Flinterman krijgt de onderscheiding in de eerste plaats voor zijn tomeloze inzet voor de bescherming en bevordering van de rechten van de mens, vooral van de zwakste groepen. Daarnaast wordt hem een belangrijke rol toebedeeld bij de ontwikkeling van het vakgebied, zowel op het gebied van onderwijs als onderzoek. De combinatie van academische vaardigheden en zijn kennis van en ervaring met de nationale en internationale politieke realiteit wordt uniek genoemd.

Flinterman is sinds 1998 hoogleraar rechten van de mens en directeur van het SIM. Daarnaast bekleed hij verschillende posities binnen internationale organisaties. Zo is hij sinds 2003 lid van het comité inzake de uitbanning van discriminatie van vrouwen van de Verenigde Naties.

XB

Een woordvoerder van Bruins legt uit dat de kosten eenvoudig worden terugverdiend: "Nederlandse universiteiten en hogescholen krijgen van OCW bekostiging voor iedere student die ze opleiden. Bij buitenlandse instellingen doen we dat natuurlijk niet, dus daar besparen we op. Daarvan kan de wereldwijde studiefinanciering worden betaald."

Koepelorganisaties VSNU en HBO-raad reageerden onlangs zuinigjes op het plan. De universiteitenvereniging wilde financieel worden gecompenseerd voor studenten die naar het buitenland vertrekken. De HBO-raad zei negatieve effecten voor de Nederlandse kenniseconomie te vrezen en vroeg Bruins om wederkerigheid: tegenover iedere Nederlandse student die met studiefinanciering naar het buitenland vertrekt, zou een buitenlandse student met studiefinanciering uit zijn land in het Nederlandse hoger onderwijs moeten staan. Toch is het nu al zo dat de populatie buitenlandse studenten in Nederland - ruim 48 duizend - veel groter is dan het aantal Nederlandse studenten in het buitenland: ongeveer 17 duizend.

Bruins' plan is niet helemaal nieuw. Zijn voorganger Mark Rutte stelde eind 2005 voor om studenten uit Nederland die elders in Europa een opleiding volgen studiefinanciering mee te geven. Hij wilde dat toen betalen door de financiële tegemoetkoming voor Europese studenten die in Nederland komen studeren op te heffen. Die zouden dan wel de mogelijkheid krijgen om hun collegegeld van OCW te lenen.

De Tweede Kamer en de koepelorganisaties voelden daar echter weinig voor. Ze vreesden dat dit een negatief effect zou hebben op de instroom van buitenlandse studenten en eisten dat deze zogenoemde 'Raulinvergoeding' overeind zou blijven tot er een voor buitenlanders aantrekkelijk alternatief is gevonden. Die zoektocht is volgens het ministerie bijna voltooid: over een paar weken krijgt de Kamer een nieuw plan toegestuurd.

HOP

Van de grote fracties zijn de PvdA-leden, net als de collega’s in de Tweede Kamer, het meest sceptisch over de invoeringsdatum. Senator en voormalig HBO-raadsvoorzitter Frans Leijnse denkt dat 1 september 2007 ‘eigenlijk niet haalbaar’ is.

Bruins eigen VVD is ook nog niet klaar met de leerrechten. Senator Heleen Dupuis vindt de leerrechten ‘op zich een heel aardig idee. Maar we zijn heel benieuwd naar de praktische invulling er van. Want het moet voor de universiteiten wel uitvoerbaar zijn. Of september 2007 te vroeg komt? Dat is niet mijn conclusie!’

Het CDA staat ook in de Eerste Kamer achter het leerrechtenplan, laat fractielid Henk Woldring, hoogleraar politieke filosofie (VU), weten. ‘We staan op één lijn met de fractie in de Tweede Kamer. Bovendien hebben we ons aan dit kabinet met de VVD gecommitteerd’, legt de senator uit. ‘We willen echter wel uitvoerig op dit plan kunnen ingaan. De Raad van State had in het advies van vorig jaar flinke kritiek op de leerrechten en ik heb dat nog even nagelopen. Want – zonder dat ik nu wil suggereren dat er in het hoger onderwijs snel wordt gefraudeerd – we moeten wel opletten dat de bekostigingsregels solide zijn.’

Voor het overige concentreert Woldring zich – net als Leijnse en Dupuis – op de uitvoerbaarheid. Hoe ver is men met het nieuwe gemeenschappelijke registratieprogramma Studielink? Kan de IB-Groep de verwerking van gegevens wel aan als studenten die zich laten uitschrijven hun restleerrecht in maanden krijgen uitgekeerd? Hoe voorkom je strategisch gedrag van studenten?

Toch is de invoering van leerrechten volgend studiejaar in theorie wel haalbaar, denkt de CDA’er. Beantwoording van de vragen van de senatoren hoeft het ministerie van OCW niet veel meer dan een week tijd te kosten, waarna Bruins de wet spoedig kan afronden, aldus de prognose van Woldring.

HOP

Voormalige staatssecretaris van OCW Rutte heeft met zijn voorstel zowel het basis-, voortgezet als hoger onderwijs in gedachte.

D66 vindt het voorstel van Rutte prachtig, maar wilde wel van de VVD’er weten wat er door het kabinet moet worden onderzocht. ‘Er moet nu geld bij. Daar is toch geen onderzoek voor nodig?’, aldus fractievoorzitter Lousewies van der Laan.

De PvdA liet eerder al weten te vinden dat niet alleen goede, maar alle leraren er tien procent bij dienen te krijgen.

SP-leider Jan Marijnisse ziet niets in Ruttes plan. ‘Wie bepaalt wat een goede leraar is? De directeur? Dat wordt gezellig in de lerarenkamer. U wilt iedereen testen, maar het echte probleem is veroorzaakt doordat er decennialang te weinig geld beschikbaar is geweest voor het onderwijs.’

HOP

Het SIM, onderdeel van het departement Rechten van de Rebofaculteit, is in 1981 opgericht door het ministerie van buitenlandse zaken, en in 1985 onderdeel geworden van de Universiteit Utrecht.

Om dit 25 jarig bestaan te vieren vindt er vanavond een publiek debat plaats, gevoerd door Sasza Malko (publicist en VPRO-journalist), Afshin Ellian (hoogleraar sociale cohesie en NRC-columnist) , Ashley Terlouw (lid van de Commissie Gelijke Behandeling) en Han Entzinger (hoogleraar migratie- en integratiestudies). Het debat staat onder leiding van Kees Bleichrodt (directeur stichting voor vluchetling-studenten UAF).

Voorafgaande aan het debat krijgt de directeur van het SIM, Cees Flinterman, het boekje ‘Het verlangen naar waardigheid’ aangeboden, dat speciaal voor de gelegenheid is geschreven door de Poolse vluchteling en publicist Sasza Malko.

AH

Vanavond, 28 sept. van 20.00 tot 22.30 uur in zaal Ottone (Kromme Nieuwegracht 62). Toegang gratis.

Drie maanden moest een groep kinderen elders in de stad worden ondergebracht. In die tijd werden er in De Uithof portocabins geplaatst zodat alle kinderen weer bij elkaar konden spelen. Nu, 2,5 jaar na de brand, is de monumentale boerderij volledig gerenoveerd en in oude glorie hersteld. Reden dus voor een feestelijke opening afgelopen zaterdag, te meer omdat het kinderdagverblijf tegelijk haar 12,5 jarig bestaan vierde.

Te gast waren Dick Bruna , die er zijn eigen afbeeldingen in Kikker kon onthullen, en wethouder R. den Besten en minister van sociale zaken en werkgelegenheid De Geus. Met een draaimolen , muziek, een springkussen en lekkers werd het voor alle kinderen ook nog een echt feest. Fotografe Wieke Eefting was er bij met haar camera.

Is het toeval dat het allemaal vrouwelijke promovendi zijn die ook nog eens tegelijkertijd promoveren?

"Nee, niet echt. In onze onderzoeksgroep zachte gecondenseerde materie zitten 17 promovendi, de verhouding man-vrouw is bijna gelijk. Het is in die zin geen toeval dat het allemaal vrouwen zijn. Onze groep heeft van alle natuurkundegroepen in Nederland wel de meeste vrouwen. Ik denk dat het zo werkt dat vrouwen nieuwe vrouwen aantrekken. Dat de vier in één week promoveren, is zo geregeld. Ik ben met sabbatical in Amerika en ben nu een weekje terug."

Heeft u het idee dat deze vrouwen het tot hoogleraar zullen schoppen, of denk je dat zij de wetenschap uiteindelijk zullen verlaten als ze een gezin gaan starten?

"Ik heb zeker vertrouwen in deze dames. Eén van hen heeft inmiddels een baan in de industrie, één is een opleidingsbaan tot klinisch fysicus begonnen. De andere twee zijn postdoc in Canada en Parijs. Ik weet uit eigen ervaring dat het moeilijk is om het hoogleraarschap te combineren met een gezin. Drie jaar geleden werd ik vader van een tweeling en besloot een jaar lang één dag per week voor hen te zorgen. Dat werd niet normaal gevonden hoor."

Gaat u prof.dr. Jan Verhoef achterna met de 100 promoties die hij tot nu toe heeft begeleid?

"Nee, dat hoop ik niet. Ik ben in 1999 als hoogleraar begonnen en inmiddels ben ik promotor van tien promovendi, terwijl ik niet de dagelijkse begeleider ben geweest van dit tiental. Als ik eerlijk ben, denk ik dat we er in Nederland mee moeten stoppen om universitaire (hoofd)docenten wél onderzoeksvoorstellen te laten binnenhalen en ze de dagelijkse begeleiding van promovendi te geven, maar hen niet het promotierecht geven. Dát kan er dus voor zorgen dat hoogleraren tien promovendi per jaar kunnen laten promoveren. Als ze deze alle tien daadwerkelijk als enige begeleidden, dan vraag ik me echt af waar ze de tijd vandaan haalden. Het is heel belangrijk dat een promovendus een goede begeleiding krijgt en mijns inziens kan je dan maar een paar promovendi per jaar afleveren. Mijn medewerkers zouden wat mij betreft de enige promotor mogen zijn als ze de dagelijkse begeleiding vrijwel alleen hebben gedaann, dus niet zoals nu het geval is alleen 'maar' co-promotor kunnen zijn. In Amerika is dat voor assistent en associate professoren, vergelijkbaar met UD en UHD, heel normaal."

Te laag salaris

Maar een academicus in het voortgezet onderwijs krijgt maar liefst een derde minder uitbetaald dan in het bedrijfsleven. De cijfers gaan over 2004.

Niet naar school

Het is dan ook één van de twee belangrijkste redenen waarom academici geen leerkracht in het voortgezet onderwijs willen worden. Tweede reden is dat de carrièremogelijkheden te beperkt zijn. Het aantal academisch geschoolde leerkrachten neemt dan ook verder af volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau. Oudere docenten zijn vaker academisch geschoold dan hun jonge collega's. Van de havo/vwo-docenten van vijftig jaar en ouder is 42 procent universitair opgeleid. Het aandeel academici onder docenten tot 35 jaar is maar 26 procent. De vergrijzing veroorzaakt binnenkort een 'pensioengolf' onder voornamelijk fulltimers die de jongere docenten die veelal parttime willen werken, niet kunnen opvangen.

Vrouwelijke hoogleraren

De Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2006 laat zien dat het aandeel vrouwen in wetenschappelijke functies sinds 1990 langzaam maar zeker is toegenomen. Maar nog steeds geldt: hoe hoger de functie, hoe minder vrouwen. Van de promovendi is nu veertig procent vrouw. Er is een stijgende lijn te zien van vrouwen die doordringen tot de functies van universitair docent, universitair hoofddocent en hoogleraar. Maar het beleidsdoel van minister Van der Hoeven van OCW dat in 2010 15 procent van de hoogleraren vrouw zal zijn, lijkt niet haalbaar._In Europa is Nederland een achterhoedespeler met nog geen 10 procent vrouwen in wetenschappelijke topposities. Uit de Monitor blijkt ook dat vrouwen nog steeds minder betaald krijgen.

Utrecht nummer 2

Met een minimaal verschil heeft Groningen van Utrecht gewonnen in de NOS Headlinespoll Studentenstad 2006. Groningen scoorde 20,4 procent, Utrecht 20,2. De nieuwe website NOS Headlines, vroeg zich af welke van de twaalf studentensteden onder jongeren favorietis. Aan de stemming deden bijna 2000 studenten mee.

Student Psychologie Thomas Martens (22) heeft de afgelopen maanden nauwelijks een studieboek ingekeken. Hij was alleen maar bezig met de kinderfilm Voor een paar knikkers meer die tijdens het Nederlands Film Festival in première gaat.

Vlak voor de voorpremière van afgelopen zaterdag in het Louis Hartlooper Complex is Thomas nog druk aan het werk: "Je zal altijd zien dat er op het laatst nog wat dingen moeten gebeuren. Zo hebben we net nog het scherm goed moeten afstellen. Verder loopt alles op rolletjes."

Thomas is line-producer van de korte kinderfilm. Het verhaal DAT IS GESCHREVEN DOOR ????? gaat over vier kinderen die door een paar 'gemene' volwassenen van een schoolplein worden weggestuurd. Voor flink wat knikkers roepen de kinderen de hulp in van een stoere buurjongen. Samen proberen ze de volwassenen te verjagen. Bijzonder is dat het verhaal uitsluitend wordt verteld door de ogen van de kinderen; van de volwassenen zijn alleen de benen in beeld te zien.

Na afloop van de voorpremière waar de hoofdrolspelers, ouders en andere nieuwsgierigen aanwezig zijn, volgt een receptie waar alleen maar positieve geluiden te horen zijn: 'Leuke film'. 'Je kan echt zien dat er veel energie in is gestopt' en 'de kinderen speelden heel naturel'.

"Voor ons is de film nu al een succes", zegt Thomas die twee jaar lang aan de film van elf minuten heeft gewerkt.

Toch, zegt hij, is het alle moeite meer dan waard geweest, want er is een goed product afgeleverd.

Volgens Thomas is dat te danken aan de inzet en het doorzettingsvermogen van regisseur en goede vriend Jelmar Hufen. "Hij neemt geen genoegen met minder. Zo heeft hij bijvoorbeeld alle stemmen nog een keer opnieuw laten inspreken, omdat er aanvankelijk hinderlijk achtergrondgeluid te horen was. De geluidsstudio F.C. Walvisch heeft daar nog een behoorlijke klus aan gehad."

"Het is een lowbudget film", zegt Thomas, "waar we met veel enthousiasme aan hebben gewerkt. Blijkbaar straalden we dat enthousiasme ook uit, want de filmcrew werd naarmate het proces vorderde steeds groter."

Vrijwel iedereen van de crew werkte op vrijwillige basis mee. "Van de acteurs die hun stem leenden aan de volwassenen zoals Halina Reijn, Jack Wouterse, Bracha van Doesburgh en Victor Löw tot aan de geluidsstudio."

Het is de eerste keer dat Thomas aan een film heeft gewerkt en als het aan hem ligt, is dit nog maar het begin. De baan van line-producer (assistent van de producer) bevalt hem heel goed, maar aanvankelijk was hij gevraagd decorstukken te maken. "Waterpistolen zijn een centraal thema in de film, en het was erg leuk om ze te maken, daarnaast hielp ik bij de begeleiding van de kinderen op de set." Op een gegeven moment vroeg Jelmar of hij line producer wilde worden. Thomas twijfelde geen moment en niet lang daarna regelde hij de logistiek en zorgde voor allerlei losse klussen. "Dit type werk is precies wat ik wil, ik voel me heel goed bij het oppakken en organiseren van zo'n project. Het meedenken, het inspringen en op onverwachtse momenten goede oplossingen bedenken."

"Zo herinner ik me dat we opnames in een straat hadden, het was een stralende zomerdag en bijna alle opnames stonden erop. Bíjna alle opnames, want we hadden nog één scène te gaan. Ineens begon het vreselijk hard te regenen en zat de regisseur met de handen in het haar. Een extra opnamedag zou te veel geld en organisatie kosten, en dat hadden we niet. We moesten dus snel handelen. Met een paar mensen hebben we geprobeerd de kinderen droog te houden, om de continuïteit in de film te behouden. De montage heeft die scène uiteindelijk zo met filters bewerkt dat het leek alsof het dezelfde stralende dag was als vóór de regenbui. Heel knap!"

Wat hij na dit project wilt gaan doen weet hij nog niet: "De filmwereld lonkt heel erg, zo'n project smaakt naar meer. Soms droom ik er wel van om samen met Jelmar een productiemaatschappij te beginnen, wie weet komt dat er van. Omdat het maken van fictiefilms erg kostbaar is, zullen we onze inkomsten in het begin uit reclame- en bedrijfsfilms moeten halen. Op die manier kunnen we doen wat we echt willen: mooie films maken."

De film gaat 30 september in première in het Louis Hartlooper Complex en is daarna nog op woensdag 4 okotber te zien.

Dat is de doorbraak die Utrechtse onderzoekers hopen te bewerkstelligen met de 15 miljoen euro uit het Fonds Economische Structuurversterking, die het kabinet op Prinsjesdag beschikbaar stelde. Het grote probleem met het aviaire influenzavirus is dat het regelmatig tot een nieuwe variant muteert, en dat het tot nu toe niet goed mogelijk was om snel een vaccin te ontwikkelen voor zo'n nieuwe mutatie.

Volgens prof.dr. Jos Verheijden, onderzoeksdirecteur van Faculteit Diergeneeskunde, biedt een vinding in de groep van zijn collega Peter Rottier uitzicht op een oplossing voor dit probleem. "Hij heeft innovatieve moleculair biologische technieken ontwikkeld, waarmee het mogelijk wordt om snel de voor immuniteitsopbouw essentiële onderdelen van een al bestaand vaccin te vervangen. Door een zogenaamde 'cassetteaanpak' - zoals je een cassette in een recorder stopt - kunnen de veranderingen in het virus vrijwel op de voet worden gevolgd bij de vaccinbereiding."

Andere belangrijke eisen aan het nieuw te ontwikkelen vaccin zijn dat het niet dier voor dier, maar via een zogeheten massa-enting (een spray) kan worden toegediend en dat het de verdere verspreiding van het virus tegengaat. Daarom zijn ook onderzoek naar respectievelijk de immuniteitsopbouw en de wijze van verspreiding van het virus belangrijke onderdelen van het project. Met een dergelijk vaccin wordt het risico van overdracht van het virus naar de mens het meest effectief gereduceerd.

Verheijden verwacht dat het onderzoek binnen vier jaar tot resultaat moet kunnen leiden. Naast drie Utrechtse onderzoeksgroepen zijn ook groepen uit Wageningen en de Gezondheidsdienst voor Dieren bij het project betrokken. Bovendien participeren onderzoekers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en de Erasmus Universiteit Rotterdam.