Nieuws

analyse

University College wil ambitieuzer gaan werven

Dat de visitatiecommissie die twee weken geleden op bezoek was bij het University College, een positief voorlopig oordeel uitsprak over het onderwijs kwam niet echt als een verrassing. Toch stonden de gezichten na afloop van de mondelinge rapportage wel heel erg zonnig. Reden daarvoor was niet alleen het gunstige 'Nederlandse' oordeel van co-voorzitter Marijke van der Wende. Zo mogelijk nog verheugder was de leiding van het UCU met de lof van het driekoppige Amerikaanse smaldeel in de commissie. Op drie van de vijf door de Amerikanen beoordeelde criteria kreeg het University College het oordeel good. Gegeven het feit dat alleen de Harvards en de Berkeleys van deze wereld het met hun torenhoge onderwijsbudget soms tot een excellent schoppen en dat veel andere duurbetaalde opleidingen regelmatig met averages worden geconfronteerd, was de blijdschap van de UCU-leiding goed verklaarbaar.

Het grote Amerikaanse aandeel in de commissie was het gevolg van een verzoek van het UCU. Behalve op de Nederlandse accreditatie mikt de directie namelijk ook op het Amerikaanse keurmerk, niet alleen om meer studenten uit de VS voor Utrecht te interesseren, maar ook om wereldwijd te kunnen concurreren met Amerikaanse en Engelse opleidingen. Die hebben grote aantrekkingskracht op toppers uit het Midden-Oosten, Afrika, Latijns Amerika en Azië, een doelgroep waarop ook het UCU, gezien de ambitie om studenten in een zo internationaal mogelijke context op te leiden, meer wil gaan mikken.

Een belangrijke handicap in dat streven vormt het financiële keurslijf van het UCU, dat op dit moment nog op dezelfde manier wordt gefinancierd als andere Utrechtse opleidingen. Het was veelzeggend dat de visitatiecommissie geen uitspraak kon doen op het beoordelingscriterium 'lange termijn strategische planning en de plaats daarin van fund raising', omdat het UCU zich door de wijze waarop het in de universiteit is ingebed, moeilijk als zelfstandig instituut kan profileren.

Gegeven de wens om de concurrentie met Angelsaksische topopleidingen aan te gaan, lijkt een verbreding van de smalle financiële basis van het UCU - niet alleen via fund raising maar ook door verhoging van het collegegeld - op termijn onvermijdelijk. Met het huidige budget is ons service- en ambitieniveau niet meer vol te houden, beaamde onderwijsdirecteur Fried Keesen kort na de rapportage. Tot nu toe gold in Utrecht op onderwijsgebied het uitgangspunt: gelijke monniken, gelijke kappen. Gezien de ambities aan de Prins Hendriklaan lijkt het niet al te gewaagd om te voorspellen dat dat uitgangspunt zijn langste tijd heeft gehad.

wetenschap

Onderzoeker Aldert Piersma van het RIVM in Bilthoven heeft dinsdag 24 april de publieksprijs Alternatieven voor Dierproeven gewonnen. Piersma ontwikkelde twee nieuwe methoden om het risico vast te stellen op gezondheidsschade bij baby's van geneesmiddelen die door vrouwen tijdens de zwangerschap zijn gebruikt. Piersma hield zijn gehoor voor dat voor dit onderzoek veel proefdieren nodig zijn, omdat zowel naar moederdieren als naar hun pups moet worden gekeken. Als alternatief ontwikkelde hij een methode, waarbij een embryo van een rat in twee dagen zover wordt opgekweekt dat bepaalde lichaamsdelen zoals het hart zijn te onderscheiden. In de kweek kan dan bekeken worden welk effect de mogelijk schadelijke stoffen hebben. Als tweede alternatief presenteerde hij de mogelijkheid om embryonale stamcellen te laten uitgroeien tot gespecialiseerde cellen en daarop de stoffen uit te testen. Piersma verwacht dat de door hem ontwikkelde alternatieven kunnen leiden tot een reductie in proefdiergebruik van tientallen procenten.

Innovatieplatform

In het innovatieplatform nieuwe stijl maken vertegenwoordigers van gevestigde organisaties plaats voor leden die zijn benoemd op basis van hun expertise. Het platform, dat werd opgericht als aanjager van vernieuwing in de Nederlandse kenniseconomie, verwelkomt natuurkundige Robbert Dijkgraaf en biochemicus Piet Borst. Andere nieuwkomers zijn Bas Verhart, ondernemer in 'crossmedia', en Melek Usta, zwarte zakenvrouw van het jaar 2006. De Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid, die destijds adviseerde om het platform op te richten, en sfinancier NWO raken hun 'zetels' kwijt. Premier Balkenende blijft voorzitter. (HOP)

Aseksuele wormen

De gedachte dat seks ontspannend en rustgevend werkt en dus goed is tegen stress, zou wel eens op een misverstand kunnen berusten. Dat kan worden afgeleid uit Wagenings onderzoek naar het minuscule wormpje Acrobeloides nanus. Onderzoeker Agnieszka Doroszuk ontdekte dat het aseksuele wormpje in een vervuilde bodem langer leeft en meer eieren legt dan in een schone bodem. Dat komt omdat het diertje zich heel snel genetisch aan de nieuwe omstandigheden aanpast. Gezien het feit dat milieuverontreiniging een belangrijke oorzaak is van stress in natuurlijke populaties, concludeert Doroszuk dat aseksuele soorten kennelijk makkelijker omgaan met stress dan soorten die het van seksuele voortplanting moeten hebben. Het onderzoek, waarop Doroszuk op 1 mei promoveert, is vooral van belang, omdat aseksuele wormpjes vaak worden gebruikt om de mate van verontreiniging in de bodem te meten. Misschien zijn ze daarvoor dus juist niet zo geschikt, stelt de promovenda.

Studiekeuze op reisafstand en sfeer

Voor ruim de helft van de hbo-studenten (56 procent) is een kortere reisafstand het belangrijkste motief bij de keuze van hun hogeschool. Minder genoemde argumenten zijn een betere reputatie van de instelling (42 procent) en onderwijskwaliteit (40 procent).

Universitaire studenten vinden de uitstraling van de universiteit (58 procent) en de aantrekkelijkheid van de universiteitsstad (56 procent) belangrijker dan de reistijd (48 procent). Voor veertig procent is de kwaliteit van onderwijs en opleiding het belangrijkste keuzemotief.

Een en ander blijkt uit een rapportage die het Nijmeegse onderzoeksbureau Iowo in opdracht van Studiekeuze123.nl heeft gemaakt. Het onderzoek baseert zich op de Instroommonitor 2005-2006, waarvoor 25 duizend studenten zijn ondervraagd.

Websites, brochures en voorlichtingsdagen van instellingen worden het meest gebruikt bij het bepalen van de studiekeuze. Ouders hebben daarop verreweg de meeste invloed, zeggen 47 procent van de mannen en 54 procent van de vrouwen. Onafhankelijke informatiebronnen als de Keuzegids Hoger Onderwijs en de website Studiekeuze123.nl beïnvloeden drie procent van de hbo-studenten en dertien procent van de universitaire studenten.

“Vreemd genoeg kiezen aankomende studenten nog naïef, zonder zich goed te laten voorlichten”, zegt Wilma de Buck, programmamanager van Studiekeuze 123. “Op andere terreinen zijn vergelijkende consumentensites razend populair.”

Uit aanvullend onderzoek onder studenten die de weg naar de site wel hebben gevonden blijkt dat zij vooral behoefte hebben aan informatie over de kwaliteit van de opleiding, het onderwijsprogramma en arbeidsmarktperspectieven. “Die onderwerpen krijgen bij de verdere ontwikkeling van www.studiekeuze123.nl hoge prioriteit”, aldus De Buck.

HOP

D66 wil uitbreiding van nachtbussen

De partij heeft hierover schriftelijke vragen gesteld aan de burgemeester en wethouders. D66 hoopt dat de gemeente met busvervoerders gaan praten over de mogelijkheden. De behoefte van studenten aan uitbreiding van de nachtbussen is groot, aldus D66. Het is volgens de studenten niet alleen makkelijker, maar ook veiliger.

Sinds augustus 2006 rijdt er donderdagnacht al een nachtbus naar De Uithof, wat een groot succes is gebleken. Ook USF Studentenbelangen ziet graag uitbreiding van de nachtbussen.

MV

‘Twee condooms veiliger dan één’

Meer dan één op de tien kan een condoom niet goed omdoen. Zestien procent gelooft dat twee condooms veiliger zijn dan één. Meer dan een derde denkt dat condooms gaatjes hebben waar HIV doorheen kan.

Dat blijkt uit een enquête onder 2200 studenten. Ze zijn op seksueel gebied niet slimmer dan andere jongeren, concluderen de onderzoekers.

HOP

SSH kan Campus TV niets maken

De SSH Utrecht deed bij de politie en justitie navraag naar de kans van slagen van juridische stappen. De studentenhuisvester kreeg te horen dat strafrechtelijke vervolging van de site of van de verslaggever geen kans maakt. De belangrijkste reden hiervoor is het gebrek aan getuigen.

Niemand heeft werkelijk gezien dat de stoel van het balkon van de Bisschoppenflat werd gekieperd. Dat via internet duizenden mensen een filmpje van de actie hebben kunnen bekijken, zou geen juridische waarde hebben. “Dat lijkt krom”, vindt ook SSH-woordvoerder Jeanette de Bruijn. “Maar een filmpje geldt nu eenmaal niet als hard bewijs. Er kan mee gemanipuleerd zijn.”

Het item van Campus TV kwam tot stand, nadat de SSH flatbewoners in De Uithof had laten weten hard te zullen optreden tegen bewoners die zaken van de gebouwen naar beneden gooien. In het uiterste geval kan uitzetting het gevolg zijn.

Woordvoerder De Bruijn zegt dat de SSH zich gesteund voelt door de geschokte reacties op het Campus TV-optreden. In verschillende media werd aandacht besteed aan de zaak, waarna krantenlezers en sitesbezoekers hun afkeer toonden. De Bruijn: “Dat in de internetpoll van het ublad bijna alle sitebezoekers vinden dat iemand die iets uit een flatraam gooit, zijn kamer uitmoet, geeft aan dat veel mensen het eens zijn met ons beleid.”

In een mailbericht woensdag vraagt de SSH bewoners zich te melden wanneer zij getuige zijn van voorvallen waarbij de veiligheid van hun woon- en leefomgeving in gevaar wordt gebracht.

XB

Bachelorstudent blijft dicht bij huis

Sinds de invoering van het bachelor-masterstelsel mogen studenten een kwart van hun studieprogramma vrij invullen.
De studentenredactie van de stichting Onderwijs Evaluatie Rapport (OER) deed onderzoek naar de manier waarop studenten omgaan met de profileringsruimte.

Uit de OER-rapportage blijkt dat bijna zestig procent van de studenten de profileringsruimte vult met losse cursussen. Hoewel twee derde van alle studenten minimaal een van die cursussen buiten de eigen opleiding heeft gevolgd, blijven studenten vaak dicht bij huis.

Meer dan zestig procent van de studenten geeft toe vooral cursussen te volgen die aansluiten bij de major. Ongeveer eenzelfde percentage laat zich sturen door de vereisten van de master die ze willen gaan volgen. Bij opleidingen als rechten en psychologie doen nog meer studenten dat.

Bij die studentrijke opleidingen en zeker ook bij pedagogiek zeggen veel studenten dat ook beroepseisen meespelen bij de invulling van hun profileringsruimte. Opvallend is dat deze studies, volgens de studenten, ook weinig stimuleren om buiten de deur te kijken.

Dertig procent van de studenten kiest niet voor losse cursussen, maar voor een samenhangende minor. In bijna driekwart van de gevallen doen ze dat bij een andere opleiding. Minorstudenten zeggen te willen kennismaken met een nieuw vakgebied of zich juist te willen verdiepen in een gebied dat aansluit bij de major. Een kwart ziet de minor als voorbereiding op een masterprogramma.

Studenten zijn over het algemeen tevreden over de informatie over de keuzemogelijkheden. Ook over de omvang van de profileringsruimte zijn weinig klachten. De keuze voor een cursus laten studenten vaak afhangen van praktische zaken als de roostering. Het cursusniveau wordt nog belangrijker gevonden, maar het OER-rapport maakt niet duidelijk of studenten nu keuzecursussen met een hoog dan wel een laag niveau willen. Het aantal contacturen en de werkvormen zijn van ondergeschikt belang in het keuzeproces.

Opmerkelijk is verder dat het beeld dat de UU graag schetst van een universiteit waar bachelorstudenten een grote vrijheid genieten door bijna veertig procent van de studenten niet wordt herkend. Niet duidelijk wordt waar ‘m dat inzit. Maar uit onderzoeken van de bachelor-mastercommissie bleek eerder dat studenten vaak problemen ondervinden bij de invulling van de profileringsruimte. Zo zijn er bij cursussen soms ingangseisen of capactiteitsproblemen.

Overigens zegt slechts twintig procent van de studenten dat die keuzevrijheid een rol heeft gespeeld bij hun beslissing in Utrecht te gaan studeren.

XB

Innovatieplatform opgeschud

Ook al maakte hij er in het verleden als columnist de kachel mee aan, over het ‘nieuwe’ platform is minister Plasterk enthousiast. 'Mensen zitten er niet meer primair in vanwege hun lidmaatschap van een organisatie, maar op basis van hun expertise', verklaart hij in de Volkskrant. Hij noemt de gerenommeerde natuurkundige Robbert Dijkgraaf en biochemicus Piet Borst als voorbeelden.

Opvallende nieuwkomers zijn verder Bas Verhart, ondernemer in ‘crossmedia’, en Melek Usta, zwarte zakenvrouw van het jaar 2006. Bovendien hebben de roc’s nu ook een afgevaardigde, net als de universiteiten, hogescholen en multinationals.

Even opvallend zijn de afwezigen. De Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid — mede initiatiefnemer van het platform — had twee afgevaardigden, waaronder zijn voorzitter, en is er nu helemaal uit verdwenen. Ook de directeur van wetenschapsfinancier NWO staat niet meer op de nieuwe lijst. NWO en AWT kunnen wellicht wel nog hun stem laten horen in de werkgroepen van het innovatieplatform.

HOP

Nieuwe samenstelling:
• drs. J. de Boer (Governance Support)
• prof. dr. P. Borst (Nederlands Kankerinstituut)
• prof. dr. R.H. Dijkgraaf (Universiteit van Amsterdam)
• ir. W. Draijer (McKinsey/STT)
• mevrouw prof. dr. S.J.M.H. Hulscher (Universiteit Twente)
• ir. G.J. Kleisterlee (Philips)
• mevrouw mr. M.J. Oudeman MBA (Corus Nederland)
• drs F. Sijbesma (DSM)
• dr. A.H.G. Rinnooy Kan (SER)
• drs. R.M. Smit (Vrije Universiteit/Christelijke Hogeschool Windesheim)
• drs. C.A.M. Tetteroo (ROC Eindhoven)
• mevrouw M. Usta (Colourful People)
• S.E. Verhart (Media Republic)
• mevrouw drs. C. Zuiderwijk (Tergooi ziekenhuizen)

Geen zorgen om psyche van student

Volgens het AD is de hulpvraag van studenten de afgelopen jaren flink gestegen. Op sommige instellingen zou de toename zelfs twintig procent zijn. Per instelling bezoeken zo’n twee- à zevenhonderd studenten wel eens de studentenpsycholoog.

Maar die toename valt volgens Ton Boekhorst, de Groningse voorzitter van de landelijke werkgroep studentenpsychologen, grotendeels te verklaren door de groei van het aantal studenten. Meer studenten betekent gewoon meer werk aan de winkel.

'Daarnaast hebben studentenpsychologen zelf nieuwe initiatieven genomen', zegt Boekhorst. 'Ze begeleiden bijvoorbeeld groepen studenten die door faalangst en uitstelgedrag moeite hebben met afstuderen of bang zijn voor het leven na de bul. Zulke groepen waren er eerst niet, dus kon niemand er gebruik van maken.'

HOP

Wennemars en Clini Clowns op Olympos

De Clini Clowns organiseerden voor het tweede achtereenvolgende jaar een dag voor kinderen van acht scholen voor langdurig zieke kinderen in het gehele land.

De kinderen amuseerden zich met spelen als neuswerpen en clownbowlen. Erben Wennemars ontstak samen met Erica Terpstra, voorzitter van NOCNSF, het vuur aan het begin van het evenement.

XB