Nieuws

Voormalige Ublad-stagiaire wint prijs

Het kan voor een journalist verleidelijk zijn om de wet te overtreden om zo aan informatie te komen. Vooral als blijkt dat de journalist in kwestie niet of moeilijk via de legale weg aan de gewenste informatie kan komen. Maar hoe ver gaan journalisten nu echt en hoeveel ruimte krijgen zij binnen de wet om de onderste steen boven te halen? Over die vraag heeft Bastiaanssen haar winnende artikel geschreven.

De prijs - bestemd voor de beste student onderzoeksjournalistiek van de Hogeschool – werd uitgereikt door Lex Runderkamp. Runderkamp werkte met Feike Salverda bij onder meer Vrij Nederland en de VPRO. Bij de VPRO maakten zij het programma Goude Bergen. 


Feike Salverda – oud-student van de School voor Journalistiek – overleed elf jaar geleden. De prijs bestaat uit een beeldje Gouden Bergen, cadeaubonnen en gratis toegang tot het volgende congres van de vereniging van onderzoeksjournalisten.

AH

Campus TV bedreigd door Bisschoppenbewoners?

Campus.tv maakte vorige week een reportage op De Bisschoppen waarbij een verslaggever ondermeer een bureaustoel en bierflesjes van de negentiende etage naar beneden gooide. De aanleiding hiervoor was een mail die de SSH naar de bewoners had gestuurd. De studentenhuisvester dreigt bewoners met uitzetting wanneer zij zaken van de flat af gooien.

Dit weekeinde zouden bewoners van De Bisschoppen hun ongenoegen hebben geuit met deze uitzending door de deur van de redactie van Campus.tv te besmeuren. Dat suggereert in ieder geval het volgende filmpje op youtube: www.youtube.com/watch?v=saxfwrVPTYQ

XB

Drie jonge UU-onderzoekers naar het buitenland

De Rubicon-subsidie gaat vooraf aan de veni-, vidi- en vici-subsidies. Met de ervaring die de jonge gepromoveerden opdoen maken ze later meer kans op een veni-subsidie. In totaal schreven 102 wetenschappers een onderzoeksvoorstel.

Vanuit de UU gaat geoloog dr. Vincent van Hinsberg naar de McGill University om te onderzoeken hoe mineralen de samenstelling van vloeistoffen diep in de aarde vastleggen. Fysicus Gijs-Jan Brouwer naar New York University om onderzoek te doen naar de manier waarop het brein kleurinformatie verwerkt. Chemicus Pieter Bruijnincx gaat aan de University of Warwick op zoek naar nieuwe medicijnen tegen kanker op basis van het metaal ruthenium.

De 31 uitverkorenen krijgen samen 1,8 miljoen euro. Per persoon is ongeveer tachtigduizend euro het maximum. Meer dan een derde van de gehonoreerden is vrouw, wat een afspiegeling is van het percentage in de aanvragen.

Vrijwel alle universiteiten zenden iemand uit of krijgen een Rubicon-winnaar binnen de poorten. Alleen de Universiteit van Tilburg valt buiten de boot. Die universiteit wist vorige week ook al geen veni-subsidies te bemachtigen.

HOP/XB

Zie alle toekenningen:
http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOA_725ABF

Pensioenfonds uit de landmijnen

Dat zegt ABP-topman Roderick Munsters vandaag in een interview met de Volkskrant. Het pensioenfonds van ambtenaren en onderwijspersoneel verkoopt zijn belangen in de bedrijven Textron, General Dynamics, Alliant en Singapore Technologies Engineering. Die handelen in strijd met het landmijnenverdrag van Ottawa. Daar werd in 1997 afgesproken dat landen niet meer zouden meewerken aan de productie van mijnen. Nederland heeft dat verdrag ondertekend.

Voor de Jonge Socialisten aanleiding om te dreigen met een rechtszaak. De jongerentak van de PvdA dacht met het verdrag in handen de staat te kunnen dwingen niet langer geld in het pensioenfonds te storten, zolang ABP bleef investeren in bedrijven die landmijnen maken.

Bij de producenten van clusterbommen ligt dat volgens ABP anders. “Hoe verwerpelijk ook: er bestaat geen verdrag tegen”, zegt Munsters in het interview. “Bovendien zijn het bedrijven zoals Lockheed Martin dat de JSF levert, waarmee de Nederlandse overheid gewoon zaken doet.” Toch beraadt men zich bij ABP ook op deze beleggingen.

Volgende week maakt het fonds alle beleggingen openbaar. Dan zal ook blijken hoeveel het belegt in producenten van alcohol en tabak.

HOP, Thijs den Otter

EU-commissaris wil vrij verkeer van kennis

Nadenken over de toekomst van de Europese onderzoeksruimte. Dat wil eurocommissaris Potocnik van wetenschap & onderzoek. Want, zegt hij, de toekomst van Europa hangt af van kennis.

In zijn discussiestuk noemt hij zes punten. Goede wetenschappers moeten eenvoudig kunnen doorstromen van het ene naar het andere onderzoeksinstituut. Ten tweede moet Europa een onderzoeksinfrastructuur van wereldklasse krijgen, waar onderzoeksgroepen uit de hele wereld toegang toe krijgen. Ten derde moeten de onderzoeksinstituten wereldwijd uitblinken en actief betrokken zijn bij het bedrijfsleven.

Potocnik wil daarnaast dat kennis binnen Europa efficiënt gedeeld wordt, niet alleen onder de publieke universiteiten en het bedrijfsleven, maar ook onder het grote publiek. Het lijkt hem bovendien een goed idee om onderzoeksprogramma’s en prioriteiten binnen Europa af te stemmen en gezamenlijk te investeren.

Tot slot wil hij de Europese onderzoeksruimte openstellen voor de rest van de wereld, vooral voor de buurlanden van de unie.

Potocnik wil met alle belangstellenden in gesprek. Niet alleen formeel, overigens. Ook op zijn website mag men reageren: http://blogs.ec.europa.eu/blog_potocnik/page/potocnik

HOP

Geen bekostiging van de schakelklas

Studenten moeten hun tekortkomingen wegwerken als ze een masteropleiding willen volgen die niet direct op hun bachelor aansluit. Vooral hbo’ers lopen hier tegenaan. Zij doorlopen vaak een schakelprogramma van een jaar voordat ze aan hun master mogen beginnen.

De universiteiten krijgen geen overheidsgeld voor schakelstudenten, waardoor ze soms duizenden euro’s collegegeld in rekening brengen. De studenten mogen wel lenen, maar krijgen geen studiebeurs.

Dit legt “grote druk” bij instellingen, opleidingen en studenten, constateert de inspectie in een nieuw rapport over de invoering van het bachelor-masterstelsel. De randvoorwaarden van het stelsel zijn nu “niet afdoende geregeld”.

Maar PvdA-minister Plasterk houdt liever druk op de ketel. Als de instellingen geld krijgen voor schakeltrajecten, zullen de programma’s waarschijnlijk worden uitgebreid. Plasterk wil de overgang zo kort mogelijk houden.

De inspectie stuitte ook op problemen met de zogenoemde harde knip tussen bachelor en master. Studenten lopen soms veel vertraging op doordat ze nog niet aan hun vervolgopleiding mogen beginnen. Instellingen zouden de harde knip pas moeten invoeren als ze verschillende instroommomenten kunnen bieden. Daar is Plasterk het mee eens.

Ten slotte vraagt de inspectie zich af of de masteropleidingen wel omvangrijk genoeg zijn. Ruim de helft duurt één jaar en sommige opleidingen stellen het gewenste niveau in zo’n korte tijd niet te kunnen halen. Internationaal zou het diploma daardoor minder waard worden. Plasterk deelt die zorg en vraagt om een vervolgonderzoek naar de risico’s.

De formele evaluatie van de bama-invoering wil de minister overigens een jaar uitstellen. De masteropleidingen draaien nog maar net en zijn “zeker nog niet uitontwikkeld”, meent hij.

HOP

de kwestie

Crisis rond lijst-Duurzaam

De opwinding was groot begin maart. Bij het sluiten van de kandidaatstelling bleek zittend U-raadslid Wouter Mulders ten onrechte te zijn aangemeld in het kiesdistrict wetenschappelijk personeel bèta/medisch. Weliswaar is Mulders managing director van het onderwijsinstituut van Scheikunde en zit hij uit dien hoofde al twee jaar op een wp-zetel in de raad, maar officieel behoort hij tot het ondersteunend en beheerspersoneel (obp). Het Centraal Stembureau (CSB) in nieuwe samenstelling was onverbiddelijk en wees de kandidatuur van Mulders af.

Dat besluit leidde tot grote woede bij lijsttrekker Hans van Leeuwen, die zelfs even overwoog om zijn hele lijst terug te trekken. In plaats daarvan heeft hij nu verzocht om een extra vergadering van de Universiteitsraad, die binnenkort zal plaatsvinden. Van Leeuwen: "Het is niet alleen de geringe souplesse en het in mijn ogen slechte functioneren van het Centraal Stembureau die me dwars zit, maar ook het feit dat niemand in en rond de Universiteitsraad zich hard voor ons heeft gemaakt. Formeel hebben wij inderdaad een fout gemaakt, maar in het belang van de medezeggenschap had ik toch op wat meer medewerking gerekend."

Mulders, die zich inmiddels heeft neergelegd bij het onvermijdelijke, reageert laconiek. "Het gaat niet om mij persoonlijk, maar het is natuurlijk wel stom van de universiteit om, waar er toch al zo weinig interesse is voor de medezeggenschap, de regels zo streng te hanteren." Volgens Anneloes van den Ende, die als lid van het CSB verantwoordelijk was voor de beslissing, had het Centraal Stembureau gezien het nieuwe kiesreglement en het uitblijven van herstel gedurende de herstelperiode echter onmogelijk een ander oordeel kunnen vellen.

ingezonden brieven

Promotie

Literaire top-10

Naar aanleiding van jullie UU top-10 aller tijden van de Nederlandse literatuur (Ublad 22 maart): in jullie artikel constateren jullie dat er maar 30 reacties zijn binnengekomen van in totaal 30.000 UU-bewoners. "Waaruit alleen maar de conclusie getrokken kan worden dat de literaire belangstelling van de hoog opgeleiden kennelijk even bedroevend gering is als die van de rest van Nederland." Wat een onzin!

Een even geldige conclusie is dat er onder hoog opgeleiden blijkbaar weinig belangstelling is voor dit soort non-lijstjes - en terecht. Alsof je je literaire belangstelling zou kunnen vangen met één of zelfs drie titels. Ik zou niet weten welke titel, of welke drie of tien of meer titels ik als 'de beste boeken' zou moeten aanmerken van alle boeken die ik ooit gelezen heb. Nog even afgezien van de stemming waarin ik verkeer, of het weer, of de tijd van de dag.

Met evenveel recht kun je trouwens ook nog betogen dat de nummer 1 in zo'n lijst de meest gemiddelde keuze is - maar van een literaire topper verwacht je toch meer dan middelmaat.

Er is geen beste boek, er zijn er wel honderd, en dat is een voorzichtige schatting. Maar probeer er alsjeblieft geen lijstje van te maken.

Roelof Ruules, ict bèta faculteit

het torentje

Puinruimen in de ruimte

"Er zweeft van alles door de ruimte. Sinds de eerste dagen van de ruimtevaart zijn er inmiddels zo'n zesduizend satellieten gelanceerd. Een deel daarvan is inmiddels in de dampkring teruggekeerd en daar verbrand, maar er cirkelt nog van alles in banen om de aarde. Grote objecten zoals de laatste trap van de raketten die gebruikt worden bij de lancering maar ook stukken gereedschap, zoals tangen die gebruikt worden door astronauten. Het meeste afval is echter kosmisch en bestaat uit brokstukken puin, stof- en gruisdeeltjes. De airbus werd bijvoorbeeld bijna geraakt door een meteoriet."

Zijn er regels voor het laten slingeren van ruimteafval? "Een aantal jaar geleden is het Inter-Agency Space Debris Coordination Committee (IADC) opgericht om een beetje orde in de chaos te scheppen. Doordat er steeds meer ruimtevaart is, wordt de kans telkens groter dat er brokstukken naar de aarde vallen. Ook is er een groeiende behoefte aan veiligheid in de ruimte. Rondzwevend schroot is vooral erg gevaarlijk voor astronauten die een ruimtewandeling maken. Er is maar een verfsnipper nodig om hun pak te doorboren en dan is het einde verhaal. Er zijn weer plannen om astronauten naar de maan te sturen. Dan moet de kans dat ze getroffen worden door een stukje ruimtepuin natuurlijk zo klein mogelijk zijn. Het IADC heeft bepaald dat de kans dat een naar de aarde vallend brokstuk een mens raakt niet groter mag zijn dan één op tienduizend. Satellieten die laag boven de aarde zweven moeten vijf jaar nadat ze uitgewerkt zijn gecontroleerd opgeruimd worden. Verder is er een uitgebreid systeem van monitoring van satellieten: alles groter dan een tennisbal wordt in de gaten gehouden. Als blijkt dat er een botsing aankomt of dat er iets recht op de aarde afkoerst, wordt er geen weer- maar een schrootalarm gegeven."

Hoe zorg je dat het ruimteafval geen botsingen veroorzaakt of op aarde te pletter stort?

"Als een object op ramkoers ligt met bijvoorbeeld een ruimtestation ISS gaat het station gewoon een beetje aan de kant. Het meeste kleine schroot dat naar de aarde valt, verbrandt in de atmosfeer. We doen ons best om ook grote satellieten zoveel mogelijk te verbranden bij terugkeer in de atmosfeer. De meeste satellieten kunnen vanaf de aarde bestuurd worden. Het is een kwestie van op het juiste moment de remraketten aanzetten, zodat de satelliet in een zo klein mogelijke hoek de dampkring binnenkomt. Door de wrijving ontstaat een enorme hitte en hoe langer de tocht door de dampkring duurt, des te minder zal er dus van een satelliet overblijven. Het Russische ruimtestation Mir is het grootste stuk schroot dat we gecontroleerd teruggebracht hebben naar de aarde en daar is misschien een brandstoftankje van teruggevonden maar verder was hij volledig opgebrand. Met de motoren kunnen we satellieten bijsturen zodat de brokstukken die overblijven, netjes in zee en niet op land landen. Bij het omhoog sturen van satellieten moeten we er al rekening mee houden dat we materiaal gebruiken dat ook weer opgeruimd kan worden. We kunnen bijvoorbeeld geen satellieten met kernreactoren de lucht insturen, omdat bij de verbranding ervan radioactief afval vrijkomt."

Hoe zit dat met meteorieten, kan je die ook netjes de zee in leiden?

"We kunnen meteorieten niet sturen. Als er een meteoriet door de atmosfeer heen weet te dringen, kunnen we die niet afwenden zoals met satellieten. We hebben ook minder goed zicht op die hemellichamen. Meteorieten zijn moeilijker te volgen, omdat ze vaak verder van de aarde zweven dan satellieten. Bovendien weten we van satellieten dat ze er zijn, omdat we ze zelf de lucht ingezonden hebben, terwijl het niet zomaar bekend is waar de meteorieten zich bevinden. Er zijn plannen voor de bouw van een surveillancesysteem dat vanuit de ruimte zal monitoren waar de satellieten en meteorieten zich bevinden. Als dat er komt zullen we de meteorieten beter kunnen volgen."

wetenschap

Kosovo

18 Utrechtse Veni's

Van de 91 Veni-subsidies voor jonge onderzoekers zijn er deze week achttien in Utrecht terecht gekomen. Daarmee is de UU, in combinatie met het UMC Utrecht, opnieuw de meest succesvolle Nederlandse universiteit. De Veni-subsidies zijn bestemd voor jonge, pas gepromoveerde pers. Zij krijgen maximaal 208.000 euro per jaar om drie jaar lang onderzoek te doen en ideeën te ontwikkelen. Van de 91 gehonoreerden zijn 41 vrouw. Negen van hen komen uit Utrecht. De reputatie van de UU als bèta-medisch bolwerk wordt door de verdeling van de Veni's meer dan bevestigd. Acht subsidies gaan naar jonge onderzoekers uit het UMC, de medische faculteit en het Hubrecht Laboratorium. Ook Geowetenschappen is met vier honoreringen succesvol. De resterende Utrechtse subsidies gaan naar onderzoekers bij Scheikunde (2), Wiskunde (2), Theoretische Fysica en Taalkunde.

Blaasontsteking

Kunnen veenbessen (cranberry's) en melkzuurbacteriën dienen als alternatief voor antibiotica tegen blaasontsteking? Dat is de vraag waarnaar in diverse ziekenhuizen[A1], waaronder het UMC Utrecht, een landelijk onderzoek wordt gedaan. Veel blaasontstekingen worden veroorzaakt door de darmbacterie E.coli die via de plasbuis de blaas binnendringt. Vooral vrouwen lopen risico, omdat bij hen de afstand tussen anus en blaas korter is dan bij mannen. Dat veenbessen en melkzuurbacteriën mogelijk een patent middel vormen om blaasontsteking te voorkomen, blijkt uit meerdere onderzoeken. De bes bevat een stofje, dat voorkomt dat bacteriën zich aan de blaaswand hechten. Melkzuurbacteriën zijn goede bacteriën die de strijd aangaan met slechte bacteriën, zoals de E.coli. De vraag is nu of de bessen en melkzuurbacteriën blaasontsteking net zo goed kunnen voorkomen als een lage dosis antibiotica. Om die vraag te beantwoorden zijn de onderzoekers op zoek naar vrouwelijke deelnemers voor het onderzoek. Voor meer info: mail of bel Mariëlle Beerepoot, NAPRUTI@amc.uva.nl of 020-5667921.