht op mensen die al jaren in de praktijk werkzaam zijn. Het Dutch Teachers College (DTC) kan beter op hun vraag inspringen.”

Het voortgezet onderwijs en het mbo mogen dan de regie nemen over de masters voor hun docenten, het zijn de bestaande hogescholen en universiteiten die de pakketten moeten aanbieden. Die kunnen een offerte maken waarin ze het DTC laten weten hoeveel het programma via hun faculteit kost.

Berichten dat een DTC-master per deelnemer 25 duizend euro moet gaan kosten, zijn volgens Molenkamp gebaseerd op nattevingerwerk. “We weten het gewoon nog niet. Voorlopig hebben we voor de programma’s van volgend jaar 800 duizend euro bijeengebracht. Maar er werken bijna veertigduizend docenten in het mbo en het voortgezet onderwijs. Als we die allemaal aan een master willen helpen, hebben we veel meer geld nodig.”

Een deel van dat geld kunnen de onderwijsinstellingen zelf opbrengen, denkt Molenkamp. “Maar die hebben een beperkt budget. Wellicht dat er vanuit het bedrijfsleven een fonds kan worden opgezet, of dat het ministerie van OCW bijspringt. Want het is natuurlijk geen toeval dat we naar buiten treden in de week dat het rapport van Rinnooy Kan verschijnt over de versterking van de positie van de docent.”

Verschillende universiteiten en hogescholen hebben in een eerdere fase al aangegeven te willen meedoen aan het project, waaronder de Universiteit Utrecht en Fontys Hogescholen. Verder zijn de Universiteit Twente en Hogeschool Inholland indirect betrokken bij de oprichting van het DTC, via hoogleraar Hubert Coonen en lector Leo Lenssen.

HOP

Plasterk legt ook TU Delft aan de ketting

Haagse bronnen melden dat Gert Jan Kramer, voorzitter van de raad van toezicht, vandaag in China gebeld is door de minister. Aanleiding waren zijn uitspraken in het Algemeen Dagblad van vanochtend. Daarin staat te lezen dat de TU Delft bij de zoektocht naar een nieuwe collegevoorzitter “lak heeft” aan het door de regering beoogde salarisplafond van 170 duizend euro voor universiteitsbestuurders.

In het onderhoud met de minister zou Kramer hebben aangevoerd dat hij onjuist is geciteerd door het AD. Plasterk wenst echter niet voor voldongen feiten te worden gesteld. Hij wil de benoeming daarom vooraf kunnen goedkeuren.

In de laatste editie van universiteitskrant Delta had Kramer al laten weten dat de Balkenende-norm de zoektocht naar een nieuwe collegevoorzitter lastig maakt, omdat “de totale salariskosten rond de 240 duizend euro per jaar liggen”. Kramer is niet bereikbaar voor commentaar.

Vorige week liet Plasterk de raad van toezicht van de Rijksuniversiteit Groningen al weten dat alle bestuurders zich aan het salarisplafond moeten houden. In een brief zou hij gedreigd hebben de Groningse raad te schorsen als hij zich niet aan de norm zou houden.

Minister Plasterk benoemt en ontslaat de raden van toezicht van bekostigde openbare universiteiten. Bij een drietal ‘bijzondere’ universiteiten heeft hij dat recht niet: de Vrije Universiteit, de Universiteit van Tilburg en de Radboud Universiteit Nijmegen. Ook de hogescholen zijn niet openbaar. Daar benoemen de raden van toezicht hun leden zelf, via coöptatie.

Volgens Peter Kwikkers, juridisch expert op het gebied van hoger onderwijs, moet de minister wel gewichtige redenen hebben om tot tussentijds ontslag of schorsing te besluiten. “Overtreding van de wet kan zo’n reden zijn, alleen is de normering van topsalarissen in de semi-publieke sector nog niet waterdicht geregeld. Het lijkt dat de minister in deze fase niet meer kan doen dan dreigen.”

HOP