Nieuws

Utrechts team tweede in wedstrijd Microsoft

De jaarlijks door Microsoft georganiseerde programmeerwedstrijd voor studenten stond ditmaal in het teken van het het toegankelijker maken van educatie met behulp van technologie. Het Delftse team won de Nederlandse wedstrijd met een applicatie waarmee kinderen uit verschillende landen met elkaar kunnen communiceren door middel van een icoontaal. Deze universele taal wordt gebruikt om te chatten of om spelletjes met elkaar te spelen. Het voordeel is dat je niet elkaars taal hoeft te spreken: de icoontaal wordt intuïtief begrepen door de doelgroep - kinderen met heel verschillende culturele achtergronden in de leeftijd van 6 tot 10 jaar.

Het Utrechtse team Celsus werd tweede met software die mensen kan helpen om specifieke informatie waarover zij beschikken, in een effectieve lesvorm op internet te presenteren. Eind april vertelde Celsus teamlid Tom Sanders in het Ublad dat de door zijn team ontwikkelde software iedereen de mogelijkheid geeft om dat onderwijs te volgen of aan te bieden waar hij of zij zelf interesse in heeft. Sanders, die met zijn team 1750 euro won, noemde het zuur dat zijn team net naast de hgoofdprijs had gegrepen. “Maar we hebben er zeker wat leuks aan overgehouden. De moeite is niet voor niets geweest. We gaan niet alleen met een geldprijs naar huis, we krijgen serieus de mogelijkheid ons product in de markt te zetten. Wat wil je nog meer."

EH

Eerstejaars positief over bindend studieadvies

Stichting OER hield in maart een onderzoek naar het bindend studieadvies. Het OER vroeg zich af hoeveel weerstand er is tegen het advies en of het de student aanspoort harder te werken. Dit met het oog op de nabije toekomst: in 2009 moeten alle Utrechtse studies een bsa hebben.

De meeste studenten staan positief tegenover het bsa en beschouwen de maatregel niet als betuttelend danwel stimulerend, zo blijkt uit het onderzoek. De uitslagen lijken wel gekleurd, zegt ook het OER. Bijna 70 procent van de eerstejaars had ten tijde van de enquête genoeg studiepunten voor een positief advies. De kritische noten kwamen voornamelijk van studenten die er minder florissant voorstonden. Zij ervaren het bsa wel als studiedrukverhogend. Ook het tijdstip van enquêteren (in maart) kan het resultaat positief hebben beïnvloed, zegt het OER. Studenten met slechte studieresultaten konden al gestopt zijn voor 1 februari om zodoende volgend jaar opnieuw te kunnen beginnen met dezelfde studie en om studiefinanciering uit te sparen. Na een negatief bsa moet de student een aantal jaren wachten om zich weer bij dezelfde studie in te mogen schrijven of ze moeten naar een andere universiteit.

Toch geeft de uitslag van de enquête wel weer hoe de ondervraagde studenten denken over het middel bsa. De meerderheid die voldoende studiepunten heeft, heeft blijkbaar ook geen medelijden met de studenten die het minder goed doen en het bsa als studiedrukverhogend ervaren. Als ze zelf geen problemen zien in een bsa, zullen ze voor andere studenten ook geen problemen zien.

Het is een visie die in elk geval gedeeld wordt door Miranda van Leuven van het onderwijsinstituut Psychologie. "Wij vinden dat eerstejaars ons moeten laten zien dat ze het kunnen. Er is dus inderdaad geen tijd om je in het eerste jaar vol te storten in het studentenleven door bijvoorbeeld heel actief in een vereniging te worden. Dat kan vanaf het tweede jaar."

Bij Psychologie zijn ze heel content met het bindend studieadvies. Omdat zo'n 80 procent van alle eerstejaars vorig jaar een positief advies kreeg, is het minimum aantal studiepunten dit jaar verhoogd tot 37,5. "En na het tijdelijke bsa-advies lijkt nu weer zo'n 80 procent het dit jaar te gaan halen. Doordat we nu geen tijd meer hoeven te investeren in studenten die bijvoorbeeld niet eens de moeite nemen naar college te komen, kunnen we die tijd steken in de studenten die echt gemotiveerd zijn. En dat zijn niet alleen de studenten die excellent zijn, maar ook de studenten die hard moeten werken om hun punten te halen en dat kunnen door wat extra begeleiding van ons."

Haar tegenstander in het debat van afgelopen maandag dat Stichting Oer had georganiseerd rondom de enqûete-uitslagen, LSVb-voorzitter Irene van den Broek, kon het niet eens worden met Van Leuven. "Studenten moeten ook in het eerste jaar de kans krijgen om rond te kijken en te wennen aan het leven als student, te wennen aan studeren, zonder dat ze daar meteen op worden afgerekend. Dat ze bijvoorbeeld niet meer de studie kunnen doen aan de instelling van hun keuze." Ze werd bijgevallen door een meisje uit het publiek: "Ik ben zo'n student die de kans greep het eerste jaar eens rond te kijken aan de universiteit. En dankzij dat jaar kon ik een veel bewustere studiekeuze maken. Da'lijk studeer ik cum laude af bij twee studies."

Het rapport van Stichting OER over het bindend studieadvies moet over ongeveer een maand klaar zijn.

GK

Onderzoeksmaster is geen ‘vagevuur’

Noorda ziet de tweejarige onderzoeksmaster als een mooie kans om de beste jonge onderzoekers te selecteren en op te leiden. Daarom betreurt hij het dat Nederland pas 113 van zulke opleidingen telt, waar dit jaar 860 studenten instroomden.

Universiteiten moeten voldoende onderzoekstalent blijven trekken. Hun grootste bedreiging is het verlies van dat vermogen, zei Noorda gisteren tijdens een NVAO-conferentie over de onderzoeksmaster. “Misschien is dit zwartkijkerij, maar we moeten tot actie overgaan voordat het te laat is.”

Hij kreeg veel bijval, maar Frits van Oostrom, president van de KNAW, maakt zich minder zorgen: “We kunnen de onderzoeksmaster niet zien als het vagevuur voor het onderzoek. Die jongeren hebben pas drie jaar gestudeerd. Het zijn geen proto-promovendi.”

Sinds 2003 dienden 156 opleidingen een aanvraag voor een research master in bij de NVAO, die samen met de KNAW de nieuwe masteropleidingen keurt. Er zijn 43 aanvragen afgewezen.

Technische universiteiten en bètafaculteiten hebben vrijwel geen plannen voor onderzoeksmasters ingediend. Hun masteropleidingen duren allemaal al twee jaar.

HOP

Nieuwe hijskraan bij Casa Confetti

Na het ongeval met de hijskraan in januari van dit jaar — waarbij vooral het Ruppertgebouw grote schade op liep — heeft de universiteit TNO ingeschakeld om te bezien hoe een herplaatsing van een kraan veilig zou kunnen. Die herplaatsing heeft op zich laten wachten omdat het niet goed mogelijk bleek om de funderingspalen van de nieuwe kraan te plaatsen zonder risico’s voor de fundering van het Bestuursgebouw.

BAM heeft daarop besloten de kraan nog iets verder naar het binnenterrein achter het Bestuursgebouw te verplaatsten. Hier zijn de funderingspalen trillingsarm te ‘schroeven’ zodat de overlast voor de omgeving minimaal is. Inmiddels heeft TNO positief geadviseerd over deze wijzigingen.

Vanaf donderdag 7 juni wordt het materiaal aangevoerd voor het boren van twaalf schroefpalen. De boorwerkzaamheden nemen twee dagen in beslag. Volgende week brengt BAM een groot betonnen funderingsblok aan, waarna de kraan kan worden opgebouwd. In totaal duurt deze actie negen weken. Uiteindelijk zal er een kraan staan van 61 meter.

AH

CKI krijgt lof van visitatiecommissie

Met deze lovende woorden zorgde voorzitter Willem Wagenaar van de visitatiecommissie dinsdagmiddag in het Bestuursgebouw voor lachende gezichten. De Utrechtse universiteitshoogleraar, die in deze periode naast Utrecht nog vijf universiteiten met een opleiding cki bezoekt, had slechts op ondergeschikte punten kritiek op het Utrechtse onderwijs.

Zoals veel andere visitatiecommissies wees ook deze commissie met nadruk op de risico’s van de vele vrijheidsgraden in de Utrechtse bama-aanpak. Maakt de grote keuzevrijheid voor studenten het niet lastig om voldoende samenhang in het programma aan te brengen, vroeg Wagenaar zich hardop af. Een duidelijk antwoord gaf hij niet, al constateerde hij wel dat het onderdeel programmeervaardigheden er in de Utrechtse opzet een beetje als los zand bij hangt.

Maar die zweem van kritiek viel in het niet bij de talloze positieve punten die de commissie had opgemerkt. De grootste lof was weggelegd voor de niet bij name genoemde studiebegeleider Noor Blaauw. “Binnen een over zoveel disciplines verspreide opleiding als cki, heeft een studiebegeleider een sleutelpositie”, aldus Wagenaar. “Hier in Utrecht zorgt zij voor de cohesie, die een wezenlijk onderdeel vormt van het succes van uw opleiding.” Ook studievereniging Incognito kreeg om die reden trouwens een pluim.

Wagenaar zei verder aangenaam verrast te zijn door het enthousiasme van zowel afgestudeerde bachelors als masters over de in Utrecht genoten opleiding. Hij prees bovendien de eerlijke manier waarop afgestudeerde bachelors hier worden voorgelicht over masters buiten Utrecht. Aan het eind van zijn betoog had de voorzitter een vriendelijke steek onder water voor zijn gehoor in petto. “Wij moeten ook uw rendement beoordelen en dat moeten we doen aan de hand van door u zelf opgestelde streefcijfers. Als we dat doen, is ons oordeel helder: uw rendement is voldoende, u realiseert uw streefcijfers. Maar daar zeg ik onmiddellijk bij: erg ambitieus bent u in dit opzicht niet.”

EH

Uraad: Nieuwe partijen doen het goed

Grote winnaars van de verkiezingen werden de twee al langer bestaande partijen, VUUR (studenten) met negen zetels en VLAM (medewerkers) met acht zetels. Dit werd dinsdagmiddag duidelijk tijdens de bekendmaking van de verkiezingsuitslag in de Orangerie van het Universiteitsmuseum.

Opmerkelijker dan de uitslag was de, duidelijk door de Week van de Student gestimuleerde, opkomst bij de studenten. Bracht in 2005 19,3 procent van hen een stem uit, dit jaar bedroeg de opkomst liefst 25 procent. In 2006 waren er geen verkiezingen omdat er toen evenveel kandidaten als zetels waren. Ondanks de hoge opkomst slaagde de lijst Nederland Afghanistan Uit van Chris Ytsma er niet in om een zetel in de wacht te slepen.

De opkomst bij de medewerkers lag met 38 procent iets lager dan twee jaar geleden. In 2005, toen nog in drie gescheiden districten werd gestemd, bedroeg de opkomst respectievelijk 46% (bèta-medisch), 37% alfa-gamma en 36% (diensten). Denkbaar is dat veel medewerkers uit de bèta-medische faculteiten dit jaar niet hebben gestemd, omdat de vier kandidaten uit hun district bij gebrek aan tegenstand al eerder verkozen waren verklaard.

Als gevolg van de verkiezingen keren in de komende zittingsperiode met Jan Mol (Diergeneeskunde), Wil Hildebrand (Geesteswetenschappen), Ruud Abma (Sociale Wetenschappen) en Hans van Leeuwen (Bestuursdienst) vier medewerkers voor een nieuwe termijn in de raad terug. De studentegeleding zal volledig uit nieuwkomers bestaan.

EH

Hoge opkomst bètastudenten

Grootste stemmentrekker bij de bèta's was farmaciestudent J. van Groningen met bijna driehonderd stemmen.Dat blijkt uit de verkiezingsuitslag die dinsdagmiddag in het Minnaertgebouw bekend werd gemaakt. Van de 3870 stemgerechtigde studenten brachten er 1154 een stem uit. Omdat de verkiezingen per district georganiseerd waren, krijgt elk van de zes departementen een vertegenwoordiger in de raad. Farmaceutische Wetenschappen krijgt als enige twee raadsleden.

S. van Schaik van de lijst Informatica, die met 54 voorkeursstemmen was gekozen, heeft zich direct na het bekendmaken van de uitslag teruggetrokken ten gunste van lijsttrekker M. Albers (45 stemmen). Dankzij het districtenstelsel krijgt ook lijsttrekker T. Wasserman van ‘The Fellowship of the Null Ring’ (Wiskunde) ondanks slechts achttien op hem uitgebrachte stemmen een raadszetel.

In de geleding Personeel bedroeg de opkomst dit jaar 37 procent. Dat betekent dat 646 van de 1761 medewerkers zijn gaan stemmen. In deze geleding deden zich geen verrassingen voor. Ook hier was de grootste stemmentrekker een vertegenwoordiger van Farmaceutische Wetenschappen. Zittend raadslid Mies van Steenbergen weet zich de komende twee jaar gesteund door een achterban van 122 kiezers.

EH

Salarissen hoogopgeleiden steeds hoger

In 2002 kenden de startsalarissen van hoogopgeleiden een vrij hoge piek. Dat was volgens Elsevier vooral een naijleffect van de euforie over de economische groei, want op dat moment had de recessie al ingezet. Het ging al snel bergafwaarts tot onder het niveau van het jaar 2000.

Sinds 2004 stegen de salarissen van academici weer en in 2006 trok de curve ook voor hbo’ers steil omhoog. Ook het vertrouwen in de toekomst neemt weer toe. “Omdat binnenkort de babyboomers massaal met pensioen gaan, is een diploma in het hoger onderwijs de komende jaren zoiets als een ticket naar het walhalla”, meent ook Elsevier.

Onder academici scoren vooral econometristen goed: ze gaan snel aan de slag, hebben een hoog salaris en maken veel kans op een vaste baan. Voor bedrijfseconomen uit het hbo geldt hetzelfde.

Elsevier liet het instituut SEO Economisch Onderzoek 8.469 starters ondervragen die hun diploma hebben behaald in het studiejaar 2004-2005. De werkloosheid was minimaal: slechts 2,7 procent van de hbo’ers en 2,5 procent van de academici zat na anderhalf jaar nog thuis.

HOP

Willem Koops achtste universiteitshoogleraar

Koops kwam in 2000 van de Amsterdamse Vrije Universiteit naar Utrecht om hier hoogleraar ontwikkelingspsychologie te worden. Zijn onderzoek heeft vooral betrekking op de ontwikkeling van sociale cognitie; voorts publiceerde hij over de cultuurhistorische achtergronden van het denken over kinderen.

In 2003 volgde Koops Jan Rispens op als decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen. Dit voorjaar werd hij mede op verzoek van het college van bestuur voor een periode van vijf jaar herbenoemd. Met Koops, Willem Wagenaar en Paul Schnabel telt de UU nu drie universiteitshoogleraren uit de gammahoek. Ook Geesteswetenschappen telt met Frits van Oostrom, Peter van der Veer en Herman Philipse drie universiteitshoogleraren. De bèta-medische hoek van de UU wordt vertegenwoordigd door de hoogleraren Gerard van Koten en Elsken van der Wall.

EH

‘Levendige interactie’ tussen student en instelling

Dat schrijft minister Plasterk van OCW in een brief aan de Tweede Kamer, naar aanleiding van de postzak vol klachten die hij vlak na zijn aantreden ontving van onder meer studentenbond LSVb. Bij de brief zit ook een notitie van de onderwijsinspectie, die naar aanleiding van de klachten een korte inventarisatie uitvoerde.

De inspectie noemt de actie van de LSVb waardevol, ondanks het weinig representatieve karakter ervan. Het beeld dat er uit oprees kan een handvat zijn voor nader onderzoek, bijvoorbeeld in de Studentenmonitor of de Keuzegids Hoger Onderwijs. De inspectie constateert dat de klachten vooral gaan over de service die studenten ontvangen en niet over een specifiek didactisch concept.

Volgens Plasterk zijn de universiteiten en hogescholen goed bezig. Universiteitenvereniging VSNU wil het contact tussen studenten en docenten verbeteren en de HBO-raad wil studenten meer maatwerk gaan bieden. De komende maanden worden daar nadere afspraken over gemaakt. Intussen let de NVAO op verzoek van OCW meer dan voorheen op het aantal contacturen dat opleidingen aanbieden, de kwaliteit van docenten, de toetsing en de student-stafratio.

In de nieuwe wet voor het hoger onderwijs voorziet Plasterk een laagdrempelig klachtensysteem en meer inspraak voor studenten. Daarbij gaat het niet alleen om de formele medezeggenschap van studenten, maar zeker ook om de praktische invulling. “Het moet een levendige interactie worden, die voor beide partijen echt zin heeft”, aldus de minister.

HOP