Nieuws

analyse

Blij met het bindend studieadvies

Nadat eerder Rechten, Farmacie, Economie, Sociale Wetenschappen, Geowetenschappen en Diergeneeskunde de stap al hadden genomen, is het wachten nu dus alleen nog op de medische- en de Bètafaculteit en enkele kleinere opleidingen.

Uit rapportages van de opleidingen Rechten en Psychologie was al duidelijk geworden dat het bsa een succes genoemd mag worden. Die indruk wordt bevestigd door de vorige week gepubliceerde bsa-monitor, waarin het college de ervaringen op een rijtje zet in de vijf opleidingen die in 2005 een bsa hadden. Opvallend aan die cijfers is dat niet alleen rechten, maar ook Economie, Farmacie en Wijsbegeerte vorig jaar te kampen hadden met meer dan twintig procent uitvallers. Bij Psychologie daarentegen haakte dit jaar van de bijna 500 eerstejaars studenten maar vijf procent af. Hoewel dat lijkt te wijzen op de aanwezigheid van goed gemotiveerde studenten, werpt het college in de monitor ook de vraag op of de opleiding Psychologie in het eerste jaar wel selectief genoeg is.

Wie zijn oor te luister legt bij de opleidingen die al langer een bsa hanteren, hoort dat men daar vooral blij is met de drempel die het bsa opwerpt voor studenten die met een volstrekt verkeerd idee aan de studie zijn begonnen (Wijsbegeerte) en voor zeer ongemotiveerde studenten (rechten). Bij Rechten bestond bijna de helft van de groep van 183 weggestuurde studenten uit zogeheten no-showers, studenten, die zonder aanwijsbare reden in het hele jaar niet meer dan één vak hadden gehaald.

Interessant is de informatie in de monitor over de keuzes die de studenten met een negatief advies hebben gemaakt. Een kwart kiest voor een andere UU-opleiding, een kwart gaat naar de Hogeschool Utrecht en ruim de helft vertrekt naar elders. De monitor geeft geen antwoord op de vraag hoeveel studenten uit die laatste categorie kiezen voor dezelfde opleiding aan een andere universiteit. Ook is niet duidelijk hoeveel bij andere universiteiten weggestuurde studenten naar Utrecht komen. De onverwacht grote toeloop bij rechten dit jaar doet echter vermoeden dat dat aantal wel eens groter dan verwacht zou kunnen zijn. Een numerus fixus, zoals Rechten die nu overweegt in te stellen, zou in sommige opleidingen dan ook wel eens een onvermijdelijk bijverschijnsel van het bsa kunnen worden.

Jurist Knoops beschuldigd van plagiaat

Knoops zou hele alinea's hebben overgeschreven van Amerikaanse wetenschappers, wier namen hij weliswaar in zijn notenapparaat noemt, maar zonder duidelijk te maken dat de genoemde passages letterlijk van hen afkomstig zijn. Het gaat om het boek The prosecution and defense of peacekeepers under International Criminal Law uit 2004. Daarin analyseert Knoops in hoeverre het internationaal strafrecht toepasbaar is op soldaten met een vredesmissie.

De promovendus van University College London, Aurel Sari, besprak dit boek in het septembernummer van het European Journal of International Law. Zijn recensie is vernietigend: nu eens merkt Sari op dat "The author's line of reasoning is often confusing", dan weer constateert hij dat "his argument does not address the question it was meant to answer."

"More alarming, however, is Knoops' at times cavalier use of sources", schrijft Sari. Van pagina 93 tot en met 96 zou Knoops een artikel van Carla Bongiorno hebben overgenomen met slechts minimale wijzigingen. En op pagina 257 tot en met 263 herhaalt dit procedé zich nog eens met een tekst van Sean D. Murphy. 'Whether intentionally or by accident, in both cases the reader is led to believe that the words are those of Knoops."

Waar Knoops het heeft over 'ontleend aan', had eigenlijk moeten staan: 'overgeschreven van', beweert Sari. Plagiaat is één van de zwaarste verwijten die een wetenschapper kan krijgen en luidt, indien aangetoond, doorgaans het einde in van een wetenschappelijke loopbaan. In 2003 bijvoorbeeld was er bij Rechten ook een plagiaat-schandaal, toen wetenschappelijk medewerker mr.dr. A. Pleijsier zich kandidaat stelde voor het hoogleraarschap belastingrecht. Tegenstanders van pleijsiers benoeming stuurden anoniem passages rond uit een lesboek internationaal belastingrecht van hem, die hij letterlijk overgenomen zou hebben van de Leidse hoogleraar Van Raad. Een commissie pleitte Pleijsier vrij omdat de student-assistent die hem terzijde had gestaan bij het schrijven van het lesboek ernstige fouten had gemaakt, maar de sfeer was inmiddels zo verpest dat Pleijsier de universiteit definitief verliet.

Recensent Sari lijkt ondertussen enigszins in zijn maag te zitten met wat hij heeft losgemaakt. Tegenover dagblad Trouw meldde hij de hele kwestie vervelend te vinden. "Ik heb niets tegen Knoops, ik had het graag anders opgeschreven. Het is natuurlijk niet niks als je iemand beschuldigt van het kopiëren van teksten van anderen."

In overleg met Knoops heeft decaan Dorresteijn de commissie Hol ingeschakeld, die volgens de woordvoerder van de universiteit spoedig een advies zal uitbrengen aan het college van bestuur. De universiteit heeft nog even gewacht met het innemen van een standpunt, maar deed uiteindelijk toch nog zondagavond een persverklaring de deur uit waarin het inschakelen van de commissie wetenschappelijke integriteit wordt aangekondigd. Behalve uit vertrouwenspersoon Hol bestaat deze commissie uit nog vier andere leden. Hun onderzoek zal zich richten op de vraag of de klacht gegrond is, en welke maatregelen er dan genomen moeten worden. Voordat de commissie aan het college bericht, zal Knoops zelf ingelicht worden. Hij krijgt dan nog vijf dagen de gelegenheid om te reageren op de bevindingen en aanbevelingen van de commissie.

Inmiddels heeft ook de Ierse hoogleraar William Schabas onderzoek gedaan naar de deugdelijkheid van de pennenvruchten van Knoops. Bij hem, aan de universiteit Galway, behaalde Knoops een tweede doctorsgraad (PhD), en het nu gewraakte boek is gebaseerd op dat promotieonderzoek. "We zullen ons intern beraden of we actie moeten ondernemen", aldus Knoops voormalige 'supervisor' in Trouw.

Knoops zelf was deze week onbereikbaar voor commentaar. Tegenover de Volkskrant meldde hij vlak na het weekend dat hij voor zijn beurt zou spreken als hij nu met zijn versie naar buiten kwam. "Het is zuiverder als ik mijn visie voor mij houd. Ik ga het debat niet uit de weg en zou graag op die boekbespreking willen reageren, maar het lijkt me beter te wachten tot de commissie klaar is."

Geert-Jan Knoops

-Studies: Pedagogische Academie; officiersopleiding Korps Mariniers; Civiel Recht Universiteit Tilburg; Strafrecht Utrecht

-Promoties: 1998 in Leiden en 2004 in Ierland

-Werk: Strafrechtadvocaat bij Max Moszkowicz in 's Hertogenbosch; sinds 1994 eigen praktijk samen met zijn vrouw; sinds 2003 deeltijdhoogleraar aan het Willem Pompe Instituut

-Rechtszaken: Verdediging sergeant-majoor Eric O die beschuldigd was van moord na een schietincident in Irak; advocaat van Ernst Louwes in de Deventer moordzaak; betrokken bij de Joegoslavië- en Ruanda-tribunalen en het internationale VN-tribunaal in Sierra Leone; begin november nog gevraagd als adviseur van de Iraakse oud-president Saddam in een poging diens vonnis tot de doodstraf te wijzigen.

tam tam

Puistjes zijn een reden voor zelfmoord onder jongeren. Van tieners met ernstige acne heeft een derde zelfmoord overwogen, 13 procent deed daadwerkelijk een poging. Dat blijkt uit Nieuw-Zeelands onderzoek. Aandoeningen van de huid kunnen de geestelijke gezondheid beïnvloeden in een fase waarin jongeren op zoek zijn naar een eigen identiteit en zelfwaarde, aldus wetenschappers van de universiteit van Auckland. Voor het onderzoek werden gegevens van bijna 10.000 leerlingen gebruikt. Van de jongeren met veel puistjes had een kwart symptomen van depressie.

Ooit gehoord van een gluiper, digitale wratten, schaammuis, of geilzucht? Het zijn soa's die je kunt oplopen op internet. Een gluiper is bijvoorbeeld iemand die zich als een ander voordoet tijdens het chatten. Bij schaammuis heb je last van iemand die je dingen laat doen die je eigenlijk niet wilt doen. De campagne over internetsoa's licht jongeren voor over de risico's van internetseks-en romantiek. Op www.internetsoa.nl kun je ook een test doen om te zien hoe vatbaar je bent hiervoor bent. Bovendien kun je voorbehoedsmiddelen downloaden om jezelf te beschermen tegen een internetsoa.

Studenten in Nieuw-Zeeland mogen voortaan sms-taal gebruiken in tentamens. Een antwoord in sms-taal wordt goed gerekend als eruit blijkt dat de student de stof begrepen heeft. De New Zealand Qualifications Authority, de organisatie die de kwaliteit van het onderwijs bewaakt, blijft studenten wel aanmoedigen om correct Engels te gebruiken. Bij tentamens Engels, waarbij studenten moeten laten zien dat ze de taal beheersen, mogen geen afkortingen worden gebruikt.

Het Groningse politiecorps heeft sinds augustus twee speciale agenten voor studentenzaken in dienst. Het duo moet onder meer toezien op de beperking van geluidsoverlast en voorlichting geven over zaken als inbraakpreventie. Volgens een woordvoerder van het corps is Groningen daarmee uniek in Nederland. "Burgers blijken vooral veel last te hebben van studentenlawaai en dronkenschap. Daar gaan we tegen optreden."

Een wintersportvakantie winnen door je in te schrijven bij een stagebureau. Het overkwam studente Jacqueline van der Burg. Zij meldde zich in wedstrijdmaand oktober aan bij Integrand Utrecht en werd tijdens een loting de winnaar van de eerste prijs. De verloting van de reis was een promotiestunt. Volgens Celine Lammers, voorzitter van het Integrandbestuur, heeft de actie heel veel aanmeldingen opgeleverd. "We worden steeds groter." Integrand bemiddelt tussen stagezoekende studenten en het bedrijfsleven.

in beeld

wetenschap

Alzheimer

Aardgas voor kernfusie

De halve wereld ondertekende afgelopen maandag een akkoord over de bouw van de allereerste kernfusiecentrale. Ook minister Van der Hoeven (CDA) van onderwijs zette haar handtekening. Nederland gaat twee onderdelen van de centrale ontwikkelen. Daarvoor investeert Van der Hoeven vijftien miljoen euro uit de aardgasbaten. De energie van kernfusie komt vrij wanneer twee lichte atoomkernen samensmelten (fuseren) bij een temperatuur van 150 miljoen graden Celcius. De benodigde grondstoffen deutherium en lithium zijn in overvloed aanwezig. Bovendien komt er bij het proces alleen helium vrij, en dat is geen broeikasgas. In Nederland werken TNO en FOM samen met de industrie aan het project ITER, waarbinnen de kernfusiecentrale ontwikkeld wordt. Overigens verwachten deskundigen dat kernfusie zeker niet voor 2050 een bruikbaar alternatief voor de bestaande energiebronnen zal zijn.

Wolvenwiskunde

Toen in 1995 en 1996 31 wolven werden uitgezet in het Amerikaanse Yellowstone Par, werd verwacht dat zij zich snel zouden verspreiden. Uit onderzoek blijkt immers dat wolven jaarlijks ongeveer honderd kilometer verder trekken. Met hun inmiddels duizend nakomelingen verblijven de Yellowstonewolven echter nog vrijwel allemaal binnen de grenzen van het park, wat betekent dat zij zich per jaar niet meer dan tien kilometer verplaatsen. Geen bioloog die er iets van begreep tot wiskundigen van de universiteit van Alberta een statistisch model op het probleem loslieten. In dat model voerden zij de kans in dat een wolf een partner vindt. Omdat in de Rocky Mountains verder geen wolven voorkomen, is die kans zo klein dat de geringe verspreiding probleemloos uit het model kwam rollen. "Wie had gedacht dat je met wiskundige vergelijkingen het gedrag van wolven kon verklaren", lachte onderzoeker Mark Lewis verbaasd.

het torentje

Polonium-210: groot en verwoestend

"De straling van polonium kun je tegenhouden met een A4-tje. Polonium is een radioactieve stof, officieel spreken we van een ioniserende stralingsproducerende stof, van het alfatype. Van de verschillende soorten is dit type het meest schadelijk in je lichaam. In tegenstelling tot gamma- en röntgenstraling, is alfastraling moeilijk te detecteren. Schenk een flesje met een alfastraler leeg op tafel en op twee centimeter afstand is het al niet meer meetbaar. De energie komt niet zo ver, maar is van dichtbij groot en verwoestend. Het zorgt er in je ingewanden voor dat de darmwand kapot gaat door de straling. Het herstel van de aangerichte schade is niet mogelijk. Medisch ingrijpen is nauwelijks zinvol. Nu kun je je voorstellen wat alfadeeltjes hebben gedaan in de buik van de spion."

Moeilijk detecteerbaar en dodelijk, klinkt als het ideale gif voor snode plannen.

"Dat is de vraag. In dit geval had het toch een beetje geciviliseerder gekund en minder opvallend. We hebben berekend wat voor dosis deze oud-spion moet hebben binnengekregen waardoor de verschijnselen zo acuut werden. Dat moet heel veel zijn. Een tiende microgram puur polonium-210, een fractie van een broodkruimel, is al dodelijk. Het lijkt erop dat de moordenaars royaal met het spul hebben gestrooid. Ook moeilijk te begrijpen is waarom ze geen meer instabiele variant van polonium hebben gebruikt. De poloniumfamilie kent versies die veel sneller vervallen en verdwijnen dan nummer 210. Gebruik je zo'n gif, dan is het later niet meer als radioactief in het lichaam op te sporen en is moord door straling nauwelijks aan te tonen."

Niet echt werk van meesterspionnen dus. Maar ze wisten wel de hand te leggen op de kankerverwekkende stof. Waar hebben ze dat vandaan?

"In de natuur komt polonium in kleine beetjes voor in gesteente. Daardoor ook in beton en in onze huizen. Het valt onder dezelfde familie als radon, een gas dat in kleine hoeveelheden uit de muren ontsnapt. Vandaar dat de overheid wil dat we af en toe de ramen openzetten, daar zijn zelfs spotjes voor. Als radon vervalt, wordt het onderweg ook polonium-210. In de kerncentrale in Petten, de grootste leverancier van radioactieve stoffen aan ziekenhuizen, komt bij het splijtproces ook polonium vrij. Maar het staat er niet op de bestellijst, het is zo akelig toxisch dat het geen medische toepassingen heeft. De Russen gebruiken het wel voor lichtbakens in onherbergzame gebieden. Deze RTG's, radioisotope thermoelectric generator, zijn generatoren die draaien op kernenergie. Als een soort vuurtorentjes zijn die gedropt in de noordelijke ijszeeën en Siberië. Na het instorten van het Sovjetsysteem worden die bronnen nauwelijks meer beheerd. Mensen kraken ze doelbewust en nemen het spul mee.'

Waar komt de naam polonium vandaan?

"De chemica Marie Curie heeft het ontdekt, tegelijkertijd met radium. Met het laatste heeft ze furore gemaakt. Ze noemde de eerste stof naar haar vaderland Polen, dat op dat moment officieel niet eens bestond, want het was bezet door Russen en Pruisen. Curie heeft zichzelf op den duur ook vergiftigd. Nu nog zijn er documenten met handtekeningen van haar waarop de sporen van straling meetbaar zijn. Ze kreeg in haar leven zo veel radium binnen dat ze overleed aan leukemie. Maar in die tijd was het verband tussen kanker en radioactiviteit niet duidelijk. Tegenwoordig zijn de regels veel strenger, ook in het onderzoek. Een hoogleraar aardwetenschappen had vroeger nog zo'n kast met prachtige gesteenten in zijn werkkamer, waar ook uraniumhoudende ertsen tussen lagen. Die collectie heeft hij moeten inleveren. Terecht, als je minstens acht uur per dag naast zoiets zit te werken, is dat niet echt gezond. We zijn ons veel meer bewust geworden van het gevaar van straling."

even kort

Topsporters kunnen gratis terecht bij Open Universiteit

Wat vind je van het convenant? "Ik vind het een goede zet van de Open Universiteit. Het is voor topsporters belangrijk om veel vrijheid te hebben om te kunnen sporten. De Open Universiteit springt hier handig op in. Misschien was ik er zelf ook op ingegaan als ik aan het begin van mijn studie stond. Maar ik sta aan het eind: ik hoop in februari klaar te zijn."

Hoe lang ben je al topsporter? "Dat hangt er vanaf wat je onder het begrip topsporter verstaat. Daar is binnen het roeien niet een bepaalde graadmeter voor. Maar ik train momenteel twaalf keer per week en heb inmiddels verschillende nationale wedstrijden gewonnen. Ook heb ik één keer het wereldkampioenschap onder de 23 jaar gewonnen, en eenmaal brons gehaald. Je kan dus wel stellen dat ik aardig serieus bezig ben. Ik begon met roeien bij roeivereniging Orca in het eerste jaar van mijn studie, daarvoor had ik nog nooit geroeid. Aanvankelijk begon ik in een boot met meer roeiers, maar inmiddels roei ik in een éénmansboot. "

Vind je het moeilijk om je sport te combineren met je studie? "In het begin van m'n studie ging het vrij makkelijk. Ik trainde toen ongeveer zes keer per week. Later werd het lastiger, maar echt veel moeite heb ik er nooit mee gehad. Natuurlijk is het vaak passen en meten, maar de universiteit houdt er altijd rekening mee. Zo mocht ik bijvoorbeeld mijn tentamens later inhalen. Ik kreeg op een gegeven moment een speciale studieadviseur voor topsporters toegewezen, maar ik heb daar nog nooit hulp bij gezocht. Problemen los ik meestal zelf op met de betrokken docenten en dat is eigenlijk altijd goed gegaan. Financiële steun krijg ik vooral van het NOC*NSF, maar ik heb ook wel eens wat gedeclareerd bij de universiteit."

Blijf je voorlopig doorgaan met roeien? "Zolang ik het nog leuk vind wel, en dat is nu zeker nog het geval. Maar ik weet ook dat een sportcarrière eindig is, en dat het dan heel verstandig is geweest dat ik heb gestudeerd. Het wordt waarschijnlijk nog een hele klus om na februari een baan te vinden. Ten eerste heb ik iets gestudeerd wat niet erg concreet is. Daarnaast moeten mensen niet afhankelijk van mij zijn in een toekomstige baan, ik zal namelijk veel afwezig zijn door trainingen en wedstrijden in het buitenland. De kunst is om een baan te vinden, waarin dat allemaal wordt geaccepteerd. Het vinden van een stage was al heel moeilijk, maar uiteindelijk lukte dat, gelukkig."

hoe kan dat nou?

Te kleine fietsenstalling

Jos Elskamp werkzaam bij het Gemeenschappelijk Dieren Laboratium (GDL), wat is precies het probleem?

"De universiteit stimuleert medewerkers om met de fiets naar het werk te komen, maar er is te weinig plek om je fiets te kunnen stallen. De stalling is te klein voor alle mensen die met de fiets komen."

Vindt jij dat ook Monique van der Hoek van de faculteit Diergeneeskunde?

"Ja, ik ga al jaren fietsend naar mijn werk en vanaf het begin is dit al een probleem geweest. Het is schandalig dat er zoveel geld aan verbouwingen wordt uitgegeven, en een probleem als dit niet wordt opgelost. Volgens mij is het gewoon een kwestie van prioriteiten stellen. Ik ben meestal vroeg op mijn werk en dan is er nog wel plaats. Maar aan het eind van de dag krijg je je fiets niet meer uit de stalling, omdat die zo vol staat."

Marijke van der Lelij manager bedrijfvoering Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), heb jij ook problemen met de stalling?

"De stalling is hier heel ouderwets, die zou vernieuwd moeten worden. De fietsen van tegenwoordig zijn wat breder en passen minder goed in deze stalling. Daarbij is maar de helft van het rek overdekt en iedereen wil zijn fiets natuurlijk droog zetten. Er is ook behoefte aan meer overkapping van de stallingen."

Piet Brunt hoofd Arbo Milieu en Huisvesting, waarom is hier nooit wat aan gedaan?

"Ik heb hier tot nu toe nog nooit iets over gehoord. Wij werken samen met het GDL en als zij aangeven dat dit een probleem is dan zouden we dat zeker aanpakken. Maar zolang er niet aan de bel wordt getrokken dan gebeurt er niks."

Overheid frustreerde introductie windenergie

De liberalisering van de energiemarkt heeft eind jaren 90 een zeer positieve invloed gehad op de investeringen in windmolens in ons land. Dat stelt Susanne Agterbosch in het proefschrift Empowering wind power waarop zij deze week promoveerde.

Vooral boeren en andere kleine private investeerders gingen zich toen veel actiever bezig houden met het plaatsen van windmolens. Zij werden daartoe gestimuleerd door een gunstig belastingklimaat en door het wegvallen van de verplichting om hun elektriciteit aan het regionale energiebedrijf te verkopen. Gevolg was een opmerkelijke groei van de productie van windenergie in de eerste jaren van deze eeuw. Van de totale Nederlandse capaciteit van rond 500 Megawatt die vanaf 1984 werd geïnstalleerd, stamt bijna zestig procent uit de periode sinds 2001.

Dat de ontwikkeling pas zo laat op gang is gekomen, wijt Agterbosch aan een falend overheidsbeleid. Zij constateert dat het denken over windenergie in Den Haag lange tijd is gedomineerd door een 'besloten coalitie' van het Ministerie van Economische Zaken en de grote energiedistributiebedrijven. Het subsidiesysteem zat zo in elkaar dat vooral de grote bedrijven daarvan profiteerden, en dat maakte dat het beleid exclusief was gericht op het realiseren van grootschalige projecten. Omdat die op veel verzet stuitten en omdat de motivatie van de bedrijven in kwestie niet overweldigend was, kwam er lange tijd betrekkelijk weinig van de grond.

Agrariërs en andere private investeerders hadden in dezelfde tijd met hun kleinschalige projecten veel minder last van tegenwerking en verzet. Des te vreemder is het dan ook, vindt Agterbosch, dat de overheid hen zo lang negeerde. Pas de liberalisering van de energiemarkt eind jaren 90 bracht meer evenwicht tussen de verschillende marktpartijen. Agterbosch pleit in haar proefschrift voor een consistent overheidsbeleid, waarin alle potentiële producenten gelijke kansen krijgen. In haalbaarheidsstudies moet bovendien veel meer aandacht worden geschonken aan de vraag hoe om te gaan met maatschappelijke en institutionele belemmeringen voor een succesvolle uitbreiding van het Nederlandse windmolenpark.

tatort

Sneeuwwitje

De twee dames staan voor het publiek. Het meisje aan het touw is zilver geschminkt. Het andere meisje heeft dieprode lippenstift op en haar ogen zijn donker opgemaakt. Ze loopt op naaldhakken. Nog voordat ze een woord gezegd heeft, moet ze al alle aandacht hebben. Ze draagt een zwart jurkje dat wel ontworpen moet zijn door een man; elke proportie in de verhouding tussen textiel en niet-textiel is zoek. Spiegeltje, spiegeltje, aan de wand, wie heeft het kleinste jurkje van het land?

Voor u staan de Magische Spiegel en de Boze Koningin die hun tijd verdrijven in een spelletje Q & A. Q: Wie is de mooiste van het land?

A: U, majesteit.

Maar - want er is altijd een maar - de koningin blijkt deze titel te verliezen aan haar stiefdochter en zo ontvouwt zich het uitgangspunt voor een verhaal dat zich alleen maar laat samenvatten in één woord - goed om generaties Disney-erfgenamen tot het einde der tijden op opblaaskrokodillen in privé-zwembaden te drijven: Sneeuwwitje.

Dinsdagavond beleeft de toneelcommissie van studievereniging A-Eskwadraat de première van Jules Deelders interpretatie van Sneeuwwitje in Studio T. De zaal zit nagenoeg vol. Nu zijn sprookjes geen podia voor nuances, en Deelders versie doet daar nog een schepje bovenop: dit valt in de categorie 'rode rozen rood verven'. En dan nog een keer rood verven. En dan nog een keer.

De A-Eskwadraten lijken over the top tot een kunst te willen verheffen. Als de boze koningin door haar toverketel roert, schreeuwt ze manisch; "Ha ha! Wat ben ik toch slecht!" Als Sneeuwwitje een hap van de vergiftigde appel heeft genomen, slaat ze dramatisch haar hand op het voorhoofd, voordat ze met een diepe zucht neerzijgt.

Nu is Jules Deelder zelf ook over the top. En als zelfverklaard nachtburgemeester van Rotterdam dient hij dat waar te maken in zijn toneelstuk. Behalve een sprookje lijkt het stuk toch vooral een analyse van de uitwerking van genotsmiddelen. De boze koningin, de totaal doorgeslagen stiefmoeder, oogt als een perfecte imitatie van een slechte cocktail van alcohol en Prozac, terwijl Sneeuwwitjes gehuppel en geglimlach eerder doet denken aan een forse dosis XTC.

Het meest in het oog springen de zeven dwergen; de gelijkenis met een huiskamer vol katerige verenigingsstudenten, die na een bezoek aan de coffeeshop de venijnigheid van hun bierscheetjes vergelijken, gaat op tot grote hoogte. Gooi daar een karaokemachine bij en je hebt een super déja vu.