Nieuws

hoe kan dat nou?

Studentes moeten kinderen krijgen

Uit het persbericht van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg

'45 procent van de moeders die hun eerste kind krijgen is 30 jaar of ouder, terwijl dat in 1970 nog geen 10 procent betrof. Gynaecologen trekken al langer aan de bel en waarschuwen voor de medische risico's voor moeder en kind. Maatschappelijke zekerheden krijgen de voorrang boven de medische risico's bij de keuze om aan kinderen te beginnen.'

Annemiek de Jong van het Steunpunt Studerende Moeders, krijgen studenten te weinig hulp?

"Ja, met een netto inkomen van 900 euro netto is het geen vetpot voor een alleenstaande studerende moeder. Verder zijn studerende moeders voor een onderwijsinstelling nu eenmaal een verhoogd risico. De kans dat je studievertraging oploopt of afhaakt is vele malen groter. Opleidingen hebben er ook weinig begrip voor als je colleges mist of je werkstuk niet op tijd inlevert omdat je kind ziek is."

Anne Hamburger van Studentenservice, wat doet de UU?

"Studenten kunnen afstudeersteun krijgen wanneer ze vertraging oplopen door de bevalling. Verder kunnen ze gebruik maken van de crèche hier in De Uithof en kunnen wij, studentendecanen, adviseren over de mogelijkheden van aanvullende financiering, zoals van de IB-Groep in Groningen."

Universiteitsraadslid Dian van Erp, kan een universiteit meer doen?

"Het krijgen van kinderen is een privé-aangelegenheid. Het is niet een taak van de universiteit om dit al dan niet te stimuleren. Wel om studenten met kinderen enigszins te faciliteren. Verder denk ik dat vooral opleidingen met veel zelfstudie te combineren zijn met een kind. En als er een keer iets is met het kind, en een student bijvoorbeeld een tentamen mist, dan ligt het toch op het niveau van de opleiding om daar op een goede manier mee om te gaan."

En Dian, denken studenten eigenlijk al na over het krijgen van kinderen?

"Jawel, maar zolang ze nog geen zicht hebben op de toekomst, en dus ook geen zekerheid over hun maatschappelijke positie, is het niet echt een reële optie. Vooral studentes houden er ook rekening mee dat in het bedrijfsleven een carrière en een gezin moeilijk te combineren zijn."

het torentje

Saaie keuzes van gezagsgetrouwe lezers

De lezers van NRC Handelsblad verkozen het tot het allerbeste Nederlandstalige boek ooit geschreven: De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch. Hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde Geert Buelens snapt er helemaal niets van.

"Ik ben een non-believer waar het Mulisch betreft, dus voor mij is het een raadsel waarom veel mensen hier zo enthousiast over zijn. Wel heb ik jarenlang studenten mondeling getentamineerd over een leeslijst. Velen blijken het een ontzettend spannend en heel slim boek te vinden. Dat is een combinatie die in de Nederlandstalige literatuur niet zo heel erg vaak voorkomt. Wat het meest opvalt aan de top tien is dat het bijna allemaal boeken betreft die scholieren al op school hebben moeten lezen. Mulisch, Reve, twee keer Hermans, Multatuli - het is allemaal canoniek. Dat kan twee dingen betekenen: of de Nederlander houdt na de middelbare school op met lezen, of de lezers zijn buitengewoon gezagsgetrouw en volgzaam. Hip en modern is deze lijst dus beslist niet, maar dat hoeft natuurlijk ook niet. Enkel mensen die slechts dat ene boek gelezen hebben lijken me in staat Kluun het beste boek aller tijden te vinden. De huidige lijst is misschien saai en voorspelbaar - het is natuurlijk wel een kwaliteitslijst."

Komt die canonieke keuze niet ook doordat de stemmers uitsluitend het publiek van een elitekrant waren?

"Tienduizend deelnemers uit een behoorlijk elitair publiek van NRC-lezers zijn inderdaad niet representatief te noemen. De Britten pakten hun verkiezing veel groter aan met The Big Read-competitie van de BBC in 2003, die voorbeeld was voor de Beste Boekverkiezing in Nederland. Maandenlang zond de BBC programma's uit over de genomineerde boeken. Leesclubs, bibliotheken en kranten in het hele land deden mee. Dat leverde meer dan een half miljoen stemmers op die een veel bredere keuze maakten. Op de Britse lijst belandden kinderboeken zoals Harry Potter en Winnie de Pooh, maar ook The Hitchhiker's Guide to the Galaxy. En The Lord of the Rings kwam op één. Dat boek maakte op dat moment nog niet echt deel uit van de wetenschappelijke canon. In Nederland had, zo beschouwd, Annie M.G. Schmidt op de lijst kunnen staan. Ik ken ook geen enkele lezer die niet van de prachtige dierenverhalen van Toon Tellegen houdt. En in een heel ander publiekssegment blijkt Carrie Slee erg populair."

Stonden op de Britse lijst wel vrouwen? Die ontbreken op de Nederlandse volledig.

"Jazeker: Austen, Brontë, JK Rowling, Lee Harper... de BBC-lijst is veel meer een afwisseling van mannen- en vrouwenboeken, meer uitgebalanceerd. Als je kijkt naar Nederland, zie je dat ongeveer even veel mannen als vrouwen hun stem hebben uitgebracht. Dat is op zich al opvallend en weinig representatief, want vrouwen lezen verhoudingsgewijs veel meer. Nescio blijkt een typische schrijver voor mannen. Zeventig procent van de stemmen op dat boek kwam van mannen. Wellicht spreekt vooral Titaantjes mannen erg aan, omdat het op subtiele wijze refereert aan het gevoel dat we hadden als klein jongetje dat we de wereld gingen veranderen."

Hoe ziet uw eigen top drie er uit?

"Naast dat boek van Nescio zou ik twee Vlaamse boeken noemen, vrees ik: Het verdriet van België van Claus en De kapellekensbaan van Boon. Ook een canonieke keuze en niet erg verrassend, ik geef het toe. Wat verwacht je anders van een literatuurwetenschapper? Of ik niet een onverwachte titel te berde kan brengen? Het eerste volwassenenboek dat ik kocht, kent in Nederland niemand: Mijl op zeven van Marc Mijlemans. Het is een bundel tv-kritieken en korte verhalen van een jong gestorven auteur. Een boek waarvan ik elk jaar opnieuw stukken herlees en het staat in geen enkel lijstje, zelfs niet in de top duizend. Het zijn voor tachtig procent tv-kritieken op programma's die niemand zich meer herinneren kan. Ik was zestien toen ik het boek kocht, het was 1987: boeken uit die tijd van je leven blijven je altijd bij."

Goedkoper sporten voor studenten

Volgens eigen onderzoek van USF Studentenbelangen is sporten bij sportcentrum Olympos in De Uithof in vergelijking met andere tien onderzochte studentensteden een stuk duurder. Deze steden, zo zegt USF vice-voorzitter Hilde Wermink, hebben een sportkaart. "Utrecht is de enige stad waar je nog per sport betaalt. Hier kost een jaarabonnement op de goedkoopste sport 88 euro. Maar wil je een of meerdere sporten per week doen, dan ben je al minimaal 126 euro kwijt."

Ter vergelijking: in Leiden kost een sportkaart jaarlijks 90 euro en is hiermee de duurste stad met kaart. De Groningse student is het goedkoopst uit en betaalt jaarlijks 41 euro. "In alle andere studentensteden is het op vertoon van de kaart mogelijk vaker en goedkoper te sporten", aldus Wermink, "en kun je ook nog eens kiezen uit meer sporten".

USF krijgt bijval van de gemeenteraadsfractie van het CDA. USF was volgens Wermink in eerste instantie van plan zich te richten op een sportkaart voor alleen sportcentrum Olympos. Het CDA wil de kaart stadsbreed invoeren, zodat deze ook bij andere sportcentra en zwembaden gebruikt kan worden.

USF en CDA hebben onlangs samen een initiatiefvoorstel ingediend bij het college van B&W. Wermink: "De gemeente gaat onderzoeken hoeveel kaarten ze verwachten te verkopen aan studenten en welke sporten bij de kaart worden inbegrepen."

Bij Olympos is gematigd positief gereageerd op het voorstel. Directeur Jules Vereecken is het met USF eens dat de prijzen voor studenten aan de hoge kant zijn "Olympos krijgt geen subsidie van de gemeente, daarom zijn we duurder. Ik vraag me af wie de kortingen gaat betalen als er zo'n sportkaart komt." Dat is wat Wermink betreft geen probleem: "De gemeente heeft geld zat."

even kort

Gerard verslaat de Friezen

Het eerste kievietsei werd op 7 maart gevonden door Gerard ten Broeke (56), medewerker van de veterinaire algemene dienst. Hij was daarmee de Friezen, die erg gebrand zijn op het vinden van het eerste ei, te snel af.

Dacht u dat dit het eerste kievietsei zou zijn? "Ik had er nog niks over, dus de kans was vrij groot. Toen ik het nestje zag, wist ik niet wat ik moest doen, en heb het ANP maar gebeld. Die hadden nog geen melding gekregen en vroegen me om een foto. Een collega van mij maakte die met haar telefoon en de foto hebben we meteen naar de redactie gemaild. Al snel bleek dat ik de eerste was."

Maar het eerste kievietsei in Friesland is toch officieel het eerste ei?

"Nee, dat denken de Friezen! Zij zijn veel fanatieker in het zoeken, hebben speciale clubs die allerlei plekken afstruinen op zoek naar eieren. Ze waren dus niet echt blij dat het eerste kievitsei in Utrecht werd gevonden. Ik kreeg dezelfde dag zelfs een telefoontje van een fanatieke Fries die bewijzen wilde zien! Sommige media hebben het eerste kievietsei in Friesland, dat een paar uur later is gevonden, genoemd als eerste ei. Maar dat klopt niet!"

Zoekt u elk jaar naar kievietseieren? "Als klein jongetje zocht ik er al naar met m'n vader en dat ben ik altijd blijven doen. Vorig jaar was ik één dag te laat en dacht: volgend jaar ben ik de eerste! Daarom was ik extra alert op groepjes kievieten. Ik zag al een paar dagen wat onrustige vrolijk vliegende kievieten in een groepje en dacht 'daar moet ik binnenkort een kijkje gaan nemen'. En ja hoor, bingo!"

Leuke reacties gekregen? "Toen het officieel was vastgesteld door Landschapsbeheer barstte het circus los! 's Middags kwamen er fotografen, een cameraman van RTV Utrecht, een verslaggever van het AD/Utrechts Nieuwsblad en het NOS Radionieuws. Ik kwam ook op het Acht-Uur Journaal voorbij. Tot tien uur 's avonds stond m'n telefoon roodgloeiend, geweldig! Ik kreeg veel leuke reacties, ook van mijn dorpsgenoten die vonden dat ik Werkhoven weer op de kaart had gezet!

Wat gebeurt er nu met de eieren? "Normaal gesproken markeer ik de nestjes in de weilanden met stokjes, zodat de boeren zien waar ze liggen. Dat doe ik als vrijwilliger voor Weidevogelbescherming Utrecht Stad voor alle weilanden van de faculteit Diergeneeskunde. Bij dit nest heb ik dat nog niet gedaan, het lijkt me niet verstandig als iedereen weet waar ze liggen. Dat ga ik deze week alsnog doen als het allemaal weer een beetje rustiger wordt. Ik kijk geregeld of de eieren er nog liggen, er liggen er inmiddels al vier."

In beeld

Kort nieuws

Salarisplafond

Nieuw leren

Bijna 70 procent van de leraren in het voortgezet onderwijs denkt dat leerlingen het meest opsteken van een klassikale les. Toch vindt een meerderheid het ook belangrijk dat leerlingen zelfstandig en in groepjes werken. Dat blijkt uit een onderzoek van dagblad Trouw en tv-programma Eén Vandaag. Daarin gaven 21.000 mensen - onder wie 900 docenten - hun mening over het voorgezet onderwijs. Iets meer dan de helft van de docenten vindt het concept achter het nieuwe leren slecht. (HOP)

Gevreesde superzuster

Geneeskundestudenten en co-assistenten denken dat er voor hen minder te leren overblijft in het ziekenhuis door de opmars van nurse practioners en physician assistents: topverpleegkundigen en assistent-artsen met een hbo-diploma, Dat blijkt uit een enquête van het studentenplatform van geneeskundigenvereniging KNMG, waaraan ruim 1850 geneeskundestudenten en co-assistenten meededen. Het KNMG Studentenplatform wil daarom op korte termijn overleg. (HOP)

Topmaster voor docent

De Vrije Universiteit is een post-initiële masteropleiding begonnen voor docenten in het hoger onderwijs die zich verder willen bekwamen. Het niveau ligt aanzienlijk hoger dan dat van de bestaande basisopleidingen voor hogeronderwijsdocenten, zegt projectleider Jurriën Dengerink. "Docenten van hogescholen en universiteiten worden steeds vaker ingezet bij curriculumontwikkeling. Binnen een vakgroep zou er minstens één docent moeten zijn die in staat is om complexe onderwijsvernieuwingen te ontwikkelen en begeleiden. Hier kunnen ze leren hoe je dat gaat en hoe je dat onderbouwt met onderwijskundig onderzoek. De opleiding wordt afgesloten met een masterthese." (HOP)

Plasterk mist salarisplafond bij universiteiten

Dat schrijft de PvdA-bewindsman in antwoord op vragen van SP-kamerlid Jasper van Dijk. In het regeerakkoord is afgesproken dat werknemers in de publieke en semi-publieke sector straks niet meer mogen verdienen dan de minister-president.

De inkt van dat akkoord was nog niet droog of de VSNU presenteerde een branchecode waarin geen woord aan de zogenaamde ‘Balkenende-norm’ werd gewijd, en dat schoot de SP in het verkeerde keelgat.

Welke minister Plasterk stappen precies gaat ondernemen, moet nog blijken. Voorlopig wil hij wachten op het definitieve rapport van de commissie-Dijkstal die adviseert over de normering van topinkomens in de (semi-)publieke sector.

In 2005 verdienden 53 bestuurders, beleidsmakers en hoogleraren van universiteiten meer dan het toen geldende ministersalaris van 158 duizend euro. In het hbo gold dit voor twaalf bestuurders.

In het algemeen is Plasterk positief over de code. Die bevat geen harde regels, maar beginselen waar de universiteiten vanaf kunnen wijken wanneer het hun goeddunkt. Ze moeten dan wel uitleggen waarom ze zich er niet aan houden.

HOP

Ex-minister Veerman wordt hoogleraar

Dat heeft de Wageningse rector magnificus Martin Kropff bekend gemaakt tijdens de Dies-lezing vrijdag 9 maart. De landbouwuniversiteit heeft voor de komst van Veerman een bijzondere leerstoel geregeld. In Tilburg wordt hij gewoon hoogleraar. 


De ex-bestuurder zal zich wekelijks zes uur melden aan elke instelling. De onderzoeksopdracht van Veerman is nog niet helemaal ingevuld, maar vast staat dat hij zich gaat richten op grensoverschrijdende onderwerpen als energiebeleid, klimaatontwikkeling en voedsel.


HOP

Co-assistent vreest superzuster

Dat blijkt uit een enquête van het studentenplatform van geneeskundigenvereniging KNMG, waaraan ruim 1850 geneeskundestudenten en co-assistenten meededen. Veertig procent van de jongerejaars en bijna de helft van de co-assistenten is bang dat ze in de verdrukking komen door de superzusters.

Het KNMG Studentenplatform wil daarom op korte termijn overleg: de ‘leermomenten’ moeten worden gegarandeerd, maar tegelijkertijd moeten de nieuwe beroepen optimaal worden benut. Dat vergt een duidelijke analyse van rollen en taken, vinden de studenten. De nadruk zou daarbij moeten liggen op de mate waarin co-assistenten en superverpleegkundigen elkaar aanvullen.

HOP

Docenten negatief over het ‘nieuwe leren’

Dat blijkt uit een onderzoek van dagblad Trouw en het tv-programma Eén Vandaag. Daarin gaven 21 duizend mensen – onder wie 900 docenten – hun mening over het voorgezet onderwijs. Iets meer dan de helft van de docenten vindt het concept achter het nieuwe leren slecht, twintig procent vindt het goed en de rest staat er neutraal tegenover.

Een ruime meerderheid laat weten dat er bij de invoering van het nieuwe leren slecht met hen is overlegd en dat het vooral een bezuinigingsmaatregel is geweest. Trouw meldt dat veel docenten zich bij het invullen van de enquête beklaagden dat het nieuwe leren een karikatuur van ‘gewone’ leraren maakt: wat het nieuwe leren wil, doen zij voor een deel allang – daar hebben zij het nieuwe leren niet voor nodig.

De weerstand tegen het nieuwe leren heeft waarschijnlijk het meest te maken met de maatvoering. Het nieuwe leren schiet door, vinden veel leraren; het laat leerlingen te veel aan hun lot over. “Zij worden in het diepe gegooid, terwijl zij nog niet eens kunnen drijven, laat staan zwemmen”, zo brengt een geënquêteerde zijn bezwaren onder woorden.

HOP